Mislukte bollen-Zondag - 20 jarig-jubileum Hofstad Tooneel LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN 78sfe Jaargang FEUILLETON HET 20-JAR1G JUBILEUM VAN HET R0TTERDAMSC1I HOFSTADXOO- N'EEL. De huldiging in den Koninklijken Schouwburg in den Haag. Wet houder professor v. d. Bilt huldigt Cor van der Lugt Melsert. ÜE BELGISCHE KONING, prinses Josephine Charlotte en prins Boude» wijn bij de tewaterlating van het i>iiailschip Prince Albert" op de werf te Antwerpen. WEDEROM HEN BOLLEN-ZONDAG MISLUKT. De verkoopers van bloemenslingers hadden door het gure weer weinig klanten. Met hun kraag hoog op houden zij de wacht bij hun waar. DE JAGER OP HUSQVARNA IN DE BOCHT - bij Forsthaus Plessen- burg in den grooten „Harzrit 1937", uitgeschreven door de Noordnederlandsch Motorclub DE JAAKLIJKSCUE VONDELPARK-ESTAFETTE IN DE HOOFDSTAD. Foto genomen bij het wis- selpunt van de 400 en 200 meter. Osendarp en Baumgarten. DE VOETBALWEDSTRIJD BE QUICK—AJAX. Moment voor het Ajax-doel. Struisvogel-politiek van keeper Keizer. DE INTERLAND HOCKEY-WBDSTRIJD NEDERLAND— DUITSCHLAND, in het stadion te Amsterdam gespeeld. Moment uit den strijd, welke door Holland met 10 gecvonnen werd. OTTWELL BINNS. 59) Terry zei niets. Hij keek naar de lichten Mn de „Dusty Miller", die bij tusschen- poozen in het gezicht geheven werden door d« deining van de zee, toen wendde hij zijn blik naar de „Kestrel", waar hij in 't licht van de öeklamp een In het wit gekleed fi suurtje bij de railing zag staan. Hoe goed Wist hij, wat voor hoop ze op het oogcnblik in haar hart koesterde, die in een paar mi nuten geheel vervlogen zou zijn en het was hem treurig te moede. Toen ze bij het jacht aankwamen, zag hij haar vol ver wachting over de verschansing leunen en «en oogenblik deinsde hij ervoor terug om naar den slag toe te brengen, die onver- juUdelijk was. Borlase liep het eerst den ladder op, daarna Parry en hijzelf was üerdc De stuurman van de „Dusty Miller" aS het meisje en draaide zich om, zoo- bat ze niets dan zijn breeden rug te zien 'jteeg en toen Terry het dek bereikte hol- ue Norma naar hem toe en riep bijna jui chend „Jullie hebben hem? Jullie hebben hem?" Haar oogen gingen onder het spre ker. naar Parry, maar toen Terry niets zei, Wendde zij ze met een plotselinge, angstige uitdrukking naar hem. „Je je Nee, lieveling", zei hij. „Dat is Parry de "Uurman van de Dusty Miller". Zij zijn «ns voor geweest en Babbage heeft ons be logen. Hij is daar hij bewoog met zijn hoofd in de richting van de verdwijnen de lichten ,Op de „Dusty Miller!" Hij zag haar heen en weer zwaaien en toen hij haastig toeschoot om haar te hel pen, vingen zijn ooren haar bevend ge fluister op: „Groote God. En wij hebben. dus.verloren!" Toen zakte ze kreunend in zijn armen in elkaar, bewusteloos De „Kestrel" was onderweg, toen Terry Seabright in het kleine kaartenkamertje opzocht. Zijn vriend stond over de kaart gebogen met Borlase aan zijn elleboog en Parry aan den hoek van de tafel. „Naar het Zuiden", was Borlase bezig te zeggen. „Zoek maar uit, we hebben bijna geheel Polynesië om van te ldezen. En je weet wat dat is. Een doolhof van atollen en eilandjes. Ik ben er tweemaal geweest. Eilanden zijn daar even overvloedig als krenten in een krentenbrood. Veronderstel eens, dat ze op de Paoemotoe Eilanden zit ten, of op de Marquesas. Dan zal het ons nog niet meevallen. Als we de „Dusty Mil ler" uit het oog verliezen, zijn we voorgoed verloren". „Nee, heeren, dat bent u niet", viel Par ry in. „Er is een ding waar u niet aan ge dacht hebt" „En dat is?" beet Seabright hem toe. „Als ik het wel heb, is dat jochie bij een Chineesch meisje, dat met d'r Pa wegge gaan is om met den een of anderen Chi- neeschen handelaar te trouwen, ergens in de Eilanden en Babbage weet waar ze zit. Zoo is het toch. niet?" „Ja!" „Er zijn hoopen kleine handelaartjes over de Eilanden verspreid, wat u ook wel zult weten. En in de buurt van Singapore en Timor is de grond bezaaid met Chinee- zen, maar hoeveel denkt u, dat er ln dit deel van den Stillen Oceaan zitten? Ik wed dat je ze op de vingers van je eene hand kon tellen en dan zou je nog een of twee vingers over hebben. „Dat kan wel waar zijn, maar ais we alle factorijen in de Marquesa's en de Pa oemotoe Eilanden af moeten gaan zijn we zeker meer dan een jaar zoet en „Dat is heelemaal niet noodig!" viel Par ry hem in de rede. „Omdat Chineesehe handelaren hier zeldzaam zijn, zal ieder een, die op de Eilanden zaken doet, ze wel kennen. Ik, wed, dat bijna iedere schipper kan vertellen waar ze zitten „Waarachtig", riep Borlase. „Hij heeft gelijk". „Natuurlijk heb ik dat. Je gaat maar aan de boemel in Fakarava of Mangarcva, zoodra daar een schoener binnengekomen is en mijn kop eraf als je niet te weten komt, waar die Chineesehe handelaar zit, zelfs al weet je zijn naam niet. Want een Chinees is nu eenmaal anders dan een blanke. Hij valt nogal op in een gebied, waar niet veel van zijn rasgenooten voor komen". Seabright knikte en begon den toestand hoopvoller to bezien. „En dan ts de „Dusty Miller" er ook nog. Overdag kunnen wij haar rook tenminste zeker volgen. Misschien blijft zij den ge- heelen weg over wel in zicht. En als dat niet het geval is. lcunnen we direct naar een van die plaatsen varen. We hadden er eerlijk gezegd heel wat slechter voor kunnen staan „Allemachtig!" kwam Parry plotseling tusschenbeide op een toon van de groot ste ontzetting. „Wat is er?" vroeg Terry, opnieuw door vrees overvallen. „Heb je iets bedacht?" „Dat heb ik zeker, maar het heeft niets met dat jochie te maken". Hij stak zijn zijn rechterhand uit en toonde twee diepe krabben op zijn pols waar het bloed al ge- s*old was. „Dat had ik vergeten", zei hij en staarde strak naar de onbeteekenende wonden. „Een van die melaatschen heeft me gekrabd als een kat.Ik weet niet, of ik ingeënt ben, maar ik ieder geval zal ik me nooit meer veilig voelen. Ze zeg gen, dat het zeven jaar duurt, voordat, de ziekte tot uiting komt en danhij hield rillend van afschuw op en op zijn gezicht verscheen een uitdrukking als van iemand, die een verschrikkelijken dood onder de oogen ziet. Toen keek hij om zich heen. „Kan een van de heeren me misschien helpen. Ik zal echt mijn best doen voor u en dat jochie „Ga mee", zei Seabright kort. „Ik zal die wonden wel even uitbranden. Het zal wel een beetje pijn doen „Pijn doen! Ik zou nog liever willen, dat mijn poot met een bijl afgehakt werd, dan dat andere te riskeeren. Wat mij betreft, brandt u er een gat in tot op het been". „Dat is nou ook niet direct noodig. Maar hoe gauwer we die krabben verzorgd heb ben. des te beter! Ga mee." De stuurman van de „Dusty Miller" ging met een bijna aandoenlijke gretigheid met Seabrigt mee en Borlase keek hem met peinzende blikken na „Parry zit ongelooflijk ln de rats". „Dat verwondert me niets'", antwoorede Terry. „Ik heb een man in Kalawao gezien buiten Babbage's hut en daar zou je een nachtmerrie van krijgen" Hij draaide zich om en bestudeerde de kaart. „Geloof je wer kelijk, dat Parry gelijk heeft in bedoel met dat vinden van die Chineesehe han delaren?" „Vast en zeker! Al zouden we de „Dusty Miller" uit het oog verliezen, dan nog zul len we dien Chinees wel vinden. Het eenige moeilijke is natuurlijk, dat we hem voor de anderen moeten vinden. En om dat te doen zullen we drommels vlug moeten zijn". Daar zat hem inderdaad de kneep en of schoon Terry altijd hoopvol tegen Norma sprak, terwijl de dagen voorbij gingen, kwam de gedachte toch telkens weer bij hem op, dat het weinig nut meer zou heb- ben Kee Song's man te vinden als Kapi tein Amos Smith hen voor geweest was. En de „Dusty Miller" ontweek hen steeds. Het scheen wel, dat het schip onverwachte snelheden kon ontwikkelen. Eiken ochtend zagen ze haar rook als een zwarte vlek te gen den horizon en eiken nacht gingen ze verder, vol vertrouwen, dat ze nog steeds in haar zog voeren. Toen echter, ln een or kaan, die den heelen dag en een gedeelte van den nacht voortwoedde, raakten zij haar kwijt en den volgenden ochtend, toen er geen wolkje meer aan de lucht was, kon den ze geen spoor van de rookstreep aan den horizon ontdekken. Norma gaf alle hoop op en Terry ging het niet veel beter. Seabright en Borlase voelden zich gedrukt. Alleen Parry behield zijn vertrouwen. Ze kwamen in het gezicht van de eerste atollen, met hun ringvor mige koraalriffen hun groene struiken, nun palmen met bladeren, die als reusachtige veeren in den wind heen en weer bewogen. i Nadruk verboden). AWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5