De Koninklijk^ Familie in Amsterdam - Vliegfeesten op Waalhaven
78sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
Het Mysterie rondom
Larissa
TEWATERLATING VAN DE TANKBOOT „RUFINA"
bij de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij te Am
sterdam, bestemd voor de Cura^aosche Scheepvaart-Mij.
JIET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. - Tijdens een j.l.
ZA^Mag gehouden rijtoer braehten Joodsche kinderen op het J- D. Meyerplein
een zanghulde.
DOOR TEVEEL
UITWIJKEN -
kwam een Engel-
sche auto in deze
minder benijdens
waardige positie
FINISH VAN HET NUMMER TWEE-RIEMS-
GIEKEN tijdens de roei wed strijden van de
Koninklijke" op de Bosch baan te Amsterdam.
Njord passeert als eerste.
WIELERWEDSTRIJDEN OP DE RIJSWIJKSCHE WIELERBAAN. - Mo
ment uit den puntenwedstrijd voor profs over 10 ronden. Van voornaar achter:
van Vliet, Bernard Leene (wit) van den j
Heuvel en van Egmond.
KERKGANG VAN PRINS BERN HARD. Z.K.H. woonde in de Nieuwe
Kerk den dienst bij. De Prins verlaat het kerkgebouw in gezelschap van zijn
adjudant jhr. ir. W. G. Röell.
INTERNATIONALE VLIEG FEESTEN OP WAALHAVEN.
Een overzicht van de voor den start gereed staande vliegtuigen. Op den voorgrondde ,,Scheldemusch" linkshet
juist vertrekkende toestel vah de vermaarde Duitsche pilote Vera, von Blissing.
Roman van WERNER SCHEFF.
82)
..Ja. men gelooft, dat uw vrouw door
Kn slangenbeet gedood is."
„Door een slangenbeet?"
„Ja", ging Lombaoh verder „zoo denkt
dr. Schindler er over en die heeft op dat
ïftóed zeer veel ervaring gehad."
Hadjieff had de eerste verbazing van
Wh afgeschud. Hij was rustiger geworden,
tegelijkertijd echter voelde de commissa-
Jb, dat deze man besloten was tegenover
Jem zeer terughoudend te zijn. Was bij
tem de gedachte gerezen zich zoo goed
bogelijk te verdedigen?
•Wat u mij daar vertelt, commissaris,"
de prins langzaam, „is voor mij onbe-
Wjpelijk. Hoe zou een slang hier in La-
a's kamer gekomen zijn?"
-Daarover zullen wij ons later warm
Jiken, prins Peter. Op het oogenblik zou
a u graag het een en ander willen vragen."
„Ik sta geheel tot uw beschikking."
Daten wij in den salon gaan, zoodat wij
•"et in het bijzijn van den dooae over dln-
[w spreken, die misschien onvriendelijk
"inken zullen."
Zooals u wenscht, Dr. Lombaeh."
Men kon merken, dat prins Peter zich
'oor dit onderhoud bewapende met een
Bntser van ongenaakbaarheid. Hij had
zeker uit de woorden van Lombaeh begre
pen wat hem te wachten stond.
„Manja," zei de commissaris, toen zij den
salon betraden, „je moet ons nu alleenl la
ten. Maar je kunt iets voor mij doen, naai
den portier Reininger gaan en hem zeggen,
dat ik nu toch besloten heb om naar mijn
heer Meyer te laten zoeken. De portier
moet zooveel piccolo's, als hy maar eepigs-
zins missen kan naar den ski-heuvel en 'het
dorp sturep. Mijnheer Meyer moet in de
buurt zyn, want hij kan onmogeiyk op een
ski-tour meegegaan zijn."
Manja vertrok.
„Wilt u niet gaan zitten, prins Peter? Ik
kan zien, dat u zich niet goed voelt. Ik kan
me dat voorstellen. Ik was ook een goede
vriend van uw vrouw en in de eerste
minuten na de ontdekking voelde ik me
eveneens zwak."
„Dank u, ik sta liever!" antwoordde
Hadjieff kortaf.
Lombaeh voelde, dat de Rus zich met al
zyn krachten verweren zou. Beiden heeren
gingen tegen een van de breede vensters
staan, maar lieten elkaar als twee duellis
ten geen seconde uit het oog.
Lombaeh begon het gesprek. „Er is
hier iets gebeurd, prins Peter, dat men met
het vulgaire woord „moord" moet betite
len. Uw vrouw is volgens mijn opinie, die
op de diagnose steunt van den dokter, op
een geraffineerde manier gedood geworden.
Als ik myn fantasie werken laat, kan tk
mij zoo ongeveer een beeld vormen van
wat er gebeurd moet zijn. Iemand heeft
en gifslang, waarschyniyk een der groo-
tere adders, die hier in Duitschland zelf
niet voorkomen, op een mij nog niet geheel
heldere manier in Larissa's kamer ge
bracht."
„Maar hoe is dat mogeiyk," onderbrak
Hadjieff, die met gefronst voorhoofd de
uiteenzetting van den commissaris gevolgd
had. „Die bewering klinkt zoo ongeloofelijk,
dat elk verstandig mensch haar een fa
beltje noemen zou."
Lombaeh haalde zyn schouders op. „Ik
heb in de laatste jaren geleerd om alles
voor mogeiyk te houden. Het staat nu een
maal vast, dat Larissa het slachtoffer van
zulk een aanslag geworden ls. Kunt u my
anders vertellen, waarom uw vrouw aan
den ringvinger van de linkerhand een dui-
deiyk wondje heeft en waarom zy onom-
stootelijk door slangengif gedood is ge
worden?"
„Hoe zou ik dat kunnen verklaren?"
„U moet my juist helpen licht in deze
affaire te brengen. Ik maak u er op attent,
dat het voor u van het allergrootste belang
is om den dood van uw vrouw tot in de
kleinste byzonderheden opgehelderd te
zien."
„Ik volg uw redeneering niet, Dr. Lom
baeh."
„Nu, dan zal ik duidelijker zyn. Iedere
andere beambte van de recherche zou In
mijn plaats niet met u dit onderhoud ge
had hebben, maar u zonder meer gearres
teerd hebben!"
Hadjieff kromp ineen. Zyn gebruind ge
zicht kreeg een olyfgroene tint. „My arres
teeren? Gelooft u nu heuseh, Dr. Lombaeh.
dat ik aan den dood van myn vrouw schul
dig ben?"
Een schouderophalen van den commis
saris. „Ais Ik dat zou gelooven, met zegge
vyftig procent waarschijniykheid, dan
zou ik nu niet met u staan te spreken
Maar er zyn eenige factoren, die my er toe
brengen te meenen. dat, u een aandeel in
het verscheiden van uw vrouw heeft!"
„Daarmede wilt u zeggen, dat ik oor-
spronkelyk ook onder de verdenking
stond!" riep de man buiten zich zelf. Hij
rilde en moest zich aan de vensterbank
vasthouden. In zyn oogen gloeide een
haat, dien zyn ondervrager maar al te goed
begreep.
,31ijf kalm en verstandig," zei Lom
baeh. „het is toch het beste, dat we open
kaart spelen. Ik heb kortgeleden van
iemand, dien ik niet gaarne in de zaak men
gen wil. het verhaal gehoord van Senta en
het vergif voor den hond. Neen, schrikt u
maar niet, die zaak behoeven we niet zoo
tragisch op te nemen. U allen heeft my 'in
Berlyn voor den gek gehouden en dat heb
ik u al lang vergeven. En speciaal u hebt
mij met het Ossipow-sprookje veel extra
werk bezorgd. Ook daarover praten we
niet verder. Slechts het eene punt blyft uit
die comedie over en wel de Indruk, dien
u op my gemaakt heeft, door dat zware
vergif te willen behouden."
„Vindt u het prettig om in raadselen te
spreken?" antwoordde de Rus. De com
missaris zag echter, dat de man al zyn
brutaliteit bij elkaar schraapte om zich te
kunnen redden.
„Deze raadselen zyn gauw opgelost, zoo
dra men uw verhouding tot uw vrouw in
aanmerking neemt, prins Peter. U heeft
indertijd in Parijs Larissa leeren kennen
en heeft haar getrouwd om voor uw ver
der leven verzorgd te zijn. Daarover zyn
toch geen verdere woorden vuil te maken."
„Ik ontken dat ten stelligste!" riep Had
jieff woedend.
„Laat u my nu maar gerust verder spre
ken en wat my betreft, kunt u alles, wat
u niet past, ontkennen. U heeft in elk ge
val met de gedachte gespeeld om van uw
vrouw af te komen."
„Mynheer de commissaris, ik verbied u
zulke dingen van my te zeggen!"
..Hier heeft u niets te verbieden! Weest
u maar voorzichtig, dat u niet met andere
leden van de recherche te doen krygt. Ik
ben een vreedzaam mensch en daarby was
ik een werkelyke vriend van de arme
doode, die daar ligt. Ik weet, dat deze
vrouw u zeer liefgehad heeft, misschien
zelfs nog gedurende de laatste acht-en-
veertig uur. Daarom, terwille van Larissa's
nagedachtenis zou ik een schandaal
willen vermijden. En het zou een schan
daal worden, wanneer u onder het mes van
een officieel en publiek onderzoek zou ge
raken; dan zou men ln alle details een zeer
eigenaardig huwelyk kunnen bespreken."
Hadjieff beet op zyn onderlip. Hy boog
het hoofd om den scherpen blik van den
commissaris te ontgaan.
En omdat hy zweeg, ging de commis
saris voort: „Het was met opzet, dat' ik
daarnet over de laatste acht-en-veertlg
uur sprak, prins Peter, want in dit uur
heeft u my weer getoond, waartoe u ln
staat bent. U weet waarop ik doei. U heeft
een andere vrouw lief, of u denkt dat ten
minste, en daarom heeft u meer dan eens
ernstig er aan gedacht Larissa uit den weg
te ruimen."
„Mynheer de commissaris, ik kajr u niet
meer antwoorden. Dat isdat is
„Dat is het resultaat van nuchter over
leg, prins Peter. Zou u my niet liever ver
tellen, wat u eigenlyk voorhad, toen u eer
gisteren met Larissa opbrak om naar
Kreuzeck te gaan?"
Geen antwoord.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd),