Oceaanvlucht van Dick Merrill - De bouw van het Prinselijke jacta LEiDiCH DAGBLAD Tweede 78s(e Jaarpa FEUILLETON Het Mysterie rondom Larissa DE BOUW VAN HET PRINSELIJKE JACHT, op <ie werf vau de Vries Lentseh te Amsterdam, vordert goed. De arbeid op het voorschip. Het klinken van de wanden. DICK MERRILL, de Amerikaansche aviateur, die in ruim 21 uur van New York naar Londen vloog. Hij zal Donderdag terugvliegen met films van de kroningsfees ten. Merrill bij aankomst op Croydon. Vlak achter hem de tweede piloot Jack Lambrié DUITSCHE MEISJES TE LONDEN VERWELKOMEN VELDMAARSCHALK VON BLOMBERG, den Duitschen minister van Oorlog, hoofd van de Duitsche delegatie bij de kroningsfeesten 17.000 AAN SIERADEN WERD ONT HEEMD bij een inbraak in het MRin- genhuis" in de residentie. Het gat in 't pla fond, waardoor de inbrekers binnenkwamen. EEN ZELDZAAMHEID IN ARTIS Een tamme kangoeroe. Dank zij de on vermoeide zorgen van den oppasser is men thans zoo ver, dat het anders zoo schichtige dier, pinda's uit den mond van den oppasser haalt. DE BEMANNING VAN HET NAAR CEUT.V OPGEBRACHTE S.S. „JANU" - n vrijgelaten. Met heb motorschip ,,Baloeran" kwam de bemanning te Rotterdam aaa. Links kapitein L. de Koning van de „Janu". Roman van WERNER SCHEFF. 0 Dr. Lombach beet op zijn onderlip. Alsof "Ij ben indruk van de onderbreking zoo spoedig mogelijk uit den weg wenschte te belpen, wendde hij zieh tot de vrouw des huizes en zei rustig: „Oprecht gespro et, lieve vriendin, houd ik deze kleine ™>raak, óf voor een toevallig gebeuren, 01 voor een onhandige poging, om aandacht van meer gewichtige zaken 11 te leiden. Zij, die de onderbreking ge rangeerd hebben, weten zeer goed, dat w beiden bevriend zijn. Men wil mij waarschijnlijk op een valsch spoor bren gt Daarom hecht ik niet veel beteekenis aan het feit, dat een vreemde deze kamer s binnengedrongen. Veel belangrijker acht 'Matgene, wat Manja mij reeds in den «ta verteld heeft." «Heeft zij het u dan al verteld?" stiet danseres uit en In haar oogen lichtte ,'erwarde angst. «SI sprak van een derde waarschu wt zei Dr. Lombach, nadat hij zich met snellen blik ervan overtuigd had, dat ?®®and hem en het echtpaar kon beluis- .ten. „ven week geleden heeft u mij een "Wiemen brief getoond, dien wij toen Se'1»' product van een krankzinnige ió«a' die 1)rief waarschuwde mij voor het voor een groot gevaar. Gisteren ™en ontving ik een tweeden brief, die zonder twijfel door dezelfde hand geschre ven is. Het schrift is identiek met dat van den eersten brief." „Wat was deze nieuwe waarschuwing?" „Dezelfde mededeeling als van den eer sten brief. Ik kreeg den raad den brief in de prullemand te gooien." „Ik hoop, dat u dat niet gedaan heeft. Ik begrijp niet. Prins." en de commissaris wendde zich scherp tot Hadjieff, „waarom u mij niet onmiddellijk bericht gestuurd hebt." „De paar laatste mooie dagen hebben wij voor een auto-tochtje gebruikt," ant woordde de aangesprokene, „en daarom zijn wij er niet toe gekomen, om eerder met u over het gebeurde te spreken." „En de derde waarschuwing?" „Die is inderdaad op een manier in mijn handen terecht gekomen, waarover te denken valt," hernam de danseres. „Op hetzelfde oogenblik namelijk dat Manja van de galerij riep, dat er inbrekers in het huis waren, voelde ik plotseling, hoe een briefje onder mijn vingers; die ik op het tafelblad had nisten. geschoven werd." Dr. Lombach schudde zijn hoofd in ver bazing. „Dus in het donker, vlak voordat de séance afgebroken werd?" „Ja, toen het licht opging zag ik het briefje en stak het bij mij. Later heb ik het gelezen. Hier is het." Madame Buradiewa diepte uit de lange mouw van haar toilet een briefje op, dat zij aan Dr. Lombach overhandigde. Deze las het en schudde wederom het hoofd. Met een onzekere en kriebelige hand wa ren op een stuk papier de volgende woor den geschreven: „Pas op. het gevaar is dichterbij, dan gij vermoedt." „Het is in derdaad hetzelfde schrift als van den eer sten brief." meende de commissaris, ter wijl hij het papier scherp onderzocht. Daar ziet u weer dat karakteristieke haaltje bij de „g"; uit duizend schriftproe- ven zou ik het kunnen herkennen. Ik blijf bij wat ik een paar dagen geleden gezegd heb: dit is het schrift van een oude vrouw. Dat staat vast." „Maar, waarde Lombach, onder mijn gasten is toch geen oude vrouw!" „Dat is waar, Larissa, daaruit volgt, dat het briefje van te voren klaargemaakt was „En u gelooft dus, dat een van de vier personen, die in aanmerking komen, mij in de laatste paar seconden van duisternis het briefje toegestopt heeft?" De commissaris haalde de schouders op. „Ik ben niet alwetend, ik kan slechts combineeren, maar wacht even Larissa, u kunt mij een beetje verder helpen. Hier heb ik een notitieboekje en potlood. Hier.. deze cirkel is de tafel, waaraan u zat, toen de geest van den gesneuvelden soldaat opgeroepen werd, en wiens verschijning... en dat moeten wij niet vergetende wensch van Dr. Streubel was. Schrijft u nu op, hoe u met uw gasten om de tafel zat." „Zeker, ik zal zoo bescheiden zijn, om met mezelf te beginnen. Hier zat ik, aan mijn rechterhand zat mijn man, links van mij Baron Hohenberg, naast den baron Dr. Streubel, naast deze juffrouw Wallon, en tusschen juffrouw Wallon en mijn man had professor von Kaadeh plaats geno men." ,Een oogenblik, als 't u blieft," verzocht de commissaris, toen Larissa deze volg orde opgeschreven had, „ik moet dat beeld even in mij opnemen." Ongeveer twee minuten gingen voorbij, loen keek Lombach de danseres weer aan. „Bent u een overtuigd spiritiste. Larissa?" .Dat weet u wel, Dr. Lombach, daar hebben wij al te vaak over geredetwist. U bent niet overtuigd. Ik echter ben met hart en ziel de zaak toegewijd." Hij glimlachte. „U waart zeker geheel verzonken in de aanwezigheid en de mede- deelingen van dien armen jongeman, wiens rust op het slagveld van Vlaanderen men hedenavond gestoord heeft?" „Ja, Zijn verhaal over het laatste ge vecht was hartverscheurend," gaf madame Buradiewa toe, „en de séance heeft erg lang geduurd, bijna drie kwartier." „Dank U, nu weet ik genoeg." „Wilt U zoo goed zijn Pierre te laten roepen." Na een korte pauze verscheen Pierre, „Pierre, sluit deze kamer af en zorg er voor, dat mijnheer vanavond in een van de lo geerkamers slaapt", beval de commissaris. „Je staat mij er voor in, dat voorloopig alles blijft, zooals het is.« Morgen vroeg komt een beambte van de recherche, die hier een uurtje werk zal hebben. Daarna mag je de kamer weer in orde brengen." Pierre kon er toe komen een buiging van eenige centimeters te maken, hetgeen moest beduiden, dat hij de opdracht van Dr. Lombach aanvaardde. Door de gang keerde men op over de galerij terug. Op de galerij vond men Pro fessor von Kaaden met zijn armen over de borst gekruist, wachtend op de drie personen, die veel langer dan een kwartier weggebleven waren. Madame Buradiewa sprak hem in het Russisch aan. Zij scheen hem een standje te geven, omdat hij niet beneden op hen was blijven wachten. Hij verweerde zich met grooté beslistheid. Zijn gezicht zag er opgewonden uit. Zonder op de verdere aanmerkingen van zijn vroegere vrouw te letten, wendde hij zich bruusk van haar af en sprak tot Dr. Lombach: „Ik zou U gaarne dringend spreken, Dr Lombach, maar alstublieft onder vier oogen". „Zeker Professor, wij beiden zullen hier boven blijven en Prins Peter zal wei zoo vriende lijk willen zijn onze vriendin Larissa naar beneden te begeleiden." Het ontging den conjmissaris niet, op welk een aarzelende manier, zoowel d« prins als madame Buradiewa aan deze uit- noodiging gevolg gaven. Beiden schenen het onplezierig te vin den, dat Dr. Lombach de een of andere mededeeling van von Kaaden zou ontvan gen. Des te meer was de commissaris ver baasd, toen reeds uit de eerste woorden van den Professor bleek, dat, noch de prins, noch zijn vrouw in eenig verband stonden met wat hij had te vertellen. „Wat ik u te vertellen heb, zou van het grootste belang voor u kunnen zijn, Dr. Lombach", begon de Professor, die niet tegenstaande zijn zestigjarigen leeftijd een man van nog groote vitaliteit bleek te zijn. „U was gedurende eenigen tijd niet beneden en u kunt dus niet weten, wat zich daar intusschen afgespeeld heeft." De man was een zeer onsympathiek iemand. Reeds tweemaal had Dr. Lom bach hem hier in huis ontmoet, en eiken keer had hij het gevoel gehad een afschu welijke pad te hebben gezien, die hij liefst maar uit den weg bleef. Hij spande zich echter in, om zoo beleefd mogelijk te zijn. „Ik zou u zeer dankbaar zijn, Professor, als u mij wilde vertellen, wat zich onder- tusschen beneden heeft voorgedaan." „Er is een opgewonden scène geweest tus schen Irene Wallon en Dr. Streubel." „.Hebben de twee jongelui gekibbeld?" „Daar zag het wel naar uit," vertelde von Kaaden met een bezorgden blik naar be neden, alsof hij vermijden wilde, dat men daar zijn woorden zou kunnen hooren. Nauwelijks was u weggegaan, of Irene Wallon en de jonge dokter trokken zich in een hoekje terug, waar zij eerst zach tjes, maar tamelijk heftig met elkaar spra ken." (Nadrujf verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5