Financieel-Economisch
weekoverzicht
Ons Kort
Verhaal
Bloemenhulde aan de Prinses
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 1 Mei 1937
Wie telefoneerde?
Het hausse-voordeel was reeds geincasseerd
30 April de groote dag
voor Baarn
Gedurende twee uren trokken
duizenden langs het Paleis.
De uitgever, die in dag
bladen adverteerde en
meer dan 1.250.000
boeken verkocht.
Wanneer In Amerika een boek een
oplaag van 15 a 25.000 haalt, kan
men het reeds een succes noemen.
Onlangs overschreed een boek echter
het millioen. In Juni vorig Jaar be
gon men in dagbladen te advertee-
ren met kleine advertenties; daar
het boek goed was, steeg de ver
koop dadelijk reeds tot 250.000 exem
plaren.
Toen ging men in Augustus in een
groot aantal dagbladen adverteeren,
met vrij kleine annonces; aan het
eind van de maand noteerde men
reeds ruim 300.000. 567
Aangemoedigd door dit succes ver
grootte men de advertenties en
op den 31sten October had men
700.000 boeken verkocht.
De advertenties in dagbladen
maakte men nu weer grooter; in het
begin Februari jj. had men de
1.250.000 reeds overschreden en nog
steeds vindt ihet boek geweldigen
aftrek. Voor een zeer groot deel
dank zij de nog nimmer tevoren op
zoo ruime schaal benutte dagblad
reclame.
„De zich in sterk opgaande lijn bewe
gende conjunctuur is thans in kalmer
vaarwater gekomen", aldus schreven wij
verleden week. Wel heel duidelijk is deze
waarheid aan de effectenbeurzen in Euro
pa en Amerika deze week tot uiting geko
men. De beurzen plegen nu eenmaal scherp
tereageeren; zij zijn afwisselend „himmel-
hochjauchzend" en dan weder ,,zum Tode
betrübt". De voorzichtige belegger, die
eerst alle zekerheid wenschte te hebben
alvorens eén stap ln de aandeelenwereld
te zetten, zal dikwijls bemerken, dat haast
op hetzelfde moment waarop hij na zijn
beraad dezen stap doet, de beurs eeri an
der aspect aan den dag legt. Aldus gefor
muleerd zal zulks den lezer wellicht niet
geheel duidelijk zijn; wij zullen ons der
halve iets duidelijker uitdrukken.
„Wanneer men wacht op dc balans-
cijfers of wanneer het Amerikaansche
fondsen betreft, op de elk kwartaal be
kend gemaakte ontvangst- en winst
cijfers, kortom, wanneer men wacht op
de officeele bevestiging van loopende
gunstige geruchten, dan leert de er
varing, dat, wanneer deze geruchten
inderdaad juist blijken te zijn, de in
vloed daarvan reeds uitgewerkt, het
hausse-vuur reeds gebluscht is, zoo
dra de officiecle bevestiging komt.
Hiervoor een tweetal recente voorbeel
den van de New-Yorksche en de Amster-
damsche beurs.
Toen de laatste weken de bedrijvigheid
in de Amerikaansche staalindustrie een
topciifer van plm. 94 pCt. van de capaci
teit bereikte, toen allerwegen de uitvoer
van siaalschroot verboden werd, om grond
stoffen voor de staalindustrie ln het land
te houden, toen het scheen alsof er spe
ciaal voor deze Industrie geen ongunstige
factoren aanwezig waren.... toen dus de
voorzichtige belegger met een gerust ge
weten belangen bij Bethlehem Steel, U.S.
Steel Co., National Steel of Republic Steel,
om de voornaamste Amerikaansche staal-
fondsen te noemen, meende te mogen ne
men, was in feite het getij reeds gekeerd.
Voor de Amsterdamsche beurs liggende
voorbeelden evenals in New-York voor het
grijpen.
Nemen wij ook hier een voorbeeld. Kort
geleden bereikten aandeelen Rubber Cul
tuur Mij., „Amsterdam" een topkoers van
350 pCt. Toen nu enkele dagen geleden
het iaarverslag gepubliceerd werd, was de
boers inmiddels 40 a 45 pCt. gedaald, waar
op deze week een verdere daling van plm.
20 pCt. Intrad. Dit jaarverslag nu is uiterst
gunstig. Uit de verstrekte gegevens betref-
lende de voor-verkochte rubber en palm
olie. blijkt dat de maatschappij 'er voor
1937 zeer gunstig voorstaat, en toch zakte
(ie koers een 40-tal procventen ln. De da
ling van de productieprijzen was de aan
leiding hiertoe; maar aangezien het winst
cijfer voor een zeer groot gedeelte van de
de verkooppolitiek der maatschappij af
hangt.. zegt een daling of stijging van den
rubberprijs nog betrekkelijk weinig. Het
jaarverslag is dus gunstig, maar inmiddels
is de attractie van een dergelijk aandeel
voor den speculant reeds sterk vermin
derd, aangezien er teveel feiten bekend
zijn. Men zou nu en dan geneigd zijn te
constateeren dat de beurskoersen haar aan
Irekkelijkheid verliezen, zoodra de gunstige
resultaten, waarop men hoopt, werkelijk
heid zijn geworden; de spanning is dan
uit de markt in deze fondsen verdwenen,
en zij die op deze gunstige factoren ge
speculeerd hebben verkoopen hun aandee
len, om weder een ander gunstig object
te zoeken.
Psychologische factoren.
De scherpe koersinzinking deze week
heeft voor een groot deel haar oorzaak in
psychologische factoren. Vrij algemeen
had bij de beleggers de meening post ge
vat, dat men slechts aandeelen behoefde
te koopen en dat de winst dan wel van
zelf zou komen. Men kon dan ook tot voor
kort herhaaldelijk constateeren dat in vrij
onbekende fondsen plotseling kooporders
aan de markt kwamen. Wanneer men in
een of ander financieel blad had ontdekt
dat een bepaald fonds nog niet ln vollen
omvang van de koersrijzlng geprofiteerd
had, dan kon men er vrij zeker van zijn,
dat dit fonds „getipt" werd. De gevolgen
van deze „koop maar raak"-poliüek zijn
niet uitgebleven. Terwijl de beroepshandel
de neiging heeft zich met kleine winsten
tevreden te stellen, blijft het publiek zijn
aandeelen behouden en calculeert groote
winsten.... op papier. De ervaring leert
dat het publiek eerst in sterke mate aan
de markt komt, wanneer de koersen sterk
dalen,
Om misverstand te voorkomen vestigen
wij er hier de aandacht op, dat wij hier
met „publiek" het speculeerend publiek
bedoelen en niet den bona fide belegger,
die uit den aard der zaak zijn aandeelen-
bezit behoudt en zich weinig aantrekt van
de koersfluctuatiën.
De koersdaling van Nederlandsche aan
deelen kan scherp genoemd worden, wan
neer wij nagaan dat deze week Dinsdag
van de leidende Nederlandsche aandeelen
H.V.A. 70 pCt., Amsterdam Rubbers 65
pCt., Kon. Petroleum 45 pCt., Unilever 20
pCt.. Aku 17 pCt., Scheepvaart-Unie 30
pCt., onder de hoogste koersen van 1937
noteerden. Is er nu in ons land iets ge
schied, zijn de omstandigheden plotseling
zooveel ongunstiger geworden, dat deze
daling verklaarbaar is? Het antwoord* op
deze vraag moet ongetwijfeld ontkennend
luiden. Zeker, de prijzen van verschillende
producten liggen lager, maar daartegen
over staat dat bijv. de binnenlandsche
benzineprijs in Engeland juist weder ver
hoogd is geworden.
Men heeft hier volgens onze meening
met een zuiver technische reactie te
maken; het publiek dat de koersen niet
meer zag stijgen, herinnerde zich lang
zamerhand de waarheid van het ge
zegde, dat de boomen niet tot aan den
hemel groeien en begon zich meer te
laten leiden door de wijze leuze „beter
een vogel in de hand dan tien in de
lucht".
Nu deed zich het bezwaar gelden, waar
op we in een onzer laatste beschouwin
gen hebben gewezen, nX dat er geen bais
seposities in de markt waren. Er was
dus geen vraag van hen die a la baisse
verkocht hadden (van hen dus, die fond
sen welke zij niet bezaten verkocht had
den, in de verwachting deze later tegen
een lageren koers te kunnen koopen i. en
het thans aan de markt komende aanbod
viel derhalve bij wijze van spreken in een
luchtledige ruimte. Veelvuldig valt thans
waar te nemen, dat zij, die enkele weken
geleden een goede koerswinst niet wilden
incasseeren, thans tegen eiken prijs wensch
ten te verkoopen.
Het is natuurlijk niet wel mogelijk of
beter gezegd het is van individueel inzicht
afhankelijk, welke koers voor een fonds
aantrekkelijk en welke onaantrekkelijk ge
noemd moet worden. Men dient echter bij
de beoordeeling van het koerspeil het ren
dement niet uit het oog te verliezen. Wij
doelen hier niet op het dividend dat over
het afgeloopen jaar uitgekeerd is of zal
worden, doch wel op het rendement ge
toetst aan hetgeen de betreffende onder
nemingen gedurende den laatsten tijd ver
dienen. Het is een overbekend verschijn
sel, dat men in haussetijden hieraan wei
nig aandacht pleegt, te schenken en ten
opzichte van het rendement op de toe
komst pleegt te vertrouwen. Deze menta
liteit wreekt zich vrijwel steeds. Juist in
tijden van haussecon junctuur moet het
rendement ver boven de normale rente
liggen, omdat nu eenmaal op een hausse
periode een tijdperk volgt, waarin de gang
van zaken minder gunstig is; tijdens de
hausse moet het rendement dus vrij hoog
zijn om het lagere rendement van min
der gunstige tijden te nivelleeren.
Dat men in den tegenwoordigen tijd aan
overwegingen als de bovenstaande minder
aandacht besteedt, is mede te wijten aan
de aanwijzingen welke de beleggingspoli-
tiek heeft ondergaan als gevolg van het
Het Palels Soestdijk en deszelfs Bewo
ners hebben gisteren, ter eere van den ver
jaardag van de Prinses, wel in het middel-
Dunt der belangstelling gestaan, waartoe
nog medewerkte het feit dat ook H M de
Koningin op .Soestdijk" vertoeft, aldus
het U.D. Tot van ver uit den omtrek was
men naar Soestdijk gekomen, hetzij in de
hoop de Vorstelijke Personen slechts te zien
dan wel om deel te nemen aan de bloemen
hulde die de Baarnsche burgerij zou bren
gen. Het was OD den Rijksweg een drukte
van belang en de T"ks- en gemeentepolitie
hadden dan ook druk werk het verkeer op
gang te houden, want niemand had dezen
dag haast om met auto of rijwiel het paleis
te passeeren: alen wilden toch even kiiken!
Talrijk waren de bloemstukken, welke
tot zelfs laat in den middag ten Paleize
werden bezorgd; het felicitatleregister. dat
in den Soestervieugel ter teekening lag.
werd druk geteekend. terwijl ook het aan
tal telegrafische gelukwenschen zeer be
duidend was.
In den namiddag heeft de Vostelijke
Familie in een open auto. bestuurd door
Prins Bernhard. een rijtoer door Baarn en
Soest gemaakt, maar het waren slechts
enkelen die erg in deze hofauto hadden!
Meer nog dan op 31 Augustus, werd
vroeger op 2 Augustus, den verjaardag van
wijlen de Koningin-Moeder, Baarn's Hooge
ambtsvrouwe. in Baarn gevierd. Nu de
Prinses zich met Haar Gemaal metterwoon
in onze gemeente vestigde, zal voortaan
Haar verjaardag. 30 April, de groote dag
voor Baarn worden.
Hoewel er voor de toekomst groote plan
nen ziin. wilde men dit keer, nu de feesten
ter eere van de „blijde lncomste" nog ln het.
jong verleden liggen, geen groot feestpro
gramma samenstellen. Men had zich daar
om de hippische demonstraties van de
„Eemruiters" in het Oranjepark, vooraf
gegaan door klokgelui en muziek, bepaald.
De hoofdschotel van het programma
was wel de massale bloemenhulde aan
de Prinses, georganiseerd door de beide
Oranjevereenigingen.
Eenige duizenden personen, waaron
der ouden van dagen, maar ook jeug
dige moeders met kinderwagens, heb
ben aan deze hulde deelgenomen en
allen hebben bun bloempje vanaf
het nederige madeliefje tot de duurste
bloemen onder aan het bordes van
het Paleis neergelegd. De Koninklijke
Familie, die zich bij aankomst van den
stoet waarin twee muziekcorpsen
mede marcheerden naar het bordes
had begeven, heeft deze bloemenhulde,
die circa 13/4 uur duurde, staande in
ontvangst genomen, waarbij Prinses
Juliana niet moede werd buigende
vriendelijk lachend de voorbijtrekkende
schare te groeten. Prins Bernhard stond
naast de Prinses, terwijl HJVI. de Ko
ningin zich op den achtergrond hield.
't Is een grootsche huldiging ge
weest, waaraan ook velen uit de omge
ving hebben deelgenomen.
Vermelden wij van deze huldiging nog,
dat de Harmonie „Crescendo", voor het
bordes aangekomen, het „Wilhelmus" in
zette, dat door duizenden werd medege
zongen.
In Den Haag is de verjaardag der Prinses
oo de gebruikelijke wijze eevierd. Tot slot
is een vuurwerk afeestoken op het Malie
veld, dat door duizenden werd gade
geslagen.
gebrek aan stabiliteit der verschillende va
luta's en vooral ook als gevolg van de to
tale depreciaties van enkele valuta's. Vóór
het uitbreken van den wereldoorlog placht
men in het algemeen geen aandeelen te
nemen, tenzij deze een hooger rendement
afwierpen dan goede obligatiën. Tegen
woordig vindt, afgezien van de zich perio
diek voordoende vlucht in de „Sachwerte",
een constante belegging in aandeelen
plaats, en wel omdat belegging uitsluitend
in obligatiën niet meer voldoende veilig
wordt geacht. Deze handelwijze is onder
de huidige omstandigheden volkomen ver
antwoord. Dat het niet gemakkelijk is zijn
bezit op de juiste wijze te verdeelen, leert
de ervaring.
Buiten de beurs weinig.
Wij hebben ditmaal onze volle aandacht
aan de gebeurtenissen ter beurze kunnen
wijden, omdat gedurende de afgeloopen
week op internationaal economisch terrein
feitelijk niets belangrijks is geschied. Ook
in ons land trokken slechts de gebeurte
nissen op de beurs de aandacht, maar dan
ook in zéér sterke mate. Tot het begin
dezer week waren de omzetten van geringe
beteekenis; op de dagen echter waarop de
groote koersdaling plaats vond, viel er op
de beurs een drukte waar te nemen, zooals
men die sedert geruimen tijd niet heeft
mede gemaakt. In bepaalde hoeken werd
met de fondsen „gesmeten", om een be
kende beursterm te gebruiken. De redenen
voor deze psychologische reactie van het
publiek hebben wij reeds boven uiteenge
zet. Op dezen „zwarten Dinsdag" deed zich
wederom het verschijnsel voor dat het pu
bliek eerst in een scherp dalende markt
gaat verkoopen. Een der oorzaken hiervan
is o.a. het gebrek aan beurstechnische ken
nis van den doorsnee belegger. In het bij
zonder bij Amerikaansche waarden, waar
van ten onzent in het algemeen Neder
landsche certificaten verhandeld worden,
kan het zeer veel verschil uitmaken of men
in een dalende dan wel in een stijgende
markt verkoopt. Een typeerend voorbeeld
vormt in dit verband bijv. de noteering
van General Motors. Genoemd fonds no
teerde te New-York 's Maandags 55 7/8
pdst. en Dinsdag 57 pd. st. de over
eenkomstige noteeringen voor Amster
dam hadden derhalve respectievelijk 40 3/4
pd.st. en 415/8 pd.st. moeten luiden. In
werkelijkheid noteerden echter Dinsdag
General Motors te Amsterdam 40 1/16 pd.
st. en Woensdag 415/8 pd. st.; men ziet
dus dat Dinsdag de noteering bijna 3/4 te
laag was. De oorzaak van dit verschil is,
dat bij groot aanbod de aanmaakkosten
van een Nederlandsch certificaat, de Ne
derlandsche zegelkosten enz., die 1 a 2 pCt.
kunnen uitmaken, geheel verwaarloosd
worden, aangezien de fondsen door de zoo
genaamde effectenarbitrage naar Amerika
verkocht worden, waar al deze specifiek
Nederlandsche kosten natuurlijk geen
waarde vertegenwoordigen. Is hier ter
plaatse echter eenige vraag of gering aan
bod. dan worden deze kosten ten onzent
wel geheel of gedeeltelijk betaald.
door
NETTY UBINK
Het was een breede laan met groote
oude huizen, alle door een flinken tuin
omgeven, waar zuster Rosen inreed. Ze
keek op de nummers van de hekken. Twee
en twintig. Dit bleek een witte villa aan 't
einde der laan. Ze stapte af, liep met de
fiets aan de hand het dichtbegroeide tuin-
W op en belde aan. Ze wachtte eenige
minuten en toen er niet opengedaan werd,
trok zij nogmaals aan de bel. Nog kwam
er niemand naar voren. Ze keek naar boven.
Voor verschillende ramen waren de luiken
gesloten Het huis scheen onbewoond. Iet
wat besluiteloos stond ze op het tuinpad,
toen er een agent van den weg op haar
kwam toeslenteren,
■De bewoonster is al drie weken op reis",
toster", zei hij, „maar ik dacht eigenlijk
óat ze al thuisgekomen was. We houden
oie leege huizen altijd zoo'n beetje in de
pten en nu zag lik er twee dagen geleden
'tóht branden. Daarom begrijp ik niet dat
or niet opengedaan wordt",
„Dat is mij ook een raadsel", zei zuster
Rosen, „want ik werd een kwartier geleden
opgebeld of ik direct hierheen wilde ko
men".
„Heel vreemd zuster", mompelde de
pgent. „Het schijnt haast dat er iets niet
Jn orde is. Ik zou wel eens even willen gaan
kiiken".
Ze liepen samen om het huis heen. Aan
°on achterkant was de deur die naar de
keuken leidde. De agent draaide aan de
knop. welke tot hun beider verbazing mee-
M. De deur was niet gesloten.
„ik ga naar binnen", besliste de agent,
"ix het is heel goed, dat u meegaat".
De verpleegster volgde hem automatisch.
Door de keuken kwamen zij in een wijde
waar een schemerig licht heerschte.
jn de benedenkamers getuigden de hoezen
d'or de stoelen van de afwezigheid der
"owoners.
Ajles scheen in orde, er was niets ver-
ddents te bespeuren en zij zouden mis
trien net zoo weer naar buiten geloopen
d)n, als een vaag geluid, dat van de eer-
verdieping scheen te komen, hun oor
^t getroffen had.
De agent liep snel de trap op en de ver
pleegster volgde hem. Het geluid kwam uit
de badkamer, die aan het einde der gang
lag. Het wend veroorzaakt door de kraan
van de vaste wasohtafel, welke de laatste
gebruiker blijkbaar vergeten had dicht te
doen. De deur, die van de badkamer naar
de aangrenzende slaapkamer leid'de stond
open en reeds toen zij nog op den drem
pel stonden, zagen zij dat zich in dc
kamer een drama had afgespeeld.
Op een bed ln deze kamer lag een man,
volkomen bewegenloos. De agent sloeg
het dek op en luisterde aan zijn borst.
„Dood", zei hij, „daar is geen twijfel
aan".
Bij de rechterhand van den man lag
tusschen de dekens een injectiespuit. „Het
lijkt op zelfmoord", zei de agent. „Lijkt
zei zuster Rosen. „Ik zou wel eens willen
weten, wie mij telefoneerde".
Dé agent dacht na
„Het bureau moet gewaarschuwd wor
den", zei zuster Rosen kordaat, „en een
dokter
„Natuurlijk", antwoordde de agent,
„maar ik had graag dat er iemand hier
bleef en ik dacht.
„Gaat u gerust uw gang", sneed zij hem
af. „Het is niet de eerste maal in mijn
leven dat ik bij een doode moet blijven".
Toen zij de buitendeur achter den agent
hoorde dichtslaan, keek zij onwillekeurig de
kamer rond. Haar oog viel op een klein
donkerblauw georgette zakdoekje. Ze raapte
het op en vroeg zich af, waar dit lapje zijde
haar aan deed herinneren. Met felrood
koord was er een H. op geborduurd. Op
eens wist. zij het. Toen zij gisteren in de
bus zat. had tegenover haar een frêle blond
meisje gezeten. Zij was bijzonder elegant
gekleed geweest. Daarom was de aandacht
van zuster Rcsen op haar gevallen. Ze her
innerde zich nog het donkerblauwe cos-
tuum van het meisje, dat op orlgineele wijze
gegarneerd was met lakroode bliezen en dat
ze zich afgevraagd had waar ze het gezicht
van het meisje meer gezien had. Ze was er
echter niet achter gekomen. Ook 't meisje
had zooiets vermoed want verschillende
malen had zij een blik op zuster Rosen ge
worpen.
Midden in de stad was het meisje uitge
stapt. Ze liet haar tasch vallen toen zij
opstond. Zuster Rosen had hem voor haar
opgeraapt en herinnerde zich nog heel
goed dat het een donkerblauwe tasch ge
weest was met een zilveren letter er op.
Een H, net als op dit zakdoekje. Zuster
Rosen begreep er niets van.
Eén feit was haar echter duidelijk. Als
zij dit zakdoekje straks aan de politie zou
geven, zou het meisje in het blauw in
ieder geval hierin betrokken worden.
Om de een of andere reden stopte zij 't
doekje in haar tasch.
Ze liep de badkamer in. Haar eerste blik
viel op een medicijnkastje Het stond open.
Haastig snuffelde zij den Inhoud door. Het
bevatte de gewone zaken van een huls
apotheek. Een groote tube veronal, die voor
de helft leeg was, trok haar bijzondere
aandacht.
Zij ging naar de slaapkamer terug. Naast
het bed stond op het nachtkastje een leeg
glas, waarin onderin nog wat poeder zat.
Waarschijnlijk de veronal. Zuster Rosen
stroopte de mouw van den linkerarm van
den man op. Duidelijk waren er teekenen
van injecties waar te nemen. Op de trap
klonken de schreden van den terugkee
renden agent. In een oogenblik was de
kamer vol menschen. Een dokter en een
inspecteur bemoeiden zich in het bijzon
der met den dood en man.
De arts constateerde dat de dood al meer
dan 24 uur moest zijn ingetreden. Zuster
Rosen wees hem op de injecties. „Dat riekt
naar zelfmoord", zei de arts, waarop de
agent scherpzinnig opmerkte:
„Het lijkt me vreemd, dat al pleegt
iemand zelfmoord, hij de kraan van de
badkamer wagenwijd open laat staan, ter
wijl de tusschendeur open was, zoodat hij
dit toch zeker moest hooren".
Zuster Rosen had geen tijd het onderzoek
verder af te wachten. Ze had al lang op
het ziekenhuis moeten zijn. Ze gaf haar
naam en adres op aan den inspecteur en
vertrok.
Reeds den volgenden morgen las zij meer
van haar geheimzinnige ontdekking in de
couranten.
De doode man heette Alfred Leanders en
het huis, waarin hij gevonden was, be
hoorde aan zijn moeder.
De politie was blijkbaar wan trouwender
geweest, dat zij tegenover zuster Rosen
had laten merken. Daar was in de eerste
plaats het feit, dat de mail eerst veronal
zou hebben ingenomen om zich daarna
met morphlne-injecties te vergiftigen. Ver
der wees de openstaande kraan in de bad
kamer op het feit dat iemand zich haastig
uit de voeten gemaakt had.
Er was al een arrestatie gedaan. De man
had een vriendin gehad, die optrad in een
revue. Deze werd van den moord verdacht
op grond van het feit, dat zij den avond
waarop Leanders aan zijn eind gekomen
was, omstreeks zeven uur samen met hem
dn een restaurant was herkend en geen
kloppend alibi had gehad voor het verdere
van den bewusten avond.
Het portret van de vrouw was in de cou
rant afgedrukt. Zuster Rcsen bemerkte tot
haar verbazing dat het gelaat veel geleek
op het meisje dat zij in de bus gezien had.
Zij was het echter niet. Ook de voorletters
van. de vrouw werden genoemd E. R. Dus
geen H., dacht zuster oRsen. Wroeging be
gon haar te kwellen, dat zij het zakdoekje
aohtergehouden had. De politie scheen er
van overtuigd dat deze revuester de schul
dige was. Ze besloot, het zakdoekje den
volgenden dag alsnog te gaan afgeven op
het politiebureau. Tenslotte was er geen
enkele reden om het onderzoek te bemoei
lijken, of het moest zijn, dat zij zich
moeilijk kon voorsteller, dat het meisje in
het blauw schuldig zou zijn.
De verpleegster werd echter van haar
voornemen afgebracht, door een bericht in
de ochtendcourant, dat de tooneelspeelster
Erna Rogers door de mand gevallen was.
Zij had bekend Alfred Leanders vermoord
te hebben, omdat hij na vele mooie belof
ten, plotseling geweigerd had met haar te
trouwen en elke relatie tusschen hen wilde
verbreken. De politie nam aan, daar het
meisje nu neg volkomen overstuur was, dat
zij in een vlaag van waanzin zelf opgebeld
had. alhoewel zij dit ontkende.
Zuster Rosen besloot, nu de schuldige ge
vonden was, niet meer over het zakdoekje
te spreken en dit geheim op te bergen bij
de vele zonderlinge ervaringen, welke zij
reeds in haar praktijk had meegemaakt.
Een maand later ontving zij tot haar
groote verbazing den volgenden brief:
Lieve zuster Rosen,
Eerst nu kom ik u bedanken voor het
vertrouwen, dat u in me gesteld hebt en
voor wat u voor me gedaan hebt. Ik was
het, die u naar het huis lokte waar Alfred
Leanders dood lag, vermoord door een in
dertijd voor mij onbekende. Ik vraag u er
nog wel excuus voor, maar ik was wanhopig
en wist geen anderen uitweg. Ik zag u in de
bus en herkende u als een zusier. die mij
vroeger les gegeven heeft in den korten
tijd dat ik leerlingverpleegster was in het
ziekenhuis. U heeft zeer zeker recht op
de volle waarheid, hce de gebeurtenissen
zich op dien verechrikkelijken avond heb
ben afgespeeld.
Ik ben heel jong getrouwd met een man.
die een half jaar na ons huwelijk heel
ernstig t.b.c. aan de longen kreeg. Om her
stel voor zijn gezondheid te zoeken vertrek
ken wij een tijd naar Zwitserland. Het was
daar, dat ik kennis maakte met Alfred
Leanders. Hij vertoefde er voor zijn plezier,
was op en top een sportsman en een toon
beeld van blakende gezondheid en levens
lust Mijn man moest den ganschen dag
liggen en dikwijls trok ik er met de andere
gasten van het hotel op uit. Onder die
gasten was steeds Leanders. Het duurde
niet lang of wij raakten op elkaar verliefd.
Het sprak vanzielf dat ik mijn man niet
wilde bedriegen, ook scheiden strookte niet
met mijn begrippen van moreel. Ik kon
hem deze slag in zijn toestand niet toe
brengen.
Alfred en ik besloten dus voorgoed uit
elkaar te gaan, daar ons dit de beste en
eerlijkste oplossing leek.
Nu is eenige maanden geleden mijn man
plotseling overleden. Ik was dus weduwe
en vrij om Alfred alsnog te trouwen. Hij
hoorde ervan, schreef me dadelijk en ver
zocht mij om een onderhoud in het huis
van zijn moeder, die toevallig op reis was.
Achteraf begrijp ik, dat hij mij niet in
zijn eigen woning kon ontvangen, omdat
zijn vriendin daar waarschijnlijk een ge
regelde bezoekster was. Ik wist echter niets
van haar bestaan af. Het is Erna Rogers,
die nu in de gevangenis zit. Zij schijnt erg
veel op mij te lijken.
Alfred stuurde mij de sleutel van de
woning, zoodat ik zonder bellen naar bin
nen zou kunnen komen. Op de afgesproken
avond ging ik er heen. met het gelukkige
gevoel dat er nu voor mij een heerlijker en
prettiger leven zou aanbreken dan de zor
gelijke tijd, welke ik achter den.rug had.
U begrijpt hoe ik schrok, toen ik Alfred
zag liggen, zooals U hem ook gevonden
heeft. Mijn eerste gediaohte was, om zoo
snel mogelijk weg te loopen. Ik begreep,
dat wanneer ik daar bij hem aangetroffen
zou worden, ik Ln ieder geval verdacht zou
worden. Ik zag dadelijk dat hij door in
jecties om het leven gebracht was. Ik was
verpleegster geweest en wist dus precies
hoe ik met een injectiespuit moest omgaan.
Doodelijk beangst was ik. Zelf durfde ik
de politie niet te waarschuwen. Toen kwam
ik op de gedachte U op te bellen, omdat ik
het idee niet kon verdragen, dat hij daar
ik weet niet voor hoe lang nog. zou blijven
liggen. Alleen, verstijfd, in dat zielsverla-
ten huis.
Ncgmaais mijn innige dank.
H. van 't Hooft.
Nu begreep zuster Rosen waarom het ge
zicht van het meisje haar ook bekend voor
gekomen was. Leerlinverpleegster was ze
geweest. Arm kind!
Per ommegaande stuurde zuster Rosen
haar het blauwe zakdoekje terug. En zij
was dolblij aan haar onverklaarbare in
tuïtie gevolg gegeven te hebben, toen zij
het lapje zij in haar tasch gestopt had.
3—3