STADSNIEUWS
Het 350-jarig bestaan van
den Hortus Botanicus
78sfe Jaargang
WOENSDAG 14 APRIL f937
No. 23634
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Rector-magnificus huldigt
den huidigen directeur
De geschiedenis van het
Gravensteen.
Het prinselijk paar op
het paleis Soestdijk
Dif nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f- portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Herdenkingsrede van prof.
dr. L. G. M. Baas Becking
gens vinden, was wel bii uitstek geschikt
en maakte den Hortus van den aanvang
af tot den tuin der Universiteit.
Ter gelegenheid van het 350-jarig be
staan van den Academischen Hortus heeft
gistermiddag prof. dr. L. G. M. Baas
Becking in de groote collegezaal van het
Botanisch Laboratorium een herdenkings
rede uitgesproken. De pleohigheid werd
o. m. bijgewoond door den rector-magni
ficus, prof. dr. J. van der Hoeve en den
secretaris van den Academischen Senaat,
prof. dr. J. A. J. Barge, den secretaris van
het college van curatoren, mr. P. J. Iden-
burg, verscheidene Leidsche hoogleeraren
benevens prof. Cosquino de-Bussy en prof.
Wevers uit Amsterdam, prof. Pulle uit
Utrecht en dr. Sirks uit Wageningen.
Prof. Baas Becking begon zijn rede met
te herinneren aan den 17den Maart 1587,
den datum waarop curatoren der universi
teit tot het stadsbestuur het verzoek richt
ten om op een ledige plaats achter de Aca
demie een kruidentuin te mogen aanleg
gen, welk verzoek op 13 April d.a.v. werd
ingewilligd.
Zoo ontstond dus de Academische Hor
tus als onderdeel der medische faculteit.
De tuin ontleende zijn beteekenis immers
alleen aan het feit, dat de daarin gekweek
te planten geneeskracht bezaten. Deze op
vatting heeft langen tijd geheerscht en
toch aarzelt spr. niet te zeggen, dat de
Hortus juist aan de medici zijn enorme
plantensortiment te danken heeft. Steeds
was hun streven erop gericht het aantal
plantensoorten uit te breiden en spr. ver
baast zich wel eens over de vraag, waarom
geen dezer medici, die in hun dagelijksche
praktijk het proces van het menschelijk
leven observeeren, nimmer op de gedachte
Is gekomen om ook in dit plantenrijk dit
proces gade te slaan.
Eerst met Suringar deed de algemeene
botanie, zij het ook nog zeer bescheiden,
hier haar intrede.
De oudste plantentuinen van Europa zijn
die van het Vaticaan 14471, Leipzig (15421.
Pisa (15431, Padua (1545), Florence (1546)
en Bologna (1567); alleen die van Padua is
evenals de Leidsche Hortus sedert de stich
ting op dezelfde plaats gebleven, zoodat in
dat opzicht Leiden dan op een na oudsten
plantentuin van Europa bezit.
Aan de hand van het gedenkboek, dat In
het begin van 1938 van de hand van den
hortulanus, den heer H. Veendorp zal ver
schijnen. deelde spr. vervolgens het een en
ander mede uit de geschiedenis.
De eerste catalogus van Clusius (1594)
maakt reeds melding van meer dan 1000
verschillende plantensoorten, een aantal,
dat onder Boerhaave (1720) zijn hoogte
punt bereikte en steeg tot 5800. Deze groei
maakte uitbreiding noodzakelijk, welke na
zijn dood tot stand kwam en de voor dien
tijd kapitale som van f. 30.000 vorderde.
Onder zijn opvolgers daalde het sorti
ment aanzienlijk in omvang om ten tijde
van H. Witte in het midden dér vorige
eeuw een nieuwe bloeiperiode te bereiken.
Ei' was toen een groote toevoer van tro
pische en Japansche planten (van Sie-
boldi, varens, orchideeën, enz. De Hortus
was toen bij het publiek zeer in trek. Toen
de Victoria Regia voor de eerste maal
bloeide, trok dit schouwspel liefst 20.000
bezoekers!
Voor het hedendaagsche onderwijs is een
zeer eroot aantal planten niet noodzakelijk.
Spr. zou zich wenschen de stichting van
een centraal Nederlandsch arboretum met
alle stamvormen van de land- en tuin-
bouwgewassen, centrale systematische tuin
en tuinen voor meer gespecialiseerde rich
tingen.
De Hortus Academicus moet echter be
houden blijven als buiten laboratorium, een
beeld gevende van de gespecialiseerde bota
nie. Het contact tusschen Hortus en du
bliek is ongetwijfeld lang
meer als een 70-tal jaren geleden en toch
is de interesse voor den Hortus, ook van
het niet vakkundig ouhliek, van groot be
lang.
Na de medische en de systematische
periode beleven wij dus mogelijk thans de
populariseerende
Tenslotte gaf sor ln dichtvorm een gees
tige karakteristiek van de voornaamsten
zijner 18 voorgangers als directeur van den
Hortus.
Rede Rector-magnificus.
Vervolgens was het woord aan den rec
tor-magnificus. orof. dr J. van der Hoeve,
aan wiens toespraak wij het volgende ont-
leenen
Na een gelukwensch vervolgde spr.:
p ats van den Hortus vast aan het
Academiegebouw, zooals we dit bijna ner-
Prof. Baas Becking.
Het voordeel van de schitterende ligging
aan de schoonste der zeven vermakelijke
Leidsche singels, moet worden betaald met
het nadeel, dat uitbreldingsmogelijkheid.
een eerste eisch voor elke Universitaire in
richting. zoo goed als niet bestaat. Naar
Oost en West is uitbreiding onmogelijk, naar
Zuid stuiten wij oo de Sterrewacht, waarop
wij zoo trotsch zijn, zoodat wii onze be-
geerige blikken wei Noordwaarts moeten
richten.
Zoo lang de menscheltike beschaving het
militairisme nog noodig doet ziin. stellen
wii er Drijs od. dat te Leiden de verhouding
tusschen uniform en toga zoo goed als maar
denkbaar is: wii houden van onze veld
artillerie en wenschen haar alle goeds toe.
de fraaiste kazerne en de schoonste oefen
terreinen binnen de grens van de Leidsche
gemeente maar liefst oo een andere Dlaats
dan de tegenwoordige.
Stel u eens voor. hoe schoon het zou zijn
als de Hortus begrensd door Witte Singel
eenerziids. Doelen en Binnenvestgracht an
derzijds. zich zou uitstrekken van Sterre
wacht tot Groenhazengracht, een illusie
haast te schoon om verwezenlijkt te worden,
hetgeen ook gedurende mijn leven zeker en
gedurende het uwe waarschijnlijk niet het
geval zal ziin. Sluiten wii dus voor begeerte
ons graag gezicht, verheugen wij ons over
wat wii wel bezitten en hier is alle reden
toe, want de bodem van den Hortus is ge
bleken zoowel in letterlijken als overdrach-
telijken zin voor groote vruchtbaarheid
vatbaar te ziin. Letterlijk, want in- en uit-
heemsche, ia. exotische "ewassen konden
hier gedijen, overdrachtelijk want de
grootste geesten oo het gebied der botanie
konden zich hier ontplooien.
Wii denken hier aan mannen als Dodo-
naeus dien het leed zal hebben gedaan dat
de Hortus niet meer gedurende ziin leven
tot stand kwam. Clusius. Boerhaave. Lin
naeus, von Sieboldt, namen het doet mijn
medisch haTt goed, zoowel van medici als
van botanici, die ons toonen hoe inter
nationaal. zooals elke wetenschao behoort
te wezen, de botanie is en hoe verbroede
rend een Hortus werken kan.
Onder den weckklinkenden naam Do-
donaeus toch verschuilt zich de veel for-
üchere naam Rembert Joenckema Dodoens
van een Zuid-Nederlander van Frieschen
stam, de l'Ecluse was een Franschman uit
Arras. Boerhaave een oer-Hollander, Linné
een Zweed, terwijl ook de Japanneesche
Duitscher of Duitsche Japannees von Sie-
beidt zijn belangstelling in onzen Hortus
zoo Innig niet daadwerkelijk toonde. Hoe verleidelijk het
ook is ons in geschiedkundige bijzonderhe
den te vermeien, het heden wil nu zijn
recht doen gelden en dan komen wij tot
u. mijnheer de directeur. Ook gij zijt uit
den vreemde tot ons gekomen en uw on
stuimig temperament, uw overborrelende
energie, die naar alle kanten een uitweg
zoekt, kwam als een stormwind over deze
lage landen, over onzen Hortus. Ik zal u
niet verhelen, dat menig min of meer wijs
en eerwaardig hoofd zich bedenkelijk heeft
geschud de vraag overwegende of onze bo
dem niet te slap zou zijn om tegen dezen
Amerikaanschen storm bestand te zijn. of
het niet zou gaan als bij den bewusten No
vemberstorm in het. Haagsche Bosch en er
in den Hortus niet te veel takken zouden
worden afgerukt niet te veel boomen en
planten ontworteld.
Niet alzoo vreesden zij, die u kenden of
die uw karakter intuïtief aanvoelden, zij
wisten of voelden, dat de stormen die gij
verwektet niet vergeleken moesten worden
met Novemberstormen, voorboden van het
schijnbaar onvruchtbare barre winterge
tij. maar wel met de Maartsche buien, die
grillig, overuitbundig, en onrustbarend als
zij mogen lijken toch in wezen zijn de on
miskenbare en onmisbare voorloopers van
een nieuwe lente en een vruchtbaren zo
mer. Van harte wensch lk u, maar vooral
ook ons toe, dat gij u in zooverre rem
mend, dat uw gezondheid er niet onder
lijdt, uw onuitputtelijke werkkracht, uw
levendige phantasie. uw groote energie nog
jaren, ja decenniën, zult mogen gebruiken
in dit laboratorium in den Hortus en dat
gij, als weer een kwarteeuw verloopen zal
zijn, met groote voldoening zult kunnen te
rugzien op hetgeen door u is tot stand ge
bracht ten bate van de Leidsche Botanie,
van den Leidschen Hortus, dus ook van de
ons allen zoo dierbare Leidsche Universi
teit
Andere sprekers.
Tenslotte werd nog het woord gevoerd
door prof. dr. H. J. Lam als directeur van
het 108-jarige Herbarium, die zijn beste
wenschen uitsprak voor een goede sym
biose tusschen beide instellingen en door
den decaan van de faculteit der wis- en
natuurkunde, prof. dr. W. J. de Haas, die
in een geestige toespraak deze faculteit
als de meest heterogene associatie der ge-
heele Universiteit schetste, waarbij de bio
logie het meest natuurlijke element vornrt.
en tenslotte prof. Baas Becking dank en
hulde bracht voor het door hem in zoo
vele gevallen genomen initiatief, waarbij
hij nimmer den zakelijken opzet noch de
persoonlijkheid zijner studenten uit het
oog verloor.
Met een dankwoord van prof. Baas Be
cking werd thee geserveerd en een bezoek
gebracht aan den Hortus en de tentoon
stelling in het Academisch Historisch Mu
seum, waarover wij gisteren schreven.
De Leidsche Biologenclub organiseerde
gisteravond in intiemen kring in de Oran
jerie een Hortus-nachtfeest.
Voordracht van ir. H. van Oerle.
Op uitnoodiging van de Ver. „Oud-Leiden"
heeft de heer ir. Hugo A. van Oerle gister
avond zijn reeds eerder door ons aangekon
digde voordracht met lichtbeelden gehou
den over de geschiedenis van het Graven
steen.
De voorzitter prof. dr. L. Knappert maak
te met voldoening melding van de groote
belangstelling, welke voor deze lezing bleek
te bestaan er moesten zelfs stoelen wor
den bijgeplaatst! en richtte in het bij
zonder woorden van welkom tot den bur
gemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen,
den wethouder den heer M. G. Verwey, den
directeur van de Lakenhgi,èen heer A.
Coert en de leden der Geihëëntelijke Com
missie voor dit Museum.
Ir. van Oerle begon met er aan te her
inneren, dat Leiden in de middeleeuwen
een groot grafelijk bezit was. Het ligt voor
de hand dat de graven waarvan bekend is
dat zij veel te Leiden vertoefden, zich hier
een huis en hof hebben gebouwd te midden
him goederen. Zoo ontstond er nabij
di Pieterskerk een Gravenhof meer bekend
onder den naam van Huizinge van Lok
horst, de latere bezitters. Omdat de graven
ook een degelijke gevangenis noodig had
den, waar zij de gevangenen uit Rijnland
en van henzelf konden onderbrengen
stichtten zij daartoe een aparte .steen", 'n
versterkte gevangenis, niet vei' van hun
Gravenhof af aan het water dat daar
stroomde. Deze grafelijke gevangenis was
een versterkte toren, met enkele verdie
pingen, gelegen op een eenigszins verhoogd
terrein, omgeven door een pracht. Uit een
plattegrond van het gebouwencomplex
toonde spr. de kern, den vierkanten zwaren
onderbouw van dezen toren. Uit de steen
soort is op te maken, dat deze moet dalee
ren uit het midden van de 13de eeuw. Ver
moedelijk zal het dus een stichting zijn van
Willem II of Floris V. die hier zco lang
hebben verblijf gehuoden. In 1434 gaf de
rechtspraak over stedelingen af aan den
Schout, terwijl eerst in 1582 een samen
smelting plaats vond van het baljuwschap
en het schoutschap. Er was dus een stede
lijke rechtspraak gekomen. Hierbij kwam
nog, dat de Graven, die Leiden metter
woon verlaten hadden en steeds meer van
hun grafelijke goederen hadden verkocht,
het Gravensteen in beheer stelden van
anderen. In 1463 komt Gravensteen in het
bezit van de stad op voorwaarde, dat zij
voor de algeheele restauratie zou zorg
dragen en wij Zien dan voortaan liet Gra
vensteen als zetel van de stedelijke rechts
pleging. Het was dus de stedelijke gevan
genis gedurende de 15e eeuw, welke echter
spoedig zou blijken onvoldoende te zijn. De
Leidsche gevangenis bevatte toenmaals
somtijds meer dan 40 gevangenen tegelij
kertijd. Het is bijna onbegrijpelijk, hoe
men deze hier kon onderbrengen. Allen
werden bijeengesloten en vaak werden bij
wijze van straf ketters gelegerd tusschen
zware misdadigers die op hun doodvonnis
wachtten. Het begrip cellulaire straf kende
men niet. In 1556 werd er een nieuwe ge
vangenis bijgebouwd, waarvoor een omslag
werd gehouden over de dorpen van Rijnland
Aan het einde ven d? 16- eeuw breekt de
gedachte door om bij de straffen naast het
negatieve, de uitsluiting uit de maatschap
pij, ook iets positiefs voor de opvoeding
Klokslag twaalf uur is vanochtend
het Prinselijk paar in een two-sea
ter, zonder eenig gevolg, op het
paleis Soestdijk aangekomen, waar
onmiddellijk de Koninklijke stand
aard werd geheschen.
Zij werden op het bordes ontvan
gen door Jhr. J..A. de Jonge van
Zwijnsbergen, intendant van het
paleis Soestdijk, waarna de Prinses
en de Prins, alvorens naar binnen
te gaan, de wachtende menigte
toewuifden.
Uit alle deelen van het land is van
ochtend een groot aantal bloem
stukken op het paleis bezorgd, o.a.
van de gemeente Baarn, waaraan
een oorkonde met het zegel van de
gemeente was bevestigd.
BINNENLAND.
De herdenking van het 350-jarig bestaan
van den Hortus Botanicus te Leiden.
(Stadsnieuws, le Blad).
Een tweede plan-Deterding is het volgend
jaar waarschijnlijk. (3e Blad).
Indische verlofgangers en de wetswijziging
inzake tijdelijk in Nederland verblij
vende personen. (Binnenland, 3e Blad).
van de gevangenen te doen. Het begrip van
Maatschappelijk Hulpbetoon in den vorm
van sociale zorg vindt hier zijn kiem. In
dien tijd was dat ook zeer noodig. want na
1570 was er een groote verarming in de
stad" Leiden, waardoor er vele inwoners
waren, die hoewel geen misdadigers uit zich
zelf. door hun armoede aan den rand van
de misdaad gedreven wenen De criminali
teit van de jeugd steeg in sterke mate.
Zoo werd, nadat de wakkere stadssecretaris
Jan van Hout zich daar eenige maanden
lang voor had beijverd, in Maarc van het
jaar 1598 door de Groote Vroedschap be
sloten een tuchthuis te bouwen op de
plaats van het Symons Begynhof en het
erf van het huis van Henri Gallena. Lang
heeft dit tuchthuis niet bestaan, reeds 12
jaar later werd het opgeheven, en uit de
oude kaarten krijgt men den indruk, dat de
inrichting eigenlijk was ondergebracht in
het eigenlijke Gravensteen, dat hiertoe aan
de Zuidelijke zijde een kleine uitbreiding
onderging. In 1654 kwam Leiden eindelijk
tot plannen voor een ruim opgezet spin-
of rasphuis, zooals van Hout zich dat had
gedroomd. Het betrof hier blijkbaar een
gebouw om menschen te beteren meer dan
om te straffen. In Juli van dat jaar werd
tot den bouw besloten en in overleg met
het stadsbestuur besloot 's-Gravenzande 't
tuchthuis te bouwen aan de Oostzijde van
Gravensteen over een deel van de gracht.
Uitvoerig stond spr. bij de bouwgeschiedenis
van dit spinhuis stil en behandelde aan
de hand van oude teekeningen, hoe deze
instelling was ingericht. Tegelijk met dezen
bouw werd ook de eigenlijke gevangenis
van Gravensteen vergroot. Zeer kort na het
gereedkomen van het tuchthuis, in 1671,
rijpen plannen voor een vierschaar en
schepenkamer. Spr. toonde het gevelont
werp hiervan van Van der Helm, een ont
werp dal vrijwel ongewijzigd tot uitvoering
is gekomen. Met als laatste verandering het
sloopen van het z.g. Groene Zoodje, de om
muurde en omwalde gracht te memoreeren,
besloot ir. van Oerie zijn voordracht over
de geschiedenis van Gravensteen, het ge
bouw. dat door de eeuwen heen de stille
getuige was van alle beroeringen in het
stedelijk leven van Leiden, en dat nu ge
laten en gedwee zijn lot staat af te wach
ten.
Prof. Knappert dankte tenslotte ir. van
Oerie voor zijn interessante en met groote
aandacht gevolgde lezing.
BUITENLAND.
Conferentie-nieuws. (Buitenland, le Blad).
Schacht's bezoek aan Brussel. (Buitenland,
le Blad).
Duitsche nota aan het Vaticaan. (Buiten
land, le Blad).
Besluiten van den Italiaanschen kabinets
raad. (Buitenland, le Blad).
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd: Voor het Candidaatsexamen
Indisch recht, de dames E. M. Hekker
'Leiden) en H. van Hattem (Oegstgeest),
en de heer H. M. M. Haase (Lissel.
Voor het doctoraal examen wis- en na
tuurkunde hoofdvak Pharmacie, de heer
C. J. van Boxtel (Princenhageivoor het
candidaatsexamen Indisch recht mej. W.
J Hughan (Den Haag) en de heer W. Lugt
(Den Haag); voor het candidaatsexamen
Rechten, de heeren G. C. Pluygers, (Am
sterdam). A. N. Messchaert. (Den Haag) en
A. J. Dankelman (Den Haag).
SCHOOL SCHUTTERSVELD.
Ouderavond.
Aan de openbare lagere school aan het
Schuttersveld is een ouderavond gehouden.
Het gymnastieklokaal werd door 77 ouders
bezet. Tevens waren aanwezig de heer P.
Kruit voor de C.O.R. en de heer Koops voor
de Dierenbescherming. Na een hartelijk
welkom door het nieuwe hoofd der school
den heer Entrop aan alle aanwezigen, kreeg
de heer v. Doorn gelegenheid met zijn klas
eenige liedjes ten gehoore te brengen, welke
met een flink applaus werd beloond. Hier
na kreeg de heer Koops gelegenheid een
uiteenzetting te geven over ..De jeugd en
dierenbescherming", waarin hij wees op den
plicht der opvoeders om den kinderen liefde
voor de dieren bij te brengen.
Na afloop waren er nog eenige ouders, die
vragen stelden, welke de heer Koops beant
woordde. Hierna dankte de heer Entrop
namens de ouders den heer Koops voor zijn
leerzame lezing. Daar de heer Schouten als
penningmeester en de heer Degenaars als
commissaris bedankt hadden, werd de
oudercommissie aangevuld door mevrouw
Zonneveld en den heer Smit. Als lid der
kascommissie werd gekozen de heer v. d.
Lucht. De heer Entrop dankte den aftreden
den voor het werk, dat zij in de Oudercom
missie verricht hadden. Ook werd er een
kleine tentoonstelling gehouden van nest
kastjes, welke door de leerlingen van de
4e, 5e en 6e klas gemaakt waren en waar
voor eenige prijsjes werden toegekend. Na
dat in de pauze een kopje thee en een
sigaar gepresenteerd was en de verdere be
langen der school waren besproken, sloot
de heer Entrop dezen goed geslaagden
ouderavond met een woord van dank aan
allen voor hun opkomst.
VAKSCHOOL VAN DEN NED.
KAPPERS BOND.
Demonstratieavond.
Evenals in 1936 werden ook ditmaal de
wintercursussen van de Leidsche Vak
school van den Nederlandschen Kappers-
bond besloten met een demonstratie
avond, waarop door de leerlingen de laat
ste proeve van bekwaamheid, vereischt
voor het verwerven van een eind- of over
gangsdiploma, moest worden afgelegd.
Aan dit om het met een officieel
woord te zeggen examen, dat gehouden
werd in den foyer van den Burcht, werd
door 22 cursisten deelgenomen, waarvan er
10 voor hun einddiploma werkten.
De laatsten moesten hun opgave binnen
de 35 minuten tot een goed einde bren
gen, terwijl de overigen niet aan tijd wa
ren gebonden. Als juryleden traden op de
heeren A. Olthof, directeur der Leidsche
vakschool en de heer H. A. G. van Belle,
leeraar aan laatstgenoemde school.
Alvorens de leerlingen met hun werk
begonnen, sprak de voorzitter van de
plaatselijke afdeeling van den N.K.B.. de
heer v. d. Vlist, een openingswoord, waar
in hij in het bijzonder den heer Olthof
welkom heette. Dank werd gebracht aan
den heer Botse, zijn leeraren en leerlingen
voor de groote ijver en ernst, waarmede
in de afgeloopen wintermaanden onder
wezen en gestudeerd was.
Na deze korte inleiding togen de adspi-
rant kapsters en kappers aan het werk.
Welke vorderingen zij in de achter hen
liggende maanden hebben gemaakt, kun
nen wij moeilijk beoordeelen, doch wel
hebben wij kunnen vaststellen, dat door
het grootste deel der examinandi voor
treffelijk en serieus werd gewerkt, de cij
fers leveren daarvan trouwens het be
wijs: 70 leerlingen bezochten de lessen en
slechts 10 verwierven geen diploma.
Aan het einde der demonstratie prees
de hec Olthof het door de leerlingen ge
leverde werk en wekte hen op de lessen
der vakschool te blijven volgen, om zoo
doende tot steeds betere resultaten te ko
men. Met een dansje werd deze avond
besloten.
LEIDSCH STUDENTENTOONEEL.
Het Leidsch Studententooneel heeft in
studie genomen de Fransche comedie in 3
bedrijven „Bluf" van Georges Delances. De
verzorging van de vertaling en van de regie
berust in handen van leden van het L.S.T.
Van dit blijspel zal 14 Mei a.s. in den Leid
schen Schouwburg de Nederlandsche pre
mière worden gegeven.