LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 24 Juni 1937 CEBUTO-AGENTSCHAP De Pers over het nieuwe kabinet Duitschland en Italië trekken zich terug uit de controleniet uit de n iet-i n mengi ngscom m issie FINANCIEN Al aar cle .Parijsclie W er eld tentoonstelling BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN Niettemin is de situatie ernstig De Duitsche ambassadeur te Londen, von Ribbentrop. heeft aan de Britsche regee ring een nota overhandigd van den vol genden inhoud: ..De Duitsche regeering heeft, nadat zij op de hoogte was gesteld van de aanvallen op den kruiser „Leipzig" op 15 en 18 Juni, terstond den mogendheden, die deelnemen aan de zee-controle in de Spaansche wate ren, medegedeeld, dat zij niet van zins is haar marine, die met een internationale taak is belast, tot schietschijf te laten die nen voor het roode Spanje. De Duitsche regeering heeft de waar borgen, welke zij voor de veiligheid der Duitsche schepen eischte, tot een mi nimum beperkt; zij stelde zich tevre den met een vlootdemonstratie der vier controle-landen, teneinde aldus een duidelijke waarschuwing aan Valencia te geven. Daar de Britsche en Fransche regee ring niet bereid zijn, zelfs dezen mini- mum-eisch van Duitschland in te wil ligen, constateert de Duitsche regee ring met leedwezen, dat onder de con trole-landen de geest van solidariteit ontbreekt, welke onmisbaar is voor de uitoefening der gemeenschappelijke in ternationale taak. De Duitsche regeering heeft daarom besloten zich definitief uit het con trole-plan terug te trekken. Deze mededeeling wordt voorafgegaan ooor een uitvoerige motiveering. De Duit sche regeering stelt in deze motiveering allereerst vast, dat Duitschland ten aan zien van Spanje geen territoriale of an dere politieke bedoeling koestret. Het Duit sche volk en de Duitsche regeering heb ben slechts één belang en dat is dat een werkelijk onafhankelijk Spanje zal herrij zen. Hierbij koestert Duitschland natuur lijk den wensch om met dit vrije natio naal geordende Spanje alle cultureele en economische betrekkingen te onderhouden die niet alleen in het belang zijn van de beide landen, doch die ook nuttig zijn voor de internationale samenwerking. Beslissend is dat het nat.-socialistische Duitschland van Spanje geen provincie van het Duit sche rijk of een gouw van de beweging wil maken. Het bolsjewistische Moskou streeft er echter naar Spanje tot een sec tie van de Komintern te maken. Duitsch land, gaat de motiveering dan verder, heeft zich van het begin af aan van iedere in menging in de Spaansche aangelegenheid onthouden. De democratische en bolsjewis tische staten wezen deze opvatting echter van de hand. Uit die landen kwam hulp aan het roode Spanje en men begon eerst weer oor te leenen aan de Duitsche en Ita- liaansche denkbeelden inzake niet-inmen ging, toen het nationale Spanje zich toch wist te doen gelden, in de hoop daarmede het linksche Spanje opnieuw te kunnen helpen Niettemin heeft Duitschland zich bereid verklaard om voorzoover een werkelijke niet-inmenging gewaarborgd was, hier zijn medewerking aan te verleenen. De regee ring te Valencia trachtte echter de con trole ter zee voor 't regeeringsroode Spanje te breken. De nota wijst dan op het bom bardement van de ..Deutschland waarop als een les voor de roode regeering te Va lencia in het vervolg dergelijke bombar dementen na te laten, de beschieting van Almeria volgde. Nadat de Duitsche oor logsschepen het bevel gekregen hadden on middellijk te vuren als oorlogsschepen oi vliegtuigen van de roode regeering nadei> den. begon de regeering te Valencia mei, duikbooten. Op 15 en 18 Juni vonden aan vallen plaats op den kruiser „Leipzig". Aan de waarheid van de Duitsche mededeelin- gen mag men niet twijfelen, tenzij men deze waarheid alleen door de vernietiging van de ..Leipzig" bevestigd zou willen zien. Overeenkomstig het accoord van 12 Juni tusschen de vier controle-mogendheden heeft Duitschland toen om onmiddellijke tegenmaatregelen gevraagd. Van Engelsche en Fransche zijde verklaarde men echter dat de regeering te Valencia de aanvallen op de Leipzig ontkende en wenschte men een onderzoek. De nota vervolgt dan: Het plan om alle verdere stappen eerst te la ten volgen op een internationaal onder zoek naar de Duitsche beschuldigingen is in tegenspraak met het accoord van 12 Juni. Het is onverdragelijk voor de Duit sche regeering om alleen na een dementi van de bolsjewistische regeerders te Va lencia twijfel toe te laten aan de juistheid van de feiten zooals die door de Duitsche marine-autoriteiten en daarmede door de Duitsche regeering bekend zijn gemaakt. Een internationaal onderzoek zal in het roode Spanje voorloopig onmogelijk zijn en bovendien langen tijd in beslag nemen, waardoor verdere samenwerking van de mogendheden geen waarde meer zou neb ben en in de oogen van de bolsjewisten zelfs het karakter van een grap zou krij gen. Om echter het uiterste te doen voor een verzoening heeft de Duitsche regeering tij dens de besprekingen te Londen niet al leen afgezien van practische vergelding doch ook van de interneering van de roode Spaansche duikbooten en alleen een vloot demonstratie van de vier mogendheden ge- eischt. Daarenboven heeft zij zich nog ac coord verklaart, dat behalve deze direct te nemen maatregelen, een onderzoek zou plaats vinden. Van Engelsche en Fransche zijde zijn echter ook deze voorstellen ver worpen. Onder deze omstandigheden is de overeenkomst van 12 Juni niet alleen zin loos. doch ook schadelijk. Want de nieuwe interpretatie, die aan de overeenkomst van 12 Juni gegeven is. beteekent dat bij lederen nieuwen aanval van het roode Spanje een maanden in be slag nemend onderzoek moet volgen. En het zal gemakkelijk zijn gelijk in een uiterst kwetsend artikel van een Engelsch blad reeds is geschied om eenvoudig te beweren, dat een Duitsch schip dat opge blazen wordt, niet door de roode Span jaarden. doch door de Italianen beschoten is en dat een door de bolsjewisten getor pedeerd Italiaansch schip, door de Duit- schers is aangevallen. Onder dergelijke omstandigheden is de geheele controle onmogelijk geworden en de deelneming daaraan voor een mogend heid met eenig eergevoel of gevoel voor verantwoordelijkheid onverdragelijk. De Duitsche regeering heeft daarom het be sluit genomen van nu af aan de bescher ming van haar belangen en daarmede van haar schepen tegen de bolsjewistische brandstichters van Valencia zelf ter hand to nemen met die middelen, die voorko men kunnen, dat verdere aanslagen plaats vinden. De Duitsche regeering kan daarbij met groote tevredenheid vaststellen, dat haar opvattingen geheel overeenstemmen met die van de Italiaansche regeering, zoo als trouwens in het algemeen in dit geval wederom een opmerkelijke samenwerking heeft plaats gevonden tusschen de beide landen, zooals die in dienst van de hand having van ordelijke toestanden in Europa en daarmede in dienst van den vrede noodzakelijk is. Italië heeft zich daarbij volledig aan gesloten. En in Duitsche, èn In Italiaansche di plomatieke kringen wordt er op gewezen, dat Rome en Berlijn met deze beslissing niet bedoelen, zich óók uit de non-inter- ventie-commlssie en het niet-inmengings- accoord terug te trekken. Dat de Duitsch-Italiaansehp démarche een zóó vérstrekkende beteekenis mist, is, r.aar Reuter seint, ook de meening van Eden. die in het Lagerhuis de volgende verklaring heeft afgelegd: „De Duitsche minister van buitenland- sche zaken von Neurath, heeft den Brlt- schen ambassadeur medegedeeld, dat. aan gezien geen overeenkomst tot stand is ge komen, de Duitsche regeering zich genood zaakt ziet. al haar schepen uit het systeem der controle terug te trekken. Von Neurath voegde hieraan toe, dat deze maatregel was genomen met de be doeling te voorkomen, dat de toestand nog ernstiger wordt en dat de Duitsche regee ring zich tot deze actie zou beperken." (Appalus). Eden verklaarde verder, dat „de Britsche regeering verheugd is over deze bedoelin gen van de Duitsche actie." Hij gelooft niet, dat Duitschland voornemens is, zich terug te trekken uit de niet-inmengings- commissie. Ook de Italiaansche ambasadeur, zoo vervolgde minister Eden, heeft medege deeld, dat zijn regeering besloten had. haar schepen terug te trekken uit het controle systeem. Lloyd George vroeg, of door de actie van Duitschland niet de overeenkomst geen troepen of oorlogsmaterieel naar Spanje te zenden, wordt aangetast. Eden antwoordde hierop „neen, de ver klaring van de Duitsche regeering betreft alléén het deelnemen aan het systeem van de controle ter zee." Duitschland zou bereid zijn, meent men wederom deel te nemen aan de vlootcon- trole, indien het voldoende waarborgen ontvangt, dat er zich geen nieuwe inciden ten zullen voordoen en volgens Duitsche opvatting berust de verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van zulke garanties op Groot-Brlttanniè. Duitschland en Italië zullen niet slechts blijven deelnemen aan de werkzaamheden van de non-lnterventlecommissie, doch óók aan de controle te land. Intusschen zal men het probleem, om de breuk in de vlootcontrole te herstellen, be- studeeren. Wellicht zullen Groot-Brittan- nië en Frankrijk zich met deze taak be lasten, doch ook is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat men het beter acht, de andere mogendheden, welke zitting hebben in de niet-inmengingscommlssie. uit te noodigen, zich eveneens met deze kwestie bezig te houden. Algemeen erkent men, dat de situatie ernstig is, aangezien de controle ter zee een garantie was voor het goed functlonee- ren van de niet-inmenging. Duitsche schepen naar de Middel- landsche Zee. Blijkens een Reuter-telegram uit Londen zijn gistermiddag de volgende oorlogsbo dems der Duitsche vloot van de monding der Taag naar de Mlddellandsche Zee ver trokken: het slagschip „Admiral Scheer", de kruisers „Nurnberg" en „Karlsruhe", drie torpedojagers en een transportschip. Voorts is uit Duitschland het pantser schip „Admiral Graf Spee" vertrókken. Een Spaansche verklaring. In een onderhoud met buitcnlandsche Journalisten over het incident met de ..Leipzig" heeft de minister van buiten- landsche zaken te Valencia, Glral, ver klaard van meening te zijn, dat Duitsch land en Italië gebruik hebben gemaakt van een bedrlegelljk voorwendsel om hun vol ledige vrijheid van optreden te hernemen, na de weigering van Engeland en Frank rijk mede te werken aan een „vlootdemon stratie" voor Valencia. Minister Glral deed opmerken, dat wanneer een demonstratie beperkt blijft tot een eenvoudig défilé van schepen buiten de kust, de Spaansche re geering niets zal doen dat als een vijan dige daad kan worden uitgelegd. Maar ingeval van een agressie zou de Spaansche regeering zich gerechtigd ach ten haar recht en souvereinltelt te verde digen met alle middelen waarover zij be schikt. De minister voegde hieraan toe, dat de Spaansche regeering nog niet antwoordt op tie laatste Engelsche nota over de con trole ter zee, waarin gevraagd wordt of waarborgen gegeven kunnen worden aan de schepen, die de controle uitvoeren. Daar Duitschland en Italië zich terugtrokken uit NEDERLANDSCHE CREDIET- VERZEKERING-MAATSCHAPPIJ. In de algemeene vergadering van aan deelhouders der Nederlandsche Crediet- verzekering Maatschappij N.V. te Amster dam werd de balans met winst- en ver liesrekening over 1936 goedgekeurd. Er wordt een bedrag van f. 10.000.— in het reserve-fonds gestort; een dividend van 3'/j 0 o over het gestorte bedrag aan aandeelhouders uitgekeerd en f. 6.524.42 op nieuwe rekening overgebracht. De heer C. E. Heath is als Commissaris afgetreden. De heer A. N. Patrick, directeur ran de Trade Indemnity Company Limited, Londen werd als zoodanig benoemd. De heer mr. P. Hofstede de Groot werd als Commissaris herkozen. MAATSCHAPPIJ „GRONINGEN". In hotel des Pays Bas te Utrecht werd de jaarlijksche algemeene vergadering gehou den van „Groningen", alg. Onderl. Maat schappij tot verzekering van paarden en rundvee. De directeur, de heer B. L. Leopold, brengt verslag uit over het afge- loopen jaar 1936. Aan schaden werd in totaal uitbetaald een bedrag van f. 102.698.25. De reserve der Maatschappij bedroeg per 31 December 1936 f. 178.799.44. Blijkens het rapport van de Commissie tot nazien der rekening en van den accountant, den heer J. Groen- huyse te Utrecht, werd de administratie in orde bevonden. De aftredende commissarissen werden herkozen. per CEBUTO-Tonringcar 5 dagen naar Parijs f 50. 6 naar Parijs 60. 7 naar Parijs 70.— 10 Vogezen en Parijs „87.50 Verder nog een uitgebreide keus uit 30 verschillende reizen. Inlichtingen er» Reisgids bij H. HEESTERMANS. LEIDEN. TEL 1532 Steenstraat 24 (hoelt Beestenmarkt) Reizen zonderzorgen 3513 (Ingez. Med.) GEBOREN: Johanna Catharina. d. van J. Smittenaar en L. J. Crama Jan. z. van J. J. Sloos en C de Swart Johannes Franciscus. z. van F. P. A. Breedeveld en S. J. v. d. Veer Abraham, z. van- P. A. v. d. Steen en M. C. Molenaar Everhardus Johannes, z. van H Roodakker en J. v. Oosten Su sanna. d van A B. Hoogendam en G. A. Steeneveld Pe'ronella Cornelia, d. van J. v. d. Zwet en M G. Postma Matheus, z. van H. v. d. Werf en J. H Woltemach Alida Adriana. d van C H Zwetsloot en J Th. v d. Wiel Dirk z. van A. v Duljn en E Th Gebauer Daniel, z. van R. P. Blansjaar en M, L de Boer, ONDERTROUWD: W, B v. Veen im. 32 jaar en C. A. Koe- leman, jd. 31 jaar. GEHUWD M. F. Boot im. en L. Stouten ld. J. v. Dijk im. en G. W. Brussee jd. p. v. Hel den jm en A F. Tronchet id. M J. de Kruis. jm. en C. J. Freeke id. A. la Lau jm. en M. v Polanen id. S. Ramak jm. en H. v. d. Meii Jd. w. v. d Reek jm. en J. Galjaard id H. Stol im. en S. M. Vrijbloed id. J. Vermond jm. en H. West- maas jd. A K v. d. Linden tm. en A E. v Diggel e id. C. J. Kerkhof im en J. A. M Spronk jd. J. H Baan lm en H. Blansjaar Jd. het controlesysteem, vervalt deze vraag. Het principieele antwoord der Spaansche regeering zal zijn, dat men bijna niet kan spreken van waarborgen voor bij de con trole betrokken schepen, zoolang men niets zal hebben gezegd over waarborgen tegen agressie van den kant van deze zelfde schepen, zooals het recante bombardement van Almeria. De Spaansche regeering blijft van meening, dat de controle niet ten uit voer moet worden gelegd door gewapende wachtschepen zooals die door talrijke lan den gebruikt worden voor onderdrukking van smokkelarij. De Duitsche kabinetszitting. Naar het D.N.B. over de zitting van het Duitsche kabinet in jjolitieke kringen te Berlijn vernemen kon, is daar slechts een wet Inzake de politie-beambten aangeno men. ..Met de situatie, ontstaan door het mis lukken van de besprekingen der vier con trole-mogendheden te Londen zou de mi nisterraad zich niet hebben bezig ge houden!" De volgende zitting van het kabinet zal eerst na het zomerreces gehouden worden, Aan de verschillende persbeschouwingen over de nieuwe kabinetsformatie ontleenen wij het volgende: Op verouderde basis. De Nieuwe Ro11erd a m s c h e Courant f Lib.constateert, dat men weer is teruggevallen tot een kerkelijk ka binet, en betreurt het dat het ministerie op verouderde basis is opgetrokken. Het blad schrijft verder: Wij hadden trouwens van onzen minis ter-president na zijn houding bij de for maties in 1933 en 1935 en na zijn redevoe ringen in de Staten-Generaal, waarbij de breedere basis van samenwerking door een nieuwe, ruimere formuleering werd gefun deerd, beter verwacht. In de laatste dagen hebben wij dit reeds eenige malen betoogd: wij behoeven er dus niet in bijzonderheden opnieuw in te treden. „Een zuiver coalitie kabinet viel van hem" idr. Colijnl „niet te verwachten", schreef trouwens De la.-r.) Standaard nog in zijn avondblad van Vrij dag j.l. in een artikel, dat onmiskenbaar van eenige inspiraties van den formateur zelf had kunnen profiteeren. De kiezers, die voorzoover zij in dezelfde veronderstelling aan den A.R.-lijstaanvoer der hun stem hadden gegeven, zich in die illusie bedrogen zien, zullen door deze uit komst van de kabinetsformatie onthutst zijn, ZIJ waren echter voldoende gewaar schuwd. Met de 56 zetels, die de drie groote kerkelijke partijen in de Tweede Kamer, dank zij mede hun steun, hebben kunnen bezetten, gevoelden die partijen zich sterk genoeg om weer hun oude vaarwater op te zoeken; 56 Is 56. de stemmen worden niet gewogen, maar geteld. Ook ten aanzien van de procedure tijdens de kabinetsformatie heeft de formateur in strijd gehandeld met zijn kort voordien kenbaar gemaakte opvattingen. Hij heeft dadelijk informatorische gesprekken met de drie kerkelijke partijleiders gehouden, nog voordat hij zijn program opstelde, en die informatorische gesprekken zijn op onderhandelingen en ver gaande medezeg genschap der partijleiders uitgeloopen. Hij is daardoor weer geworden de mandataris der partijen, wat hij Juist gezegd had niet te willen zijn. Pijnlijke consequenties. Het Handelsblad (Lib.) schrijft: I Het feit, dat een of ten hoogste twee partijlcozen mede de verantwoordelijkheid zullen dragen, doet aan het uitgesproken rechtsche karakter der nieuwe Regeerings- ploeg niets af. Voor talloozen in het Nederlandsche Volk, die den 26sten Mei hun stem dachten uit te brengen minder volgens de scheidslijn der oude politieke tegenstellingen, dan ter ver sterking der democratische eenheid, moet deze oplossing der Kabinetscrisis een diepe teleurstelling zijn. Want het is zeer twijfel achtig, of bij de samenstelling van dit Ka binet de stembusuitslag op de juiste wijze is geïnterpreteerd. Niet ten onrechte heeft men in de uitspraak der kiezers, ruim vier weken geleden, een votum voor het gevoer de Regeeringsbeleld gezien. De lijsten, waar op twee exponenten van de vorige Kabi- netspolitiek dr. Colljn en mr. Oud figureerden, hadden beide aanmerkelijke stemmenwinst geboekt. Wél was er het groote verlies der Liberalen, maar be schouwt men den teruggang der Christelijk Historlschen, dan kan toch moeilijk de wensch naar een coalitie-Kabinet als resul tante der verkiezingen worden genoemd. Wie mét ons, ln dezen tijd van voortdu rende internationaal-politieke en economi sche spanningen een regeeren op breede basis als een landsbelang bij uitnemend heid beschouwt, kan met de samenstelling van dit Kabinet kwalijk tevreden zijn. Loyale groepen, die in de afgeloopen regee- rings-periode noodzakelijke offers hebben gebracht, worden zonder aanwijsbare re den thans buitengesloten. Blijkbaar heeft men een nadrukkelijker Indeeling in poli tieke hokjes dan noodig en wenschelljk was, met twijfelachtig succes opnieuw toegepast. De eenige reden om thans, in tegenstelling tot 1933. de breede samenwerking den rug toe te keeren. kan gelegen zijn in het feit, dat men met een meerderheid van 56 ze tels in de Kamer, de macht in handen heeft. Maar al ls het uitentreuren herhaald, het blijft niet minder waar: een groot aan tal kiezers heeft op dr. Colijn gestemd, om dat zij ln hem de breede nationale samen werking zagen gepersonifieerd. Het eenige, dat men thans kan zeggen, is dit, dat degenen, die zich voor ruime sa menwerking wilden uitspreken, maar daar toe op de anti-revolutionnaire lijst hebben gestemd, op pijnlijke wijze op de ondoelma tigheid van hun tactiek opmerkzaam wor den gemaakt. Geen homogeniteit van beginselen. Het „Vaderland" (Lib.) zegt: Numeriek kan het nieuwe kabinet op een meerderheid in het parlement rekenen, „Parlementair" ln de zuivere beteekenis van het woord wordt het daarmede echter niet, daar de daartoe vereischte homogeni teit van beginselen bij de kerkelijke groe pen thans minder dan ooit aanwezig ls. Naast overtuigde ordenaars als Ministers Steenberghe en Romme op twee zulke be langrijke posten als Economische Zaken en Sociale Zaken zitten de anti-revolutionai ren, die op dit terrein uiterst behoedzaam te werk willen gaan. In de Christelijk-His- torische Unie blijken met betrekking tot dit vraagstuk meer en meer twee groepen tegenover elkaar te staan. Over de belang rijkste vraagstukken van regeerlngsbeleid. die van sociaal-economlschen aard, is dus BINNEN 30METER van een brandende straat lantaarn of op 'n officieel parkeerterrein moet uw auto staan om vrijgesteld te zijn van de plicht om licht op te hebben allerminst eenheid van opvatting te ver wachten. Meer nog dan op het program zal het te dezen aanzien op zijn uitvoering aankomen; de roomsch-katholleke invloed zal zich daarbij steviger dan voorheen laten gevoe len. Wij wachten met belangstelling af, welk beleid het nieuwe kabinet zal voeren, want, alle beweringen van het tegendeel ten spijt, in het vorige op breede basis berustende kabinet bestond in de sociaal-economische politiek b.i. meer eenheid "dan in het nieu we, op versmalden grondslag opgetrokken ministerie. Zal dr. Colijn ook thans niet ervdren, dat hij, evenals ln 1925, te veel op zien komen speelt? Een nieuwe politiek. De Tijd (R.K.1 merkt op dat Coljjn's beslissing is geteekend in de namen en de beginselen van dit kabinet. Het is de in. personen en een program omgezette uitslag der verkiezingen, die geen twijfel laat aan de vaste basis voor een Christelijk bewind. De uit de stembus verzamelde meerderheid ls de meest zakelijke zekerheid voor een nieuwe politiek. Aan de drie cbristeWke Dartiien hebben de kiezers deze nieuwe po litiek gevraagd en voor de macht om ze te voltrekken gezorgd Tegen de partijdige be rekening van de linkerziide ln heeft dr. Colijn aan deze nieuwe politiek vorm ge geven. De voltrekking kan beginnen. Beteekent het nieuwe Kabinet, dat heS niet bii het bewind van het oude zal aan sluiten? Er zijn demisslonnaire ministers, die onder de beproefde leiding van den formateur weer meegaan. Maar het ken schetst de nieuwe richting ook in den leeftijd, dat onder de ervaringrijke samen werking van een drietal meer dan zestig en bijna zeventigjarigen de teugels worden ge nomen door een jong geslacht van minis.e- rieele homines novl. die evenwel ln de lei ding der openbare zaken uitstekend ge schoold zijn. Wij kunnen het verlangen van den for mateur begrijpen, om zich bii de algemeene leiding niet te veel te belasten, maar wie zou. nu jhr. de Graeff heengaat, den ln dezen tiid zoo belangrijken oost aan Bui tenland met vruchtbaarder relaties kunnen besturen dan de in Europa en de wereld gewaardeerde dr. Colijn? Ook aan de andere departementen Financiën evenmin uitge zonderd als Waterstaat, zullen wel van titularis, niet van knappe bewindvoering verwisselen. De Maasbode (R.K.) juicht het toe dat ons parlementaire leven weer geplaatst wordt op den julsten oarlementalr-consti- tutioneelen grondslag en op de basis van het beginsel, die ons politieke leven steeds heeft beheersoht en die het werkelijk reëele fundament daarvan vormen moet". Dat de antirevolutionaire leider een rechtsch ministerie vormde zal er ook sterk toe bijdragen, om uit ons politieke leven een enkel onzuiver element te weren, dat juist bij de laatste verkiezingen was inge slopen. Dr. Colijn heeft de consequenties getrok ken uit 't feit. dat „rechtsch" een zeer be- hoorlilke meerderheid haalde van 56 zetels en zich niet van de wijs laten brengen, door het betoog, dat een aantal kiezers hun stem niet op hem als anti-revolutionair hebben uitgebracht. Als antirevolutionair leider heefr dr. Co- Uin de verkiezingscampagne gevoerd en ieder, die op hem stemde wist, dat hit ztin stem gaf aan de antirevolutionaire lUst. Dr. Colijn is er de man niet naar. om de op ziin lijst uitgebrachte stemmen te gaan keuren en ziften: 17 zetels voor ziin lijst beteekenden zeventien antirevolutionaire kamerleden en dat beduidde, met de zetel winst der katholieken, ondanks den terug gang van de christelijk-historischen. een stevige versterking van de rechterzijde. Dat wees van zelf aan. ln welke richting de kabinetsformatie gezocht moest worden. Nu er zoo vaak is verklaard, dat ook in de niet-rechtsche partijen de strooming sterker is geworden, om aan de christelUke beginselen den hun toekomenden invloed ook oo het staatsbestuur te gunnen zal dit Kabinet ook zeker op een loyale „oppositie of liever oo loyale medewerking ook van niet-rechtschen partijen mogen rekenen. En dit ondanks de zuiver menschelilk bekeken niet onverklaarbare geprikkeld heid. waarvan b.v. de zoo verdienstelijke minister van Financiën uit het vorig ka binet heeft blijk gegeven. Een liberaal kabinet zonder liberalen. Het Volk (S.D.A.P.) schrijft: Colijn heeft de smalle rest van de libe rale partij voorwaarden gesteld, die zij met kon aanvaarden. Doch de aanhangers van een oud-liberallstisch kapitalisme kunnen zich in de handen wrijven: Nederland, immers, wordt opgescheept met: een libe raal kabinet zonder liberalen. De heer Colijn en zijn adviseurs heb ben de vrijzinnig-democraten een behan deling doen ondergaan, die niet anders dan honds kan worden genoemd. Vier jaar lang heeft Colijn hen gebruikt als onder worpen dienstknechten; nog op den avond van den verkiezingsdag gaf hij den heer Oud een bemoedigend klopje op den schou der. Doch nu kan hij de partij van de burgerlijke democraten, die toch waarlijk geen slechte verkiezing maakten, missen en Oud krijgt de bons. Het vergaat de vrij zinnig-democraten, zooals wij het hun hebben voorspeld. Zoozeer hebben zli zich tijdelijk vereenzelvigd met den heer Colijn en zijn politiek, dat zij eigen karakter en eigen kracht ln deze al te stevige omarming dreigden te verliezen. Nog ver tegenwoordigen zij ln Nederland een kracht: de kracht van de burgerlijke democratie. Deze partij heeft nu de ge legenheid zichzelf te hervinden. Dit ls zeker; voor de sociaal-democra tie, voor onze arbeidersorganisaties, breekt een periode aan van harden strijd. Bij iedere stap zal de sociale en geestelijke reactie ons op haar weg vinden. Vi°r weken geleden ademde ons volk op bij de overwinning van de democratie Fn nu? In stede van het sterke democrrti-srhe welvaartskablnct, dat deze overwinning had moeten bevestigen, biedt men ons volk deze slappe, vefzuurde kost. Jammerlijk resultaat! 2—?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10