AKKERTJES
Shakespeare's „Romeo en Julia"
verfilmd
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 23 April 1937
Vierde Blad
No. 23642
£3Sftd£:Wne Dietrich"Chari« ^y«
78ste Jaargang
RECHTZAKEN
De ramp van de
„Van der Wyck".
'n Treiterende Kiespijn...
ONZE TELEFOONNUMMERS:
Het getuigenverhoor voortgezet.
BATAVIA. 22 April (Aneta). De Raad
roor de Scheepvaart heeft heden het on
derzoek naar de ramp. welke het s.s. „Van
der Wyck" getroffen heeft, voortgezet.
De zitting ving aan met het verhoor van
den getpige A. M. Schoevers. directeur van
de Algemeene Volkscredietbank. die tijdens
de ramp als eerste-klasse passagier aan
boord was. Getuige verhaalt uitvoerte zijn
lotgevallen tijdens de ramp.
De voorzitter wijst er op, dat in de dag
bladen enkele passagiers hun verwondering
er over uitspraken, dat zii zoo laat waren
gewaarschuwd De getuige zegt dan: „De
moeilijkheid is, dat ik leek ben. dus ik kan
het niet beoordeelen. Naar schatting ben
ik wakker geworden hoogstens 10 minuten
voor dat ik in het water terecht kwam".
De getuige vertelt verder, dat hii door een
visschersprauw is gered, waarin onder meer
ook de gezagvoerder en de derde werktuig
kundige zich bevonden. Deze laatste zeide.
dat hii in de machinekamer al het moge
lijke had gedaan om het schip recht te
krijgen door olie en water over te pompen.
De volgende getuige is de derde stuurman
van de „Van der Wyck". de heer A. C.
Verseput, die op de vraag van den voor-
gitter of er iets gebeurd is. dat volgens den
eetuige in verband kon staan met het ver
gaan van de „Van der Wyck". verklaarde:
toen wli in het dok waren is het schip op
een gegeven moment scheef gevallen. De
oorzaak is hem onbekend.
De voorzitter zeide. dat dit echter ver
klaarbaar was. omdat vast is komen te
staan, dat in de bunkers stookolie is over
gepompt.
De getuige had toezicht uitgeoefend bü
het laden van ruim twee.
Het openzetten van patrijspoorten van
het tusschendek geschiedde op last van den
tweeden stuurman, toen te Boeleleng
vruchten werden ingeladen. Tusschen Boe
leleng en Soerabaia zeide de eerste stuur
man tot de getuige: „Denk er om. de
poorten moeten gesloten worden bü toe-
nemenden wind en zee".
Getuige verklaart verder, dat bij het ver
trek uit Soerabaia het schip practisch
recht lag. Even voor het vertrek werd ge
tuige door den gezagvoerder naar de brug
geroepen om wacht te doen. Zoodoende
heeft hii eigenlijk de ruimen in den steek
moeten laten. Het sluiten is dan ook door
anderen geschied.
Bij het manoeuvreeren heeft getuige
niet gemerkt, dat het schip eroote slagzij
kreeg. In ieder geval was die niet zoodanig,
dat het ziin aandacht heeft getrokken. Te
middernacht werd getuige door den vierden
stuurman Stada afgelost. Het schip lag op
dat oogenblik absoluut recht. Getuige ging
toen slapen. Toen hü wakker gemaakt
werd. kreeg hii order, den marconist te
waarschuwen, het S.OH.-sein te geven. Hii
trof den marconist in zün hut aan. Deze
was reeds bezig S.OH.-seinen te geven.
Daarna kreeg hij orders voor het verlaten
van het schip.
De voorzitter: „Is in al dien tijd bü u
geen gedachte opgekomen aan de open
staande poortjes?"
Getuige antwoordt daarop positief.Neen"
Op de vraag van het lid van den Raad,
den heer E. Davis, of naar getuige's mee
ning achteraf, zwaardere lading in het
onderruim dan wel op het tusschendek
aanwezig was antwoordt getuige, dat z.i.
in het onderruim de zwaarste lading was
gestuwd, want het schip had ook een lading
rijst in
De heer Hermse. eerste stuurman van de
..Van der Wyck". deelde mede. dat hü aan
vankelijk aan den kraan-machinist aan den
wal gezegd had. dat hii het iizer, dat op
het dek geladen was, niet kon meenemen
wegens de afmetingen. Op aandringen
wiil men er te Pladjoe op wachtte stem
de betrokkene er in toe, de platen als dek
lading mee te doen nemen.
Getuige Baladjo. een mandoer die reeds
tien jaar bü de K.P.M. in dienst is. ver
klaart. in Boeleleng van den eersten stuur
man order te hebben gekregen, op de pa
trijspoorten van ruim twee te letten. Wan
neer het water daar door zou komen, moes
ten zij direct gesloten worden. Getuige had
den indruk gehad, dat deze order slechts
tot Soerabaia gold. Hij wist niet, dat de
poorten na het vertrek uit Soerabaia nog
steeds open stonden.
De roerganger Marlie, die van midder
nacht af de roer-torn waarnam, legde er
den nadruk op, dat hii eerst om kwart voor
een des nachts merkte, dat het schip eenige
slagzü vertoonde. Dc morselamp-seinen,
welke door den wachtdoenden stuurman
Stada met de passeerende Reaal" waren
gewisseld, waren toen reeds afgeloopen.
(De „Van der Wyck" ging ca. zeven minu
ten over een 'snachts ten onder).
Kort daarop werd de gezagvoerder wak
ker gemaakt, die aan Marlie opdroeg, de
passagiers en de bemanning te waarschu
wen.
Een andere getuige, de olieman Roajan,
die in de machinekamer wacht liep. is
eveneens eerst tegen 12 45 uur tot de ont
dekking gekomen, dat het schip een beetje
overhelde.
De verdere behandeling van deze zaak
werd daarna uitgesteld tot een nader te
bepalen dag.
VALSCHHEID IN GESCHRIFTE.
Wegens valschheid in geschrifte heeft
gistermiddag voor de rechtbank te Haar
lem terecht gestaan de oud-gemeente
secretaris T. uit Vogelenzang.
Hü was tegen 1 Mei van het vorig jaar
ontslagen als secretaris-penningmeester
van het polderbestuur „Vogelenzang" en
was in beroep gegaan bii het ambtenaren
gerecht te Amsterdam
Op verzoek van dit gerecht had hü een
reglement en de aanstelling overgelegd,
maar bü onderzoek bleek, dat het regle
ment door het bestuur nooit was goedge
keurd. maar dat verdachte het voorzien
had van de handteekening van den over
leden voorzitter. De aanstelling was onder
teekend door den inmiddels overleden voor
zitter en secretaris. Verdachte zeide, dat
reglement wel goedgekeurd was. maar een
bestuurslid verklaarde, dat verd. daarvan
later in het notulenboek aanteekening had
gedaan Op het zegel van de aanstelling
stond 1935 en de voorzitter was in 1932
overleden
De officier van justitie eischte een ge
vangenisstraf van zes maanden. De recht
bank zal op 5 Mei uitspraak doen.
MAG SPEUDONIEM IN DAGVAARDING
WORDEN GEBRUIKT?
Het hof meent van wel.
Een schrüver van revues dagvaardde
eenigen tijd geleden twee personen inzake
een auteursrechtquestie. In de dagvaar-
erng noemde eischer zich bü den naam,
waarbü hü algemeen bekend is, een Fran-
sche naam, die geheel anders luidt, dan
die, waarmee hü bü den burgerlijken stand
staat ingeschreven.
De tegenpartü wierp bü de behandeling
voor de rechtbank als exeptie op, dat
eischer zijn werkelüken naam had moeten
gebruiken.
De rechtbank wees over dit verweer een
interlocutoir vonnis, waarbü zü de exeptie
verwierp. De gedaagden immers kenden
eischer bü dezen Franschen naam en
wisten dus precies met wien zü te doen
hadden. Ook het contract, wearover het
geding loopt, was geteeker.d met dien
naam.
Gedaagden gingen van deze beslissing in
appel en voerden o.a. aan, dat de wet in de
dagvaarding den naam en voornamen van
den eischer eischt, zooals zü bü den bur
gerlijken stand zün ingeschreven. De revue-
schrüver deed aanvoeren, dat de „verkeers-
naam" voldoende is. Dit is gzen pseudo
niem, welke hü alleen als schrüver ge
bruikt, doch een naam waarbü ieder hem
kent.
Er zün verschillende kunstenaars, acteurs
en actrices, die steeds'bij Hun „verkeers-
naam" worden genoemd 'ei? waarvan men
dikwüls de doopnamen en familienaam niet
kent.
Het hof te Amsterdam wees gisteren in
deze principJeele kwestie arrest, gaf den
revueschrüver gelük en bevestigde het von
nis der rechtbank. In de dagvaarding
aldus overwoog het hof is geen onwaar
heid gesteld. Van eenig misverstand kan
geen sprake zün, daar ook de gedaagden
den schrü zer kennen bij zün verkeers-
naam. De opgeworpen exeptie werd dus
ook door het hof niet geaccepteerd.
De zaak werd teruggewezen naar de
rechtbank voor verdere afdoening.
HAAGSCHE RECHTBANK.
Aanrijding.
Op den weg tusschen Leiden en Alphen,
had J. V uit Alphen aan den Rün een
aanrüding veroorzaakt In verband hier
mede stond hii in hooger beroep terecht.
De chauffeur Th. J Mank uit Ter Aar
deelde mede dat in de richting waaruit
verdachte kwam. n.l. Leiden een voertuig
stond, waarvoor hii moest uitwijken.
Verdachte betoogde evenwel dat M. had
moeten wachten, terwijl een andere getuige
van oordeel was dat M. eigenlijk tegen de
auto van V. is opgereden.
De officier achtte echter de schuld van
V. bewezen en vroeg bevestiging van het
vonnis. Uitspraak 1 Mei.
Wegens overtreding der Motor- en Rü-
wielwet. is J. J W uit Leiden, door den
Leidschen kantonrechter veroordeeld tot
f. 7.50 boete subs. 5 dagen hechtenis, waar
van W. in beroep kwam. Hij liet echter
verstek gaan. De officier reouireerde beves
tiging van het vonnis.
Wegens het rüden met een achtwielige
auto. die een as-belasting had van 3200
K G., terwül 2400 K G is toegestaan, was
te Alphen aan den Rün de chauffeur G. K.
uit Gullik verbaiiseerd. De kantonrechter
te Alphen had K. tot f. 8 boete subs. 4 dagen
hechtenis veroordeeld, van welk vonnis K.
in verzet kwam.
De officier vroeg vrijspraak daar de
methode die is gevolgd bij het wegen, niet
juist zou zün geweest
Wegens het besturen van een motorrijwiel
terwijl hü onder den invloed van sterken
drank verkeerde, is J. B. uit Bodegraven
door den kantonrechter te Alphen veroor
deeld tot een week hechtenis. De rechtbank
heeft dit vonnis bevestigd.
DE ERFENISKWESTIE OENE VAN TYEN.
Gisteren werden te Leeuwarden dc
pleidooien gehouden.
In de geruchtmakende kwestie over de
erfenis van Oene van Tyen, heeft in 1935
de Oene van Tyenvereeniging, welke in
1929 docr vermeende of werkelijke fami
lieleden was opgericht, een vordering in
rechten ingesteld tegen de afstammelin
gen van dT. Lunsingh Tonckens, aan wien
destüds het leeuwenaandeel der nalaten
schap door Oene van Tyen, die te Beetster-
zwaag woonde, was vennaakt. In deze zaak
werden gistermiddag voor de rechtbank te
Leeuwarden pleidooien gehouden.
Procureur voor de eischers was mr. J. Vis,
als advocaat trad voor hen op mr. S de
Jong van Amsterdam, procureur voor dc
gedaagden was mr. C. H. Beekhuis te
Leeuwarden.
Eischers vorderden in hoofdzaak:
1. Nietig verklaring, althans vernietiging
van het testament.
2. Inbezitneming van al hetgeen gedaag
den uit bedoelde nalatenschap onder zich
hebben.
De vordering tot nietigverklaring, althans
vernietiging van het testament, berust op
twee grondslagen: a. op beweerde krank
zinnigheid van den erflater; b. op het
positum, dat een der erfgenamen behan
delend geneesheer van den erflater was.
Bij de pleidooien drong de advocaat van
eischers aan op een interlocutoir vonnis,
waarbü Hü zou worden toegelaten tot nader
bewüs van de in de dagvaarding omschre
ven feiten.
De procureur van de gedaagden verzette
zich hiertegen en concludeerde dat de dag-
zoo'n tergende pijn, die U bijna razend,
maar ten slotte murw maakt
die U doet grijpen naar alles, waarvan Ge
maar hoopt, dat het U van die kwelling
zal afhelpen. Zoo'n razende kiespijn... die
bedaart onmiddellijk met 'n "AKKERTJE".
Het lijkt een wonder, maar zooals olie ge
stort op de golven, de ziedende zee doet
bedaren, evenzoo verwonderlijk is de uil
werking van één of twee "AKKERTJES".
Zorg ze altijd in huis te hebben. Ze ko
men elk oogenblik van pas, misschien
vannacht nog, als Ge geplaagd wordt door;
Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijnen, Rheu-
matische pijnen, Vrouwenpijn, nerveuse
Slapeloosheid. Bovendien helpen ze U
af van 'n gevatte kou, Griep, Influenza.
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumonf
AKKER-CACHETS
95
CIngez. Med.)
vaarding zoo slordig Ls opgesteld, dat for
meel de hoofdzaak buiten beschouwing zal
moeten blijven, terwül men niet eens de
moeite heeft genomen deze bü repliek aan
te vullen en te verbeteren, dat de afstam
ming van eischer Kaspers volkomen in de
lucht is bhjven hangen, dat de feitelijke
grondslagen volkomen in strijd met de
werkelükheid zijn, hetgeen de rechtbank
ten aanzien van de beweerde krankzinnig
heid reeds summier heeft beslist-, terwül
van de toepasselijkheid van art. 953 van
het burgerlijk wetboek niets is gebleken en
dat tenslotte de acte verjaard is.
De uitspraak is bepaald op 4 Mei.
REDACTIE 1507
DIRECTIE en ADMINSTRATIE
2500 (op 2 lijnen)
Bdna May Oliver, Norma Shearer en c. Aubrey Smith in „Romeo en Julia."
Leslie Howard en Norma Shearer: Ro-
tr.eo en Julia. Een onsterfelük tweetal dat
hu óók op het zilveren doek verschenen is!
Julia te kennen, zooals Shakespeare de
Rguur geschapen heeft, is haar liefheb-
ten. Want Julia is het symbool der liefde.
In haar vinden we de almacht van een
eerste groote liefde, met haar zuiverheid,
near ademlooze vurigheid, haar onwankel
bare trouw, haar voortdurende toewüding,
naar kracht, haar teederheid en haar
moed.
Romeo en Julia" geeft het emotioneele
herhaal van vier dagen in het leven van
deze jonge menschen in Italië in de vüf-
tiende eeuw, hun ontmoeting, hun innige,
wanhopige liefde voor elkander, de opeen-
looping der dramatische gebeurtenissen,
welke Romeo's verbanning ten gevolge
hebben en hun uiteindelijke hereeniging
in den dood in die prachtige scène in de
graftombe, waar Romeo, denkend, dat
Julia dood is, de hand aan zichzelf slaat
even voordat Julia haar oogen opent en
weer tot bewustzün komt.
In die vier dagen groeit Julia op van
meisje tot jonge vrouw. Hoewel ze nauwe-
lüks veertien jaren telde toen ze Romeo
ontmoette, bezat ze reeds de physieke
vroeg-rijpheid van de vrouwen van haar
land. We ontmoeten haar onschuldig, on
ervaren. maar met een wereldwüsheid, die
zij dankt aan de onbekrompen en vrüe
opvoeding, die men den jongen vrouwen in
die periode gaf.
De 'oalconscène geeft tegelükertüd Ju
lia's heftig verlangen weer naar liefde, de
onstuimigheid van haar vurige natuur en
haar aangeboren eerlükheid. In deze scène
is zü afwisselend een verlegen meisje, een
coquette vrouw en een vrouw, die zelf
standig durft optreden. -
Zij heeft Romeo op het bal ontmoet
voor den eersten keer dien avond en is
vol van de opwinding van het avontuur.
Zü komt naar buiten op haar balcon en
niet wetend, dat Romeo in den tuin is.
vertrouwt zü haar liefde toe aan den
nacht en de sterren.
Als hij dan zweert, dat hü haar bemint,
bestaat er geen twüfe! meer omtrent haar
liefde voor Romeo. Haar geest geeft in
hoe langer hoe rükere bewoordingen uiting
aan haar gevoelens.
Julia op het witte doek te spelen, zoo
zegt Norma Shearer, is een gebeurtenis
voor het leven. Er zün reeds zooveel vol
maakte Julia-ultbeeldingen op het tooneel
geweest, dat ik me gelukkig prüs de ge
legenheid te mogen hebben, de eerste te
zün, om haar door middel van de film te
vertolken, waardoor, naar ik hoop, het mü
althans gelukt ls, een vergelüking met
deze onsterfelüke voorstellingen op de
planken te ontloopen. Doordat het uit
beeldingsmiddel van de film zoo geheel
anders is, practisch gesprpken nieuw voor
Shakespeare, voel ik, dat Wu daardoor het
voorrecht hadden, een groot deel van de
traditioneele Shakespeariaansehe tooneel-
stül te kunnen verwaarlodzén. Doch ook
bü het theater veranderderi In den loop
van verscheidene honderden jaren de op
vattingen om tenslotte hun bekroning te
vinden in de modere en persoonlüke uit
beelding van Miss Cornell's prachtige
Julia.
Wü staan nu ver van dat einde van de
zestiende eeuw af, toen „Romeo en Julia"
voor het eerst ten tooneele werd gebracht
en het is moeilük precies na te gaan, hoe
het stuk toen werd gespeeld. Wel weet
men. dat Shakespeare's stukken werden
geschreven om gespeeld te worden in be
perkte ruimten in de open lucht voor een
zeer klein publiek. Misschien is daarom
juist de film het ideale midden om Sha
kespeare's rüke poëzie weer te geven, daar
de camera en microfoon slechts een een
voudige voordracht toestaan en vereischen.
Maar men kan en mag nu eenmaal niet
verwachten, dat Shakespeare thans nog
precies gespeeld wordt als honderden ja
ren geleden, maar wel is het onze plicht
om van onze waardeering voor de büzon-
dere poëzie dusdanig blijk te geven, dat
onze uitbeelding der personen, aannemelük
en boeiend is voor het moderne publiek.
De bewering, dat een goede speech die
is, welke passend is voor de gelegenheid,
waarvoor ze dienen moet, geldt blükbaar
ook voor tooneelspel. Alleen dan heeft het
tooneelspel zün effect, als het zün toehoor
ders overtuigt en behaagt. Dat is dan ook
de reden, dat de wüze van acteeren zoo
veranderd is sinds Shakespeare's tijd en
wel altüd zal blüven veranderen, zoo lang
deze verrukkelüke verbeeldingen van den
geest zullen blijven bestaan. Maar „Romeo
en Julia" als figuren zullen in wezen nooit
veranderen, ze zullen altüd blüven, wat
zü ononderbroken voor de gansche
menschheid zün geweest: 'swerelds on-
sterfelükste liefdespaar.
MARLENE DIETRICH IN
„DE TUIN VAN ALLAH."
Mariene Dietrich in „De tuin van Allah".
Mariene Dietrich en Charles Boyer spe
len deze week tezamen in Selznick's kleu-
ren-productie „De tuin van Allah".
Sommigen meenen, dat de kleurenfilm
evenals de geluidsfilm spoedig de wereld
zal veroveren. Zü opent groote nieuwe mo-
gehjkheden voor de techniek en haar op
komst zal bespoedigd of vertraagd worden
door de reactie van het publiek.
David O'Selznick experts zün aan het
werk gezet om allerlei proefnemingen te
doen. Hij wilde niets aan het toeval over
laten. Zün eerste kleurenfilm moest zóó
perfect zün voorbereid, dat het resultaat
alles zou overtreffen, wat tot nu toe ge
produceerd was.
Maanden voordat men met de opnamen
van „De tuin van Allah" begon, waren de
spelers, het materiaal voor de décors en
costuums, steeds weer opnieuw gefotogra
feerd om de mooiste kleuren-combinaties
te verkrügen.
Een goede kleuren-techniek brengt on-
getwü'feld warmte en leven in de film en
dat velen er tot nu toe sceptisch tegenover
staan, komt voor een groot deel, omdat
men eigenlijk nog geen perfect werk op dit
gebied heeft gezien. De waarde van de
kleurenfilm kan pas blüken, wanneer alle
technische problemen overwonnen zijn.
Selznick's „Tuin van Allah" opent, in dit
opzicht, nieuwe perspectieven.
De Mariene Dietrich, die men zal zien
i?i „De tuin van Allah" is de groote actrice,
die de wereld veroverde met haar creaties
in „Marokko". „Onteerd", Shanghai Ex-
press". „Song of Songs" en ..Begeerte",
maar met een nieuwe persoonlijkheid en
van een sprookjesachtige schoonheid.
Naast Mariene treedt de populaire
Charles Boyer op. die in betrekkelü'k kor
ten tüd tal van harten veroverd heeft. In
Frankrijk was hij reeds lang een beroemd
en geliefd tooneel- en filmspeler. Men
denke o.a. aan de film „Mayerling". Maar-
het was niet zoo gemakkelük om Amerika
te veroveren. Hü moest eerst perfect En-
gelsch leeren. Maar toen was zün naam
ook aan het Hollywoodsche firmament
Wcrirflg"eemja?': Door zÜn spel in „Private
Worlds werd hij verheven tot „ster" en de
voortdurende vraag naar portretten en
nieuws van Charles Boyer is wel een be-
WÜS voor de groote plaats, die hij ta de
eemh-n V»an bewond?raars inneemt De
Behalve deze twee „sterren" treden emi-
StaithSminrST^ ?asU fcatHbone. C Aubrey
oJT y en JosePH Schildkraut
op. die door de prachtige vertolking van
hun rollen er niet weinig toe bijdragen
nl Tn Lten gaaf geheel te maken.
„„,Rat.h!),one 13 het meest bekend door
zijn rolvertolking m David Copperfield"
e" be. Garbo-film „Anna Karenina". In
„De tuin van Allah" treedt hü op als de
sympathieke filosoof-geleerde graaf An-
tome.
C. Aubrey Smith is na zijn geweldig suc
ces met den grootvader-rol in „De kleine
Lord een der meest gevraagde acteurs van
het oogenblik in Hollywood. Ook zün uit
beelding van den woestü'n-priester Roubler
is weer een krachtige creatie.
Tilly Losch, de Weenjche danseres, die in
Europa reeds vele lauweren oogstte, maakt
m de „Tuin van Allah" haar Amerikaan-
sche debuut voor de film. Zij ia het be
koorlijke Ouled Nail-danseresje Irene, dat
door haar dansen Boris vreemd ontroert
en door haar wraakneming op haar gewe-
zen minnaar, Domini In een gevaarvolle
situatie brengt.
Joseph Schildkraut is een zoon van Ru
dolph Schildkraut, den bekenden Duit-
schen acteur. Joseph vervult de rol van
Batouch, den gids. Schildkraut filmt reeds
jarenlang in Amerika.
De regie van „De tuin van Allah" werd
opgedragen aan den beroemden regisseur
Richard Boleslawski.
TWEE FILMS MET LILIAN HARVEY.
De Ufa zal voor haar productie 1937'38
twee films vervaardigen met Lilian Har
vey, die thans de gevolgen der destüds in
Amerika ondergane vermageringskuur weer
volledig te boven is gekomen.
De eerste film is reeds gereed en is ge
titeld: „De zeven oorvijgen". Daarin is
Willy Fritsch weer haar charmante part
ner.
De tweede rolprent met Lilian Harvey
heeft den voorloopigen titel: Fanny ELss-
ler. Daarin is Willy Birgel haar tegen
speler.
Terstond na beëindiging van de opnamen
voor de Zarah Leanderfilm ,,Zu neuen
Ufern" waarin Birgel eveneens de
hoofdrol vervult zal met de tweede
Hprvey-film worden begonnen. Fanny Elss-
ler was een beroemde danseres, zoodat
men in de film van dien naam waarschün-
lük wel in overvloed van de fraaie dans
kunst van Lilian Harvey zal kunnen ge
nieten.