BINNENLAND Ons Kort Verhaal LEiDSCH umm- Derde Bied Dinsdag 15 Juni 1937 H 3d BINNEN 3 O METER De verraderlijke stoot Werkverschaffing en steun- verleening gedurende de zomermaanden. Uiteenzetting door den minister. Op vragen van den heer Drees in verband met een bericht, hetwelk aan een aantal gemeenten zou gezonden zijn, om van een bepaalden datum in Juni af tot nader be richt aan die gemeenten geen subsidie uit het Werkloosheidssubsidiefonds uit te kee- ren, heeft de minister van sociale zaken ge antwoord De ondergeteekende wenscht in verband met de gestelde vragen het navolgende te bevestigen, hetgeen hij reeds bij brief dato •8 Mei aan den voorzitter van de Tweede Kamer in antwoord op vragen van het lid der Tweede Kamer den heer Drees (inge zonden 30 April) heeft geantwoord: „Evenals vorige jaren, zal ook dit jaar door de rijksinspecteurs voor de werkver schaffing worden nagegaan, of en in hoe verre in bepaalde gemeenten de werkver schaffing en of steunverleening gedurende eenigen tijd in de zomermaanden geheel of gedeeltelijk zouden kunnen worden stop gezet. Daar dit jaar voor het eerst na een aan tal jaren van voortdurende stijging de werk loosheid niet onbelangrijk daalt, is de on dergeteekende van meening, dat er dezen zomer in een aantal gemeenten inderdaad aanleiding zal kunnen zijn om de werkver schaffing en of steunverleening gedurende eenigen tijd te beperken of stop te zetten. Bij de zich in vele streken des lands ver- toonende opleving in het bedrijfsleven en de daarmede gepaard gaande uitbreiding van de normale werkgelegenheid is het streven van den ondergeteekende er op ge richt te bevorderen, dat de arbeiders zoo veel mogelijk werk in het vrije bedrijf zul len vinden. In sommige gevallen vormt vooral gedurende de zomermaanden, werk verschaffing een beletsel, althans een rem voor de arbeiders om vrij werk te zoeken De ondergeteekende heeft aan de rijks inspecteurs opdracht gegeven om de hier boven vermelde mogelijkheden zorgvuldig en met groote voorzichtigheid na te gaan en telkens overleg te plegen met de betrok ken gemeentebesturen." Als gevolg van deze overweging zal, in overeenstemming met het advies der be trokken rijksinspecteurs voor de werkver- sfchaffing, in enkele gemeenten de ge meentelijke werkverschaffing kunnen wor den ingekrompen of stopgezet. Er kan op dit oogenblik nog niet medegedeeld worden ■hoever deze maatregel zich zal uitstrekken, aangezien nog geen beslissing over het ge- heele land genomen is. Het feit, dat een bepaalde gemeente een ceel van haar belastingcapaciteit moet missen ingevolge de daarvoor geldende wet telijke bepalingen, geeft deze gemeente op dien grond nog geen recht om een subsidie uit het Werkloosheidssubsidiefonds te ont vangen. Deze verplichte afstand van be lastingen heeft Immers onder meer ten doel om de kosten van den werkloosheidssteun eenigermate over alle gemeenten om te slaan. De rijksinspecteurs hebben de bevoegd heid om in bijzondere gevallen, waar zulks noodlg blijkt, van de aanvankelijk getroffen regeling af te wijken. Voorts blijft de mo gelijkheid open om de arbeiders, die niet tegenstaande hun daartoe gedane pogingen geen werk hebben kunnen vinden in het vrije bedrijf, in centrale werkverschaffing te plaatsen. Uit het bovenstaande volgt tevens, dat het geenszins de bedoeling van den onder geteekende is om valide werklooze arbei ders onverzorgd te laten, noch ook om den- zulken onderstand ingevolge de Armenwet te doen verstrekken. Philips op de Parijsche tentoonstelling. (Van onzen correspondent), De bezoeker van het Nederlandsch pavil joen op de Parijsche tentoonstelling zal mis schien verbaasd staan nergens een onzer grootste industrieën vertegenwoordigd te zien: Philips. En hoe hij ook rondwandelt en zoekt en speurt in de paviljoens aan de electriciteit en de radio en alle producten, die door Philips veryaardigd worden, gewijd, nergens zal hij een stand van Philips ont dekken. Wonderlijk? Neen. ahsoluut niet! Want een industrie als Philips is het aan zichzelf verplicht met iets persoonlijks voor den dag te komen en kan zich niet tevre den stellen, al is het met de eere-plaats, in een algemeen paviljoen. Dus een eigen paviljoen? Neen. iets be ters. een „Triomphale Weg van het Licht en de Radio", de decoratie van de machtige brug Alexandre IH. die tusschen het Grand Palais en de Invalides bij gelegenheid van een andere tentoonstelling over de Seine ge bouwd is. Philips neemt hiermede een bui tengewone, we zouden wel durven zeggen: een bevoorrechte plaats in op de Parijsche tentoonstelling en alleen reeds het feit, dat de tentoonstellingscommissie aan een Ne- dsrlandsche industrie deze plaats toewees ter decoratie, bewijst overduidelijk, hoe hoog Philips bij de Fransche deskundige kringen in aanzien is. Doch tegelijk was hiermede aan de inge nieurs van Philips een zeer moeilijke taak opgedragen: die brug in den drukken stijl van het jaar 1900 gebouwd omtooveren in een modernen triomfweg van Licht en Radio was niet gemakkelijk. Maar met ware Fransche kunstzin is dit Nederlandsche werk ten uitvoer gebracht. Twaalf groepen alluminium pylonen, die overdag In het zonnelicht schitteren als de pijpen van een onmetelijk orgel, rijzen er op. Aan den voet worden ze omringd door vitrines, waarin prachtige foto's het gebruik der zoo talrijke Philips-producten demonstreeren, terwijl de top bekroond wordt door drie ringen, sym bool van de radio, die op hun beurt weer een ster dragen, symbool van het licht. Speciaal hiervoor uitgevoerde luidspre kers verspreiden welluidende muziek, waar bij op te merken valt. dat deze luidsprekers om redenen van aesthetischen aard geheel volgens de aanduidingen van den architect door de technici zijn uitgevoerd, een wel zeer frappant bewijs, dat architectuur en techniek volkomen aan elkaar kunnen aanpassen. Biedt overdag, wanneer het zonlicht in het blinkende alluminium speelt, die triomf weg van Licht en Radio reeds een prachti- gen aanblik, 's avonds, wanneer de verlicht- ting ontstoken is, is het een waar sprookjes beeld. Met zachte tinten in afwisselende kleuren gloeien die statige pylonen op. een poëzie van licht, een machtig brok harmo nische schoonheid, waar men onwillekeurig even stil wordt om het geheel op te nemen de volgende kassen: 36 verscheidenheden semi-cactus dahlia's, 1 verscheidenheid cactus-dahlia. 24 verscheidenheden deco ratieve dahlia's, 6 verscheidenheden pioen- bloemige dahlia's en 1 verscheidenheid halskraag dahlia. De beplanting werd uitgevoerd door drie bestuursleden van de Ned. dahllavereeni- ging, de heeren W. Bruidegom te Baarn, H. Carlee te Heemstede en H. Hornsveld te Baam. /{öxyt) 7i Akfocif Centrale van Rijkspersoneel De pensionneering van ambtenaren op 68.jarigen leeftijd. Landelijke bijeenkomst in 't zicht. DE TUIN VAN HET PALEIS SOESTDIJK. De Nederlandsche Dahilavereeniging ontving dezer dagen van Prinses Juliana een dankbetuiging voor de zeer gewaar deerde aanbieding, ter gelegenheid van haar huwelijk, van de beplanting van den tuin van het palels Soestdljk met een col lectie van de nieuwste, door Nederlandsche kweekers gewonnen dahlia's. Thans is de beplanting geheel gereed. Er is een smaak volle tuin van gemaakt, doorsneden met wandelpaden, zoodat alle soorten goed be zien kunnen worden. Dat was wel noodig, want er zijn niet minder dan 68 soorten geplant, zes planten van elke soort, van eenige soorten meer dan zes planten, zoo als reeds eerder medegedeeld zijn alleen de nieuwste door Nederlandsche kweekers ge wonnen dahlia's geschonken, verdeeld over Te Den Haag kwam het algemeen be stuur van de Centrale van vereenigingen van oersoneel in 's Rijks dienst bijeen onder leiding van den heer Perdok In zijn openingswoord hield de voorzitter een beschouwing over de tegenwoordige crisis en wees op de slechte postie waarin tal van ambtenaren en arbeidscontractan ten vooral na September 1936 zfin komen te verkeeren. Hij vestigde er de aandacht op dat de stijging van de kosten van levensonderhoud de Centrale hadden genoopt een roep door Nederland te doen gaan om verbetering van de geldelijke positie van het rijks personeel. Spr. besloot zijn openingswoord met een krachtig pleidooi voor opheffing van de per 1 Januari 1936 ingevoerde 5 °/o salaris verlaging vooral nu de Rijksmiddelen beter vloeien en het indexcijfer van de kosten van levensonderhoud regelmatig stijgt. Het jaarverslag der centrale vermeldt een groeiend ledental, dat in 1936 met 378 ls geklommen tot 8394. Daaraan kan thans worden toegevoegd, dat de belangstelling voor de Centrale in 1937 wel zeer sterk is toegenomen. Reeds in dit eerste halfjaar 1937 was de ledenwinst gelijk aan die van 1936. Het totaal ledental burgerlijk rijks personeel zal in den loop van dit jaar vrij zeker de 9.000 passeeren. Nadat tal van huishoudelijke aangelegen heden waren afgehandeld, besprak men een nota van het dagelij ksch bestuur omtrent het programma-punt der Centrale: pen sionneering van ambtenaren op 60-jarigen leeftijd. Met de conclusie van het bes.uur. thans geen actie te voeren voor verplichte pen- tionneering op 60-jarigen leeftijd, doch wel voor ontslag met voorloopige pensionnee ring op dezen ouderdom aan hen, die da,ar- om verzoeken en voorts aan degenen, wier verzoek om pensionneering om redenen van dienstbelang wordt afgewezen in elk geval uiterlijk 1 jaar na datum van aanvrage ontslag met bedoeld recht te verleenen, kon de vergadering zich vereenigen. Na een beschouwing betreffende het op richten van een kas voor suppletie van loon aan arbeldscon.ractanten die bij ziekte 80 0 ontvangen, werd besloten, dat een commissie daarover zal rapporteeren. Bij de bespreking van de huidige situatie en voortzetting der 'actie nopens verhooging en afwikkeling vah andere urgente zaken, sprak de vergadering zich nogmaals duide lijk uit, dat de openbare actie moet worden voortgezet, opdat het der regeering duide lijk worde, dat de laatstelijk opgelegde salariskorting van 5 °/o, in verband met de stijgende kosten van levensonderhoud, zoo spoedig moegelijk moet worden opgeven. Ook de ongehuwden-aftrek wordt als niet juist en onbillijk aangevoeld. Besloten werd zoo noodig in het najaar te 's Gravenhage een groote landelijke bii - eenkomst te organiseeren. -nxiam 3088 (fngez, Med.) DE A. N. XV. B. Zomervergadering van het algemeen bestuur. Het algemeene bestuur van den Kon. Ned. Toeristenbond A.N.WB. heeft in het Amerlcanhotel te Amsterdam, onder voor zitterschap van den heer Edo J. Bergsma zijn zomervergadering gehouden aldus de N. R. Crt. In zijn openingswoord heeft de voorzit ter hulde gebracht aan de nagedachtenis van den nestor van het algemeene bestuur den heer P. W. Kraake te Arnhem. Vervolgens heette spr. den heef H. P. J. Bloemers, burgemeester van Arnhem, wel kom in deze vergadering, welke hij voor de eerste maal bijwoont, nadat hij reeds eer der het lidmaatschap had aanvaard van het dagelij ksche bestuur, waarin hij werk zaam ls met al den ijver, de toewijding en kennis, die steeds zijn werk voor de ge meenschap kenmerken. De heer Kolfschoten, burgemeester van Edam heeft daarna, onder instemming der vergadering, een hartelljken gelukwensen gericht tot den voorzitter den heer Edo J. Bergsma, ter gelegenheid van diens dezer i dagen herdachten 75sten verjaardag. De balans over 1936 werd goedgekeurd en aan het dagelijksche bestur décharge ver leend. Besloten werd de voorziening in de vacatures in hel algemeene bestuur vonr- lcoulg aan te houden. Tot stemgerechtigden werden gekozen, in afd. m (Zuid-Holland), wegens het overlijden van den heer W. G. de Knokke van der Meulen te Voorburg en in afd. VU (Gelderland), wegens vertrek naar het buitenland van den heer E. Goppel te Velp, de heeren mr. II. J. Santman te Rotterdam en P. A. Rutgers, bondsconsul te Nijmegen. DE KABINETSCRISIS. Dr. Colijn heeft gisteren langdurig ge confereerd met de heeren Ch. J. I. M. Welter en mr. M. P. L, Steenberghe. CONFERENTIE VOOR LANDELIJKE HYGIENE IN HET VERRE OOSTEN TE BANDOENG. De regeeringspersdlenst meldt: In navolging van de' Europeesche confe rentie voor landelijke hygiëne van 1931 zal dit Jaar ter uitvoering van een besluit van de vergadering van den volkenbond een conferentie ter bevordering van de lande lijke hygiëne In het Verre Oosten worden gehouden, welke op uitnoodiging van de Nederlandsche regecring te Bandoeng zal plaats hebben en op 3 Augustus as. ge- cpend worden. Een commissie van voorbereiding, inge steld door het comité vcor hygiëne van den Volkenbond, heeft vooraf een studiereis ge maakt door Brltsch-Indlë, Burma, Siam, Malakka, Fransch Indo-China, de Filip pijnen. Nederlandsch-Indië en Ceylon en in verband met haar bevindingen de agenda voor de conferentie opgemaakt. Zij heeft in aansluiting met den inhoud der agenda aanbevolen, de delegaties der deel nemende landen aldus samen te stellen, dat daarin alle factoren, welke op de lan delijke hygiëne van Invloed zijn, vertegen woordigd worden en wel: burgerlijke ge zondheidsdienst, volksontwikkeling in lan delijke gebieden, landbouw, opvoeding, coöperatie en sociale vraagstukken. VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den minister van Justitie zal Vrijdag niet plaats hebben. N/TIN UTTEICN ZOMERCONCERTEN 1937 LEO MENS. Evenals vorig Jaar zal Leo Mens weer 3 Zomerconcerten in de Pieterskerk geven waarvan de netto opbrengst voor het her stellingsfonds van het orgel is. Het eerste dezer zomerconcerten zal plaats hebben op Dinsdag 22 Juni met medewerking van het gemengd koor „Sursum Corda" onder lei ding van Anthon van der Horst. Op het programma komen o.a. voor wer ken van Joh. Pachelbel, da Palestrlna Heinrich Schütz, Tscherepnine en van den' onlangs overleden organist Louis Vlerne. ZES TOONKUNST-CONCERTEN 1937/1938. Een interessant programma. De Maatschappij voor Toonkunst alhier zal in het- volgend concert-seizoen drie ge wone en drie buitengewone concerten geven. De gewone concerten zijn vastgesteld als volgt: eind November 1937 Het Nieuw Hon- gaarsch Strijkkwartet; Januari 1938 een Fransche avond, te geven door den pianist- componist Francis Poulenc en den zanger Pierre Bernac, met een programma van oude en moderne Fransche liederkunst, terwijl Francis Poulenc enkele eigen werken zal spelen; Maart 1938 Het Nederlandsch Ka merorkest o. 1. v. Otto Glastra van Loon, solisten Hans Brandts Buijs, cembalo en Jaap StotIJn. Het Toonkunstselzoen zal worden geopend met een buitengewoon concert, t. w. een opera-voorstelling, te geven door de Neder landsche Opera-groep, een nieuw opera-en semble, hetwelk onder de directie en alge meene leiding staat van Otto Glastra van Loon, Orkest Het Nederlandsch Kamer-or kest. Uitgevoerd zal worden de opera „Die lustigen Weiber von Windsor" van O. Nlco- laï, in geheel nieuwe ensceneerlng en costumes. Deze concerten zullen alle worden gege ven ln den „Leidsohe Schouwburg". De beide andere buitengewone concerten zullen worden gegeven in de kleine zaal van de Stadsgehoorzaal. Deze zijn vastgesteld als volgt: December 1937 of Januari 1938: een Ba- dlngs-Kamermuzlekavond, te geven door Ollif Folge Fonden, viool, Johan de Nobel, violoncello, Felix de Nobel, piano, met mede werking van Annie Woud, zang. Op dit con cert, dat ten doel heeft, ook in Leiden de gelegenheid te scheppen om werk van den componist Henk Badlngs te hooren, zullen worden uitgevoerd de sonate's voor viool en plano en voor cello en plano, het Plano trio en een aantal liederen. Voorjaar 1938: een Viool- en Piano-avond te geven door Nap de Klljn en Allee Heksch, van een brandende straat' lantaarn of op 'n officieel parkeerterrein moet uw auto staan om vrijgesteld te zijn van de plicht om licht op te hebben door ELISE WESSELINK—RUTGERS. De directeur van de luchtvaartmaat schappij drukte op het electrische belletje, dat h{j, achter zijn schrijftafel zittend, ge makkelijk kon bereiken „Laat Donner even hier komen!" ver zocht hij den bode, die in de deur-opening verscheen. Enkele oogenblikken later trad een man in vliegers-uniform het privé- kantoor binnen, „U wilt mij spreken, mijnheer?" vroeg hij „Ik heb een speciale opdracht voor je. Donner. Je moet op je volgende vlucht een klein pakje meenemen en aan het adres be zorgen. dat erop vermeld staat!" Al sprekend trok de directeur een lade open en haalde er een klein, langwerpig pakje uit te voorschijn, dat aan beide zijden verzegeld was. „Hier is het!" vervolgde hij. „Steek het ln Je binnenzak, zoodat je het niet kunt verliezen. En spreek er met niemand over!" De vliegenier nam het pakje aan en be keek hei weifelend. „Is er geen gevaar bij?" vroeg hij. „Hoe bedoel Je dat?" Is het geen smokkelwaar?" Di directeur lachte. „Hoe kom je erbij, man? Denk je, dat ik je zoo maar zonder blikken of blozen zou vragen, mij in r en verdacht zaakje behulp zaam te rijn? Maar het is waar, je hebt eens leelijk ln den knoei gezeten door een dergelijke opdracht! Dat heeft je zoo ach terdochtig gemaakt!Je kunt gerust zijn, hoor! Er zit geen smokkelwaar in en evenmin gestolen goed!Maar wacht eensik spreek eigenlijk wel wat boud, want ik moet bekennen, dat ik zelf niet vest, wat erin zit!" De ander k: k hem zoo verbluft aan. dat Lij opnieuw fccon tc lachen. „Ik zal je vertellen, hoe de zaak in elkaar z.t! zei hij. .Maar je houdt er Je mond ovei nietwaar?" „Natuurlijk, mijnheer!" „Je kent immers mijnheer Delmont. den staatssecretaris?" „Ja'zeker, mijnheer! Ik heb hem al me nigmaal tot passagier gehad!" „Nu. hij wil om de eene of andere reden, aie hij mij later wel eens vertellen zal, dit pakje niet op de gewone manier overma ken. Hij vroeg mij om raad. Al ruim een week geleden. Ik stelde hem voor, om jou dat zaakje te laten opknappen. Hij greep dat voorstel dadelijk aan. Je kunt dus ge rust zijn, want hij is er de man niet naar, om de wet te willen ontduiken, al zou hij »r ook tonnen mee kunnen verdienen!" Dat geloof ik ook niet, mijnheer!" lachte Piet Donner. „Maar het wordt mijn tijd!" „Heb je veel passagiers?" „Vier, voor zoover ik weet. Het is 's Don derdags gewoonlijk slap". „Goed reis!" „Dank u, mijnheer!" Donner salueerde en verliet met haasti gen tred het kantoor. De opdracht van zijn hoogsten chef had hem verwonderd, maar spoedig zette hij met een vluchtig schouderophalen de gedachten uraan opzij. De zaak ging hem niet aan. De directeur had ongetwijfeld het recht, een dergelijken dienst van een goed be taald en goed-behandeld ondergeschikte te verlangen en als er iets niet in den haak was met dat ongelukkige pakje, zouden die twee groote heeren samen voor het geval letje moeten opdraaien en niet hun ge hoorzaam werktuig! Tevreden met deze overweging, liet de met weinig fantasie begaafde vliegenier het geheimzinnige onderwerp eenvoudig uit zijn gedachten wegglijden. Buiten gekomen, stak hij het strookje grasland over naar het vliegterrein met de ruime hangars, waar zijn machine stond. De passagiers hielden zich gereed, om in te stijgen, het hangarpersoneel wachtte op het sein tot vertrekken, dat spoedig op klinken zou. „Vijf?" vroeg Donner. zijn oogen op het groepje passagiers gericht. „Eén bijgekomen!" antwoordde de admi nistrateur van de maatscHSRft, die ge woonlijk bij het vertrekken der machines aanwezig was „Vooruit maar!" Enkele oogenblikken later scheen de vo gel plotseling tot nieuw leven te zijn ge wekt. Luid gonzend, met luchtige spronge tjes schoot hij naar voren, huppelde over het veld, hief zich op ln de lucht en zette, snljl stijgend, koers naar het Zuiden. De passagiers in de cabine leunden ge makkelijk in hun zetels terug. Zij waren allen vreemden voor elkaar en deden geen enkele poging, om boven het geraas van de motoren uit een paar woorden te wisselen. De ruime cabine geleek een keurigen sa lon, waarin plaats was voor tien personen. Aan het eene einde leidde een kleine deur blijkens het plaatje, dat er op was aange bracht, naar een toiletkamertje. Aan het andere einde bevond zich een tweede deur tje. waarop „Verboden Toegang" stond. Dit tweede deurtje voerde naar den stuurstoel; de bovenste helft was van glas, zoodat de passagiers den bestuurder met zijn kap op en mef zijn zwaar-omrande brli voor de oogen konden zien zitten. Plotseling verliet één hunner zijn zit plaats, wat de overigen, twee dames en iwee heeren, verwonderd deed opkijken. Zij zagen, dat de reiziger, die enkele mi nuten voor het vertrek in een auto was komen aanrennen, zich langzaam, met voor zichtige schreden, naar den stuurstoel be gaf. De bestuurder, die zijn nadering scheen te gevoelen, hief .zonder om te kijken, zijn hoofd op. Eensklaps schoot de hand van den reiziger naar voren en hield hem een strookje papiep yoor, waarop geschreven stond: bnsl?, „Verander van koers! Houd aan naar het Westen, als uw leven u lief is! Ik ben zelf aviateur!" In grenzenlooze verwondering wendde Fiet Donner zijn oogen af van compas en luchtdrukmeter en keek den man, die in ge bogen houding naast hem stond, aan. Het vliegtuig, dat zijn aandacht niet misse kon, dook terstond met den kop om laag. Haastig trok hij het stuurwiel naar zich toe en bracht de onmiddellijk gehoor zamende machine in den juisten stand te rug. In antwoord op het zonderlinge bevel van zijn passagier schudde hij met een be slist gebaar het hoofd, wat tengevolge had dat de koude loop van een blinkenden re volver tegen zijn slaap werd gedrukt, In de cabine begon één der dames te gil len; de overige passagiers zaten rechtop in hun zetels en staarden met strakke angst-oogen naar hetgeen in den stuur stoel voorviel. Piet Donner verloor zijn zelfbeheersching niet opnieuw. Hij wist te goed, dat zijn eigen leven en dat van degenen, die zich aan hem hadden toevertrouwd, geheel van zijn koelbloedigheid afhing. Hij begreep niet, wat de bedoeling van zijn belager kon zijn, maar hij zag in, dat hij, althans voor- ioopig. diens bevelen zouden moeten op volgen. De sterkere druk van het wapen tegen zijn slaap deed hem langzaam maar zeker van koers veranderen. Zijn hersens zochten koortsachtig naar een uitweg. „Dalen!" luidde het bevel, dat hem eenigé minuten later voor de oogen werd gehou den. Hij .gaf onmiddellijk gevolg aan het bevel met een verraderlijken stoot, die de passagiers in de cabine uit hun stoelen deed rollen. Hij wierp een snellen blik op zijn wan kelenden belager. Wat hij op diens gelaat las, bracht een grimmig lachje op zijn eigen trekken te voorschijn. Met een even verra derlijken ruk richtte hij den kop van zijn machine weder omhoog, terwijl hij tevens weder den ouden koers herstelde. Weldra werd het bevel: „Dalen!" opnieuw voor zijn oogen gehouden. Hij schudde het hoofd. De ander bracht zijn revolver dich terbij. Plet Donner's glimlach werd bree der. Zijn oogen betuurden compas en luchtdrukmeter en richtten zich daarna op het wolkengordljn, waardoor zijn vliegtuig zich een weg ging boren. Het dreigende schot werd niet gelost! „Ziezoo!" dacht hij. „Die zal mij niets doen, zoolang wij ln de lucht zijn! Maar bij de landingja, dan kon hij wel eens uit pure kwaadaardigheid losbranden, vóór er hulp komt opdagen!" Die gedachte was verre van aangenaam, al vermocht zij hem zijn koelbloedigheid niet te ontnemen. De hulp kwam echter eerder, dan hij had durven hopen. Geen van de beide mannen, die zich in den stuurstoel bevonden, had het open- piepen van het deurtje achter hen kunnen hooren; een wandelstok schoot eruit, die met een goed gemikten slag de hand, die de revolver hield, aan den onderkant raak te. Met een wijden boog vloog het gevaar lijke wapen zijwaarts overboord.... Het werd een geweldige drukte op 't lan dingsterrein. Piet Donner werd als een held geëerd en bewierookt en hij liet den pas sagier, die zoo van jfas van zijn wandelstok had gebruik gemaakt, ruimschoots in de hem bewezen hulde deelen. De man, die het leven van zijn mede passagiers in de waagschaal had gesteld, werd door sterke handen gegrepen en in verzekerde bewaring gesteld. Begrijpend, dat zijn zaak verloren was, trachtte hij de straf, die hem wachtte, door een vrijwillige bekentenis te verzachten. Enkele weken tevoren waren er uiterst belangrijke documenten tijdens het vervoer gestolen geworden. De staatssecretaris Delmont had daarom uitgezien naar een nieuwe wijze van trans porteeren, toen hij een pakje documenten, waarvoor andere mogendheden een on schatbare som zouden overhebben, wilde overmaken. Zijn secretaris had zijn gesprek met den directeur van de luchtvaartmaatschappij, dat een week vóór de verzending plaats vond. afgeluisterd. Hij wist. waar hij han dige helpers vinden kon en het complot, dat zonder de koelbloedigheid van Piet Donner succes zou hebben gehad, werd ge smeed. Men had begrepen, dat van een be- rooving op een der beide landingsterreinen geen sprake kon zijn; daarom moest de vliegenier gedwongen worden, om te lan den op een eenzame plek dicht bij de kust, waar de overige leden van de bende gereed stonden, om den aanslag verder te vol voeren. Op de bewonderende vragen van de hem omringende menschen, die niet berepen hoe hij met de revolver tegen zijn slaap ge drukt, het gegeven bevel in den wind had durven slaan, antwoordde Plet Donner vroolijk: „Dat heb ik aan dien verraderlijken stoot te danken. In mijn woede begon ik zoo plotseling te dalen, als ik nooit tevoren heb gedaanEn toen keek ik eens naar het gezicht van dien onbeschaamden vent. Och hemel! Die een aviateur, zooals hij zei. Een opsnijerl Anders niet! Zoo ziek ais een kat was hij en zoo bang als een wezel! Ik begreep toen dadelijk, dat hij niet schieten zou! ZUn eigen hachje was er immers mee gemoeid! Ik verwed er wat onder, dat hij nog nooit in de lucht was geweest! HU dacht mij alleen maar even te overbluffen- Maar die verraderlijke stoot was hem te machtig!" De verraderlijke stoot had Piet Donner niet alleen het leven gered, maar hij bracnr hem bovendien een niet onaardig kapitaal tje in den zak!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10