De zaak Aalders voor het Volksgerecht te Essen LEIDSCH umm - Derde Blad Woensdag 16 Juni 193? Schier raadselachtige geheimzinnigheid Nadere bijzonderheden over Aalders' ten laste legging. (Speciale G.P.D.-berichtgeving) ESSEN, 15 Juni. Maandag is te Essen de behandeling be gonnen van het proces tegen den Neder- landschen reserve-luitenant vlieger C. Aalders, wien hoogverraad ten laste wordt gelegd. In het pompeuze gebouw van het Essener Landgericht houdt het Duitsche Volksgerecht voor het eerst zitting. De rechters zijn voor de behandeling van deze opzienbarende zaak uit Berlijn naar Essen gekomen, waar in de groote Schwurge- richt"-zaal het proces gedurende deze ge- heele week en vermoedelijk in de eerste dagen van de volgende zal dienen. De meening heeft in ons land post gevat, dat Aalders de hoofdbeklaagde is in dit proces. In werkelijkheid is dat niet het geval. Met hem staan tien Duitschers terecht, van wie sommigen worden beschuldigd van landverraad, een misdaad, welke zóó zwaar wordt aangerekend, dat het uitspreken van de doodstraf tot de mogelijkheden moet worden geacht. Met groote omzichtigheid hebben wij getracht over dit geruchtmakend pro ces nadere bijzonderheden te ervaren. Dit dit onderzoek is ons gebleken, dat Aalders in feite slechts een bijfiguur is, welke mede dient om de Duitsche be schuldigden in een des te slechter dag licht te plaatsen. Aalders is in dit ge val niet anders dan een pion op het schaakbord. De bronzen deur. Het tusschen 1909 en 1913 gebouwde „Landgericht" te Essen behoort tot de grootste gerechtgebouwen uit geheel Duitschland. Het maakt vooral inwendig een zeer grootschen indruk. Op de tweede verdieping bevindt zich de zaal van het ..Schwurgericht", waar op een podium van licht eikenhout het Volksgerecht troont. Helaas is het aan geen enkelen Neder lander toegestaan de zittingen bij te wo nen. Tevergeefs heeft onze regeering ge tracht een waarnemer te mogen zenden. Ook aan den Nederlandschen raadsman van Aalders, mr. D. P. S. Meerburg te En schede, is de toegang geweigerd, terwijl uit den aard der zaak de pers evenmin ls toegelaten. Bij onze komst in het gerechts gebouw te Essen werd ons toegestaan naar de tweede étage te gaan. waar wij halt moesten houden in een imposante hal met groote marmeren zuilen. Het meest de aandacht trok hier een prachtige bronzen deur, waarboven in gouden letters stond Schwurgericht". Aan weerszijden waren kunstig bewerkte borden aangebracht, waarop met gulden letters stond te lezen welke rechters, advocaten en ambtenaren van het Landgericht te Essen in den we reldoorlog zijn gevallen. Die bronzen deur oefende op ieder, die passeerde, een haast magische- aantrek kingskracht uit. Twee gerechtsdienaren bewaakten deze poort naar het heiligdom. Beambten uit het gebouw, die voorbij gingen. fluisterden elkaar iets toe en steeds hoorden we daarbij het woord „Volksgericht" De wachtmeester, die voor de deur stond, vroegen we om bijzonder heden, maar het eenige. dat hij antwoord de was, dat hier de hoogste rechtbank van het Duitsche Rijk zitting hield, een instan tie z. i. hooger dan het Rijksgerlcht, omdat in 1934 de „Führer" zelf de rechters en de bijzitters had benoemd. Op de prachtige bronzen deur hing een leelijk plakkaat met 't simpele, doch veel zeggende opschrift „Offentlichkeit ausge- schlossen" Bij onze komst was de och tendzitting van het „Volksgerecht" bijna ten einde. Af en toe werd de deur geopend door een beambte en dan kregen we even een glimp van een groote zaal en van in drukwekkend rood gekleede rechters. Toen de zitting ten einde was. hebben we ons direct bij den president van het Volksgerecht laten aandienen, die ons vriendelijk ontving, maar op al onze vra gen een ontkennend antwoord gaf. De pre sident beschikte hoe kon het anders op ons verzoek om alsnog tot de zaal te worden toegelaten, afwijzend. „Dat is een absolute onmogelijkheid", zeide hij. „Niemand komt hierin, die er niet bi.i behoort. Wanneer in uw land een dergelijke zaak dient komt er toch ook geen mensch bij. Dat zou ook onder het vorig regiem niet zijn gebeurd. Zoo is het immers overal op de wereld." Waarop we even opmerkten, dat zoover onze herinnering ging, behandeling van zaken als deze in Nederland onbekend was. „Kunt u ons dan niet mededeelen wat Aalders ten laste wordt gelegd?" was onze volgende vraag. Ook hieroo kregen we een pertinent afwijzend antwoord. De president maakte er ons nu reeds mee bekend, dat wanneer in den loon der volgende week het vonnis valt evenmin wordt vermeld op welke gronden de "eroordeeling berust. „Ook dat is volstrekt "cheim, want het zou de belangen van Duitschland kunnen schaden." Elf verdachten. „Hoeveel personen staan er thans te recht?" vroegen we verder. „Ook dat kan ik "iet zegven" luidde het antwoord. .Welnu Ee«ieevtbarevervolgden wij. ,W'i tn-enen met absolute zekerheid te weten, cat het er elf zijn!" "V! J?a,n u li,pr°mtrent niets mededee len. tveid de president vol. „Neemt u ons niet kwalijk, Edelacht bare. maar wij hebben vernomen", aldus brachten wij weer in het midden, „dat naast de hoofddeur van de zaal, waarin het Volksgerecht momenteel zitting heeft, gedurende korten tijd een biljet heeft ge hangen, waarop werd vermeld, welke ver dachten hier terecht staan. Dat biljet was bevestigd op het gewone aanplakbord." „Inderdaad is dat het geval geweest," deelde de president ons mede, „maar dat was een ernstige fout. Het is van hier uit gegaan en men ls er niet mee op de hoogte geweest, dat zulks ongewenscht was. Zoo- ora ik het merkte, heb ik het biljet laten wegnemen. Ook dit was niet in het belang van den Duitschen staat. Ik kan u dus on mogelijk de namen laten geven." .En nu nog een vraag, mijnheer de pre sident. wilt u zoo vriendelijk zijn ons de samenstelling van het Volksgerecht te geven?" „Ook daarop moet ik het antwoord schuldig blijven. Ik kan u daarover niet inlichten." Wij wezen er toen op, dat een dergelijke geheimzinnigheid in het buitenland een ietwat eigenaardlgen indruk moet ma ken „Het spijt mij," zei de president hier op, maar ik kan u geen enkele mededee- ling geven." „Maar in elk geval mogen we toch uw naam wel weten?" „Wat heeft dat er mee te maken," lachte de president. „Ik zal u bij den Landge- rlchtsrat laten brengen, die hier voor de pers zorgt. Wellicht kan hij nog het een en ander geven." En zoo leidde een statige, maar zeer vriendelijke wachtmeester, die vol ontzag sprak over het Volksgerecht, ons naar een (eugdigen doctor, die ons vertelde, dat hij in dezen niet competent was. maar die nog eens zou zi-n of hij wat kon doen. Hij verzocht ons tegen den avond terug te komen en toen verwees hij ons naar een perschef van het Volksgerecht te Berlijn. b Het vorenstaande illustreert zeer duide lijk de buitengewoon groote geheimzinnig heid. welke ten aanzien van dit proces wordt gevolgd. Wij vernamen ln dit ver band een kenmerkende bijzonderheid: een der beklaagden moet een vertrouwenspositie bij de S.S. hebben bekleed. De samenstelling van het Volksgerecht voor de zitting te Essen is. naar wij nader vernamen, aldus: Er zijn twee beroeps- rechters. van wie de een president is. dr. Fölkner geheeten. De andere drie rechters zijn officieren, nl. een van de S.S.. een van het vliegercorps en een van de Ri.iksweer. De S.S.-officier, een „Obergruppenführer". treedt als vertegenwoordiger van de partij op. Verder zijn er de griffier en de open bare aanklager, die evenals de beide be- roepsrechters in rood fluweelen toga's met roode baret zijn gekleed, dus op dezefde wijze als de leden van het Rijksgerechts- hof. Wij namen later nog even een kijkje in ae indrukwekkende zittingszaal. Op een eikenhouten podium troonen de rechters De aandacht trekt een soort loge hoog boven in de zaal, welke loge met een gor- oyn is afgescheiden, zoodat men vandaar ae zittln? kan volgen zonder gezien te worden. De gevangenen worden via een onderaardschen gang binnengeleid. Wat Aalders bekende. Wij hebben later nog getracht van de advocaten tijdens een pauze iets te weten te komen. De raadslieden van de verdach ten wilden diverse bijzonderheden van ons hooren, maar toen de rechters naar buiten kwamen, zwegen ze plotseling en ze maak ten toen in hun indrukwekkende toga's een vreemden indruk. Ook van die zijde kan men niets verne men. terwijl het verhoor der getuigen dus danig is geregeld, dit het uitermate moei lijk is hen te spreken te krijgen. Deson danks zijn ons toch verschillende bijzon derheden bekend geworden, waaruit we den stelligen indruk hebben gekregen, dat onze landgenoot alle reden heeft vol goe den moed te zijn. Hij is geenszins hoofd verdachte in deze zaak, waarin hij slechts een zeer ondergeschikte rol schijnt te ver vullen. De reden van zijn langdurig voor arrest moet men zoeken in het feit, dat men Aalders in dit proces absoluut noodlg heeft. Het heeft 21 maanden geduurd voor men met de behandeling kon beginnen, hetgeen een gevolg is van het feit, dat het aantal verdachten, aanvankelijk een kleine tachtig hèeft bedragen. Tenslotte zijn er elf overgebleven, maar voor het zoover was, zijn er uit den aard der zaak vele maan den voorbijgegaan. Ook de verdediger van Aalders, dr. Lenz uit Berlijn, die ons evenmin iets wilde me dedeelen, was zeer optimistisch gestemd. Hij was van oordeel, dat het geenszins is uitgesloten, dat Aalders een straf krijgt, welke niet veel meer dan het voorarrest zal bedragen. In de gevangenis heeft Aalders zich voorbeeldig gedragen. Hij is den laatsten tijd zeer ernstig geworden. Hij schrijft ver zen, welke hiervan getuigenis afleggen, ter wijl hij zeer geregeld op zijn verzoek door een predikant der Evangelische Gemeinde wordt bezocht. Hij heeft, naar wij voorts vernamen, bekend, geld naar Duitschland te heb ben gebracht, maar hij deelde uitdruk kelijk mede, dat hij niet wist voor wien dat geld bestemd was. Aalders heeft verklaard, dat hij op verzoek van zijn verloofde zich bereid heeft verklaard, een som gelds aan een persoon over te brengen, die zich te Berlijn zou bevin den. Het was Aalders bekend, dat zijn later overleden verloofde communisti sche neigingen had en dat zij geregeld in contact stond met communistische kringen. Aalders aanvaardde begin 1925 een betrekking bij een firma te Amsterdam, waarvoor hij ook een za kenreis naar Berlijn maakte. Hij heeft zich toen, zij het aarzelend, op verzoek van zijn verloofde, belast met 't over brengen van een som gelds, die hij in D.D.D. lutrert de poriën, doet de )euk bedaren. Ter- Irlicht en iterkt de huid» vreefaeU. Flacon* 75 et, I. 1.50 on 1. 2.50. 9970 (Ingez Med.) Berlijn zou afgeven aan iemand, die zich op een bepaald druk punt zou be vinden en die kenbaar zou zijn aan een bloem in het knoopsgat, terwijl hij te vens een sigaar zou rooken. Aalders is toen naar Berlijn gegaan, waar hij ln „Katserhof" een vergadering heeft bijgewoond, waar personen bijeen waren, die het niet in alle opzichten eens waren met het huidige regiem ln Duitsch land. Aalders had daarvan gehoord en daar hij steeds dweepte met bijzondere dingen, was hij er heen gegaan. Op het afgespro ken uur was er echter geen man met een bloem en een sigaar te vinden en noodge dwongen nam hij toen het geld weer mee. Hij gaf het in Münster aan zijn van niets wetenden oom, waarna hij naar Holland terugging. Nu was er op de vergadering in „Kaiser- hof" te Berlijn een verrader, die alles aan de Gestapo overbriefde en die ook vertel de. dat er een Nederlander was geweest. Men ging toen alles nauwkeurig na en men kwam toen tot de conclusie, dat het Aal ders moest zijn geweest, die vermoedelijk van zijn verloofde van die bijeenkomst had gehoord. Inmiddels stierf de verloofde van A. Kor ten tijd later kreeg hij een verzoek het geld, dat zich nog steeds bij zijn oom te Münster bevond, aan een jongen Duitscher te overhandigen in het hotel „Komödien- hof" te Keulen. Daar Aalders opnieuw voor zaken naar Duitschland ging. heeft hij en kele weken later aan dat verzoek voldaan. Hij verzocht toen aan een anderen Duit scher. Böckling geheeten, een voorstander van de Jungnationale Bund, een rechtsra- dicale organisatie, hem in Keulen te wach ten, daar deze Böckling een zaak met een auto voor hem zou regelen. „Ik ben", zei Aalders. „bang. dat ik de deviezenvoor- schriften overtreed. Tref ik weer niemand, dan geef ik u het geld mee." Aalders' van niets wetende oom reisde met hem mee naar Keulen, waar hij inderdaad in „Ko- mödlenhof" het geld afgaf. Korten tijd la ter werd hij echter gearresteerd, tegelijk met Böckling en zijn oom, welke laatste spoedig weer op vrije voeten werd gesteld. Er is voor Aalders de zeer verzachtende omstandigheid, dat hij zijn firmareizen naar Duitschland op eigen risico moest on dernemen. Hij moest zich Inwerken en daarom greep hij elke gelegenheid aan. Zijn verloofde bood hem toen aan, dat hij van het geld, dat hij moest overbrengen, de onkosten, welke hij maakte, mocht af trekken. Zoo ls hij er toe gekomen met en kele duizenden marken naar Duitschland te gaan. Spionnagc. Voorts wordt hem, zooals wij vroeger reeds meldden, spionnage ten laste gelegd. Maar deze aanklacht is niet van ernstigen aard, daar men het een zeer verzachtende omstandigheid vindt, dat hij dit, zonder opzettelijk de gegevens te hebben willen verzamelen, toevalligerwijs heeft gedaan. Hij had van leden van den reeds eerder genoemden Jungnationalen Bund, 'n rechts radicale, maar anti-nat. socialistische or ganisatie, die hem voor verschillende nlan- nen wilden winnen, enkele dingen gehoord van het Duitsche leger. Die leden van den Jungnationalen Bund waren ook verbitterd op het huldig regiem en daartoe zochten zij connectie met andere uitgeweken Duit schers. waardoor zij ook met communisten in contact zijn gekomen. Om dien Jungnationalen Bund draait m feite het geheele proces, hoewel dn: '°lijk is gebleken, dat de som gelds niet voor de zen Bund was bestemd. Aalders bad zij het onopzettelijk door zijn verloofde zoo wel connecties met leden van links- als van rechts radicale grospen. De bedoeling van dit proces schijnt te zijn om den Jungnationalen Bund voorgoed onschadelijk te maken. Ver schillende vooraanstaande leden van dezen Bond worden thans van snion- nage, van hoogverraad beschuldigd. Aalders is de man door wien men moet bewijzen, dat zij zelfs met het buiten land in verbinding stonden. Onomwonden werd in Essen verklaard: De voornaamste man ontbreekt hier, n.l. dr. Hans Ebeling, de leider van den Jung nationalen Bund. Veel blijft duister. Veel blijft duister ln deze nog steeds ge heimzinnige zaak. Men beweert in Duitsch land, dat de Jungnationalen Bund, precies als kapelaan Rossaint, verbindingen met communisten heeft gehad, hetgeen door de uitgeweken leiders van den Bond met groote stelligheid wordt ontkend. Voorts is het niet duidelijk wat Aalders wordt ten laste gelegd ten aanzien van schrifturen, welke bij zijn arrestatie op hem worden be vonden. Maar één ding staat vast: de behande ling dezer zaak geschiedt met de grootste geheimzinnigheid. Dat ondervond ook een bestuurslid van de Maandag uit Engeland gekomen „International League of Peace" die tevergeefs verzocht bij de behandeling van de zaak aanwezig te mogen zijn. Mr. Carrett, zoo heette de Engelschman, spra ken wij kort voor zijn terugreis naar Lon den. Hij vertelde ons, dat in Engeland de grootste belangstelling voor deze aangele genheid bestaat omdat de leden van den Jungnationalen Bund feitelijk padvinders zijn Verschillende beklaagden zijn in 1923 ta Engeland op bezoek geweest, In Enge land heeft men in de kranten gepleit voor een openbare behandeling en daaromtrent is zelfs een open brief gepubliceerd, waar van de bisschop van Westminster de eerste onderteekenaar was Tenslotte: Men helt ln Duitschland steeds meer tot de meening over, dat Aal ders een idealist is geweest, die niet nauw keurig de consequenties van zijn handelin gen heeft overwogen. Een gunstig voor teeken voor onzen landgenoot. De vraag Is thans of het vonnis de volgende week de goede verwachtingen zal rechtvaardigen. De roofoverval te Geysteren. Negen jaar geëischt tegen de verdachten. (Vervolg van gisteren). Dan wordt Hendrikx gehoord. Zijn ver klaringen wijken op eenige punten af van die van Dut, Hij houdt vol, dat hij den pastoor niet heeft geraakt. Desgevraagd verklaart Dut nog eens, dat Hendrikx wel heeft geholpen den doek om den mond van den pastoor te doen. Vol gens Hendrikx is de doek van den mond van den pastoor afgerukt, toen de jongens het huis verlieten. Deze verklaring klopt niet me die van Dut. die vol blijft houden, dat de doek werd losgemaakt vóórdat men naar boven ging. Op een vraag aan verdachte Dut ant woordde deze, dat Wim Janssen eigenlijk de man is geweest, die den pastoor het meest heeft gebonden, maar dat het ge meen ls van Hendrikx om zich heelemaal schoon te willen wasschen. Ook hij heeft zijn deel bij het werk gehad. De volgende verdachte ls Jan Janssen. Toen Dut den pastoor op den grond had liggen, kwamen ik en mijn broer, aldus Jan Janssen, er bij en met zijn vieren droegen wij den pastoor binnen, die be-, wusteloos was. Hij werd in den gang neer-, gelegd. Wim had de sleutels uit de zakken van den pastoor genomen en heeft de brandkast opengemaakt. Dut vroeg Hen drikx om een doek. In dien tijd probeerde Jan het hondje te pakken te krijgen, om dat het kefte. Het beest beet hem ln zijn hand en daarop sloeg hij het met een ban denafnemer dood. Nauwelijks boven gekomen, werd er ge beld en men nam de vlucht. Jan heeft niet meer naar den pastoor omgekeken. Nadat Jan nog een en ander heeft moe ten vertellen over de reis naar Venlo, wordt de laatste verdachte Wimke Janssen ge hoord. Zijn verklaringen leveren niets nieuws op. Desgevraagd verklaart Dut. dat zij alle vier met den pastoor bezig zijn geweest, nadat Wim den pastoor mond en neus heeft dichtgehouden. Toen zij vertrokken, is Wim nog even gaan kijken hoe het met den pastoor was en vloekte toen hij zag, dat de doek er zoo „lomp" voorzat, waar door behalve de mond ook de neus was af gesloten. Het gezicht van den pastoor was blauw, maar hij meende, dat hij nog leefde. Hiermede is het verhoor van de vier ver dachten geëindigd en werd de zitting ge schorst tot den namiddag. In de namiddagzitting werden negen ge tuigen gehoord. De eerste getuige, dr. J. P. L. Hulst uit Leiden, die de sectie op het lijk heeft verricht, concludeerde, dat de pastoor door verstikking om 't leven moet zijn gekomen. De verhalen van de andere getuigen stemmen hoofdzakelijk overeen met de verklaringen der vier verdachten. u In zijn requisitoir schilderde het O. M, nog eens de situatie ter plaatse. De pas toor aldus het O. M. is gestorven op het veld van eer, op weg om menschen, die bij een auto-ongeluk zouden zijn gewond, hulp te bieden. Bij het eerste berricht, wa ren de vermoedens van den officier uitgegaan naar den zoon van den „Witte van Wansum" en toen hij de ab normaal groote voetafdrukken had gezien, dacht hij aan Dut. Zijn vermoedens bleken later juist te zijn geweest. Het hoofdmotief van het drama van Geysteren was geld. Volgens 't O. M. moet er geen onderscheid gemaakt worden tusschen een groep, die het geweld wilde en een groep, die het niet wilde. Vanaf het moment dat Dut den pas toor greep, stemden allen in met het ge weld. Want niemand hield op. Wat de dag vaarding betreft, wees spr. er op, dat ten laste moest worden gelegd art. 312, waar voor de maximumstraf 15 jaar ls. De officier, mr. Rieter, eischic ver volgens tegen alle vier verdachten eefn gevangenisstraf van negen jaar. De verdediger, mr. E. Daub, pleitfe voor de beide Janssens en Dut clementie, ter wijl mr. P. Tripels voor verd. Hendrix cle mentie vroeg. Uitspraak over veertien dagen. De „Patria" zaak. Tegen H. acht en tegen L. twee maanden gevangenisstraf geëischt. In de gistermiddag voortgezette behan deling door de Rotterdamsche rechtbank van de zaak tegen den hoofd-directeur J. H. en den directeur dr. R. L. van de gefail leerde verzekeringsmaatschappij „Patria" te Rotterdam, woTden weer tal van brieven voorgelezen, welke 2ich in het dossier be vonden. De accountant blijft van meening. dat de wijze van boekhouding van de zaken, welke de „Patria" deed gedurende de laat ste maanden, welke aan het faillissement zijn voorafgegaan, verkeerd is geweest. Met de voorleaiing van allerhande stukken uit het dossier wordt den geheelen middag doorgegaan. Daarna gaat de president met de ver dachten aan de hand van de dagvaar ding nogmaal'- het verloop der dingen na, welke geleid hebben tot de debacle van de „Patria", waarbij zij het hun ten laste gelegc'e ontkennen. Tot slot van dezen dag neemt de officier van justitie, requisitoir. Hij behandelt al- leer het ergste ten laste gelegde, dus niet het subsldair ten laste gelegde In zijn requisitoir herinnert hij de rechtbank er aan, dat verdachte H. met Korpershoek, die als een onbetrouwbaar persoon bekend staat, samenwerking had gezocht. Dit geeft te denken. Ook wees hij er op, dat het tocfh wel eigenaardig is, dat twee ondergeschikten exploye's het gevaar lijke van de destijds aangegane transacties met buitenlandsche groepen begrepen, ter wijl de directie en commissarissen hier niets dan goeds inzagen. De zekerheid, dat de crediteuren betaald zouden worden, liep terug tot niets, hetgeen hierop neer komt, dat men met handen en voeten gebonden was aan die buitenlandsche groepen Oa valsohheid in geschrifte acht de officier bewezen, te meer daar verdachte H. door mr. Nauta reeds gewaarschuwd was. Wat de verdachte dr. L. betreft, meent spr., dat hij het geheel met verdachte H eens was, wat de aandeelen en cheque be treft. Hij was ook stbooman en kreeg voor zijn werk de bewuste f. 1000.— als beloo ning. In dit alles speelde Testier een groote rol. Medeplichtigheid aan verduistering acht te de officier dan ook bewezen. Daar beide verdachten zich tijdens hun bedrieglijke practijken hadden laten leiden door juristen zag de offi. cier een reden om hen niet zoo zwaar te straffen als men gewoon is te doen in zulke gevallen. Daarom eisehte hij tegen verdachte H. acht maanden en tegen verdachte L. twee maanden gevangenisstraf. De zitting wordt hierna tot heden verdaagd. NOTARIS VEROORDEELD, De Roermondsche rechtbank heeft uit spraak gedaan in de zaak van den 65-jari- gen oud-notaris te Gemert A. F. J. v„ tegen wien de officier van justitie op 1 Juni j j zes maanden gevangenisstraf met aftr»k van voorarrest had geëischt wegens ver duistering van een bedrag van f 5000— ten nadeele van een tweetal cliënten. De rechtbank veroordeelde den verdacht» tot een gevangenisstraf van negen maanden met aftrek van preventieve hechtenis. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Oplichting. H. de L. uit Leiden heeft terechtgestaan wegens oplichting. Verdachte had den va der van zijn verloofde met allerlei verhalen bewogen tot afgifte van geld. Hij had ver teld eenige wissels te hebben loopen; als het geld daarvan werd betaald, zou hij te rug betalen. Verloofde en benadeelde wer den thans nog eens de zaak heeft reeds eerder gediend als getuigen gehoord. In verband met een roofoverval te Den Haag gepleegd, waaraan de L. medeplich tig is. is hij tot twee jaar gevangenisstraf veroordeeld. Wat deze oplichting betreft, is gerappor teerd, dat verdachte verminderd toereken vatbaar is, anders zou een straf van zes maanden, die voor dit feit werd gevraagd, te licht zijn. De verdedigster, mevr. Roeper Bosch, wees erop, dat verd. behalve voor den roofoverval, ook nog voor diverse an dere zaken gevangenisstraf heeft onder gaan, en er ook nog 'n hooger beroep loopt. Gezien al deze straffen, verzocht pl om een voorwaardelijke straf, om hem op het goede pad te brengen. De politierechter vonniste tot vier maan den gevangenisstraf, rekening houdend met de andere straffen. e e Mishandeling. Wegens mishandeling heeft F. v. E. uit Leiden zich te verantwoorden gehad Er ontbrak evenwel een getuige, C. J. uit Lel den, die echter toch gehoord moest wor den. De getuige was nu verschenen, en hij vertelde om geld te zijn gekomen bij v. E. Inplaats van geld. had getuige echter schoppen en slagen gehad, zoodanig, dat hij bewusteloos neerviel. De officier vroeg f. 25 subs, of 25 dagen hechtenis; het vonnis werd conform dezen eisch. m Vrijgesproken. E. T. uit Woubrugge mishandelde A. in die gemeente. Althans, dit was aan T. ten laste gelegd, doch deze ontkende. Voordat hij sloeg, lag A. al tegen den grond! De officier vond dat wel eigenaardig, •doch achtte hier vrijspraak gewenscht. De politierechter vonniste conform dezen eisch. Spek gestolen. Bij een slager te Boskoop, nam mej. de L. spek weg. De slager vertelde dat hij al een poosje worst en spek had vermist. Eerst kon hij geen dader vinden, doch ten slotte viel de aandacht op verdachte. Deze bekende; ze had niet gedacht dat het zoo erg was. De officier wilde het nog eens probeeren, en vroeg vier maanden gevangenisstraf voorwaardelijk. De politierechter vonniste tot een maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Diefstal. Ten nadeele van de Vereeniging Bos- koopsche Cultures te Boskoop, had A. V. H. een hoeveelheid latten enz. gestolen. Verdachte gaf het feit toe. De politierechter wees erop, dat het rap port over verdachte niet zoo heel ongun stig is; door armoede zou hij tot zijn daad gekomen zijn. De. officier kon met het rapport mee gaan, en vorderde een voorwaardelijke straf van vier maanden met een proeftijd van 3 Jaar. Het vonnis werd conform dezen eisch. A. T. uit Boskoop, had een gelijke dief stal gepleegd als v. H.; hij stal eveneens van de Cultuur Mij. Ook deze verdachte bekende. De officier wees erop. dat verdachte reeds eerder is veroordeeld. Toch wilde hij het nog eens probeeren, n.l. met vier maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Het vonnis van den politierechter wera conform dezen eisch. e Geld ontvreemd. J. C. v. d. S, uit Noordwijkerhout zou eenlg geld hebben ontvreemd. De benadeelde vertelde dat hij dronken was geweest, van welke gelegenheid ver dachte misbruik had gemaakt. De politie vond het geld bij v. d. S. Volgens het rapport kon men het me verdachte, die zelf nogal eens misbruik van sterken drank maakt nog wel eens pr°' beeren. Tegen verdachte werd vier maanden g vangenisstraf voorwaardelijk gevraagd. Het vonnis werd drie maanden voo waardelijk met een proeftijd van twee jua en verbod om drank te gebruiken. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10