De zaak Aalders voor het
Volksgerecht te Essen
LEIDSCH umm - Derde Blad
Woensdag 16 Juni 193?
Schier raadselachtige
geheimzinnigheid
Nadere bijzonderheden over
Aalders' ten laste legging.
(Speciale G.P.D.-berichtgeving)
ESSEN, 15 Juni.
Maandag is te Essen de behandeling be
gonnen van het proces tegen den Neder-
landschen reserve-luitenant vlieger C.
Aalders, wien hoogverraad ten laste wordt
gelegd. In het pompeuze gebouw van het
Essener Landgericht houdt het Duitsche
Volksgerecht voor het eerst zitting. De
rechters zijn voor de behandeling van deze
opzienbarende zaak uit Berlijn naar Essen
gekomen, waar in de groote Schwurge-
richt"-zaal het proces gedurende deze ge-
heele week en vermoedelijk in de eerste
dagen van de volgende zal dienen.
De meening heeft in ons land post
gevat, dat Aalders de hoofdbeklaagde
is in dit proces. In werkelijkheid is
dat niet het geval. Met hem staan tien
Duitschers terecht, van wie sommigen
worden beschuldigd van landverraad,
een misdaad, welke zóó zwaar wordt
aangerekend, dat het uitspreken van
de doodstraf tot de mogelijkheden moet
worden geacht.
Met groote omzichtigheid hebben wij
getracht over dit geruchtmakend pro
ces nadere bijzonderheden te ervaren.
Dit dit onderzoek is ons gebleken, dat
Aalders in feite slechts een bijfiguur is,
welke mede dient om de Duitsche be
schuldigden in een des te slechter dag
licht te plaatsen. Aalders is in dit ge
val niet anders dan een pion op het
schaakbord.
De bronzen deur.
Het tusschen 1909 en 1913 gebouwde
„Landgericht" te Essen behoort tot de
grootste gerechtgebouwen uit geheel
Duitschland. Het maakt vooral inwendig
een zeer grootschen indruk. Op de tweede
verdieping bevindt zich de zaal van het
..Schwurgericht", waar op een podium van
licht eikenhout het Volksgerecht troont.
Helaas is het aan geen enkelen Neder
lander toegestaan de zittingen bij te wo
nen. Tevergeefs heeft onze regeering ge
tracht een waarnemer te mogen zenden.
Ook aan den Nederlandschen raadsman
van Aalders, mr. D. P. S. Meerburg te En
schede, is de toegang geweigerd, terwijl
uit den aard der zaak de pers evenmin ls
toegelaten. Bij onze komst in het gerechts
gebouw te Essen werd ons toegestaan naar
de tweede étage te gaan. waar wij halt
moesten houden in een imposante hal met
groote marmeren zuilen. Het meest de
aandacht trok hier een prachtige bronzen
deur, waarboven in gouden letters stond
Schwurgericht". Aan weerszijden waren
kunstig bewerkte borden aangebracht,
waarop met gulden letters stond te lezen
welke rechters, advocaten en ambtenaren
van het Landgericht te Essen in den we
reldoorlog zijn gevallen.
Die bronzen deur oefende op ieder, die
passeerde, een haast magische- aantrek
kingskracht uit. Twee gerechtsdienaren
bewaakten deze poort naar het heiligdom.
Beambten uit het gebouw, die voorbij
gingen. fluisterden elkaar iets toe en
steeds hoorden we daarbij het woord
„Volksgericht" De wachtmeester, die voor
de deur stond, vroegen we om bijzonder
heden, maar het eenige. dat hij antwoord
de was, dat hier de hoogste rechtbank van
het Duitsche Rijk zitting hield, een instan
tie z. i. hooger dan het Rijksgerlcht, omdat
in 1934 de „Führer" zelf de rechters en de
bijzitters had benoemd.
Op de prachtige bronzen deur hing een
leelijk plakkaat met 't simpele, doch veel
zeggende opschrift „Offentlichkeit ausge-
schlossen" Bij onze komst was de och
tendzitting van het „Volksgerecht" bijna
ten einde. Af en toe werd de deur geopend
door een beambte en dan kregen we even
een glimp van een groote zaal en van in
drukwekkend rood gekleede rechters.
Toen de zitting ten einde was. hebben
we ons direct bij den president van het
Volksgerecht laten aandienen, die ons
vriendelijk ontving, maar op al onze vra
gen een ontkennend antwoord gaf. De pre
sident beschikte hoe kon het anders
op ons verzoek om alsnog tot de zaal te
worden toegelaten, afwijzend.
„Dat is een absolute onmogelijkheid",
zeide hij. „Niemand komt hierin, die er
niet bi.i behoort. Wanneer in uw land een
dergelijke zaak dient komt er toch ook
geen mensch bij. Dat zou ook onder het
vorig regiem niet zijn gebeurd. Zoo is het
immers overal op de wereld."
Waarop we even opmerkten, dat zoover
onze herinnering ging, behandeling van
zaken als deze in Nederland onbekend was.
„Kunt u ons dan niet mededeelen wat
Aalders ten laste wordt gelegd?" was onze
volgende vraag. Ook hieroo kregen we een
pertinent afwijzend antwoord. De president
maakte er ons nu reeds mee bekend, dat
wanneer in den loon der volgende week het
vonnis valt evenmin wordt vermeld op
welke gronden de "eroordeeling berust.
„Ook dat is volstrekt "cheim, want het zou
de belangen van Duitschland kunnen
schaden."
Elf verdachten.
„Hoeveel personen staan er thans te
recht?" vroegen we verder. „Ook dat kan
ik "iet zegven" luidde het antwoord.
.Welnu Ee«ieevtbarevervolgden wij.
,W'i tn-enen met absolute zekerheid te
weten, cat het er elf zijn!"
"V! J?a,n u li,pr°mtrent niets mededee
len. tveid de president vol.
„Neemt u ons niet kwalijk, Edelacht
bare. maar wij hebben vernomen", aldus
brachten wij weer in het midden, „dat
naast de hoofddeur van de zaal, waarin
het Volksgerecht momenteel zitting heeft,
gedurende korten tijd een biljet heeft ge
hangen, waarop werd vermeld, welke ver
dachten hier terecht staan. Dat biljet was
bevestigd op het gewone aanplakbord."
„Inderdaad is dat het geval geweest,"
deelde de president ons mede, „maar dat
was een ernstige fout. Het is van hier uit
gegaan en men ls er niet mee op de hoogte
geweest, dat zulks ongewenscht was. Zoo-
ora ik het merkte, heb ik het biljet laten
wegnemen. Ook dit was niet in het belang
van den Duitschen staat. Ik kan u dus on
mogelijk de namen laten geven."
.En nu nog een vraag, mijnheer de pre
sident. wilt u zoo vriendelijk zijn ons de
samenstelling van het Volksgerecht te
geven?"
„Ook daarop moet ik het antwoord
schuldig blijven. Ik kan u daarover niet
inlichten."
Wij wezen er toen op, dat een dergelijke
geheimzinnigheid in het buitenland een
ietwat eigenaardlgen indruk moet ma
ken „Het spijt mij," zei de president hier
op, maar ik kan u geen enkele mededee-
ling geven."
„Maar in elk geval mogen we toch uw
naam wel weten?"
„Wat heeft dat er mee te maken," lachte
de president. „Ik zal u bij den Landge-
rlchtsrat laten brengen, die hier voor de
pers zorgt. Wellicht kan hij nog het een
en ander geven."
En zoo leidde een statige, maar zeer
vriendelijke wachtmeester, die vol ontzag
sprak over het Volksgerecht, ons naar een
(eugdigen doctor, die ons vertelde, dat hij
in dezen niet competent was. maar die nog
eens zou zi-n of hij wat kon doen. Hij
verzocht ons tegen den avond terug te
komen en toen verwees hij ons naar een
perschef van het Volksgerecht te Berlijn.
b
Het vorenstaande illustreert zeer duide
lijk de buitengewoon groote geheimzinnig
heid. welke ten aanzien van dit proces
wordt gevolgd. Wij vernamen ln dit ver
band een kenmerkende bijzonderheid: een
der beklaagden moet een vertrouwenspositie
bij de S.S. hebben bekleed.
De samenstelling van het Volksgerecht
voor de zitting te Essen is. naar wij nader
vernamen, aldus: Er zijn twee beroeps-
rechters. van wie de een president is. dr.
Fölkner geheeten. De andere drie rechters
zijn officieren, nl. een van de S.S.. een van
het vliegercorps en een van de Ri.iksweer.
De S.S.-officier, een „Obergruppenführer".
treedt als vertegenwoordiger van de partij
op. Verder zijn er de griffier en de open
bare aanklager, die evenals de beide be-
roepsrechters in rood fluweelen toga's met
roode baret zijn gekleed, dus op dezefde
wijze als de leden van het Rijksgerechts-
hof.
Wij namen later nog even een kijkje in
ae indrukwekkende zittingszaal. Op een
eikenhouten podium troonen de rechters
De aandacht trekt een soort loge hoog
boven in de zaal, welke loge met een gor-
oyn is afgescheiden, zoodat men vandaar
ae zittln? kan volgen zonder gezien te
worden. De gevangenen worden via een
onderaardschen gang binnengeleid.
Wat Aalders bekende.
Wij hebben later nog getracht van de
advocaten tijdens een pauze iets te weten
te komen. De raadslieden van de verdach
ten wilden diverse bijzonderheden van ons
hooren, maar toen de rechters naar buiten
kwamen, zwegen ze plotseling en ze maak
ten toen in hun indrukwekkende toga's
een vreemden indruk.
Ook van die zijde kan men niets verne
men. terwijl het verhoor der getuigen dus
danig is geregeld, dit het uitermate moei
lijk is hen te spreken te krijgen. Deson
danks zijn ons toch verschillende bijzon
derheden bekend geworden, waaruit we
den stelligen indruk hebben gekregen, dat
onze landgenoot alle reden heeft vol goe
den moed te zijn. Hij is geenszins hoofd
verdachte in deze zaak, waarin hij slechts
een zeer ondergeschikte rol schijnt te ver
vullen. De reden van zijn langdurig voor
arrest moet men zoeken in het feit, dat
men Aalders in dit proces absoluut noodlg
heeft. Het heeft 21 maanden geduurd voor
men met de behandeling kon beginnen,
hetgeen een gevolg is van het feit, dat het
aantal verdachten, aanvankelijk een kleine
tachtig hèeft bedragen. Tenslotte zijn er elf
overgebleven, maar voor het zoover was,
zijn er uit den aard der zaak vele maan
den voorbijgegaan.
Ook de verdediger van Aalders, dr. Lenz
uit Berlijn, die ons evenmin iets wilde me
dedeelen, was zeer optimistisch gestemd.
Hij was van oordeel, dat het geenszins is
uitgesloten, dat Aalders een straf krijgt,
welke niet veel meer dan het voorarrest
zal bedragen.
In de gevangenis heeft Aalders zich
voorbeeldig gedragen. Hij is den laatsten
tijd zeer ernstig geworden. Hij schrijft ver
zen, welke hiervan getuigenis afleggen, ter
wijl hij zeer geregeld op zijn verzoek door
een predikant der Evangelische Gemeinde
wordt bezocht.
Hij heeft, naar wij voorts vernamen,
bekend, geld naar Duitschland te heb
ben gebracht, maar hij deelde uitdruk
kelijk mede, dat hij niet wist voor wien
dat geld bestemd was. Aalders heeft
verklaard, dat hij op verzoek van zijn
verloofde zich bereid heeft verklaard,
een som gelds aan een persoon over te
brengen, die zich te Berlijn zou bevin
den. Het was Aalders bekend, dat zijn
later overleden verloofde communisti
sche neigingen had en dat zij geregeld
in contact stond met communistische
kringen. Aalders aanvaardde begin
1925 een betrekking bij een firma te
Amsterdam, waarvoor hij ook een za
kenreis naar Berlijn maakte. Hij heeft
zich toen, zij het aarzelend, op verzoek
van zijn verloofde, belast met 't over
brengen van een som gelds, die hij in
D.D.D. lutrert de poriën,
doet de )euk bedaren. Ter-
Irlicht en iterkt de huid»
vreefaeU. Flacon* 75 et,
I. 1.50 on 1. 2.50.
9970
(Ingez Med.)
Berlijn zou afgeven aan iemand, die
zich op een bepaald druk punt zou be
vinden en die kenbaar zou zijn aan een
bloem in het knoopsgat, terwijl hij te
vens een sigaar zou rooken.
Aalders is toen naar Berlijn gegaan,
waar hij ln „Katserhof" een vergadering
heeft bijgewoond, waar personen bijeen
waren, die het niet in alle opzichten eens
waren met het huidige regiem ln Duitsch
land. Aalders had daarvan gehoord en daar
hij steeds dweepte met bijzondere dingen,
was hij er heen gegaan. Op het afgespro
ken uur was er echter geen man met een
bloem en een sigaar te vinden en noodge
dwongen nam hij toen het geld weer mee.
Hij gaf het in Münster aan zijn van niets
wetenden oom, waarna hij naar Holland
terugging.
Nu was er op de vergadering in „Kaiser-
hof" te Berlijn een verrader, die alles aan
de Gestapo overbriefde en die ook vertel
de. dat er een Nederlander was geweest.
Men ging toen alles nauwkeurig na en men
kwam toen tot de conclusie, dat het Aal
ders moest zijn geweest, die vermoedelijk
van zijn verloofde van die bijeenkomst had
gehoord.
Inmiddels stierf de verloofde van A. Kor
ten tijd later kreeg hij een verzoek het
geld, dat zich nog steeds bij zijn oom te
Münster bevond, aan een jongen Duitscher
te overhandigen in het hotel „Komödien-
hof" te Keulen. Daar Aalders opnieuw voor
zaken naar Duitschland ging. heeft hij en
kele weken later aan dat verzoek voldaan.
Hij verzocht toen aan een anderen Duit
scher. Böckling geheeten, een voorstander
van de Jungnationale Bund, een rechtsra-
dicale organisatie, hem in Keulen te wach
ten, daar deze Böckling een zaak met een
auto voor hem zou regelen. „Ik ben", zei
Aalders. „bang. dat ik de deviezenvoor-
schriften overtreed. Tref ik weer niemand,
dan geef ik u het geld mee." Aalders' van
niets wetende oom reisde met hem mee
naar Keulen, waar hij inderdaad in „Ko-
mödlenhof" het geld afgaf. Korten tijd la
ter werd hij echter gearresteerd, tegelijk
met Böckling en zijn oom, welke laatste
spoedig weer op vrije voeten werd gesteld.
Er is voor Aalders de zeer verzachtende
omstandigheid, dat hij zijn firmareizen
naar Duitschland op eigen risico moest on
dernemen. Hij moest zich Inwerken en
daarom greep hij elke gelegenheid aan.
Zijn verloofde bood hem toen aan, dat hij
van het geld, dat hij moest overbrengen,
de onkosten, welke hij maakte, mocht af
trekken. Zoo ls hij er toe gekomen met en
kele duizenden marken naar Duitschland
te gaan.
Spionnagc.
Voorts wordt hem, zooals wij vroeger
reeds meldden, spionnage ten laste gelegd.
Maar deze aanklacht is niet van ernstigen
aard, daar men het een zeer verzachtende
omstandigheid vindt, dat hij dit, zonder
opzettelijk de gegevens te hebben willen
verzamelen, toevalligerwijs heeft gedaan.
Hij had van leden van den reeds eerder
genoemden Jungnationalen Bund, 'n rechts
radicale, maar anti-nat. socialistische or
ganisatie, die hem voor verschillende nlan-
nen wilden winnen, enkele dingen gehoord
van het Duitsche leger. Die leden van den
Jungnationalen Bund waren ook verbitterd
op het huldig regiem en daartoe zochten zij
connectie met andere uitgeweken Duit
schers. waardoor zij ook met communisten
in contact zijn gekomen.
Om dien Jungnationalen Bund draait m
feite het geheele proces, hoewel dn: '°lijk
is gebleken, dat de som gelds niet voor de
zen Bund was bestemd. Aalders bad zij
het onopzettelijk door zijn verloofde zoo
wel connecties met leden van links- als
van rechts radicale grospen.
De bedoeling van dit proces schijnt
te zijn om den Jungnationalen Bund
voorgoed onschadelijk te maken. Ver
schillende vooraanstaande leden van
dezen Bond worden thans van snion-
nage, van hoogverraad beschuldigd.
Aalders is de man door wien men moet
bewijzen, dat zij zelfs met het buiten
land in verbinding stonden.
Onomwonden werd in Essen verklaard:
De voornaamste man ontbreekt hier, n.l.
dr. Hans Ebeling, de leider van den Jung
nationalen Bund.
Veel blijft duister.
Veel blijft duister ln deze nog steeds ge
heimzinnige zaak. Men beweert in Duitsch
land, dat de Jungnationalen Bund, precies
als kapelaan Rossaint, verbindingen met
communisten heeft gehad, hetgeen door de
uitgeweken leiders van den Bond met
groote stelligheid wordt ontkend. Voorts is
het niet duidelijk wat Aalders wordt ten
laste gelegd ten aanzien van schrifturen,
welke bij zijn arrestatie op hem worden be
vonden.
Maar één ding staat vast: de behande
ling dezer zaak geschiedt met de grootste
geheimzinnigheid. Dat ondervond ook een
bestuurslid van de Maandag uit Engeland
gekomen „International League of Peace"
die tevergeefs verzocht bij de behandeling
van de zaak aanwezig te mogen zijn. Mr.
Carrett, zoo heette de Engelschman, spra
ken wij kort voor zijn terugreis naar Lon
den. Hij vertelde ons, dat in Engeland de
grootste belangstelling voor deze aangele
genheid bestaat omdat de leden van den
Jungnationalen Bund feitelijk padvinders
zijn Verschillende beklaagden zijn in 1923
ta Engeland op bezoek geweest, In Enge
land heeft men in de kranten gepleit voor
een openbare behandeling en daaromtrent
is zelfs een open brief gepubliceerd, waar
van de bisschop van Westminster de eerste
onderteekenaar was
Tenslotte: Men helt ln Duitschland
steeds meer tot de meening over, dat Aal
ders een idealist is geweest, die niet nauw
keurig de consequenties van zijn handelin
gen heeft overwogen. Een gunstig voor
teeken voor onzen landgenoot. De vraag Is
thans of het vonnis de volgende week de
goede verwachtingen zal rechtvaardigen.
De roofoverval te Geysteren.
Negen jaar geëischt tegen de
verdachten.
(Vervolg van gisteren).
Dan wordt Hendrikx gehoord. Zijn ver
klaringen wijken op eenige punten af van
die van Dut, Hij houdt vol, dat hij den
pastoor niet heeft geraakt.
Desgevraagd verklaart Dut nog eens, dat
Hendrikx wel heeft geholpen den doek om
den mond van den pastoor te doen. Vol
gens Hendrikx is de doek van den mond
van den pastoor afgerukt, toen de jongens
het huis verlieten. Deze verklaring klopt
niet me die van Dut. die vol blijft houden,
dat de doek werd losgemaakt vóórdat men
naar boven ging.
Op een vraag aan verdachte Dut ant
woordde deze, dat Wim Janssen eigenlijk
de man is geweest, die den pastoor het
meest heeft gebonden, maar dat het ge
meen ls van Hendrikx om zich heelemaal
schoon te willen wasschen. Ook hij heeft
zijn deel bij het werk gehad.
De volgende verdachte ls Jan Janssen.
Toen Dut den pastoor op den grond had
liggen, kwamen ik en mijn broer, aldus
Jan Janssen, er bij en met zijn vieren
droegen wij den pastoor binnen, die be-,
wusteloos was. Hij werd in den gang neer-,
gelegd. Wim had de sleutels uit de zakken
van den pastoor genomen en heeft de
brandkast opengemaakt. Dut vroeg Hen
drikx om een doek. In dien tijd probeerde
Jan het hondje te pakken te krijgen, om
dat het kefte. Het beest beet hem ln zijn
hand en daarop sloeg hij het met een ban
denafnemer dood.
Nauwelijks boven gekomen, werd er ge
beld en men nam de vlucht. Jan heeft niet
meer naar den pastoor omgekeken.
Nadat Jan nog een en ander heeft moe
ten vertellen over de reis naar Venlo, wordt
de laatste verdachte Wimke Janssen ge
hoord.
Zijn verklaringen leveren niets nieuws op.
Desgevraagd verklaart Dut. dat zij alle
vier met den pastoor bezig zijn geweest,
nadat Wim den pastoor mond en neus
heeft dichtgehouden. Toen zij vertrokken,
is Wim nog even gaan kijken hoe het met
den pastoor was en vloekte toen hij zag,
dat de doek er zoo „lomp" voorzat, waar
door behalve de mond ook de neus was af
gesloten. Het gezicht van den pastoor was
blauw, maar hij meende, dat hij nog
leefde.
Hiermede is het verhoor van de vier ver
dachten geëindigd en werd de zitting ge
schorst tot den namiddag.
In de namiddagzitting werden negen ge
tuigen gehoord. De eerste getuige, dr. J. P.
L. Hulst uit Leiden, die de sectie op het
lijk heeft verricht, concludeerde, dat de
pastoor door verstikking om 't leven moet
zijn gekomen.
De verhalen van de andere getuigen
stemmen hoofdzakelijk overeen met de
verklaringen der vier verdachten.
u
In zijn requisitoir schilderde het O. M,
nog eens de situatie ter plaatse. De pas
toor aldus het O. M. is gestorven op
het veld van eer, op weg om menschen, die
bij een auto-ongeluk zouden zijn gewond,
hulp te bieden. Bij het eerste berricht, wa
ren de vermoedens van den officier
uitgegaan naar den zoon van den
„Witte van Wansum" en toen hij de ab
normaal groote voetafdrukken had gezien,
dacht hij aan Dut. Zijn vermoedens bleken
later juist te zijn geweest. Het hoofdmotief
van het drama van Geysteren was geld.
Volgens 't O. M. moet er geen onderscheid
gemaakt worden tusschen een groep, die
het geweld wilde en een groep, die het niet
wilde. Vanaf het moment dat Dut den pas
toor greep, stemden allen in met het ge
weld. Want niemand hield op. Wat de dag
vaarding betreft, wees spr. er op, dat ten
laste moest worden gelegd art. 312, waar
voor de maximumstraf 15 jaar ls.
De officier, mr. Rieter, eischic ver
volgens tegen alle vier verdachten eefn
gevangenisstraf van negen jaar.
De verdediger, mr. E. Daub, pleitfe voor
de beide Janssens en Dut clementie, ter
wijl mr. P. Tripels voor verd. Hendrix cle
mentie vroeg.
Uitspraak over veertien dagen.
De „Patria" zaak.
Tegen H. acht en tegen L. twee
maanden gevangenisstraf geëischt.
In de gistermiddag voortgezette behan
deling door de Rotterdamsche rechtbank
van de zaak tegen den hoofd-directeur J.
H. en den directeur dr. R. L. van de gefail
leerde verzekeringsmaatschappij „Patria"
te Rotterdam, woTden weer tal van brieven
voorgelezen, welke 2ich in het dossier be
vonden.
De accountant blijft van meening. dat
de wijze van boekhouding van de zaken,
welke de „Patria" deed gedurende de laat
ste maanden, welke aan het faillissement
zijn voorafgegaan, verkeerd is geweest.
Met de voorleaiing van allerhande stukken
uit het dossier wordt den geheelen middag
doorgegaan.
Daarna gaat de president met de ver
dachten aan de hand van de dagvaar
ding nogmaal'- het verloop der dingen
na, welke geleid hebben tot de debacle van
de „Patria", waarbij zij het hun ten laste
gelegc'e ontkennen.
Tot slot van dezen dag neemt de officier
van justitie, requisitoir. Hij behandelt al-
leer het ergste ten laste gelegde, dus niet
het subsldair ten laste gelegde
In zijn requisitoir herinnert hij de
rechtbank er aan, dat verdachte H. met
Korpershoek, die als een onbetrouwbaar
persoon bekend staat, samenwerking had
gezocht. Dit geeft te denken. Ook wees hij
er op, dat het tocfh wel eigenaardig is, dat
twee ondergeschikten exploye's het gevaar
lijke van de destijds aangegane transacties
met buitenlandsche groepen begrepen, ter
wijl de directie en commissarissen hier
niets dan goeds inzagen. De zekerheid, dat
de crediteuren betaald zouden worden, liep
terug tot niets, hetgeen hierop neer komt,
dat men met handen en voeten gebonden
was aan die buitenlandsche groepen Oa
valsohheid in geschrifte acht de officier
bewezen, te meer daar verdachte H. door
mr. Nauta reeds gewaarschuwd was.
Wat de verdachte dr. L. betreft, meent
spr., dat hij het geheel met verdachte H
eens was, wat de aandeelen en cheque be
treft. Hij was ook stbooman en kreeg voor
zijn werk de bewuste f. 1000.— als beloo
ning. In dit alles speelde Testier een groote
rol.
Medeplichtigheid aan verduistering acht
te de officier dan ook bewezen.
Daar beide verdachten zich tijdens
hun bedrieglijke practijken hadden
laten leiden door juristen zag de offi.
cier een reden om hen niet zoo zwaar
te straffen als men gewoon is te doen
in zulke gevallen.
Daarom eisehte hij tegen verdachte
H. acht maanden en tegen verdachte
L. twee maanden gevangenisstraf.
De zitting wordt hierna tot heden
verdaagd.
NOTARIS VEROORDEELD,
De Roermondsche rechtbank heeft uit
spraak gedaan in de zaak van den 65-jari-
gen oud-notaris te Gemert A. F. J. v„ tegen
wien de officier van justitie op 1 Juni j j
zes maanden gevangenisstraf met aftr»k
van voorarrest had geëischt wegens ver
duistering van een bedrag van f 5000—
ten nadeele van een tweetal cliënten. De
rechtbank veroordeelde den verdacht» tot
een gevangenisstraf van negen maanden
met aftrek van preventieve hechtenis.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Oplichting.
H. de L. uit Leiden heeft terechtgestaan
wegens oplichting. Verdachte had den va
der van zijn verloofde met allerlei verhalen
bewogen tot afgifte van geld. Hij had ver
teld eenige wissels te hebben loopen; als
het geld daarvan werd betaald, zou hij te
rug betalen. Verloofde en benadeelde wer
den thans nog eens de zaak heeft reeds
eerder gediend als getuigen gehoord.
In verband met een roofoverval te Den
Haag gepleegd, waaraan de L. medeplich
tig is. is hij tot twee jaar gevangenisstraf
veroordeeld.
Wat deze oplichting betreft, is gerappor
teerd, dat verdachte verminderd toereken
vatbaar is, anders zou een straf van zes
maanden, die voor dit feit werd gevraagd,
te licht zijn. De verdedigster, mevr. Roeper
Bosch, wees erop, dat verd. behalve voor
den roofoverval, ook nog voor diverse an
dere zaken gevangenisstraf heeft onder
gaan, en er ook nog 'n hooger beroep loopt.
Gezien al deze straffen, verzocht pl om
een voorwaardelijke straf, om hem op het
goede pad te brengen.
De politierechter vonniste tot vier maan
den gevangenisstraf, rekening houdend
met de andere straffen.
e
e
Mishandeling.
Wegens mishandeling heeft F. v. E. uit
Leiden zich te verantwoorden gehad Er
ontbrak evenwel een getuige, C. J. uit Lel
den, die echter toch gehoord moest wor
den.
De getuige was nu verschenen, en hij
vertelde om geld te zijn gekomen bij v. E.
Inplaats van geld. had getuige echter
schoppen en slagen gehad, zoodanig, dat
hij bewusteloos neerviel.
De officier vroeg f. 25 subs, of 25 dagen
hechtenis; het vonnis werd conform dezen
eisch.
m
Vrijgesproken.
E. T. uit Woubrugge mishandelde A. in
die gemeente. Althans, dit was aan T. ten
laste gelegd, doch deze ontkende. Voordat
hij sloeg, lag A. al tegen den grond!
De officier vond dat wel eigenaardig,
•doch achtte hier vrijspraak gewenscht.
De politierechter vonniste conform dezen
eisch.
Spek gestolen.
Bij een slager te Boskoop, nam mej. de
L. spek weg. De slager vertelde dat hij al
een poosje worst en spek had vermist.
Eerst kon hij geen dader vinden, doch ten
slotte viel de aandacht op verdachte.
Deze bekende; ze had niet gedacht dat
het zoo erg was.
De officier wilde het nog eens probeeren,
en vroeg vier maanden gevangenisstraf
voorwaardelijk.
De politierechter vonniste tot een maand
voorwaardelijk met een proeftijd van 2
jaar.
Diefstal.
Ten nadeele van de Vereeniging Bos-
koopsche Cultures te Boskoop, had A. V.
H. een hoeveelheid latten enz. gestolen.
Verdachte gaf het feit toe.
De politierechter wees erop, dat het rap
port over verdachte niet zoo heel ongun
stig is; door armoede zou hij tot zijn daad
gekomen zijn.
De. officier kon met het rapport mee
gaan, en vorderde een voorwaardelijke
straf van vier maanden met een proeftijd
van 3 Jaar.
Het vonnis werd conform dezen eisch.
A. T. uit Boskoop, had een gelijke dief
stal gepleegd als v. H.; hij stal eveneens
van de Cultuur Mij. Ook deze verdachte
bekende.
De officier wees erop. dat verdachte reeds
eerder is veroordeeld. Toch wilde hij het
nog eens probeeren, n.l. met vier maanden
gevangenisstraf voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar.
Het vonnis van den politierechter wera
conform dezen eisch.
e
Geld ontvreemd.
J. C. v. d. S, uit Noordwijkerhout zou
eenlg geld hebben ontvreemd.
De benadeelde vertelde dat hij dronken
was geweest, van welke gelegenheid ver
dachte misbruik had gemaakt.
De politie vond het geld bij v. d. S.
Volgens het rapport kon men het me
verdachte, die zelf nogal eens misbruik van
sterken drank maakt nog wel eens pr°'
beeren.
Tegen verdachte werd vier maanden g
vangenisstraf voorwaardelijk gevraagd.
Het vonnis werd drie maanden voo
waardelijk met een proeftijd van twee jua
en verbod om drank te gebruiken.
2—3