Het Koninklijk bezoek aan de hoofdstad - Hr. Ms. „Gelderland" verlicht LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad ?8sie Jaargang FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa OP HET BALCON VAN HET PALEIS OP DEN DAM. De Koninklijke familie groet de juichen de bevolking. Prinses Juliana, Prins Bernhard, H.M. de Koningin en naast hen de heeren Vattier Kraane en Trip, resp. secretaris en voorzitter van het huldigingscomité. DE INTOCHT VAN HEP PRINSELIJKE PAAR IN AMSTERDAM. De luisterrijke stoet trekt over het Damrak, waar duizenden de trottoirs bevolken, de hoofdstad binnen. HR. MS. „GELDERLAND", BADEND IN EEN ZEE VAN LICHT, tergelegenheid van het Koninklijk bezoek aan de hoofdstad. .HOLLANDS VLAG, JE BENT MIJN GLORIE." Uit duizenden kinderkelen schalde tijdens de aubade voor het Paleis op den Dam frissche zang. Hoe ze hun best deden. de GELUKKIGE T IJ l» bK.HOEDER in den Londenschen dierentuin. DE EERSTE DIENST die rev. Jardine in Darlington leidde na zijn terugkeer van het slot Candé, waar hij het huwelijk van den hertog en do hertogin van Windsor kerkelijk inzegende. De toeloop naar de kerk. Roman- van WERNER SCHEUT. „Mijnheer de commissaris," stiet zij uit. Men kon merken, dat déze onverwachte verschijning van Lombach voor haar een Itoote opluchting beteekende. De heefen kwamen eerst in den salon; jjnks^dddrvan lagen de slaapkamer en de fedkamer van Larissa. Om' niet door de fansmu2iek gestoord tej worden had La- jssa de tweede'verdieping gekozen. Dit 'erlangen naar rust Sad haar zélfs ertoe "Wogen om' 'tijdelijk sepdi^iat van haar ®an te wonen' waht zijn lcafher was ee'ri dage lager. .Manja, is het waar?" vroeg Lombach, -hen vertelt ons dat mevrouw. .„Ja, mevrouw is dood!" bracht zij er Jit! „Ach, mijnheer, sinds ik dat gezien «eb, kan ik niet meer denken. De dokter nu binnen voor een onderzoek." „Wij zullen hem moeten storen", be goot Lombach zonder zich lang te be- ttnen. De slaapkamer van Larissa lag eenigs- «ns overhoop. Zij was waarschijnlijk laat «Pgestaan. De dokter stond over het bed gebogen; 4 had den arm van de doode opgetild en '-'oopte juist de wijde mouw op. Toep hij aoljter zich stappen hoorde, richtte hij zich op en keerde zich om. Hij was een lange, magere man met een uit gedroogd gezicht en grijze haren. „Maar heeren". zei hij gepikeerd. ..Ik wensch alleen te blijven." Dr. Lombach steide zich voor, waarop de toon van den dokter onmiddellijk ver anderde. „Pardon, commissaris, ik wist niet dat de politie al zoo gauw hier kon zijn. Mijn naam is SchindlerDr. Schindler. Ik ben huisdokter hier. voor- loopig nog de eenige dokter in Suit." „U kent zeker Dr. Streubel al?" „Zeker; maar hoe komt het, dat u al zoo spoedig hier kunt zijn?" „Dat was een toeval, doch daarover later. Voor alles zou ik willen weten, wat hier eigenlijk gebeurd is." „Ja, kon ik zelf dat maar weten", ant woordde de dokter. „Ik ben pas een paar minuten geleden gekomen. Men heeft mij van een patiënt in pension „Zugspitz" weg gehaald; uit het dienstmeisje was niet veel te halen. Voor zoovèr ik het meisje heb kunnen begrijpen, is Madame Buradiewa gedurende het laatste half uur alleen ge weest. Daarvoor waren de kapper en een manicure bij haar. Toen moest Manja een boodschap voor haar doen en toen zij terugkeerde vond zij de ongelukkige hier dood op het bed liggen, net zooals u haar hier nu ziet." De dokter deed een stap ter zijde en Dr. Lombach trad op het bed toe. Verslagen keek hij naar het ingevallen gelaat van de danseres, waarin thans de verraderlijke rimpels nog meer zichtbaar waren. Haar oogen waren gesloten, waar schijnlijk had de dokter ze reeds toege drukt. Om haar mond lag een pijnlijke trek. Haar hoofd lag diep naar achteren gedrukt, zooals meer in een folterenden doodsstrijd gebeurt. De rechterhand lag op de borst. De linker, die de dokter zoo juist losgelaten had, rustte naast het lichaam. Lombach boog zich voorover. Hij bekeek thans het stijve lichaam van de vrouw, van wie hij als oprecht vriend gehouden had, met de weetgierige blikken van den crimi nalist. Dit plotseling einde van Larissa kon geen toeval zijn. De gedachte aan een na tuurlijken dood wees hij onmiddellijk van zich af. Hier was een moord geschied. Hier hadden de menschen tegen de natuur ge zondigd, om een medemensch uit den weg te ruimen. In den aanvang van zijn onderzoek ont dekte hij geen enkel teeken dat op geweld pleging wees. Geen wond was er te zien, nergens was bloed of ook maar het gering ste spoor van een worsteling. Het scheen of een beroerte Larissa uit het leven gerukt had. Daarop duidde de typische houding van de rechterhand op de hartstreek. De dokter stond naast den criminalist. „Heeft u al een verklaring in overweging genomen, Dr. Schindler?" vroeg Lombach. „Als u mij nog een paar minuten gunt, dan geloof ik u een zeer interessante mede- deeling te kunnen doen. Mag ik u er attent op maken, dat ik Oostenrijker ben en als militair dokter in Bosnië gewerkt heb?" „Wat heeft dat met deze affaire te ma ken, Dr. Schindler?" Deze haalde even zijn schouders op. „Wilt u zoo goed zijn met Dr. Streubel voor een oogenblikje bij een der vensters te gaan staan, en mogelijk zóó, dat u mij niet in het licht staat?" Verwonderd verwijderde Lombach zich van Larissa's bed. Streubel volgde hem. en hier in het volle zonlicht, dat de sterf kamer binnenviel, kwam het opgekropte gemoed van den jongen man tot uit barsting. Lombach luisterde maar hgjf naar hem. Heimelijk zag hij toe hoe de dokter uit zijn valies een klein instrument nam en op den linkerarm van Larissa al zijn aandacht concentreerde. XII. Intusschen bezwoer Dr. Streubel den commissaris om onmiddellijk Peter Had- jieff te laten arresteeren. Larissa was immers .door niemand anders vermoord geworden. Dit opgewonden jonge mensch liet zich nu heelemaal gaan en zijn be schuldigingen kenden geen grenzen meer. Larissa was vergiftigd geworden. Hadjieff had dat voor elkaar gespeeld, omdat hij meende haar groote vermogen nu te ervenhij had het gedaan vlak voordat hij naar Parijs zou vertrekken en znu nu in zijn vlucht ook Irene Wallon in het ver derf storten. „Beste Streubel, bedaart u toch." verzocht Lombach, „u raast maar door en loopt de gebeurtenissen ver vooruit. Misschien heeft Larissa zelf niet geweten, dat ze een hartkwaal had. Dat zou met het oog op haar vroegere beroep zeer wel mogelijk zijn. Danseressen doen zeer zwaar lichamelijk werk waaronder haar hart vaak te lijden heeft." Streubel schudde zijn hoofd. „Het kan mij niet schelen wat de dokter ook zeggen mag. Hadjieff is de moordenaar!" „Dus u gelooft, dat hij mij bij mijn aan komst een briefje geven laat, waarin hij dat tot op zekere hoogte bekent?" „Wat heeft dat briefje met Hadjieff te maken?" „Maar dr. Streubel! Voorlooplg is dat stukje papier slechts een vingerwijzing. Maar wacht even. de dokter zal ons direct wel vertellen, dat Larissa een natuurlijken dood gestorven is." „En ik blijf toch bij mijn bewering", zei Streubel hardnekkig. Daarop bleven de mannen zwijgend wachten, tot de geneesheer zich oprichtte en hen wenkte naderbij te komen. „Ziezoo, er is geen twijfel meer moge lijk", zei de dokter. „Wat mij onmiddellijk opviel was de eigenaardige verkleuring van den linkerarm, die blauw, ja nu bijna zwart is. Dit heeft voor mij maar één ver klaring voor hetgeen haar dood veroor zaakt kan hebben!" „En dat is?" „Madame Buradiewa is door een slan genbeet gedood!" antwoordde Dr. Schind ler zoo rustig en overtuigd, dat elke tegen werping van Lombach overbodig werd. De commissaris stond dan ook doodstil en tv/ij felde niet aan de diagnose van den geneesheer. „Ik heb u toch verteld, dat ik jaren in Bos nië doorgebracht heb en ik zei dit opzet telijk. Wij hadden in 1909 in de buurt van Trebinje een garnizoen aan de Montene- grijnsche grens. De lente was buitenge woon vochtig geweest en werd gevolgd door een zeer heeten zomer. Reeds eerder was daar de zandadder. De vochtigheid en de warmte hadden de slangen zich op een catastrofale manier doen vermenigvuldi gen. Ik heb dien zomer eenige honderden soldaten en burgers voor een slangenbeet moeten behandelen. Er waren gevallen bij, die niet meer gered konden worden, en daar de patiënten meestal In den arm ge beten waren, kon ik daarvan een speciale studie maken. Het is wel een eigenaardig toeval, dat ik Madame Buradiewa zoo kort na haar dood kon onderzoeken. Ik ga er orat op. dat ik expert ben wat betreft slan- ,enbeten. Verder kan ik u ook zeggen, dat het geen zandadder geweest is maar een veel grootere en meer vergiftige adder, waardoor deze vrouw den dood gevonden heeft." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5