De Russische Poolvorschers
7Ssie Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Juni 1937
Derde Blad Ne. 23(90
BUITENi. WEEKOVERZICHT
Noenmaal van den Nederlandschen
Journalistenkring
„Wat zullen wij moeten bekennen als wij weer thuis komen!?'
„Afstand van de Noordpool aan een vreemde mogendheid!?'
LUCHTVAART
Jhr. van Karnebeek over zijn reis naar Zuid-Amerika
Prins Bernhard gast der
journalisten
VOORTZETTING DER ONTSPANNING,
BEHALVE IN FRANKRIJK.
De ontspanning In de algemeene politiek
ln ons werelddeel duurt voort op bijzonder
gelukkige wijze. Duitschland en Italië zijn
in de nlet-inmengingscommissie te Londen
teruggekeerd zonder het antwoord van Va
lencia en Salamanca over de Engelsche
nota af te wachten, hetgeen wel duidelijk
doet uitkomen, dat zij de samenwerking
met de beide andere Westersch mogendhe
den op hoogen prijs stellen! Niet ontkend
mag worden, dat aan de verlangens der
beide dlotatuur-staten zoover mogelijk is
tegemoet gekomen, maar toch niet inzake
het recht van eigenmachtig optreden tot
het nemen van wraak, zooals Duitschland
deed door het bombardement van Almerii;
zulke gestes zullen voortaan verboden zijn!
Nu zal Londen den gestaakten arbeid
weer kunnen opnemen en trachten het
moeilijke vraagstuk van terugroeping der
buitenlandsche strijdkrachten tot een be
vredigende oplossing te brengen. Of men
daarin echter zal slagen
Het zou mogelijk worden, zoo beide strij
dende partijen in Spanje iets zouden voe
len voor een bemiddelend optreden, doch
daarvan lijkt men nog ver af. Althans wat
het Franco-Spanje betreft. Er is immers
weer een gunstige wind in de zeilen van
Franco gekomen; Bilbao lijkt voor de Bas-
ken verloren, nu de regeering reeds de
plaat heeft gepoetst en de verdere zuive
ring van Baskenland zal vermoedelijk na
Bilbao's val geen. onoverkomelijke moeilijk
heden meer baren. Dan komen groote en
uitstekend bewapende krachten vrij, die
dan tegen Madrid kunnen worden ingezet,
dat generaal Miaja weliswaar bij voorbaat
onneembaar noemde, doch dat niettemin
toch maar ontruimd wordt!
Aan den anderen kant doet Valencia
momenteel wel een zelfden klank hooren,
doch deze klinkt toch heel wat minder
overtuigend. Ongetwijfeld mede tengevolge
van de oneenigheid Bi eigen gelederen, die
blijkbaar niet volkomen kan worden on
derdrukt; trouwens het normale verschijn
sel bij zulke heterogene bestanddeelen, die
feitelijk niet bij elkaar thuis hooren, al
doet men nog zoo zijn best, om dat te ver
bloemen.
Dat ook verder de wind uit gunstigen
hoek blijft blazen voor de zoozeer ge-
wenschte ontspanning, dat bewijst het
verzoek van Engeland aan den Duitschen
minister van buitenlandsche zaken Von
Neurath om eens te Londen te komen
praten. Een verzoek, dat te Berlijn met
beide handen is aangegrepen en aanvaard.
Von Neurath vertegenwoordigt de meest
gematigde richting der Duitsche politiek.
Geruimen tijd is hij op den achtergrond
gehouden voor mannen als Goering en Von
Ribbentrop, doch thans heeft hij blijkbaar
weer de positie kunnen heroveren,, die hem
toekomt en wordt hij erkend als de leider
der Duitsche buitenlandsche politiek, al
thans na den Fuehrer. Zelfs de aparte
dienst, die Von Ribbentrop om zich had
geschapen,, moet ontbonden zijn en Von
Ribbentrop zelf op het randje van onge
nade bij Hitier!
Het feit. dat deze minister naar Londen
gaat, bewijst, dat Londen den Jajd rijp oor
deelt voor het bereiken van resultaat in
zake een Westersch Pact en voor de moge
lijkheid van een terugkeer van Duitschland
in den Volkenbond. Het is immers volko
men bekend, hoe zoowel Engeland als
Frankrijk slechts dan een nieuw Locarno
zullen sluiten als dit kan worden gesteld
onder de hoede van Genève. Daarvoor
zullen enkele concessies moeten worden ge
daan. b.v. het verleenen van economische
genoegdoening aan Duitschland in de
richting van Midden-Europa, ln aanslui
ting op de reis van Von Neurath naar Bel
grado, Sofia en Boedapest of misschien nog
on ander terrein .Hoofdzaak blijft evenwel,
dat Londen de kans voor een vergelijk mo
gelijk blijkt te oordeelen en met Londen
ook Parijs! Want anders zou de chef van
den Duitschen generalen staf, generaal
Beek, niet te Parijs vertoeven om onder
het mom van een particulier bezoek be
sprekingen te voeren met de leiders der
Fransche weermacht als minister Daladier,
generaal Gamelin en anderen.
Italië doet alsof het van harte instemt
met deze pogingen om het verbroken con
tact te herstellen. Is dit niet gefingeerd,
dan mag daaruit weer worden afgeleid, dat
ook Rome deel wil nemen aan de pogingen
de sfeer van wantrouwen, die reeds zooveel
kwaad berokkende, te doen verdwijnen.
Betere vooruitzichten dagen aan de kim!
Waartoe eveneens bijdraagt, dat de po
gingen om een breuk te forceeren in de
Kleine Entente waartoe speciaal de
Poolsche minister Beek schijnt te hebben
gewerkt voorloopig mislukt lijken na
de jongste bijeenkomst der drie premiers
der betrokken landen op den Donau Mis
schien zou de gang van zaken wel eens
voor Beek zelf gevaarlijk kunnen worden,
want in Polen wordt de oppositie tegen
diens politiek steeds krachtiger. Een weder
om deelnemen van Duitschland en Italië
aan het Volkenbondswerk zou hem nood
lottig kunnen worden.
Inmiddels geraakt in Frankrijk de re-
gec-ring Blum steeds meer in de knel. Ware
het niet, dat niemand het risico van een
crisis durft aanvaarden, dan zou Blum ver
moedelijk reeds het loodje hebben gelegd.
Nu blijft het Volksfront onder zwaren druk
gehandhaafd, tenzij dat de Senaat van
daag zou weigeren de volmachten te ver
leenen die de Kamer tenslotte heeft ver
leend, nadat aanvankelijk de communisten
gedreigd hadden, zich van stemming te
onthouden om op het beslissende moment
echter overstag te gaan ten gunste van
Blum. De Senaat kent geen Volksfront,
staat vrijer en zou voor verrassingen kun-
nen zorgen.
Het is speciaal de financieele toestand
des lands, die groote zorgen baart, men
zie daarvoor echter het financieel overzicht,
waar zeer juist de positie van de Fransche
franc wordt geteekend. Er dreigt een te
kort van milliarden en deze regeering durft
de remedie niet aan. Daarvoor is zij te
zeer de gevangene van het Volksfront, dat
Beregeld verder afzakt naar de commu
nistische zijde. Zeer opmerkelijk was in
dit verband bij de herdenking van het een
jarig bestaan der regeering Blum in
Frankrijk een prestatie! de uitlating
van den leider der vakvereenigingen Jou-
haux, dat de vakvereenigingen een val der
regeering niet zouden dulden. Wel is later
getracht om dit te verzachten, maar toch
^duidelijk naar voren gekomen, hoe de
vakvereenigingen in Frankrijk een aparte
MOSKOU—SAN FRANCISCO.
Non-stopvlucht van Russische aviateurs?
Volgens een te Edmonton opgevangen
radio-bericht ziin gistermiddae om drie uur
iBritsche zomertijd) Russische aviateurs te
Moskou gestart, om te trachten, via de
Noordpool een non-stopvlucht te onder
nemen van Moskou naar San Francisco.
De Poolvliegers hebben gisteravond te
22.20 uur medegedeeld, dat zij zich op een
hoogte van 4000 meter boven Franz Jo-
sephiand bevonden. Koude en ijzel ten
spijt was alles wèl aan boord, hoewel het
zicht zeer slecht is.
AMELIA EARHART TE RANGOON.
Komende van Akyab is Amelia Earhart
te Rangoon geland.
DE POSTVLUCHTEN.
Vanochtend om 6.14 uur is de „Nandoe",
bestuurder J. J. Hondong, met vier passa
giers van Schiphol naar Indië vertrokken.
De „Nandoe" vervoert 464.426 K.G. brief
post, 11.945 K.G. pakketpost, 102.946 K.G.
vracht en 103 K.G. bagage.
macht vormen, die op de plaats van het
parlement wil gaan zitten een verschijn
sel, dat ook elders, zij het in gematigden
vorm, zich begint af te teekenen.
Tot schade van een gezond parlementai
risme, dat niet de slaaf mag zijn van wat
ook.
In hotel „Wittebrug", te 's-Graven-
bage heeft de Nederlandsche Journa
listenkring gistermiddag zijn jaar-
lijksch noenmaal aangericht, waar jhr.
mr. dr. H. A. v. Karnebeek,hoofd der Ne
derlandsche handelsmissie naar Zuid-
Amerika het woord voerde en dat dit
maal bijzcyidere hetcekenis had door dc
aanwezigheid van Z. K. H. Prins Bern
hard.
Ook de ministers van Buitenlandsche
Zaken en van Handel, Nijverheid en scheep
vaart, toonden hun belangstelling.
Het bestuur van den N. J. K„ had tot
deelneming aan het noenmaal verder uit-
genoodigd allë leden van de Nederlandsche
handelsmissie, van wie o.a. aanwezig waren
de secretaris, mr. Van Balen en de heeren
Ch. Welter, mr E. E. Menten, E, Henny,
Daniels en jhr. Van der Wyck.
Verder waren aanwezig de heeren A. J.
Lievegoed en D. J. Lambooy, chef en ad
junct-chef van den regeeringspersdienst, de
eerevoorzitter van den Nederlandschen
Journalistenkring, mr. Plemp van Duive-
land en de eere-leden Eiout en D. Hans;
het bestuur van de Vereeniging van Dag
bladdirecteuren „De Nederlandsche Dag
bladpers", bestaande uit de heeren J. W.
Henny, voorzitter, mr. Veenhoven, secreta
ris en H. Nygh, penningmeester en de hee
ren J. Hazewinkel, P. W. Peereboom en L.
Arts, leden, de heer Schneiders als verte
genwoordiger van de R.-K. Journalisten ver.
en de heer Herbert Antcliffe namens de
buitenl. persvereeniging, alsmede een
groot aantal directeuren van dagbladen,
hoofdredacteuren en journalisten uit alle
deelen van het land.
Te 1 uur arriveerde Prins Bernhard, die
door het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkring ontvangen en naar de
ontvangzaal werd geleid, waar de kring
voorzitter,. de heer Henri Dekking, alle
aanwezigen aan hem voorstelde.
Daarna plaatsten de gasten zich aan de
smaakvol versierde tafels.
Begroet ingsrede.
Voor den aanvang van het noenmaal
heeft de voorzitter van den Nederland
schen Journalistenkring, de heer Henri
Dekking, een begroetingsrede uitgesp*
ken.
Allereerst dankte hij Prins Bernhard
voor zijn tegenwoordigheid en zeide het
zeer op prijs te stellen, dat de Prins den
wensch had uitgesproken, kennis te ma
ken met de dragers der journalistiek ln ons
land.
Spr. wees op de herhaaldelijke belang
stelling, die het Koninklijk Huis voor den
N. J K. heeft getoond.
„Kennismaking met de pers", het klinkt
eenigszins wonderlijk voor U, die naar wij
weten de pers al zoo van nabij kent", aldus
de heer Dekking.
Van den aanvang af. ja reeds vóór Uw
komst in" Uw nieuwe vaderland, richtte zich
een geweldige aandacht van de Nederland
sche pers op Uw persoon en het waren de
verslaggevers, die u met de grootste be
langstelling begroetten en omzwermden.
Men heeft slechts de talrijke foto's, van
den aanvang af van den Prins gemaakt, te
beschouwen, om te weten hoe U de taak
van de verslaggevers begreep en hun Uw
vriendelijke medewerking niet ontzegde.
Humor en sportiviteit leven ook onder
journalisten genoeg. En daar werd dan ook
vreugd gevoeld, toen U, eindelijk uit-de
openbaarheid willende treden, bij den aan
vang van uw huwelijksreis den verslagge
vers geen schijn van kans hebt gegeven.
Ir, het ontwijken van reportage heeft U een
wereldrecord gevestigd.
In de komende jaren zal de pers onge
twijfeld aan U nog vaak belangstelling wij
den. Moge dat steeds met waardeering en
erkentelijkheid geschieden tot voldoening
van Uwe Koninklijke Hoogheid.
Hierna verwelkomde spr. jhr. Van Kar
nebeek. de ministers van buitenlandsche
zaken handel en nijverheid en de overige
aanwezigen.
Alvorens de maaltijd aanving, werd op
verzoek van den heer Dekking een heil
dronk uitgebracht op H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Juliana, waarna staande
het Wilhelmus werd gezongen.
Het uitgebreide noenmaal, dat volgde, had
een zeer geanimeerd verloop.
Nadat het dessert geserveerd was, kreeg
jhr. Van Karnebeek het woord tot het hou
den van de aangekondigde causerie, be
treffende de handelsmissie naar Zuid-
Amerika.
Rede van jhr. Van Karnebeek.
Na den N. J. K. voor zijn uitnoodigrng en
Prins Bernhard voor Zijn tegenwoordig
heid te hebben bedankt, wees spr. er op.
dat het werk der missie nog slechts een
begin is.
Sommigen hebben zich wellicht de vraag
gesteld, welke orders de missie nu eigenlijk
geboekt heeft. Een goed koopman zou ech
ter deze vraag niet stellen, omdat hij weet,
dat vooral in een land, dat nog commer
cieel nauwelijks bewerkt is, er meer dan
veertien dagen noodig zijn om orders van
beteekenis te boeken. Het doel van de mis
sie lag hooger dan het boeken van orders
en beoogde een politiek-economische ver
kenning op industrieel, commercieel, land
bouwkundig, financieel, en monetair ge
bied. waarmee men het voorbeeld volgde
van andere landen, die het belang van der
gelijke economische verkenningen reeds eer
hadden ingegien.
Spr. trad daarna in een uiteenzetting van
de beteekenis van de bodemproducten der
door de missie bezochte landen.
Nu doet zich de vraag voor: wat zal on
der de gegeven omstandigheiden de gang
zijn der economische ontwikkeling in die
landen? Zal het blijven bij export van de
primaire goederen, die zij voortbrengen, of
kan men een industrieele ontwikkeling te
gemoet zien.
Men bedenke daarbij dat deze landen
vrijwel geen steenkool produceeren en een
tekort aan werkkrachten hebben en men
vraagt zich dan af of onder zulke om
standigheden er voorloopig wel een andere
ontwikkeling mogelijk is dan die welke tot
aan den oorlog deze landen heeft geken
merkt. Toch zien wij dat na den oorlog een
industrialisatie is opgekomen, die in betee
kenis voortdurend toeneemt.
Na gewezen te hebben op de concur
rentie, die zich op de markten doet ge
voelen, behandelde hij de vraag, in hoe
ver er nog plaats is voor Nederland,
waarvan de industrie vooral op ver-
bruiksgoederen is gericht en die de
steunpuntenmist, die andere landen
vinden in ondernemingen, die zij zelf
in Zuid-Amerika hebben gesticht. Spr.
wees er daarna op, dat naar de een
stemmige meening der missie voor Ne
derland, al komen wij wat laat nog de
noodige gelegenheid tot afzet openstaat,
er voorts op wijzend dat dit alleen zal
gelukken, wanneer de markten intensief
en op de meest geschikte wijze bewerkt
worden. Daarbij moge worden bedacht,
dat Nederland het voordeel heeft in
Zuid-Amerika goed aangeschreven te
staan, dat men daar op Nederlanders
als immigranten gesteld is.
Spr. behandelde daarna de ontworpen
emigranten-overeenkomst en de voordeelen,
die uit emigratie en bedachtzame kapitaals-
investeering indirect voor Nederland zouden
worden verkregen.
Hij kwam daarbij tot de conclusie, dat
het goed was geweest, dat men van Zuid-
Amerika werk had gemaakt en daarheen
een missie had gezonden.
Spr. wees er tenslotte op, dat uit een oog
punt van internationaal-poiitieke veiligheid
en interne rust gindsche staten met voor
deel een vergelijking met menig ander we
relddeel kunnen doorstaan.
Thans moet op de gelegde grondslagen
worden voortgebouwd, van de gekweekte
stemming geprofiteerd. Van de uitzending
der missie die in Zuid-Amerika met zulk een
buitengewone hartelijkheid en hoffelijkheid
was ontvangen, een nuttige episode worden
gemaakt in de ontwikkeling der handelsbe
trekkingen. niet van Nederland, maar ook
van Nederlandsch-Indië.
De kringvoorzitter, de heer Dekking,
dankte jhr. van Karnebeek voor de bereid
willigheid waarmee hij het verzoek van den
N.J.K. had aangenomen en voor de wijze,
waarop hij zich van zijn beloften had ge
kweten.
Ook tot Prins Bernhard richtte de heer
Dekking nogmaals hartelijke woorden van
dank voor diens aanwezigheid.
In een neventrek werd daarna de koffie
geserveerd en Z. K H. maakte van deze
gelegenheid gebruik zich met eenige der
aanwezige directeuren en journalisten te
onderhouden.