LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa I ó'T"i U das terwllle van Larissa en mij I een beetje minder nadrukkelijk I "»wn?" vroeg de Rus nog eens met 18ste Jaargang Roman van WERNER SCHEFF. 113) ••Die mogelijkheid bestond gisteravond P°|i voor u mij naar uw huis ontboden prins Peter. Jammer, dat u er pas zoo 'Ut achtergekomen bent, wie het was, die vrouw en u het leven bemoeilijkte." ■Zoudt u niet, om ons een genoegen te I «oen. I lii een hitzondering kunnen maken en I '"cnael de kans geven een nieuw leven te 1 "tanen? Als hij wat later berouwvol bij ■h terugkomt, zou ik hem onopvallend I J? 3e}ü kunnen geven, zoodat hij naar I buitenland zou kunnen gaan en daar I B anders vinden." I ^nt werkelijk een edelmoedig I cn, .prins Peter," zei de commissaris. I n,.s a vis merkte het daarin opgesloten ■ueasme niet eens. '"allerinnemendste glimlachje. I touw maar 'n het belang van u en uw I i v z°u ik toch vanmorgen nog eens I,?.?nier willen onderzoeken." I ™ln slaapkamer?" I tonnè nail,utlijk. Ziet u, wij criminalisten I ïaal no°it genoeg leeren, en ik zou I utó,ee?iS dcnzellden weg gaan en onder- - uien uw voormalige chauffeur ge- heeft, om mij er van te overtuigen, wat voor sporen hij heeft achtergelaten Nu ik weet, wie het geweest is, zal ik zulke sporen beslist ontdekken." Hadjieff beet op zijn onderlip. „Dat is fataal," stiet hij uit. „Wat?" „Nu, zoodra ik Ossipow's briefje had, dacht ik het recht te hebben de kamer weer te openen en in orde te laten bren gen. En dat was omstreeks een uur ge leden." „Jammer, erg jammer," meende de com missaris in antwoord op deze mededeeling, die hem onder andere omstandigheden woedend gemaakt zou hebben. „Nu, dan heeft het geen doel, dat-ik nog eens bij u kom." „Uw bezoek is ons steeds welkom!" ver zekerde de echtgenoot van madame Bura- diewa. terwijl hij opstond. „Maar u be hoeft toch niet altijd officieel als commis saris te komen. O ja, bijna had ik vergeten u nog iets te zeggen, dat u misschien ln- teresseeren kan. Larissa heeft na al deze opwinding besloten om reeds vanavond naar München te reizen en vandaar uit on middellijk naar Suit am Hang te gaan." Eigenaardig, dit nieuwtje maakte een dieperen indruk op Lombach, dan al het andere dat Prins Peter hem tot nu toe meegedeeld had. Hij kon zijn verbazing niet verbergen. „En ik dacht, dat u nog minstens een week in Berlijn wilde blijven?" merkte hij op. „Daarin is verandering gekomen. Be grijpt u niet. waarde Dr. Lombach, dat momenteel mijn vrouw een hekel aan dat huis heeft? Zij heeft in de laatste uren zooveel pijnlijks ondervonden, daarbij zulk een teleurstelling gehad, dat zij a tout prix een onmiddellijke verandering van om geving wenscht. Wij blijven misschien een paar dagen in München, totdat het weer wat opklaart. Maar dan gaan wij direct door naar Suit am Hang, waar de sneeuw reeds drie voet hoog moet liggen." „Dan zal ik uw vrouw voor haar ver trek waarschijnlijk niet meer zien, prins Peter." „Dat zal Larissa ten zeerste spijten. U weet, dat zij u zeer genegen is. Wat dunkt u er van om bij ons Kerstmis te komen vieren?" „Dat is geen slecht idee! Ik liep al met een plannetje rond om er eens voor een dag of veertien uit te knijpen." „Nu, als ik dat aan Larissa zeggen mag, dan zou zij zeker erg verheugd zijn. Kunt u ski-loopen?" „Ja, een jaar of vier geleden was ik nog een tamelijk goede ski-looper," „Nu, in Suit zult u een helling vinden, zooals er weinig in Europa zijn. Ik weet niet, of u de snelle ontwikkeling van dit plaatsje gevolgd hebt." „Voor het laatst was ik in Suit, zes, zeven jaar geleden en toen was het nog een eenzaam dorp in het hooggebergte, niet ver van Garmisch-Partenkirchen, en slechts af en toe bezocht door enkele ge harde skiërs. Maar tegenwoordig moet het al een geduchte concurrent zijn voor Gar- misch, ja zelfs voor de Zwitsersche sport centra. Het hotel Post moet een zeer mooi en modern hotel zijn" „Absoluut, men leeft er zooals men in St. Moritz of Pontresina gewend is. En de natuur is schitterend. De Zugspitze ge kroond met witte wolken kijkt op Suit neer." „U schijnt een liefhebber van natuur schoon te zijn!" „Ja, Suit trekt mij geweldig aan met haar door sneeuw bedekte bergen. En voor al nu, na al dezebuitensporigheden." „Nu, wat dat betreft, zullen wij het daar maar bij laten. Michael Ossipow krijgt een kans om aan de recherche te ontsnappen," zei de commissaris op zijn besten officieelen toon, „stelt u nu maar uw vrouw gerust. Mocht hij hier in Berlijn onverwachts op duiken, dan zal ik mij tot u wenden, prins Peter, opdat hij de middelen verkrijgen kan om naar Amerika te gaan. Ik behoor tot hen, die gelooven, dat de eerste mis stap van een mensch niet altijd beteekenen moet, dat zijn toekomst verloren is." „Een heel fatsoenlijke manier van den ken, Dr. Lombach. Ik had trouwens van u niet anders verwacht," verzekerde Had jieff. Zelfs iemand, die minder menschen- kennis had dan de commissaris zou het opgevallen zijn, hoeveel interesse prins Peter voor het lot van zijn chauffeur toon de en hoezeer hij opgelucht was, door de belofte van den commissaris om Ossipow een kans van ontglippen te geven. Hoe verbaasd zou prins Peter echter ge weest zijn, als hij na zijn afscheid van Dr. Lombach, dezen had kunnen gadeslaan. Want van de voordeur, waar hij den prins goede reis gewenscht had, met het ver zoek zijn complimenten aan madame Bu- radiewa over te brengen, rende de commis saris terug naar zijn kamer, haakte de telefoonhoorn af en liet zich onmiddellijk met het Berlijnsche hoofdbureau van poli tie verbinden. Toen de Alexanderplatz zich gemeld had, liet hij zich met de kamer verbinden waar zijn assistent Heinke reeds aan het werk was „Goeden morgen. Heinke!" „Goeden morgen, commissaris." „Ben je aan het geval Iirollman bezig? „Jawel, commissaris." „Daar is voorloopig geen haast bij. Luis ter nu eens aandachtig en maak de noo- dige aanteekeningen. Wanneer ik straks op het bureau kom, moet hiermede reeds een begin gemaakt zijn. Potlood en papier bij de hand?" „Natuurlijk, commissaris!" „Nu, luister. Je moet nagaan of wij een man kennen, die zich baron Hohenberg noemt en die waarschijnlijk niet zoo lang geleden in een tuchthuis gezeten heeft; of hij een Duitsch tuchthuis met zijn aan wezigheid vereerd heeft, weet ik niet." „Waar moet hij vandaan gekomen zijn, chef?" „Uit de Vereenigde Staten, of Canada!" „O. K. en verder commissaris?" „Probeer onzen ouden vriend Negrelli bij zijn kraag te krijgen. Ze zult je hem wel herinneren. Twee of drie jaar geleden heb ben wij hem achter slot en grendel gezet." „Ik heb het al, commissaris, dat was immers die Italiaan, die tot de bende van Morszynski behoorde?" „Je hebt een prachtig geheugen, Heinke. Ik zou er een lief ding voor over hebben, als wij dien Negrelli vandaag nog te pak ken kregen. Tot vanmorgen was hij mixer in de Britannia Bar in de Fasanenstrasse. Laat het naspeuren daar een aanvang nemen." „In orde chef, heeft u nog iets?" „En of. Het belangrijkste komt nog. Schrijf den naam op van Michael Ossipow. Met een w." „O, natuurlijk een Rus." „Schrijf het volgende signalement op: meer dan middelmatig groot, pootig, stroo- blond, stijf haar, goedmoedig boerengezicht met veel puistjes er op. Zoover als ik mij ;an herinneren, heeft hij lichtblauwe oogen. Hij is zeer onbehouwen, ziet er goedmoedig en naïef uit. Als speciaal ken merk kan je noteeren, dat hij een littee- ken van een schotwond door de rechter hand heeft; een souVenirtje uit den oorlog." (Nadruk verboden). (Wordt vervoledl, DE H O LLA NDI A-ROEI WE D S TRIJ DEN OP DEN OUDEN RIJN. Eindwedslrijd vierriemsgieken juniores B. Van voor naar achter 1. Laga, 2. Argo en 3 Njord. DE EXGELSCHE KONING BEZICHTIGT HET VLAGGESCHIP VAN ZIJN VLOOT IN AANSLUITING OP DE GROOTE VLOOTREVUE TE SPITHEAD. Koning George aan boord van do "Nelson". NOODLANDING VAN DUITSCH VLIEGTUIG TE ZIJLDIJK (Gr.). - De vleugel van het vliegtuig raakte eerst de voorruit van «en auto (rechts). Met kruisje de plaats waar de heer Schoonveld stond, die bij de landing werd geraakt en op slag werd gedood. Na de botsing draaide de madhine een heelen slag om. MAANDAG A.S. ZAL DOOR H>M. DE KONINGIN op de werf van de Ne- derlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam de flottieljeleider Tromp" te water worden gelaten. Het schip op de werf. ERNSTIGE BOTSING TE AMSTERDAMtusschen een vracht auto en een wagen van lijn 14. De chauffeur werd zwaar gewond. De geheel vernielde cabine der auto. DE 1IOLLA N DIA-ROEI WEDSTRIJDEN OP DEN 01 DEN RUN BIJ ALPHEN. ^-> Stijlroeien vierriemsgieken juniores. Op den voorgrond ,,Laak"y daarachter „Nereus".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5