BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
LEiDSCH umm- Derde Bied
Dinsdag 15 Juni 1937 H
3d
BINNEN 3 O METER
De verraderlijke stoot
Werkverschaffing en steun-
verleening gedurende de
zomermaanden.
Uiteenzetting door den minister.
Op vragen van den heer Drees in verband
met een bericht, hetwelk aan een aantal
gemeenten zou gezonden zijn, om van een
bepaalden datum in Juni af tot nader be
richt aan die gemeenten geen subsidie uit
het Werkloosheidssubsidiefonds uit te kee-
ren, heeft de minister van sociale zaken ge
antwoord
De ondergeteekende wenscht in verband
met de gestelde vragen het navolgende te
bevestigen, hetgeen hij reeds bij brief dato
•8 Mei aan den voorzitter van de Tweede
Kamer in antwoord op vragen van het lid
der Tweede Kamer den heer Drees (inge
zonden 30 April) heeft geantwoord:
„Evenals vorige jaren, zal ook dit jaar
door de rijksinspecteurs voor de werkver
schaffing worden nagegaan, of en in hoe
verre in bepaalde gemeenten de werkver
schaffing en of steunverleening gedurende
eenigen tijd in de zomermaanden geheel of
gedeeltelijk zouden kunnen worden stop
gezet.
Daar dit jaar voor het eerst na een aan
tal jaren van voortdurende stijging de werk
loosheid niet onbelangrijk daalt, is de on
dergeteekende van meening, dat er dezen
zomer in een aantal gemeenten inderdaad
aanleiding zal kunnen zijn om de werkver
schaffing en of steunverleening gedurende
eenigen tijd te beperken of stop te zetten.
Bij de zich in vele streken des lands ver-
toonende opleving in het bedrijfsleven en
de daarmede gepaard gaande uitbreiding
van de normale werkgelegenheid is het
streven van den ondergeteekende er op ge
richt te bevorderen, dat de arbeiders zoo
veel mogelijk werk in het vrije bedrijf zul
len vinden. In sommige gevallen vormt
vooral gedurende de zomermaanden, werk
verschaffing een beletsel, althans een rem
voor de arbeiders om vrij werk te zoeken
De ondergeteekende heeft aan de rijks
inspecteurs opdracht gegeven om de hier
boven vermelde mogelijkheden zorgvuldig
en met groote voorzichtigheid na te gaan
en telkens overleg te plegen met de betrok
ken gemeentebesturen."
Als gevolg van deze overweging zal, in
overeenstemming met het advies der be
trokken rijksinspecteurs voor de werkver-
sfchaffing, in enkele gemeenten de ge
meentelijke werkverschaffing kunnen wor
den ingekrompen of stopgezet. Er kan op
dit oogenblik nog niet medegedeeld worden
■hoever deze maatregel zich zal uitstrekken,
aangezien nog geen beslissing over het ge-
heele land genomen is.
Het feit, dat een bepaalde gemeente een
ceel van haar belastingcapaciteit moet
missen ingevolge de daarvoor geldende wet
telijke bepalingen, geeft deze gemeente op
dien grond nog geen recht om een subsidie
uit het Werkloosheidssubsidiefonds te ont
vangen. Deze verplichte afstand van be
lastingen heeft Immers onder meer ten doel
om de kosten van den werkloosheidssteun
eenigermate over alle gemeenten om te
slaan.
De rijksinspecteurs hebben de bevoegd
heid om in bijzondere gevallen, waar zulks
noodlg blijkt, van de aanvankelijk getroffen
regeling af te wijken. Voorts blijft de mo
gelijkheid open om de arbeiders, die niet
tegenstaande hun daartoe gedane pogingen
geen werk hebben kunnen vinden in het
vrije bedrijf, in centrale werkverschaffing
te plaatsen.
Uit het bovenstaande volgt tevens, dat
het geenszins de bedoeling van den onder
geteekende is om valide werklooze arbei
ders onverzorgd te laten, noch ook om den-
zulken onderstand ingevolge de Armenwet
te doen verstrekken.
Philips op de Parijsche
tentoonstelling.
(Van onzen correspondent),
De bezoeker van het Nederlandsch pavil
joen op de Parijsche tentoonstelling zal mis
schien verbaasd staan nergens een onzer
grootste industrieën vertegenwoordigd te
zien: Philips. En hoe hij ook rondwandelt
en zoekt en speurt in de paviljoens aan de
electriciteit en de radio en alle producten,
die door Philips veryaardigd worden, gewijd,
nergens zal hij een stand van Philips ont
dekken. Wonderlijk? Neen. ahsoluut niet!
Want een industrie als Philips is het aan
zichzelf verplicht met iets persoonlijks voor
den dag te komen en kan zich niet tevre
den stellen, al is het met de eere-plaats, in
een algemeen paviljoen.
Dus een eigen paviljoen? Neen. iets be
ters. een „Triomphale Weg van het Licht
en de Radio", de decoratie van de machtige
brug Alexandre IH. die tusschen het Grand
Palais en de Invalides bij gelegenheid van
een andere tentoonstelling over de Seine ge
bouwd is. Philips neemt hiermede een bui
tengewone, we zouden wel durven zeggen:
een bevoorrechte plaats in op de Parijsche
tentoonstelling en alleen reeds het feit, dat
de tentoonstellingscommissie aan een Ne-
dsrlandsche industrie deze plaats toewees
ter decoratie, bewijst overduidelijk, hoe hoog
Philips bij de Fransche deskundige kringen
in aanzien is.
Doch tegelijk was hiermede aan de inge
nieurs van Philips een zeer moeilijke taak
opgedragen: die brug in den drukken stijl
van het jaar 1900 gebouwd omtooveren in
een modernen triomfweg van Licht en
Radio was niet gemakkelijk. Maar met ware
Fransche kunstzin is dit Nederlandsche
werk ten uitvoer gebracht. Twaalf groepen
alluminium pylonen, die overdag In het
zonnelicht schitteren als de pijpen van een
onmetelijk orgel, rijzen er op. Aan den voet
worden ze omringd door vitrines, waarin
prachtige foto's het gebruik der zoo talrijke
Philips-producten demonstreeren, terwijl de
top bekroond wordt door drie ringen, sym
bool van de radio, die op hun beurt weer
een ster dragen, symbool van het licht.
Speciaal hiervoor uitgevoerde luidspre
kers verspreiden welluidende muziek, waar
bij op te merken valt. dat deze luidsprekers
om redenen van aesthetischen aard geheel
volgens de aanduidingen van den architect
door de technici zijn uitgevoerd, een wel
zeer frappant bewijs, dat architectuur en
techniek volkomen aan elkaar kunnen
aanpassen.
Biedt overdag, wanneer het zonlicht in
het blinkende alluminium speelt, die triomf
weg van Licht en Radio reeds een prachti-
gen aanblik, 's avonds, wanneer de verlicht-
ting ontstoken is, is het een waar sprookjes
beeld. Met zachte tinten in afwisselende
kleuren gloeien die statige pylonen op. een
poëzie van licht, een machtig brok harmo
nische schoonheid, waar men onwillekeurig
even stil wordt om het geheel op te nemen
de volgende kassen: 36 verscheidenheden
semi-cactus dahlia's, 1 verscheidenheid
cactus-dahlia. 24 verscheidenheden deco
ratieve dahlia's, 6 verscheidenheden pioen-
bloemige dahlia's en 1 verscheidenheid
halskraag dahlia.
De beplanting werd uitgevoerd door drie
bestuursleden van de Ned. dahllavereeni-
ging, de heeren W. Bruidegom te Baarn,
H. Carlee te Heemstede en H. Hornsveld te
Baam.
/{öxyt) 7i Akfocif
Centrale van Rijkspersoneel
De pensionneering van ambtenaren
op 68.jarigen leeftijd.
Landelijke bijeenkomst in 't zicht.
DE TUIN VAN HET PALEIS SOESTDIJK.
De Nederlandsche Dahilavereeniging
ontving dezer dagen van Prinses Juliana
een dankbetuiging voor de zeer gewaar
deerde aanbieding, ter gelegenheid van
haar huwelijk, van de beplanting van den
tuin van het palels Soestdljk met een col
lectie van de nieuwste, door Nederlandsche
kweekers gewonnen dahlia's. Thans is de
beplanting geheel gereed. Er is een smaak
volle tuin van gemaakt, doorsneden met
wandelpaden, zoodat alle soorten goed be
zien kunnen worden. Dat was wel noodig,
want er zijn niet minder dan 68 soorten
geplant, zes planten van elke soort, van
eenige soorten meer dan zes planten, zoo
als reeds eerder medegedeeld zijn alleen de
nieuwste door Nederlandsche kweekers ge
wonnen dahlia's geschonken, verdeeld over
Te Den Haag kwam het algemeen be
stuur van de Centrale van vereenigingen
van oersoneel in 's Rijks dienst bijeen onder
leiding van den heer Perdok
In zijn openingswoord hield de voorzitter
een beschouwing over de tegenwoordige
crisis en wees op de slechte postie waarin
tal van ambtenaren en arbeidscontractan
ten vooral na September 1936 zfin komen
te verkeeren.
Hij vestigde er de aandacht op dat de
stijging van de kosten van levensonderhoud
de Centrale hadden genoopt een roep door
Nederland te doen gaan om verbetering
van de geldelijke positie van het rijks
personeel.
Spr. besloot zijn openingswoord met een
krachtig pleidooi voor opheffing van de
per 1 Januari 1936 ingevoerde 5 °/o salaris
verlaging vooral nu de Rijksmiddelen beter
vloeien en het indexcijfer van de kosten
van levensonderhoud regelmatig stijgt.
Het jaarverslag der centrale vermeldt een
groeiend ledental, dat in 1936 met 378 ls
geklommen tot 8394. Daaraan kan thans
worden toegevoegd, dat de belangstelling
voor de Centrale in 1937 wel zeer sterk is
toegenomen. Reeds in dit eerste halfjaar
1937 was de ledenwinst gelijk aan die van
1936. Het totaal ledental burgerlijk rijks
personeel zal in den loop van dit jaar vrij
zeker de 9.000 passeeren.
Nadat tal van huishoudelijke aangelegen
heden waren afgehandeld, besprak men een
nota van het dagelij ksch bestuur omtrent
het programma-punt der Centrale: pen
sionneering van ambtenaren op 60-jarigen
leeftijd.
Met de conclusie van het bes.uur. thans
geen actie te voeren voor verplichte pen-
tionneering op 60-jarigen leeftijd, doch wel
voor ontslag met voorloopige pensionnee
ring op dezen ouderdom aan hen, die da,ar-
om verzoeken en voorts aan degenen, wier
verzoek om pensionneering om redenen van
dienstbelang wordt afgewezen in elk geval
uiterlijk 1 jaar na datum van aanvrage
ontslag met bedoeld recht te verleenen,
kon de vergadering zich vereenigen.
Na een beschouwing betreffende het op
richten van een kas voor suppletie van loon
aan arbeldscon.ractanten die bij ziekte
80 0 ontvangen, werd besloten, dat een
commissie daarover zal rapporteeren.
Bij de bespreking van de huidige situatie
en voortzetting der 'actie nopens verhooging
en afwikkeling vah andere urgente zaken,
sprak de vergadering zich nogmaals duide
lijk uit, dat de openbare actie moet worden
voortgezet, opdat het der regeering duide
lijk worde, dat de laatstelijk opgelegde
salariskorting van 5 °/o, in verband met de
stijgende kosten van levensonderhoud, zoo
spoedig moegelijk moet worden opgeven.
Ook de ongehuwden-aftrek wordt als niet
juist en onbillijk aangevoeld.
Besloten werd zoo noodig in het najaar
te 's Gravenhage een groote landelijke bii -
eenkomst te organiseeren.
-nxiam
3088
(fngez, Med.)
DE A. N. XV. B.
Zomervergadering van het algemeen
bestuur.
Het algemeene bestuur van den Kon.
Ned. Toeristenbond A.N.WB. heeft in het
Amerlcanhotel te Amsterdam, onder voor
zitterschap van den heer Edo J. Bergsma
zijn zomervergadering gehouden aldus de
N. R. Crt.
In zijn openingswoord heeft de voorzit
ter hulde gebracht aan de nagedachtenis
van den nestor van het algemeene bestuur
den heer P. W. Kraake te Arnhem.
Vervolgens heette spr. den heef H. P. J.
Bloemers, burgemeester van Arnhem, wel
kom in deze vergadering, welke hij voor de
eerste maal bijwoont, nadat hij reeds eer
der het lidmaatschap had aanvaard van
het dagelij ksche bestuur, waarin hij werk
zaam ls met al den ijver, de toewijding en
kennis, die steeds zijn werk voor de ge
meenschap kenmerken.
De heer Kolfschoten, burgemeester van
Edam heeft daarna, onder instemming der
vergadering, een hartelljken gelukwensen
gericht tot den voorzitter den heer Edo J.
Bergsma, ter gelegenheid van diens dezer
i dagen herdachten 75sten verjaardag.
De balans over 1936 werd goedgekeurd en
aan het dagelijksche bestur décharge ver
leend. Besloten werd de voorziening in de
vacatures in hel algemeene bestuur vonr-
lcoulg aan te houden.
Tot stemgerechtigden werden gekozen,
in afd. m (Zuid-Holland), wegens het
overlijden van den heer W. G. de Knokke
van der Meulen te Voorburg en in afd. VU
(Gelderland), wegens vertrek naar het
buitenland van den heer E. Goppel te Velp,
de heeren mr. II. J. Santman te Rotterdam
en P. A. Rutgers, bondsconsul te Nijmegen.
DE KABINETSCRISIS.
Dr. Colijn heeft gisteren langdurig ge
confereerd met de heeren Ch. J. I. M.
Welter en mr. M. P. L, Steenberghe.
CONFERENTIE VOOR LANDELIJKE
HYGIENE IN HET VERRE OOSTEN
TE BANDOENG.
De regeeringspersdlenst meldt:
In navolging van de' Europeesche confe
rentie voor landelijke hygiëne van 1931 zal
dit Jaar ter uitvoering van een besluit van
de vergadering van den volkenbond een
conferentie ter bevordering van de lande
lijke hygiëne In het Verre Oosten worden
gehouden, welke op uitnoodiging van de
Nederlandsche regecring te Bandoeng zal
plaats hebben en op 3 Augustus as. ge-
cpend worden.
Een commissie van voorbereiding, inge
steld door het comité vcor hygiëne van den
Volkenbond, heeft vooraf een studiereis ge
maakt door Brltsch-Indlë, Burma, Siam,
Malakka, Fransch Indo-China, de Filip
pijnen. Nederlandsch-Indië en Ceylon en
in verband met haar bevindingen de
agenda voor de conferentie opgemaakt. Zij
heeft in aansluiting met den inhoud der
agenda aanbevolen, de delegaties der deel
nemende landen aldus samen te stellen,
dat daarin alle factoren, welke op de lan
delijke hygiëne van Invloed zijn, vertegen
woordigd worden en wel: burgerlijke ge
zondheidsdienst, volksontwikkeling in lan
delijke gebieden, landbouw, opvoeding,
coöperatie en sociale vraagstukken.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den minister
van Justitie zal Vrijdag niet plaats hebben.
N/TIN UTTEICN
ZOMERCONCERTEN 1937 LEO MENS.
Evenals vorig Jaar zal Leo Mens weer 3
Zomerconcerten in de Pieterskerk geven
waarvan de netto opbrengst voor het her
stellingsfonds van het orgel is. Het eerste
dezer zomerconcerten zal plaats hebben op
Dinsdag 22 Juni met medewerking van het
gemengd koor „Sursum Corda" onder lei
ding van Anthon van der Horst.
Op het programma komen o.a. voor wer
ken van Joh. Pachelbel, da Palestrlna
Heinrich Schütz, Tscherepnine en van den'
onlangs overleden organist Louis Vlerne.
ZES TOONKUNST-CONCERTEN 1937/1938.
Een interessant programma.
De Maatschappij voor Toonkunst alhier
zal in het- volgend concert-seizoen drie ge
wone en drie buitengewone concerten geven.
De gewone concerten zijn vastgesteld als
volgt: eind November 1937 Het Nieuw Hon-
gaarsch Strijkkwartet; Januari 1938 een
Fransche avond, te geven door den pianist-
componist Francis Poulenc en den zanger
Pierre Bernac, met een programma van oude
en moderne Fransche liederkunst, terwijl
Francis Poulenc enkele eigen werken zal
spelen; Maart 1938 Het Nederlandsch Ka
merorkest o. 1. v. Otto Glastra van Loon,
solisten Hans Brandts Buijs, cembalo en
Jaap StotIJn.
Het Toonkunstselzoen zal worden geopend
met een buitengewoon concert, t. w. een
opera-voorstelling, te geven door de Neder
landsche Opera-groep, een nieuw opera-en
semble, hetwelk onder de directie en alge
meene leiding staat van Otto Glastra van
Loon, Orkest Het Nederlandsch Kamer-or
kest. Uitgevoerd zal worden de opera „Die
lustigen Weiber von Windsor" van O. Nlco-
laï, in geheel nieuwe ensceneerlng en
costumes.
Deze concerten zullen alle worden gege
ven ln den „Leidsohe Schouwburg".
De beide andere buitengewone concerten
zullen worden gegeven in de kleine zaal van
de Stadsgehoorzaal. Deze zijn vastgesteld
als volgt:
December 1937 of Januari 1938: een Ba-
dlngs-Kamermuzlekavond, te geven door
Ollif Folge Fonden, viool, Johan de Nobel,
violoncello, Felix de Nobel, piano, met mede
werking van Annie Woud, zang. Op dit con
cert, dat ten doel heeft, ook in Leiden de
gelegenheid te scheppen om werk van den
componist Henk Badlngs te hooren, zullen
worden uitgevoerd de sonate's voor viool en
plano en voor cello en plano, het Plano
trio en een aantal liederen.
Voorjaar 1938: een Viool- en Piano-avond
te geven door Nap de Klljn en Allee Heksch,
van een brandende straat'
lantaarn of op 'n officieel
parkeerterrein moet uw
auto staan om vrijgesteld
te zijn van de plicht
om licht op te hebben
door
ELISE WESSELINK—RUTGERS.
De directeur van de luchtvaartmaat
schappij drukte op het electrische belletje,
dat h{j, achter zijn schrijftafel zittend, ge
makkelijk kon bereiken
„Laat Donner even hier komen!" ver
zocht hij den bode, die in de deur-opening
verscheen. Enkele oogenblikken later trad
een man in vliegers-uniform het privé-
kantoor binnen,
„U wilt mij spreken, mijnheer?" vroeg hij
„Ik heb een speciale opdracht voor je.
Donner. Je moet op je volgende vlucht een
klein pakje meenemen en aan het adres be
zorgen. dat erop vermeld staat!"
Al sprekend trok de directeur een lade
open en haalde er een klein, langwerpig
pakje uit te voorschijn, dat aan beide zijden
verzegeld was.
„Hier is het!" vervolgde hij. „Steek het
ln Je binnenzak, zoodat je het niet kunt
verliezen. En spreek er met niemand over!"
De vliegenier nam het pakje aan en be
keek hei weifelend.
„Is er geen gevaar bij?" vroeg hij.
„Hoe bedoel Je dat?"
Is het geen smokkelwaar?"
Di directeur lachte.
„Hoe kom je erbij, man? Denk je, dat
ik je zoo maar zonder blikken of blozen zou
vragen, mij in r en verdacht zaakje behulp
zaam te rijn? Maar het is waar, je hebt
eens leelijk ln den knoei gezeten door een
dergelijke opdracht! Dat heeft je zoo ach
terdochtig gemaakt!Je kunt gerust
zijn, hoor! Er zit geen smokkelwaar in en
evenmin gestolen goed!Maar wacht
eensik spreek eigenlijk wel wat boud,
want ik moet bekennen, dat ik zelf niet
vest, wat erin zit!"
De ander k: k hem zoo verbluft aan. dat
Lij opnieuw fccon tc lachen.
„Ik zal je vertellen, hoe de zaak in elkaar
z.t! zei hij. .Maar je houdt er Je mond
ovei nietwaar?"
„Natuurlijk, mijnheer!"
„Je kent immers mijnheer Delmont. den
staatssecretaris?"
„Ja'zeker, mijnheer! Ik heb hem al me
nigmaal tot passagier gehad!"
„Nu. hij wil om de eene of andere reden,
aie hij mij later wel eens vertellen zal, dit
pakje niet op de gewone manier overma
ken. Hij vroeg mij om raad. Al ruim een
week geleden. Ik stelde hem voor, om jou
dat zaakje te laten opknappen. Hij greep
dat voorstel dadelijk aan. Je kunt dus ge
rust zijn, want hij is er de man niet naar,
om de wet te willen ontduiken, al zou hij
»r ook tonnen mee kunnen verdienen!"
Dat geloof ik ook niet, mijnheer!" lachte
Piet Donner. „Maar het wordt mijn tijd!"
„Heb je veel passagiers?"
„Vier, voor zoover ik weet. Het is 's Don
derdags gewoonlijk slap".
„Goed reis!"
„Dank u, mijnheer!"
Donner salueerde en verliet met haasti
gen tred het kantoor.
De opdracht van zijn hoogsten chef had
hem verwonderd, maar spoedig zette hij met
een vluchtig schouderophalen de gedachten
uraan opzij. De zaak ging hem niet aan.
De directeur had ongetwijfeld het recht,
een dergelijken dienst van een goed be
taald en goed-behandeld ondergeschikte te
verlangen en als er iets niet in den haak
was met dat ongelukkige pakje, zouden die
twee groote heeren samen voor het geval
letje moeten opdraaien en niet hun ge
hoorzaam werktuig!
Tevreden met deze overweging, liet de
met weinig fantasie begaafde vliegenier
het geheimzinnige onderwerp eenvoudig
uit zijn gedachten wegglijden.
Buiten gekomen, stak hij het strookje
grasland over naar het vliegterrein met de
ruime hangars, waar zijn machine stond.
De passagiers hielden zich gereed, om in
te stijgen, het hangarpersoneel wachtte op
het sein tot vertrekken, dat spoedig op
klinken zou.
„Vijf?" vroeg Donner. zijn oogen op het
groepje passagiers gericht.
„Eén bijgekomen!" antwoordde de admi
nistrateur van de maatscHSRft, die ge
woonlijk bij het vertrekken der machines
aanwezig was „Vooruit maar!"
Enkele oogenblikken later scheen de vo
gel plotseling tot nieuw leven te zijn ge
wekt. Luid gonzend, met luchtige spronge
tjes schoot hij naar voren, huppelde over
het veld, hief zich op ln de lucht en zette,
snljl stijgend, koers naar het Zuiden.
De passagiers in de cabine leunden ge
makkelijk in hun zetels terug. Zij waren
allen vreemden voor elkaar en deden geen
enkele poging, om boven het geraas van de
motoren uit een paar woorden te wisselen.
De ruime cabine geleek een keurigen sa
lon, waarin plaats was voor tien personen.
Aan het eene einde leidde een kleine deur
blijkens het plaatje, dat er op was aange
bracht, naar een toiletkamertje. Aan het
andere einde bevond zich een tweede deur
tje. waarop „Verboden Toegang" stond. Dit
tweede deurtje voerde naar den stuurstoel;
de bovenste helft was van glas, zoodat de
passagiers den bestuurder met zijn kap op
en mef zijn zwaar-omrande brli voor de
oogen konden zien zitten.
Plotseling verliet één hunner zijn zit
plaats, wat de overigen, twee dames en
iwee heeren, verwonderd deed opkijken.
Zij zagen, dat de reiziger, die enkele mi
nuten voor het vertrek in een auto was
komen aanrennen, zich langzaam, met voor
zichtige schreden, naar den stuurstoel be
gaf. De bestuurder, die zijn nadering scheen
te gevoelen, hief .zonder om te kijken, zijn
hoofd op. Eensklaps schoot de hand van
den reiziger naar voren en hield hem een
strookje papiep yoor, waarop geschreven
stond: bnsl?,
„Verander van koers! Houd aan naar het
Westen, als uw leven u lief is! Ik ben zelf
aviateur!"
In grenzenlooze verwondering wendde
Fiet Donner zijn oogen af van compas en
luchtdrukmeter en keek den man, die in ge
bogen houding naast hem stond, aan.
Het vliegtuig, dat zijn aandacht niet
misse kon, dook terstond met den kop om
laag. Haastig trok hij het stuurwiel naar
zich toe en bracht de onmiddellijk gehoor
zamende machine in den juisten stand te
rug. In antwoord op het zonderlinge bevel
van zijn passagier schudde hij met een be
slist gebaar het hoofd, wat tengevolge had
dat de koude loop van een blinkenden re
volver tegen zijn slaap werd gedrukt,
In de cabine begon één der dames te gil
len; de overige passagiers zaten rechtop
in hun zetels en staarden met strakke
angst-oogen naar hetgeen in den stuur
stoel voorviel.
Piet Donner verloor zijn zelfbeheersching
niet opnieuw. Hij wist te goed, dat zijn
eigen leven en dat van degenen, die zich
aan hem hadden toevertrouwd, geheel van
zijn koelbloedigheid afhing. Hij begreep
niet, wat de bedoeling van zijn belager kon
zijn, maar hij zag in, dat hij, althans voor-
ioopig. diens bevelen zouden moeten op
volgen. De sterkere druk van het wapen
tegen zijn slaap deed hem langzaam maar
zeker van koers veranderen. Zijn hersens
zochten koortsachtig naar een uitweg.
„Dalen!" luidde het bevel, dat hem eenigé
minuten later voor de oogen werd gehou
den. Hij .gaf onmiddellijk gevolg aan het
bevel met een verraderlijken stoot, die de
passagiers in de cabine uit hun stoelen
deed rollen.
Hij wierp een snellen blik op zijn wan
kelenden belager. Wat hij op diens gelaat
las, bracht een grimmig lachje op zijn eigen
trekken te voorschijn. Met een even verra
derlijken ruk richtte hij den kop van zijn
machine weder omhoog, terwijl hij tevens
weder den ouden koers herstelde.
Weldra werd het bevel: „Dalen!" opnieuw
voor zijn oogen gehouden. Hij schudde het
hoofd. De ander bracht zijn revolver dich
terbij. Plet Donner's glimlach werd bree
der. Zijn oogen betuurden compas en
luchtdrukmeter en richtten zich daarna op
het wolkengordljn, waardoor zijn vliegtuig
zich een weg ging boren. Het dreigende
schot werd niet gelost!
„Ziezoo!" dacht hij. „Die zal mij niets
doen, zoolang wij ln de lucht zijn! Maar
bij de landingja, dan kon hij wel eens
uit pure kwaadaardigheid losbranden,
vóór er hulp komt opdagen!"
Die gedachte was verre van aangenaam,
al vermocht zij hem zijn koelbloedigheid
niet te ontnemen. De hulp kwam echter
eerder, dan hij had durven hopen.
Geen van de beide mannen, die zich in
den stuurstoel bevonden, had het open-
piepen van het deurtje achter hen kunnen
hooren; een wandelstok schoot eruit, die
met een goed gemikten slag de hand, die
de revolver hield, aan den onderkant raak
te. Met een wijden boog vloog het gevaar
lijke wapen zijwaarts overboord....
Het werd een geweldige drukte op 't lan
dingsterrein. Piet Donner werd als een held
geëerd en bewierookt en hij liet den pas
sagier, die zoo van jfas van zijn wandelstok
had gebruik gemaakt, ruimschoots in de
hem bewezen hulde deelen.
De man, die het leven van zijn mede
passagiers in de waagschaal had gesteld,
werd door sterke handen gegrepen en in
verzekerde bewaring gesteld.
Begrijpend, dat zijn zaak verloren was,
trachtte hij de straf, die hem wachtte, door
een vrijwillige bekentenis te verzachten.
Enkele weken tevoren waren er uiterst
belangrijke documenten tijdens het vervoer
gestolen geworden.
De staatssecretaris Delmont had daarom
uitgezien naar een nieuwe wijze van trans
porteeren, toen hij een pakje documenten,
waarvoor andere mogendheden een on
schatbare som zouden overhebben, wilde
overmaken.
Zijn secretaris had zijn gesprek met den
directeur van de luchtvaartmaatschappij,
dat een week vóór de verzending plaats
vond. afgeluisterd. Hij wist. waar hij han
dige helpers vinden kon en het complot,
dat zonder de koelbloedigheid van Piet
Donner succes zou hebben gehad, werd ge
smeed. Men had begrepen, dat van een be-
rooving op een der beide landingsterreinen
geen sprake kon zijn; daarom moest de
vliegenier gedwongen worden, om te lan
den op een eenzame plek dicht bij de kust,
waar de overige leden van de bende gereed
stonden, om den aanslag verder te vol
voeren.
Op de bewonderende vragen van de hem
omringende menschen, die niet berepen hoe
hij met de revolver tegen zijn slaap ge
drukt, het gegeven bevel in den wind had
durven slaan, antwoordde Plet Donner
vroolijk:
„Dat heb ik aan dien verraderlijken stoot
te danken. In mijn woede begon ik zoo
plotseling te dalen, als ik nooit tevoren
heb gedaanEn toen keek ik eens naar het
gezicht van dien onbeschaamden vent.
Och hemel! Die een aviateur, zooals hij zei.
Een opsnijerl Anders niet! Zoo ziek ais een
kat was hij en zoo bang als een wezel! Ik
begreep toen dadelijk, dat hij niet schieten
zou! ZUn eigen hachje was er immers mee
gemoeid! Ik verwed er wat onder, dat hij
nog nooit in de lucht was geweest! HU
dacht mij alleen maar even te overbluffen-
Maar die verraderlijke stoot was hem te
machtig!"
De verraderlijke stoot had Piet Donner
niet alleen het leven gered, maar hij bracnr
hem bovendien een niet onaardig kapitaal
tje in den zak!