H.M. de Koningin ontvangt dr. Colijn - Brand in zwembad te Amsterdam
IBiie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
Het Mysterie rondom
Larissa
DE DUMONCEAU BEK ERR IT IN BELGIE EN LUXEMBURG, v. d.
Kamp maakte met zijn Opel een salto nabij Pont de Misère (Lux.) Karei
Ton op Ford kan met groote moeite het obstakel passeeren.
PONDEN'JJENTÖON STELLING - te
's-Hertogenbosch. De New Foundlan-
der Harold van klein Candia" tracht
het hoofd koel te houden.
DE MINISTER-PRESIDENT, DR. II. COLIJN, is Zaterdagmiddag door H.M. de Koningin
op het Paleis Huis ten Bosch, in verband met de kabinetsvorming, ter conferentie ontvangen
Dr. Colijn verlaat het- Huis ten Bosch.
DE BRAND IN IIET SCHINKEL-
BAD te Amsterdam. Overzicht
van de in brand staande badhokjes
NATIONALE TRAININGSWEDSTR1JD op de Sintelbaan to Amsterdam, georganiseerd
door de Kon. Ned. Athletiek-Unie. FinaJe 100 meter. 1 W. van Beveren (A.V. 1923), 2. Tj.
Boersma (A.A.C-) en 3. H. Baumgarten (Trekvogels).
EEN DIE BIJ WARM WEER TE BE
KLAGEN IS. De tamboer maitre
van de Kon. Harmonie uit 's-Herto
genbosch met zijn berenmuts.
OUD EN NIEUW. De bezoekers van de luchtvaarttentoonstelling op het
vliegveld Twente arriveeren op het terrein per oude paardentram. De
paardentram voor de D.C. 3 Reiger".
Roman van WERNER SCHEFF.
10)
Achter de bergen was de zon reeds op-
toornen, maar voorloopig was daar niets
aders van te merken, dan een dun grijs
™t. Beneden in het dorp brandde de
ftaatverliohting nog en waar de weg naar
Mt station voerde, stonden de lantaarns in
Wi lange rij als netjes opgestelde soldaten.
Ades scheen nog in diepe rust te zijn en
dechts hier en daar zag men mêhschen
"isschen de huizen. Tusschen het dorpje
het hotel waren overal pensions ver
gooid, waarin de minder bevoorrechte
testen van Suit tegen redelijke prijzen een
Wdcrdak konden vinden.
"ins Peter keerde zich na een poosje
w en betrad de loods, waarin de winter-
jWrtartikelen bewaard werden. Hier
pandde slechts een enkele electrische
Wilamp.
Niettegenstaande het vroege uur was een
Huisknecht, reeds bezig een paar ski's met
in te" smeren. Peter sprak den man
fsn en langzamerhand ontspon zich het
;aK alledaagsche gesprek: of de sneeuw
'mdaag los of vast, zou zijn en of het
'aarom noodig zou zijn min of meer was
'*K de loopvlakken van de ski's te smeren.
•Het ziet er naar Föhn uit!" zei Seppl.
ut tij de gasten van het hotel een groote
populariteit genoot. „Gelooft u mij gerust,
een beetje te veel Was zal niet schaden."
Hij zei dat in de Beiersohe tongval, waar
mede prins Peter eenigszins bekend was.
„Dus je denkt, dat er sleoht weer komt?"
vroeg de Rus.
„Zeer zeker, er zit versche sneeuw in de
lucht, maar eerst krijgen we storm."
„Nu, tot aan Kreuzeck, waar we in vijf
of zes uur zullen zijn, zal het weer wel
houden. En vandaar kunnen we, als het te
erg wordt, met de kabelspoor naar Gar-
misch en dan met de electrische terug naar
Suit."
Seppl haalde zijn schouders op en wreef
aandachtig was op een van de ski's van
den prins. Hadjieff bekeek een ander paar.
„Voor mijn vrouw zullen we d? zee
hondenvellen maar meenemen", zei hij ter
loops over zijn schouder.
„Voor mevrouw, natuurlijk! Anders is de
tocht over de Sulter Rücken voor haar veel
te vermoeiend", antwoordde de man.
Hadjieff stapte weer naar buiten. Gedu
rende deze laatste minuten was het veel
lichter geworden. Aan den overkant van
het dal, daar waar het aan Oostenrijk
grensde, zag hij reeds een gezelschap ski-
loopers, die klaarblijkelijk in het donker al
vertrokken waren en die nu halverwege de
berghelling achter elkander aan mar
cheerden. Zij kwamen slechts langzaam
vooruit, tenminste zoo kwam het den toe
schouwers voor.
Na ongeveer tien minuten verscheen ook
Larissa Buradiewa. Zij kwam uit het hotel
begeleid door den portier. Zij was gekleed
in een keurig ski-pak, dat haar er veel
jonger deed uitzien. Een Baskische muts
bedekte haar hoofd en zij zag er uit als
een knappe jongen, vooral haar jeugdige
manier van loopen versterkte dezen indruk.
„Mijnheer Reininger zegt, dat wij storm
en sneeuw zullen krijgen", riep zij haar
man toe, dien ze van te voren maar vluch-
tigjes gesproken had. „Hij vindt het niet
raadzaam om met dit weer zulk een verren
tocht te maken."
Peter Hadjieff keerde zich op de hakken
van zijn stevige ski-schoenen om.
„Wat voor onzin vertelt u mijn vrouw
daar, Reininger?" vroeg hij den stevlgen.
Ietwat corpulenten portier! „Seppl zegt,
dat het pas na den middag slecht weer zal
worden!"
„Dat kan men nooit zoo precies van te
voren berekenen, mijnheer!" zei de portier
heel hoffelijk, „het is een absoluut zeker
teeken, wanneer daarboven in het Wetter-
steingebergte de mist zoo woelig is. Dan
sneeuwt het gewoonlijk al in Tirol en het
slechte weer is op weg hier naar toe."
„Zie maar eens zelf, hoe ge u vergist,
Reininger. Daar op de westelijke helling
klimt al een heele rij touristen naar het
Wettersteingebergte. Denkt u dat die men-
schen zoo onvoorzichtig zullen zijn om den
storm juist tegemoet te loopen?"
Reininger haalde zijn schouders op. „Voor
geoefende ski-loopers is het natuurlijk niet
zoo gevaarlijk", bromde hij, terwijl hij een
zijdellngsöhen blik op Larissa wierp.
„Bah, wij zullen het toch veel gemakke
lijker hebben, dan die daar bij het Wetter
steingebergte. De weg naar boven over de
Sulter Rücken is kinderspel. Trouwens ik
heb er voor gezorgd, dat mijn vrouw zee
hondenvellen aan de ski's heëft."
„Kan ik nog iets voor u doen?" vroeg de
portier.
„Neen. dank u, Reininger. Wij zijn óf
morgen weer terug, óf in den loop van den
avond met den trein."
De portier maakte een buiging en ver
dween weer in het hotel.
„Om eerlijk te zijn", zei de danseres tot
haar man, nadat zij een poosje aandachtig
naar het onrustige wolkenspel bij het Wet
tersteingebergte gekeken had, „heb ik wei
nig lust in dit uitstapje. Als jij niet zoo
graag Irene en Streubel een verrassing had
willen bereiden, zou ik vandaag niet mee
gegaan zijn, vooral ook nu Hochmeyer er
niet bij is."
„Je weet toch wel, dat Hochmeyer ook
geen duizendkunstenaar Is!" meende Had
jieff. „Geloof mij, ik kan net zoo goed ski-
loopen als hij."
„Zeg dat niet. Hij kent het gebergte als
zijn eigen zak!"
„Het zou alleraardigst zijn, Larissa, als
wij onderweg eensklaps voor de neuzen
staan van Irene en Streubel. Trouwens het
wordt tijd, dat wij gaan. De menschen uit
de „Alpenrose" zullen wel op tijd aan het
rendez-vous zijn."
„Ik vind het ook niets prettig, dat wij
met vreemden meegaan", zei Larissa ver
drietig. „En je moet me beloven, Peter, dat
je steeds bij mij zult blijven. Ik hoop. dat
we boven In de hut een uurtje rust zullen
krijgen, zoodat ik weer wat op adem ko
men kan,"
„Larissa, je weet, dat ik me steeds naar
je wenschen richt en dat ik alleen maar
om jou een plezier te doen niet met Irene
en Streubel meegegaan ben."
Dat stelde de danseres gerust. Hadjieff
riep Seppl uit de loods. Deze kwam met de
ski's en den rugzak van den prins en hielp
Larissa met het aanbinden, terwijl hij
haar eenige goedgemeende raadgevingen
gaf. De zeehondenvellen had hij reeds
vastgemaakt, zoodat Larissa voor het stij
gen zich niet te zeer behoefde in te span
nen. Juist had Seppl haar den ski-stok in
de hand gedrukt, toen Hadjieff van het
terras haar toeriep, dat het gezelschap,
waarbij zij zich zouden aansluiten, reeds
uit het dal naar boven kwam. De morgen
was nu ten volle aangebroken, maar de
zon hield zich nog steeds schuil achter
jachtende wolken. Een zachte, onmerkbaar
sterker wordende wind kwam de helling af
tegen de zich langzaam opwerkende ski-
loopers, zonder voorloopig hun gang te be
moeilijken.
Er waren meer dan twee uur verloopen
sinds men het tochtje begon. Het dal van
Suit zag er in de diepte uit alsof het uit
een speelgoeddoos genomen was en op de
versche sneeuw gezet was. Het Post-Hotel
was ook tot een miniatuur-huisje inge
krompen. Enkele menschen en kleine voor
werpen waren niet meer te herkennen. De
lucht was vochtig en lag zwaar op de lon
gen. Wolkenflarden kwamen van boven
en zweefden langs de ski-loopers als op
gestane geesten van afgestorvenen.
De atmosfeer was angstaanjagend. Nie
mand sprak een woord. Allen hadden ge
noeg te doen om met den aanvoerder ge
lijken tred te houden. Deze, een stevig ge
bouwde advocaat uit München, had den
vorigen avond met eenige terughoudend
heid er in toegestemd, dat Prins Hadjieff
en zijn vrouw zich bij zijn gezelschap aan
sloten. Achter den advokaat volgden nog
vijf andere personen met lange stappen.
Dezen waren een professor en vier studen
ten, ook uit München, allen buitengewone
ski-loopers, voor wie noch een moeilijk ter
rein, noch slecht weer eenig bezwaar op
leverden.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).