STADSNIEUWS
;8:ie Jaargang
MAANDAG 26 APRIL (937
No. 23644
Installatie van het comité voor de
„Meer Werk-Actie"
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DEZER COURANT:
Rede van den burgemeester.
Aller
medewerking
verzocht
DH nummer bestaat uit VIER bladen
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
3D ets." per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zyn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week .-I.. f.0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
In de stemkamer van de Stadsge
hoorzaal heeft hedenmiddag de burge
meester. mr. A. van de Sande Bakhuv-
zen het comité voor de „Meer Werk-
Actie", waarover wij Zaterdag schre
ven, geïnstalleerd met het uitspreken
van een rede.
Hieraan is het volgende ontleend:
Wie zou durven volhouden dat de Ne-
dedandsche Regeering, daarbij geholpen
door veel en velerlei gemeentelijk en par
ticulier initiatief niet zeer veel gedaan
heeft om ons volk aan het werk te houden
en om de toestanden ook zóó te maken,
dat de werkgelegenheid voor meer krach
ten vergroot wordt, moet wel met blind
heid geslagen zijn of om wat voor redenen
dan ook onwillig zijn te zien en te erken
nen. Dat daarmede echter de toestand niet
afdoende en blijvend verbeterd is. kan ge
redelijk worden toegegeven zonder aan de
waardeering voor de ontzaggelijke hoeveel
heid tot stand gebrachte maatregelen ook
maar iets af te doen. Men vraagt zich af
hoe de toestand voor ons volk en zijn eco
nomische uitrusting zouden zijn, indien
deze Regeering eens minder gedaan zou
hebben, eens minder paraat ware geweest.
Er zijn landen genoeg, waar men zich ver
genoegde God's water over God's akker te
laten loopen, met zeer onheilvolle gevolgen
echter. Ik weet wel. dat het velen in deZc
dagen niet zeer zint de loftrompet over
de Regeering te steken, en dat velen ook
steeds meer oog voor kritiek hebben dan
voor welwillende beoordeeling over de vol
brenging van een schier bovenmenschelijke
iaakl ik ontveins mij niet dat het voor
mij in mijn positie gemakkelijker is om
een objectieven kijk op het sociaal econo
misch beleid der Regeering te houden,
doch daarom stel ik er prijs op. juist dezer
dagen, als mijn meening uit te spreken,
dat er zelden, zoo ooit, een tijdperk in
onze staatkundige geschiedenis is geweest,
waarin met nooit versagenden moed en
vindingrijkheid de Regeering haar eerste
plicht, de economische belangen van het
volk te verzorgen en te beschermen, heeft
vervuld in zóó ongekend moeilijke om
standigheden,
U zult dan ook van mij niet hooren, dat
de nog steeds onbevredigende cijfers der
werkloozenstatistiek in eenigerlei opzicht
op tekortkomingen onzer Regeering of de
onder haar werkende openbare organen
zouden wijzen. Trouwens algemeen wordt
erkend dat de volledige oplossing van het
brandende vraagstuk slechts gevonden kan
worden door de werking of gezamenlijke
werking van vele factoren, die noch door
de Regeering, noch door politieke maxi
men, noch door de meest innige samen
werking van geheel ons volk kunnen be-
lieerscht worden.
Wanneer we alleen het oog slaan op
onze gemeente, moet men evenzeer tot de
erkenning komen, dat er in de crisis
jaren heel wat gedaan kon worden trots
de daarmee gepaard gaande en niet ge
makkelijk op te lossen financieele moei
lijkheden. Meerdere malen is er voor de
betrokken wethouders en mij aanleiding
geweest een opsomming te geven van de
vele soms aanzienlijke werken, die voor
een groot deel ondernomen werden om
werkgelegenheid te verschaffen en ik zal
mij daarvan dan ook nu onthouden.
Naar mijn meening is het gemeentebe
stuur zoover gegaan als het. zonder den
toestand in deze stad door ontwrichting
der financiën slecht te maken, gaan mocht.
Daartegen toch moet ten allen tijde ge
waakt worden, dat de geldzorgen voor het
gemeentebestuur zoo zwaar worden, dat de
ingenieurs en teekenaars op het bureau
van Gemeentewerken naar huis moeten
worden gestuurd, omdat wij geen werk
meer kunnen doen uitvoeren, of dat de
gelden voor ondersteuning van werkloozen
en armen niet meer gevonden kunnen
worden.
Zooals uit de jongste begrootingsdebat-
len duidelijk is kunnen blijken en zooals
ieder wandelaar door Leiden's dreven da
gelijks kan zien, wordt er hier veel werk
van gemeentewege uitgevoerd en er staan
nog tal van plannen op stapel.
Het is echter jammer, dat wij telkens
weer moeten constateeren, dat al de mil-
lioenen, die uitgegeven worden, slechts
een zoo klein aantal arbeiders aan werk
helpen en geen blijvende werkverruiming
bereikt wordt. De machine slaat men wel
op de batterij aan. maar zij loopt nog niet
op eigen kracht door. De brandstof toch,
waarop de motor loopen moet, staat niet
ter beschikking van de overheids-organen
zij wordt gevonden in de maatschappij
zelve.
Deze teleurstellende ervaring nu deed
uitzien naar meer hulp om de ramp te
bestrijden en bracht er ons toe ons te wen
den tot het publiek, dat ten allen tijde ver
reweg de grootste werkgeefster is geweest.
En zijn honderden redenen aan te geven,
waarom dit zich is gaan onthouden van
de zoo vurig verlangde activiteit, die jaar
in jaar uit zorgde voor een voldoende hoe
veelheid werk om alle arbeidsgrage handen
te vullen.
Onder die redenen zijn er wel zeer vele,
die helaas afdoende en onweerlegbaar moe
ten worden geacht, doch waaraan wij met
den besten wil ter wereld niets kunnen
veranderen. De ontwrichting van den
handel en daardoor van de industrie over
de geheele wereld als gevolg van de dwaze
fouten, die in de internationaal economi
sche politiek zijn begaan, ligt daaraan ten
grondslag. Financieele uitputting van par
ticuliere ondernemers en van alle ven
nootschappen of andere ondernemersvor-
men hebben ten deele de onmogelijkheid
geschapen om op den ouden voet voort te
gaan en zij hebben hun psychische na
werking niet gemist, want moedeloosheid
en matheid maakten zich van velen mees
ter. daardoor de stemming en onderne
mingslust nog verder bedervende. De
menschheid heeft iets kudde-achtlgs en
is maar al te spoedig onder den indruk van
stemmingen, die voortspruiten uit wat
men hoort en ziet, dat anderen denken en
doen.
Daartegen kan men echter zich te weer
stellen, die veelal onbewuste geestelijke
depressie kan p'aats maken voor wat op
timistischer stemming, ja van die geeste
lijke zwakheid van den mensch kan men
ook profiteeren. Zoo goed als de depressie
voor een deel in het leven geroepen is door
een algemeen gejammer, zoo goed kan
men een opleving van de gemoedsstemming
teweeg brengen door een tegengif in te
geven, door een blijmoediger stem te doen
klinken, door moed te geven en tot anders
zien en oordeelen op te wekken.
Leiden is meer door rampen getroffen.
Het beleg, dat de bevolking decimeerde,
werd gvolgd door een ontzet, maar een
anderhalve eeuw van bloei volgde, een
kruitschip sloeg een geweldig gat in de
stad, bloeiende wetenschappelijke instel
lingen vervingen de puinhoopen. een stad
huis ging in vlammen op en de burgerij
herstelt wat het geweld der vlammen ver
nielde.
Leiden kan evengoed door de trouw
der burgerij ontzet worden uit den
jammer van de crisis. In alle geval
moet het beproefd worden en zoo het
mogelijk is, ook al is het maar ten-
deele, dan dient op die burgerij, die
haar stad nog nooit in den steek liet,
een ernstig beroep gedaan.
U zijt hier, Dames en heeren, om dit,
mijn beroep op U en Uwe onmisbare me
dewerking aan te hooren. U gaat van hier
om. naar ik hoop, ieder in zijn kring de
boodschap te brengen, dat Leiden wederom
ontzet moet worden.
Het gemeentebestuur heeft besloten om
een ernstig beroep te doen op alle mannen
en vrouwen, om samen te werken, teneinde
uit het moeras te geraken. Aan alle organi-
satie's, die tezamen zeker wel nagenoeg de
geheele burgerij vertegenwoordigen, vroe
gen wij een afgevaardigde te benoemen in
de Commissie voor Meerwerk-Actie en wij
noodigen daarbij nog meerdere burgers uit
van wie wij in het bijzonder belangstelling
en wat van grooter gewicht is initiatief
en ideeën verwachten. Dat Gij in zoo groo-
ten getale aan onze roepstem gevolg hebt
gegeven, stemt ons tot dankbaarheid en
doet ons de verwachting koesteren, dat onze
poging succes zal hebben. Het zou toch wel
zeer teleurstellend zijn, indien wij niet iets
tot stand zouden kunnen brengen.
De Hollander is naar zijn aard niet al
te optimistisch. Een vriend uit den vreemde
vestigde eens mijn aandacht op de opschrif
ten van de brievenbussen. Bij ons leest men
daarop „lichting No. zooveel is geschied",
terwijl men elders daarop meer hoopvol
vermeldt, dat de volgende lichting dan en
dan zal plaats hebben. Iets waars ligt er in
deze meening echter wel en dikwijls moet
ik ook constateeren, dat de Hollander,
wordt hem een nieuwe gedachte voorgelegd,
gewoonlijk eerst de bezwaren die daartegen
rijzen, naar boven voelt komen. Ziet, dat
zou ik nu toch willen voorstellen, laten wij
trachten eens geen bezwaren te dulden,
maar eens te varen op hoop van zegen en
iedere gedachte, ieder plan. dat tot het be
oogde doel kan leiden, verwelkomen en zijn
kans geven. Help ons dus aan denkbeelden
en wij zullen U de organisatie geven om die
uit te werken en uit te voeren,
Dat er veel te doen is spreekt m.i. van
zelf; in welke woning is er geen wensch
naar verbetering van meubelen, van verf
en andere onderhoudswerken of verbeterin
gen; in welken winkel, in welke administra
tie valt er met meer werkkrachten niet wat
te vernieuwen, te verbeteren of aan te vul-
jlen; in welke industrie, kan er niet met
voordeel geordend en opgeruimd worden.
Welke fiets behoeft geen opkalefatering,
welke schoeiïng geen herstel, welke schut
ting geen teerkwast, welk schip geen verfje?
En waarom laat men na dit te doen? Omdat
men terecht, soms ook echter ten onrechte,
meent, dat het geld er voor ontbreekt.
Meent men dit terecht, dan kan dit een
subjectieve meening zijn, terwijl er inder
daad toch een mogelijkheid bestaat, omniet
hulp van anderen daarin te voorzien;
meent men het ten onrechte, dan is het ge-
wenscht dat de Meerwerk-Commissie daar
op de aandacht gaat vestigen en het duide
lijk maakt, dat of het geld ei is of dat het
langs de een of anderen weg gevonden kan
worden, omdat het werk rendabel is.
De ervaringen met het Crisis-Comité op
gedaan toonen aan, dat dikwijls eigen hulp
aanwezig was, waar dit door den belang
hebbende niet gerealiseerd werd. Hoe dik
wijls blijkt niet een ondernemer, die het
niet meer bolwerken kan en het S.O.S.-sein
hijscht, zeer wel geholpen te kunnen wor
den. Welnu zou het dan niet mogelijk zijn
om eens wat eerder hulp in te roepen, of
eens wat eerder met anderen overleg te
plegen om datgene in het belang der on
derneming te doen, waardoor men meent
dat beter rendement te verkrijgen ware.
Het Rijk heeft toch door het stichten van
het Werkfonds heel wat werk, dat anders
ongedaan gebleven ware, gestimuleerd en
hoopt toch het daarvoor beschikbaar ge
stelde bedrag weer in zijn kas trrug te zien
vloeien.
Is een Leidsch Werkfonds voor kleine
werken een onbereikbaar ideaal?
In meerdere gemeenten heeft men in dit
opzicht reeds gewerkt met succes en ik be
hoef geen opsomming te geven van de rich
tingen, waarin pogingen .om werk los te
krijgen, gedaan kunnen worden.
Het Gemeentebestuur dat hier door zijn
tegenwoordigheid getuigt van den ernst van
onze bedoelingen, wil voortgaan zijnerzijds
werken uit te voeren, maar wil ook Uwe
pogingen steunen en helpen. Het wil. naar
de beschikbare middelen, helpen en voor
lichten. maar het wil de leiding hierbij niet
nemen, omdat het er juist omgaat de in de
Gemeente sluimerende krachten, tot acti
viteit te prikkelen, de door de burgerij on
opgemerkte of verzuimde mogelijkheden in
daden om te zetten en den weg daartoe te
bereiden zonder de remmende aministratie
ve rompslomp, die een Gemeentelijke Admi
nistratie en ieder Gemeentelijk Bedrijf of
initiatief, eigen zijn en moeten zijn. De ge
meente beperkt zich dus tot het initiatief.
Wij meenen, dat naast wat zij zelve vóór
de burgerij doet, er iets dóór de burgerij
gedaan kan worden. Dit iets uit te denken,
te organiseeren en te helpen uitvoeren,
daartoe is deze Comissie in het leven ge
roepen. Dus de krachten buiten die Ge
meentelijke machine aan het werk zetten
en dan wel de zoodanige, waarvan men ver
wachten mag een jeugdig enthousiasme,
flinke werkkracht en een lust tot aanpak
ken, vrij van politieke overwegingen, vrij
ook van de voorzichtigheden, waartoe offi-
cieele personen en lichamen gedwongen
zijn. Want het gaat er toch vooral om aan
te sporen, de aandacht te vestigen en ge
vestigd te houden, adviezen te geven, denk
beelden ter uitvoering te ontwerpen en door
te geven en vooral om enthousiasme te
wekken en dat te stellen tegenover zwaar
moedigheden en aarzelingen. Ik zal daarom
de vrijheid nemen U straks aan te bevelen
een werkcomité te benoemen, dat ge
schraagd door Uwen goeden wil en op weg
geholpen door suggesties Uwerzijds, zijn
krachten kan toonen.
En ik vraag U nu in twee dingen
dadelijk het bewijs te leveren, dat Ge
aan ons beroep gevolg wilt geven. Voor
eerst roep ik U op deze aangelegenheid
ernstig op te vatten en te beseffen, dat
men bereid moet zijn meer dan in nor
male omstandigheden te helpen iets
van zich zelve te geven, iets bij te dra
gen en het oog gericht te blijven hou
den op het te bereiken doel: meer werk.
Vervolgens roep ik Uw hulp in om de
noodige middelen bijeen te brengen om
de actie te voeren. Zeker, de Gemeente
wil ook hier wel het goede voorbeeld
geven, maar de ondernemingen hier ter
stede en de talrijke organisatie's van
werkenden, produceerenden en verbrui-
kenden kunnen wel alle iets aan.
Groot zijn de behoeften niet. De Gemeen
te wil verder tegemoetkomen en Burge
meester en Wethouders zullen gaarne een
hunner delegeeren. teneinde zich op de
hoogte te houden van wat Gij voorbereiden
en doen zult en dus een geregeld contact in
het leven te roepen. Zij willen een secreta
riaat en de daarvoor noodige outillage te
Uwer beschikking stellen.
Ik hoop dat wat ik U zeide, Uwe sympa
thie mag hebben en dat Gij aan mijn be
roep op medewerking gehoor wilt geven.
Mag ik daarop rekenen, dan Dames en
Heeren. kan deze Commissie worden de
.„Sleutel tot Meer Werk", dan kan men weer
uitroepen „Leiden ontzet uit de Crisis".
Hiermede verklaar ik deze Commissie ge
ïnstalleerd.
Op het vervolg der vergadering komen wij
morgen terug.
De a.s. verkiezingen.
Alle candidatenlijsten in den
kieskring Leiden goedgekeurd.
Het hoofdstembureau in den kies
kring VII (Leiden) heeft in zijn he
denmiddag gehouden zitting de op 20
April j.I. ingeleverde candidatenlijsten
voor de verkiezing van leden van de
Tweede Kamer der Staten Generaal
alle geldig verklaard met dien ver
stande, dat niet werden gehandhaafd
in de lijst van den Vrijheidsbond de
naam van dr. I. H. J. Vos; in de lijst
van het Nat. Rad. Verbond „Alg. Be
lang" de namen van de heeren B. H.
Meerman en J. Oosterman en in de
lijst van de Chr. Dem. Unie de naam
van den heer J. J. Geitz.
OVERIJSSELSCH-GELDERSCHE
VEREENIG ING.
Viering van het 2e lustrum.
De Overijsselsch-Geldersche Vereeniging
heeft haar 10-jarig bestaan feestelijk her
dacht, op een wijze, die alleszins getuigt
van een goed en krachtig verenigingsle
ven. De Burchtzaal was Zaterdagavond
goed gevuld, toen de voorzitter, de heer P.
Thijs, een hartelijk welkom sprak, speciaal
ook tot de besturen der bevriende zuster
verenigingen uit Den Haag en Haarlem
en der Leidsche Groningers, Friezen en
Zeeuwen, met wie hartelijke banden van
vriendschap bestaan en de Haagsche Bra
banders, om te eindigen met een kort re
sumé van het dien avond op te voeren
tooneelstuk „De ridder van den Kouse
band" van Henk Bakker.
De Overijsselsch-Geldersche beweging is
nog betrekkelijk jong en daarom beschikt
men nog niet over eigen groot tooneel.
Maar dat zal wel komen!
Henk Bakker behoort tot de inlandsche
blijspel-leveranciers, die weten, hoe ze een
feestavond met dilettanten-tooneel kun
nen vullen. Zijn stukken wekken een pret
tige stemming door den gullen lach, die zij
afdwingen. „De Ridder van den Kouse
band" maakt daarop geen uitzondering en
met de veie persoonsvergissingen etc.
die veel aan Kadelburg doen denken!
behaalt dit stuk een groot lach-succes.
Dat dit zoo was, moet trouwens voor een
groot deel ook worden toegeschreven aan
de uitnemende vertolking, die de
vele executanten over de gansche linie
wisten te geven. Men bleek ernstig te heb
ben gestudeerd en deze moeite is wel be
loond geworden door een keurige opvoe
ring.
Mevr. Snel—Broek was ongetwijfeld aller
tolk. toen zij speelsters en spelers harte
lijk huldigde voor het gepresteerde.
Lang en luid applaus onderstreepte dit.
Nog werd de vereeniging warm gecom
plimenteerd door de Haagsche Overijsse
laren en Brabanders en namens de Leid
sche Friezen en Groningers door den heer
H. A. Vriend.
Na afloop volgde onder leiding van den
heer J. H. van Leeuwen, een zeer geani
meerd bal, waarvan de muziek werd ver
zorgd door de Blue Rhythm Boys in 't
rood.
Tal van attracties bevorderden de zeer
hoog gestegen stemming.
Met veel genoegen kan de vereeniging
op haar 2e lustrum terugzien. Het was een
goede mijlpaal in haar historie.
CHR. MEISJESVEE. „WEES EEN ZEGEN".
Jaarfeest.
In het wijkgebouw „Pniël" vierde de
meisjesvereeniging „Wees een zegen" haar
jaarfeest. De voorzitter van het wijkbestuur
dr. J. Riemens opende dezen avond door te
laten zingen Psalm 103 vers 1. waarna hij
voorging in gebed.
Spr. heette hierna allen hartelijk welkom
en sprak er zijn vreugde over uit, dat onder
de uitnemende leding van mej. Riphaagen
de meisjesvereeniging dusdanig is uitge
groeid, dat nu in Pniël 3 meisjesver. zijn
ondergebracht n.l. de Jeugdgroep voor de
jongsten. de Meisjesver. en Jongevrouwen-
kring.
Het verheugde spr. te mogen weten dat
er zoo groote belangstelling voor dit werk
bestaat en het aantal leden niet minder dan
96 telt. Spr. dankte de assistenten van wie
mej. Riphaagen zooveel steun ondervindt en
wat door de leidster zeer gewaardeerd wordt.
Na het zingen van het bondslied voerde de
jeugdgroep een zangspel „De bloeiende jaar
getijden" op, dat veel bijval oogstte. Hierna
werden nog verschillende voordrachten uit
gevoerd waarbij het stukje: Onder Moeders
crinoline bijzonder in den smaak viel.
Een der leden Rie v. 't Zelfde heeft zich
enkele malen op de haar eigen, humoristi
sche wijze laten hooren en oogstte zeer veel
succes. Nu zou de jaarfeestviering ten einde
zijn, doch het moment waarop elk meisje
eigenlijk gewacht had, was nu aangebroken.
De leidster die daarvan onkundig was ge
laten. werd een hartelijke huldiging bereid.
Een der oudere meisjes noodigde haar uit
op het mooi versierde podium te komen,
waar vele meisjes in Bondsuniform waren
opgesteld.
Uit naam van alle meisjes dankte zij mej.
Riphaagen voor haar noesten arbeid in het
vereenigingswerk, en sprak den wensch uit,
dat zij onder Gods zegen dit werk nog vele
jaren zou mogen voortzetten.
EERSTE BLAD
BINNENLAND.
De burgemeester van Leiden installeert
een commissie voor een Meer Werk
Actie (Stadsnieuws, le Blad).
Minister-president dr. H. Colijn houdt
hier ter stede een verkiezingsrede
(Stadsnieuws, le Blad).
In den kieskring Leiden zijn alle inge
diende candidatenlijsten voor de a.s.
Kamerverkiezingen geldig verklaard.
(Stadsnieuws, le Blad).
De nestor der Leidsche Hervormde predi
kanten ds. C. Hartwigsen legt zijn
ambt neer. (Stadsnieuws, le Blad).
Verlaging van crisis-heffingen. (Binnen
land, 4e Blad).
De Eerste Kamer over de reorganisatie
van het spoorwegbedrijf (Binnenland,
4e Blad).
Geen overeenstemming inzake de langd
omroep-golven. (Binnenland, 4e BladL
Het Nederlandsche paviljoen te Parijs zal
op 28 Mei geopend worden. (Laatste
Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
Vorderingen der Spaansche rechtschen in
Biskaje. (2e B'lad).
Schuschnïgg dementeert de Giornala
d'Italia. (iE:uiitenflandi, 2e Blad).
Eden te Brussel. (Buitenland, 2e Blad).
Beck's bezoek aan Boekarest beëindigd
(Buitenland, 2e Blad).
Wickham Steed over organisatie van den
vrede. (Buitenland, 2e Blad).
Clem. Sohn, de vliegende mensch, is ver
ongelukt. (Euitenl.. 2e Blad).
Ernstige mijnramp in Bohemen. 14 slacht
offers. (Buitenl. Gem. 2e Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
Napiens alle meisjes bood zij haar hierna
een armbandhorloge aan. Ook werd mej. R.
nog toegesproken door een meisje van de
meisjesver. en een van de jeugdgroep, die
beiden eveneens een bewijs van hun dank
baarheid aanboden. De meisjes zongen
hierna hun leidster een zegenbede toe.
Mej. Riphaagen dankte hierna-, zeer ge
troffen. voor zooveel hulde waarvan zij niets
vermoed had. en zeide dat het haar altijd
een vreugde is, leidster te mogen zijn van
een groep meisjes waar de sfeer zoo voor
treffelijk is. Voor de geschenken, haar aan
geboden, dankte zij hartelijk en sprak te
vens een woord van dank tot haar assisten
ten die haar bij dit mooie werk ter zijde
staan. Dr. Riemens, het woord hernemende,
dankte mej. R. voor het wsrk in zijn wijk
verricht en hoopte nog langen tijd op haar
hulp te mogen rekenen.
Hierna werd deze zeer geslaagde avond
met zingen en dankgebed gesloten.
1 DE HEER A D. VIJGH 40 JAAR NOTARIS
Het heeft den heer Vijgh Zaterdag j.I.
ter gelegenheid van zijn 40-jarig ambtsju
bileum als notaris aan belangstelling aller
minst ontbroken. Van zeer vele zijden be
reikten hem bloemstukken, telegrafische of
schriftelijke gelukwenschen. terwijl velen
ook persoonlijk hun opwachting kwamen
maken. Tot de laatste categorie behoorden
vele personen, waarmede de heer Vijgh zit
ting heeft in bestuurscolleges, e. a. Ook was
aanwezig de burgemeester, mr. A. van de
Sande Bakhuyzen, de voorzitter van de
Broederschap van Notarissen in Nederland,
mr. Ph. B. libourel uit Delft en een depu
tatie van de Ver. van Leidsche Notarissen,
die haren voorzitter een fraaien stoel aan
bood. Het kantoorpersoneel behoorde uit
den aard der zaak tot de eersten, die ge
lukwenschen overbrachten, het bereidde
den notaris een feestelijk welkom, waarbij
ook een stoffelijk huldeblijk werd over
handigd.