STADSNIEUWS Het 350-jarig bestaan van den Hortus Botanicus 78sfe Jaargang WOENSDAG 14 APRIL f937 No. 23634 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Rector-magnificus huldigt den huidigen directeur De geschiedenis van het Gravensteen. Het prinselijk paar op het paleis Soestdijk Dif nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f- portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Herdenkingsrede van prof. dr. L. G. M. Baas Becking gens vinden, was wel bii uitstek geschikt en maakte den Hortus van den aanvang af tot den tuin der Universiteit. Ter gelegenheid van het 350-jarig be staan van den Academischen Hortus heeft gistermiddag prof. dr. L. G. M. Baas Becking in de groote collegezaal van het Botanisch Laboratorium een herdenkings rede uitgesproken. De pleohigheid werd o. m. bijgewoond door den rector-magni ficus, prof. dr. J. van der Hoeve en den secretaris van den Academischen Senaat, prof. dr. J. A. J. Barge, den secretaris van het college van curatoren, mr. P. J. Iden- burg, verscheidene Leidsche hoogleeraren benevens prof. Cosquino de-Bussy en prof. Wevers uit Amsterdam, prof. Pulle uit Utrecht en dr. Sirks uit Wageningen. Prof. Baas Becking begon zijn rede met te herinneren aan den 17den Maart 1587, den datum waarop curatoren der universi teit tot het stadsbestuur het verzoek richt ten om op een ledige plaats achter de Aca demie een kruidentuin te mogen aanleg gen, welk verzoek op 13 April d.a.v. werd ingewilligd. Zoo ontstond dus de Academische Hor tus als onderdeel der medische faculteit. De tuin ontleende zijn beteekenis immers alleen aan het feit, dat de daarin gekweek te planten geneeskracht bezaten. Deze op vatting heeft langen tijd geheerscht en toch aarzelt spr. niet te zeggen, dat de Hortus juist aan de medici zijn enorme plantensortiment te danken heeft. Steeds was hun streven erop gericht het aantal plantensoorten uit te breiden en spr. ver baast zich wel eens over de vraag, waarom geen dezer medici, die in hun dagelijksche praktijk het proces van het menschelijk leven observeeren, nimmer op de gedachte Is gekomen om ook in dit plantenrijk dit proces gade te slaan. Eerst met Suringar deed de algemeene botanie, zij het ook nog zeer bescheiden, hier haar intrede. De oudste plantentuinen van Europa zijn die van het Vaticaan 14471, Leipzig (15421. Pisa (15431, Padua (1545), Florence (1546) en Bologna (1567); alleen die van Padua is evenals de Leidsche Hortus sedert de stich ting op dezelfde plaats gebleven, zoodat in dat opzicht Leiden dan op een na oudsten plantentuin van Europa bezit. Aan de hand van het gedenkboek, dat In het begin van 1938 van de hand van den hortulanus, den heer H. Veendorp zal ver schijnen. deelde spr. vervolgens het een en ander mede uit de geschiedenis. De eerste catalogus van Clusius (1594) maakt reeds melding van meer dan 1000 verschillende plantensoorten, een aantal, dat onder Boerhaave (1720) zijn hoogte punt bereikte en steeg tot 5800. Deze groei maakte uitbreiding noodzakelijk, welke na zijn dood tot stand kwam en de voor dien tijd kapitale som van f. 30.000 vorderde. Onder zijn opvolgers daalde het sorti ment aanzienlijk in omvang om ten tijde van H. Witte in het midden dér vorige eeuw een nieuwe bloeiperiode te bereiken. Ei' was toen een groote toevoer van tro pische en Japansche planten (van Sie- boldi, varens, orchideeën, enz. De Hortus was toen bij het publiek zeer in trek. Toen de Victoria Regia voor de eerste maal bloeide, trok dit schouwspel liefst 20.000 bezoekers! Voor het hedendaagsche onderwijs is een zeer eroot aantal planten niet noodzakelijk. Spr. zou zich wenschen de stichting van een centraal Nederlandsch arboretum met alle stamvormen van de land- en tuin- bouwgewassen, centrale systematische tuin en tuinen voor meer gespecialiseerde rich tingen. De Hortus Academicus moet echter be houden blijven als buiten laboratorium, een beeld gevende van de gespecialiseerde bota nie. Het contact tusschen Hortus en du bliek is ongetwijfeld lang meer als een 70-tal jaren geleden en toch is de interesse voor den Hortus, ook van het niet vakkundig ouhliek, van groot be lang. Na de medische en de systematische periode beleven wij dus mogelijk thans de populariseerende Tenslotte gaf sor ln dichtvorm een gees tige karakteristiek van de voornaamsten zijner 18 voorgangers als directeur van den Hortus. Rede Rector-magnificus. Vervolgens was het woord aan den rec tor-magnificus. orof. dr J. van der Hoeve, aan wiens toespraak wij het volgende ont- leenen Na een gelukwensch vervolgde spr.: p ats van den Hortus vast aan het Academiegebouw, zooals we dit bijna ner- Prof. Baas Becking. Het voordeel van de schitterende ligging aan de schoonste der zeven vermakelijke Leidsche singels, moet worden betaald met het nadeel, dat uitbreldingsmogelijkheid. een eerste eisch voor elke Universitaire in richting. zoo goed als niet bestaat. Naar Oost en West is uitbreiding onmogelijk, naar Zuid stuiten wij oo de Sterrewacht, waarop wij zoo trotsch zijn, zoodat wii onze be- geerige blikken wei Noordwaarts moeten richten. Zoo lang de menscheltike beschaving het militairisme nog noodig doet ziin. stellen wii er Drijs od. dat te Leiden de verhouding tusschen uniform en toga zoo goed als maar denkbaar is: wii houden van onze veld artillerie en wenschen haar alle goeds toe. de fraaiste kazerne en de schoonste oefen terreinen binnen de grens van de Leidsche gemeente maar liefst oo een andere Dlaats dan de tegenwoordige. Stel u eens voor. hoe schoon het zou zijn als de Hortus begrensd door Witte Singel eenerziids. Doelen en Binnenvestgracht an derzijds. zich zou uitstrekken van Sterre wacht tot Groenhazengracht, een illusie haast te schoon om verwezenlijkt te worden, hetgeen ook gedurende mijn leven zeker en gedurende het uwe waarschijnlijk niet het geval zal ziin. Sluiten wii dus voor begeerte ons graag gezicht, verheugen wij ons over wat wii wel bezitten en hier is alle reden toe, want de bodem van den Hortus is ge bleken zoowel in letterlijken als overdrach- telijken zin voor groote vruchtbaarheid vatbaar te ziin. Letterlijk, want in- en uit- heemsche, ia. exotische "ewassen konden hier gedijen, overdrachtelijk want de grootste geesten oo het gebied der botanie konden zich hier ontplooien. Wii denken hier aan mannen als Dodo- naeus dien het leed zal hebben gedaan dat de Hortus niet meer gedurende ziin leven tot stand kwam. Clusius. Boerhaave. Lin naeus, von Sieboldt, namen het doet mijn medisch haTt goed, zoowel van medici als van botanici, die ons toonen hoe inter nationaal. zooals elke wetenschao behoort te wezen, de botanie is en hoe verbroede rend een Hortus werken kan. Onder den weckklinkenden naam Do- donaeus toch verschuilt zich de veel for- üchere naam Rembert Joenckema Dodoens van een Zuid-Nederlander van Frieschen stam, de l'Ecluse was een Franschman uit Arras. Boerhaave een oer-Hollander, Linné een Zweed, terwijl ook de Japanneesche Duitscher of Duitsche Japannees von Sie- beidt zijn belangstelling in onzen Hortus zoo Innig niet daadwerkelijk toonde. Hoe verleidelijk het ook is ons in geschiedkundige bijzonderhe den te vermeien, het heden wil nu zijn recht doen gelden en dan komen wij tot u. mijnheer de directeur. Ook gij zijt uit den vreemde tot ons gekomen en uw on stuimig temperament, uw overborrelende energie, die naar alle kanten een uitweg zoekt, kwam als een stormwind over deze lage landen, over onzen Hortus. Ik zal u niet verhelen, dat menig min of meer wijs en eerwaardig hoofd zich bedenkelijk heeft geschud de vraag overwegende of onze bo dem niet te slap zou zijn om tegen dezen Amerikaanschen storm bestand te zijn. of het niet zou gaan als bij den bewusten No vemberstorm in het. Haagsche Bosch en er in den Hortus niet te veel takken zouden worden afgerukt niet te veel boomen en planten ontworteld. Niet alzoo vreesden zij, die u kenden of die uw karakter intuïtief aanvoelden, zij wisten of voelden, dat de stormen die gij verwektet niet vergeleken moesten worden met Novemberstormen, voorboden van het schijnbaar onvruchtbare barre winterge tij. maar wel met de Maartsche buien, die grillig, overuitbundig, en onrustbarend als zij mogen lijken toch in wezen zijn de on miskenbare en onmisbare voorloopers van een nieuwe lente en een vruchtbaren zo mer. Van harte wensch lk u, maar vooral ook ons toe, dat gij u in zooverre rem mend, dat uw gezondheid er niet onder lijdt, uw onuitputtelijke werkkracht, uw levendige phantasie. uw groote energie nog jaren, ja decenniën, zult mogen gebruiken in dit laboratorium in den Hortus en dat gij, als weer een kwarteeuw verloopen zal zijn, met groote voldoening zult kunnen te rugzien op hetgeen door u is tot stand ge bracht ten bate van de Leidsche Botanie, van den Leidschen Hortus, dus ook van de ons allen zoo dierbare Leidsche Universi teit Andere sprekers. Tenslotte werd nog het woord gevoerd door prof. dr. H. J. Lam als directeur van het 108-jarige Herbarium, die zijn beste wenschen uitsprak voor een goede sym biose tusschen beide instellingen en door den decaan van de faculteit der wis- en natuurkunde, prof. dr. W. J. de Haas, die in een geestige toespraak deze faculteit als de meest heterogene associatie der ge- heele Universiteit schetste, waarbij de bio logie het meest natuurlijke element vornrt. en tenslotte prof. Baas Becking dank en hulde bracht voor het door hem in zoo vele gevallen genomen initiatief, waarbij hij nimmer den zakelijken opzet noch de persoonlijkheid zijner studenten uit het oog verloor. Met een dankwoord van prof. Baas Be cking werd thee geserveerd en een bezoek gebracht aan den Hortus en de tentoon stelling in het Academisch Historisch Mu seum, waarover wij gisteren schreven. De Leidsche Biologenclub organiseerde gisteravond in intiemen kring in de Oran jerie een Hortus-nachtfeest. Voordracht van ir. H. van Oerle. Op uitnoodiging van de Ver. „Oud-Leiden" heeft de heer ir. Hugo A. van Oerle gister avond zijn reeds eerder door ons aangekon digde voordracht met lichtbeelden gehou den over de geschiedenis van het Graven steen. De voorzitter prof. dr. L. Knappert maak te met voldoening melding van de groote belangstelling, welke voor deze lezing bleek te bestaan er moesten zelfs stoelen wor den bijgeplaatst! en richtte in het bij zonder woorden van welkom tot den bur gemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, den wethouder den heer M. G. Verwey, den directeur van de Lakenhgi,èen heer A. Coert en de leden der Geihëëntelijke Com missie voor dit Museum. Ir. van Oerle begon met er aan te her inneren, dat Leiden in de middeleeuwen een groot grafelijk bezit was. Het ligt voor de hand dat de graven waarvan bekend is dat zij veel te Leiden vertoefden, zich hier een huis en hof hebben gebouwd te midden him goederen. Zoo ontstond er nabij di Pieterskerk een Gravenhof meer bekend onder den naam van Huizinge van Lok horst, de latere bezitters. Omdat de graven ook een degelijke gevangenis noodig had den, waar zij de gevangenen uit Rijnland en van henzelf konden onderbrengen stichtten zij daartoe een aparte .steen", 'n versterkte gevangenis, niet vei' van hun Gravenhof af aan het water dat daar stroomde. Deze grafelijke gevangenis was een versterkte toren, met enkele verdie pingen, gelegen op een eenigszins verhoogd terrein, omgeven door een pracht. Uit een plattegrond van het gebouwencomplex toonde spr. de kern, den vierkanten zwaren onderbouw van dezen toren. Uit de steen soort is op te maken, dat deze moet dalee ren uit het midden van de 13de eeuw. Ver moedelijk zal het dus een stichting zijn van Willem II of Floris V. die hier zco lang hebben verblijf gehuoden. In 1434 gaf de rechtspraak over stedelingen af aan den Schout, terwijl eerst in 1582 een samen smelting plaats vond van het baljuwschap en het schoutschap. Er was dus een stede lijke rechtspraak gekomen. Hierbij kwam nog, dat de Graven, die Leiden metter woon verlaten hadden en steeds meer van hun grafelijke goederen hadden verkocht, het Gravensteen in beheer stelden van anderen. In 1463 komt Gravensteen in het bezit van de stad op voorwaarde, dat zij voor de algeheele restauratie zou zorg dragen en wij Zien dan voortaan liet Gra vensteen als zetel van de stedelijke rechts pleging. Het was dus de stedelijke gevan genis gedurende de 15e eeuw, welke echter spoedig zou blijken onvoldoende te zijn. De Leidsche gevangenis bevatte toenmaals somtijds meer dan 40 gevangenen tegelij kertijd. Het is bijna onbegrijpelijk, hoe men deze hier kon onderbrengen. Allen werden bijeengesloten en vaak werden bij wijze van straf ketters gelegerd tusschen zware misdadigers die op hun doodvonnis wachtten. Het begrip cellulaire straf kende men niet. In 1556 werd er een nieuwe ge vangenis bijgebouwd, waarvoor een omslag werd gehouden over de dorpen van Rijnland Aan het einde ven d? 16- eeuw breekt de gedachte door om bij de straffen naast het negatieve, de uitsluiting uit de maatschap pij, ook iets positiefs voor de opvoeding Klokslag twaalf uur is vanochtend het Prinselijk paar in een two-sea ter, zonder eenig gevolg, op het paleis Soestdijk aangekomen, waar onmiddellijk de Koninklijke stand aard werd geheschen. Zij werden op het bordes ontvan gen door Jhr. J..A. de Jonge van Zwijnsbergen, intendant van het paleis Soestdijk, waarna de Prinses en de Prins, alvorens naar binnen te gaan, de wachtende menigte toewuifden. Uit alle deelen van het land is van ochtend een groot aantal bloem stukken op het paleis bezorgd, o.a. van de gemeente Baarn, waaraan een oorkonde met het zegel van de gemeente was bevestigd. BINNENLAND. De herdenking van het 350-jarig bestaan van den Hortus Botanicus te Leiden. (Stadsnieuws, le Blad). Een tweede plan-Deterding is het volgend jaar waarschijnlijk. (3e Blad). Indische verlofgangers en de wetswijziging inzake tijdelijk in Nederland verblij vende personen. (Binnenland, 3e Blad). van de gevangenen te doen. Het begrip van Maatschappelijk Hulpbetoon in den vorm van sociale zorg vindt hier zijn kiem. In dien tijd was dat ook zeer noodig. want na 1570 was er een groote verarming in de stad" Leiden, waardoor er vele inwoners waren, die hoewel geen misdadigers uit zich zelf. door hun armoede aan den rand van de misdaad gedreven wenen De criminali teit van de jeugd steeg in sterke mate. Zoo werd, nadat de wakkere stadssecretaris Jan van Hout zich daar eenige maanden lang voor had beijverd, in Maarc van het jaar 1598 door de Groote Vroedschap be sloten een tuchthuis te bouwen op de plaats van het Symons Begynhof en het erf van het huis van Henri Gallena. Lang heeft dit tuchthuis niet bestaan, reeds 12 jaar later werd het opgeheven, en uit de oude kaarten krijgt men den indruk, dat de inrichting eigenlijk was ondergebracht in het eigenlijke Gravensteen, dat hiertoe aan de Zuidelijke zijde een kleine uitbreiding onderging. In 1654 kwam Leiden eindelijk tot plannen voor een ruim opgezet spin- of rasphuis, zooals van Hout zich dat had gedroomd. Het betrof hier blijkbaar een gebouw om menschen te beteren meer dan om te straffen. In Juli van dat jaar werd tot den bouw besloten en in overleg met het stadsbestuur besloot 's-Gravenzande 't tuchthuis te bouwen aan de Oostzijde van Gravensteen over een deel van de gracht. Uitvoerig stond spr. bij de bouwgeschiedenis van dit spinhuis stil en behandelde aan de hand van oude teekeningen, hoe deze instelling was ingericht. Tegelijk met dezen bouw werd ook de eigenlijke gevangenis van Gravensteen vergroot. Zeer kort na het gereedkomen van het tuchthuis, in 1671, rijpen plannen voor een vierschaar en schepenkamer. Spr. toonde het gevelont werp hiervan van Van der Helm, een ont werp dal vrijwel ongewijzigd tot uitvoering is gekomen. Met als laatste verandering het sloopen van het z.g. Groene Zoodje, de om muurde en omwalde gracht te memoreeren, besloot ir. van Oerie zijn voordracht over de geschiedenis van Gravensteen, het ge bouw. dat door de eeuwen heen de stille getuige was van alle beroeringen in het stedelijk leven van Leiden, en dat nu ge laten en gedwee zijn lot staat af te wach ten. Prof. Knappert dankte tenslotte ir. van Oerie voor zijn interessante en met groote aandacht gevolgde lezing. BUITENLAND. Conferentie-nieuws. (Buitenland, le Blad). Schacht's bezoek aan Brussel. (Buitenland, le Blad). Duitsche nota aan het Vaticaan. (Buiten land, le Blad). Besluiten van den Italiaanschen kabinets raad. (Buitenland, le Blad). ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd: Voor het Candidaatsexamen Indisch recht, de dames E. M. Hekker 'Leiden) en H. van Hattem (Oegstgeest), en de heer H. M. M. Haase (Lissel. Voor het doctoraal examen wis- en na tuurkunde hoofdvak Pharmacie, de heer C. J. van Boxtel (Princenhageivoor het candidaatsexamen Indisch recht mej. W. J Hughan (Den Haag) en de heer W. Lugt (Den Haag); voor het candidaatsexamen Rechten, de heeren G. C. Pluygers, (Am sterdam). A. N. Messchaert. (Den Haag) en A. J. Dankelman (Den Haag). SCHOOL SCHUTTERSVELD. Ouderavond. Aan de openbare lagere school aan het Schuttersveld is een ouderavond gehouden. Het gymnastieklokaal werd door 77 ouders bezet. Tevens waren aanwezig de heer P. Kruit voor de C.O.R. en de heer Koops voor de Dierenbescherming. Na een hartelijk welkom door het nieuwe hoofd der school den heer Entrop aan alle aanwezigen, kreeg de heer v. Doorn gelegenheid met zijn klas eenige liedjes ten gehoore te brengen, welke met een flink applaus werd beloond. Hier na kreeg de heer Koops gelegenheid een uiteenzetting te geven over ..De jeugd en dierenbescherming", waarin hij wees op den plicht der opvoeders om den kinderen liefde voor de dieren bij te brengen. Na afloop waren er nog eenige ouders, die vragen stelden, welke de heer Koops beant woordde. Hierna dankte de heer Entrop namens de ouders den heer Koops voor zijn leerzame lezing. Daar de heer Schouten als penningmeester en de heer Degenaars als commissaris bedankt hadden, werd de oudercommissie aangevuld door mevrouw Zonneveld en den heer Smit. Als lid der kascommissie werd gekozen de heer v. d. Lucht. De heer Entrop dankte den aftreden den voor het werk, dat zij in de Oudercom missie verricht hadden. Ook werd er een kleine tentoonstelling gehouden van nest kastjes, welke door de leerlingen van de 4e, 5e en 6e klas gemaakt waren en waar voor eenige prijsjes werden toegekend. Na dat in de pauze een kopje thee en een sigaar gepresenteerd was en de verdere be langen der school waren besproken, sloot de heer Entrop dezen goed geslaagden ouderavond met een woord van dank aan allen voor hun opkomst. VAKSCHOOL VAN DEN NED. KAPPERS BOND. Demonstratieavond. Evenals in 1936 werden ook ditmaal de wintercursussen van de Leidsche Vak school van den Nederlandschen Kappers- bond besloten met een demonstratie avond, waarop door de leerlingen de laat ste proeve van bekwaamheid, vereischt voor het verwerven van een eind- of over gangsdiploma, moest worden afgelegd. Aan dit om het met een officieel woord te zeggen examen, dat gehouden werd in den foyer van den Burcht, werd door 22 cursisten deelgenomen, waarvan er 10 voor hun einddiploma werkten. De laatsten moesten hun opgave binnen de 35 minuten tot een goed einde bren gen, terwijl de overigen niet aan tijd wa ren gebonden. Als juryleden traden op de heeren A. Olthof, directeur der Leidsche vakschool en de heer H. A. G. van Belle, leeraar aan laatstgenoemde school. Alvorens de leerlingen met hun werk begonnen, sprak de voorzitter van de plaatselijke afdeeling van den N.K.B.. de heer v. d. Vlist, een openingswoord, waar in hij in het bijzonder den heer Olthof welkom heette. Dank werd gebracht aan den heer Botse, zijn leeraren en leerlingen voor de groote ijver en ernst, waarmede in de afgeloopen wintermaanden onder wezen en gestudeerd was. Na deze korte inleiding togen de adspi- rant kapsters en kappers aan het werk. Welke vorderingen zij in de achter hen liggende maanden hebben gemaakt, kun nen wij moeilijk beoordeelen, doch wel hebben wij kunnen vaststellen, dat door het grootste deel der examinandi voor treffelijk en serieus werd gewerkt, de cij fers leveren daarvan trouwens het be wijs: 70 leerlingen bezochten de lessen en slechts 10 verwierven geen diploma. Aan het einde der demonstratie prees de hec Olthof het door de leerlingen ge leverde werk en wekte hen op de lessen der vakschool te blijven volgen, om zoo doende tot steeds betere resultaten te ko men. Met een dansje werd deze avond besloten. LEIDSCH STUDENTENTOONEEL. Het Leidsch Studententooneel heeft in studie genomen de Fransche comedie in 3 bedrijven „Bluf" van Georges Delances. De verzorging van de vertaling en van de regie berust in handen van leden van het L.S.T. Van dit blijspel zal 14 Mei a.s. in den Leid schen Schouwburg de Nederlandsche pre mière worden gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 1