Generaal Röell over de Rij ks weerkracht 16 April 1912de grootste scheepsramp der geschiedenis 78sie Jaargang LEIMCH DAGBLAD, Dinsdag 13 April 1937 Derde Blad Ne. 23(33 Beste preventie tegen oorlog Orgaan voor de rijksweerkracht noodzakelijk Onze kruisers zijn up to date. (UN/T IN UTTMEN GEMENGD NIEUWS Met honderden menschen verdween de „Titanic' in de diepte Te laat werd het gevaar ingezien De afgetreden commandant van 't veld leger, luitenant-generaal bd. jhr. W. Röell, heeft gisteravond aan een te zijner eere gegeven maaltijd in de „Groote Club' te Amsterdam, een rede gehouden over onze weermacht. Luit.-generaal Röell ving zijn rede aan met te zeggen, dat hetgeen hij zou spre iten over „De Rijksweermacht" bezien moest worden in het licht eener reeds uit October van het vorige jaar stammende belofte. Rijksweerkracht. Ik vraag uw nadruk kelijke aandacht voor het feit, dat ik niet spreek over rijksweermacht. De rijksweer- kracht omvat het geheele volk, hier en overzee, ongeacht leeftijd of sexe met al zijn zoo gedifferentieerde geestelijke waar den en geestelijk nationaal potentieel. De geheele volkskracht wordt als rijksweer kracht ingezet. Maar, om dat a la minute te kunnen doen, moet zij als totale rijks weerkracht steeds paraat zijn, want de moderne oorlog hangt wellicht van enkele uren af. Dit beteekent het geestelijk paraat zijn. Het gaat hier om het eindelooze aantal componenten, die samen tot resultante hebben een weerkrachtig volk. De molenaar die maalt, de veehouder die den vleeschaanvoer mogelijk maakt, de kleermaker en schoenmaker, die voor be dekking zorgen, de geleerde, die epide mieën bestudeert.... allen zijn medestrij ders. hierbij de dragers der godsdienstige en geestelijke verzorging zeker niet te ver geten en ten slotte de grootste van allen wellicht nog de moeders, die als voor een heilige zaak, nl die van het vaderland, bij ons gesymboliseerd in.Oranje, haar kinderen afgeven. Het is het in de wereld naar buiten schijnen van zoodanige integrale rijksweer kracht, die de allerbeste preventie geeft. Ik worde wel verstaan, aldus spr., ik be weer niet hier een soort van nieuw 1713 „chez vous. sur vous et sans vous" te on derkennen, zelfs geen poging daartoe, wij behoeven gelukkig geen nieuw schaamrood op de kaken te krijgen, maar ik bezie een correspondentie als deze uit het oogpunt van de hoofdzaak onzer defensie: de pre ventieve werking gegrond op de zekerheid van repressieve kracht, als het noodig is. Contingentsuitbreiding. De Rijksweerkrachtgedachte zal er zich mee moeten vertrouwd maken, dat een 15 tot 20 duizend man afge richte troepen steeds aanwezig zal moeten zijn, hetgeen beteekent een lichting van het dubbele en een eerste oefentijd voor de massa van het dub bele. En is dit zoo erg? vroeg spr. Het zou beteekenen aan de arbeidsmarkt te onttrekken circa 20 a 30.000 man extra, dus als eindresultaat 20 a 30.000 mannen minder stempelaars en min der onderworpen aan de demoralisatie van den steun en beïnvloeding door communisme en ander marxisme. Wij komen hier op een zeer belangrijk punt, n.l. de vraag van de beïnvloeding van de landswelvaart door vergrooting der legereffectieven. In dit verband besprak generaal Röell de particuliere wapenin dustrie. thans het zwarte schaap, waar heen vele steenen geworpen worden. In een goed geleide en onder controle staan de particuliere wapenindustrie staat een onmisbaar stuk weerkracht, een eveneens sterk preventief werkend deel van het zwaard der overheid en hiertoe behoort ook de vliegtuigindustrie, de kleeding- en de schoeiselindustrie, de geldwereld, de pe troleumindustrie, kortom eigenlijk het ge heele economische en financieele leven is particuliere wapenindustrie, tot de pers toe. Generaal Röell besprak vervolgens de verdediging van Indië. Het mooie vloot- plan van minister Deckers bracht een sur plus van 1 kruiser, 4 jagens en 6 onder zeebooten. waarvan 2 onderzee-mijnenleg- gers. Indien dit surplus ter plaatse aan wezig is, dan is de vloot van twee smal- deelen modern materieel met hun 50 pCt. aanvulling, bij verlies of herstelling en Tevisie, mits voorzien zijnde van aanwe zige afgerichte bemanningen een zeer be langrijke gevechtskracht, welke een aan valler tot ernstig nadenken zal nopen. Er zijn vier actueele zaken t.a.v. de vloot, aannemende, dat elkeen het er over eens is. dat het zwaartepunt der vloot geheel in Azië ligt en Europeesch Nederland slechts de rol van supporter speelt inzake oplei ding, rust, herstellingen van groote betee- kenis, enz. Die zaken zijn: de harmonische vloot, de vraag inzake zwaarte en dracht van ge schut, de strijd tusschen de vloot met kruiserssteun versus die alleen met klein materieel en vliegtuigen, het personeel- vraagstuk. Sinds 1936 is de situatie veranderd ten onzen gunste, want op de toenmalige Vlootconferentie van Londen is de maxi mum-tonnage der kruisers op 8000 ton ge steld met 15 c.m. geschut. Daarmede zijn al onze kruisers en straks onze leiders ge heel up tot date en is de voorzienende geest van de bouwers der „Java"- en de „Sumatra"-kruisers bewonderenswaardig gebleken. Maar daarmede is dan ook de „De Ruyter" zeer in het voordeel met zijn sterke 15 c.m. batterij en krachtige pantsering en snelheid, terwijl straks de beschermende flottielje-leiders, eveneens met 15 c.m. geschut en nog grooter snelheid als zeer klein en moei lijk trefbaar doel, met groote wend baarheid op de gevechtsafstanden van 15 K.M. een zeer welkome toevoeging zullen blijken voor den vlootvoogd in Indië. Het 15 c.m. kanon als wereld-kaliber voor kruisers heeft het laatste woord ge sproken, waarom het geenszins verbaast, dat de Indische en rijksregeerlngen de harmonische vloot met kruisers (leiders) en dus met 15 c.m. geschut wenschen te be houden en daarnaast de luchtvloot willen outilleeren. S.D.A.P. en defensie. Na dit intermezzo over de weermacht keerde spr. terug tot zijn eigenlijke onder werp: de rflksweerkracht. Hij gewaagde van de kentering in de gevoelens ten aan zien van de landsverdediging bij de S.D.A.Pmaar betreurde dat de S.D.A.P. de hoofdzaak harer betrouwenswaardigheid achterwege laat,n.l. het loyaal en fair her roepen van de zooals onze voorouders zouden zeggen „hoog verraderlijke" ver gissing van mr. Troelstra in 1918, toen hij in Europa vele kronen langs de straat zag lollen en in dit verband ook die van Oranje wilde betrekken. Wij weten, dat de tegen woordige leider dit toen privatlm 'n ramp voor zijn partij achtte, welnu het worde thans openlijk gezegd. Er is verder noodig een gezamenlijk orgaan van de rijksweermacht. In andere landen met groote over- zeesche gebieden bestaat overal een „imperial staff" of „conseil superieur de guerre", waarinder onder voor zitterschap van het staatshoofd of den minister-president de leiders van het diplomatieke, de militaire, econo mische en financieele departementen zitting hebben met de hoogste autori teiten der onderdeelen van zee- en landmacht uit Europa en Azië, bij ons vier, ten einde de samenwerking en mogelijkheden te coördineeren. Dit orgaan zou zich ad hoe moeten aan vullen met de groote leiders van het eco nomische leven. Spr. zou deze gedachte willen uitbreiden en zelfs denken aan een voorzitterschap nu en dan door H. M. de Koningin te vervullen, aangezien deze zaak niet mag stilstaan bij defensie-middelen, maar de geheele weerkracht moet kunnen omvatten. Uw eisch en medewerking om door een sterke uitbreiding van de baten der dienst plichtwet en om een weermachtsleening, zooals die reeds in andere landen, als Zwit serland, bestaan, terstond den verloren tijd in te halen en het vaderland veilig te stellen, hier en overzee, moet luid klinken en bovenal uw wil om alle elementen van rijksweerkracht overkoepeld te zien door de mystiek van Oranje, die Nederland als door de eeuwen heen nog toefluistert: „Oorlof mijn arme schapen, ghij sijt in grooten noot, Uw herder sal niet slapen al sijt ghij nu verstroijt. Na de rede van luit.-generaal Röell heeft de commandant van de Marine te Wil lemsoord, vice-admiraal T. L. Kruijs, een kort woord gesproken, waarin hij er op wees,- dat de Nederlandsche Marine in den laatsten tijd in verband met Spanje heeft getoond paraat te zijn, met name in het convoyeeren en het gereedmaken van de vaartuigen, die derwaarts vertrokken. Ten slotte heeft de nieuwe commandant van het veldleger, luit.-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst het woord ge voerd. NIEUWE UITGAVEN. Luchtbescherming. Door het bestuur van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming is het eerste nummer van een serie vlugschriften uitgegeven, waarin de algemeene begin selen van de bescherming der burgerbe volking tegen aanvallen uit de lucht, be sproken worden. Tijdgenooten. Bij Andries Blitz te Amsterdam is ver schenen „Tijdgenooten". De tijdgenooten zijn geteekend met de lijnen door Willem van Schaik en met woorden door mr. Elias. 70 tijdgenooten zijn door de samenstellers onder de loupe genomen en terwijl Van Schaik hen in beeld bracht, zag mr. Elias kans om met enkele zinnen te vertellen, waarom zij „groot" zijn. NEDERLANDSCH TOONEELVERBOND. (Afdeeling Leiden). De jaarlijksche voorstelling, waarbij de leden gratis toegang hebben, zal gegeven worden op Dinsdag 4 Mei a.s. door het Rot- terdamsch-Hofstad Tooneel in den Leid- schen Schouwburg. Deze voorstelling is ook toegankelijk voor nlet-leden tegen de gewone entreeprijzen. Het op te voeren stuk zal nader worden bekend gemaakt. Andra-bemanning behouden Zij zou reeds op weg naar huis zijn. Het Rotterdamsch Nieuwsblad meldt: De onzekerheid, welke lag over 't lot van de bemanning van het onder Pa- nameesche vlag varende s.s. „Andra", welk schip na het verlaten van Noord- Spanje door den nationalistischen kruiser Almirante Cervantes in den grond is geboord, schijnt thans opge heven. De familieleden van de opva renden hebben van het Nederl. Be vrachtingskantoor bericht gekregen dat de bemanning van de Andra reeds op weg was en dat men vandaag per trein of anders morgen per schip te Rotter- zal aankomen. Nadere gegevens ont breken echter. Monteur gedood te Maarsbergen. Door den dieseltrein uit Arnhem overreden. Gisteravond om half zeven waren de monteurs van het seinwezen der Neder landsche Spoorwegen, Reyntjes en Plan- tinga, beiden uit Utrecht, bezig met het verrichten van werkzaamheden op de spoorlijn UtrechtArnhem nabij het sta tion Maarsbergen. Toen een dieseltrein uit de richting Arnhem naderde begaven de mannen zich naar een spoor, waar zij dachten veilig te zijn. doch dit was niet het geval, want de trein kwam op dit. spoor terecht. Reyntjes werd onmiddellijk gedood. Zijn lijk was zwaar verminkt. Plan- tmga kon nog juist bijtijds wegspringen, doch kreeg door het gebeurde een schok. In ernstigen toestand is hij met den trein, welke dadelijk na het ongeluk stopte, naar Utrecht vervoerd, waar hij in de neurolo gische kliniek is opgenomen. Reyntjes was ongeveer veertig jaar oud en gehuwd. Di. Th. C. Lobel uit Maarn verleende de eerste hulp EEN VOERMAN GEDOOD TE DEN HAAG Met het hoofd tegen een poort geslagen. Gistermiddag is in de Helmersstraat te Den Haag de 67-jarige voerman W. J. K., wonende aan de Madoerastraat, 't slacht offer geworden van een noodlottig onge val. Terwijl hij een met paard bespannen en met hout geladen vrachtwagen door de inrijpoort van een houthandel in genoem de straat wilde binnenrijden moet de man nl. met het hoofd tegen den steenen boven kant van die poort op zoodanige wijze in aanraking zijn gekomen dat hij op slag gedood werd. Personnel van den houthan del dat den voerman van den bak zag val len, snelde onmiddellijk toe. doch de le vensgeesten bij den ongelukkige waren toen reeds geweken. Uitwendig had de man slechts een onbeduidende verwonding be komen. Het was voor de tweede maal, dat K. deze poort zou binnen rijden. Gister ochtend nl. was hij daar voor het eerst binnengekomen en had toen voldoende op gelet, gistermiddag is het hem noodlottig geworden. Men heeft nog rekening gehou den met de mogelijkheid, dat de man een hartverlamming had gekregen. Een nader medisch onderzoek zal moeten uitwijzen of deze mogelijkheid geheel buiten geslo ten dient te worden. AUTO TEGEN EEN BOOM TE AMSTERDAM. Vier gewonden. Gisteravond om kwart over negen is in de Kalfjeslaan te Amsterdam een uit de richting van den Amstelveenscheweg ko mende auto door onbekende oorzaak tegen een boom gereden. In de auto zaten vier personen, alle familieleden, uit Nieuwer-Amstel. De heer, die aan het stuur zat. kreeg een hersen schudding en een ribbenfractuur. Zijn moeder bekwam een onderbeenfractuur, alsmede groote wonden aan beide beenen. De vrouw van den bestuurder werd aan het gelaat verwond. Zij zijn door den geneeskundigen dienst die met twee ambulance-auto's verscheen, naar het Onze Lieve Vrouwe-gasthuis ver voerd. Het laatstgenoemde slachtoffer is na te zijn behandeld, naar huis gebracht. De vierde inzittende, een oudere dame, die lichte snijwonden had bekomen, is recht streeks naar haar woning vervoerd. KIND UIT SNELTREIN GEVALLEN. Het ventje liep slechts enkele schrammen op. Gistermorgen is op het traject Roermond Maastricht onder de gemeente Herten een vierjarig jongetje, afkomstig uit Den Bosch, dat tegen het portier stond geleund uit den sneltrein gevallen, die om 9.36 uur uit Roermond was vertrokken. De trein stopte direct, waarna het ventje werd op genomen. Na eenige minuten kon de reis worden voortgezet. Te Sittard werd een geneeskundig onderzoek ingesteld, waarbij bleek, dat de jongen slechts enkele schram men had opgeloopen. Msb. BRAND BIJ DE ALGEMEENE BEDRIJFS- CENTRALE TE UITHOORN. In de ontrafeiingsafdeeling van het tex tielbedrijf van de algemeene bedrijfs- centrale te Uithoorn is gistermiddag door tot nog toe onbekende oorzaak brand uit gebroken. Onmiddellijk na de ontdekking van het vuur werd de sirene van de fabriek in werking gesteld, waarop de brandweer spoedig ter plaatse verscheen. Met behulp van het fabriekspersoneel wist de brandweer het vuur te beperken tot de afdeeling waar de brand woedde, niettemin bedraagt de schade, welke door verzekering wordt gedekt, eenige duizenden guldens. DE „TITANIC" IN VOLLE FLEUR. „De „Titanic" is op den Oceaan met een ijsberg in aanvaring gekomen en heeft draadloos om hulp geseind. Eenige schepen zijn onderweg naar de in nood verkeerende boot". Zoo luidde op 15 April 1912 nu dus bijna 25 jaar geleden het eerste bericht over het vergaan van het grootste schip der wereld. Niemand, zelfs de opvarenden niet, besefte op dat oogenblik, welk een vreeselijk drama zich zou gaan afspelen. „We zinken langzaam", was het eenige uren later. „De passagiers ver laten het schip in de booten Daarna werd niets meer vernomen De spanning aan den wal steeg! Maar het kón toch niet, deskundigen hadden tooh stellig verzekerd, dat dit schip, het grootste van alle zeeën, de trots van Engeland, niet kon zinken. Maandenlang was van alle zijden de lof van dit wonder der techniek, waarop weelde en comfort het bereikbare schenen te overtreffen, ge zongen. Deze eerste reis naar de nieuwe wereld moest een zegetocht wordenHet werd een zegetocht! Een zegetocht van den dood. Met een 23 mijls vaart stoof de 46.382 ton metende „Titanic" door den kalmen Oceaannacht Er heerschte een opgewekte stemming aan boord. De maidentrip scheen een groot succes te worden; de snelheid overtrof de stoutste verwachtingen en het schip hield zich prachtig. Den passagiers ontbrak het letterlijk aan niets; het eene feest was al overweldigender dan het andere. 1912, 15 April, 10.30 uur namiddag. Een verraderlijke ijsberg drijft op het pad dat de „Titanic" zich door de gol ven snijdt. Nog eenige seconden „Roer aan boord, bakboordschroef uiterste kracht achteruit!" De manoeuvre schijnt te gelukken; gewillig draait de Oceaanreus bij, een lichte schok en 't gevaar is voorbij Het gevaar is voorbij zoo dacht men, niet vermoedende, dat door deze oogcnschijnlijk lichte aanraking, deze schuring langs het zich onder water bevindende deel van den ijsberg, de geheele zijwand van het machtige schip werd opengescheurd. Slechts weinigen hadden iets van de aan varing bemerkt en de zoo geruststellende verklaringen van de bemanning, die zooals zou blijken maar al te grif werden geloofd, voorkwam dan ook elke paniek; er was zelfs geen sprake van eenige opwinding. Een vluchtig ingesteld onderzoek bracht de scheepsleiding op de hoogte van het hopelooze van den toestand en deed den gezagvoerder besluiten de passagiers te be velen het schip te verlaten. Het „veilige" schip verlaten? Men voelde er niets voor. Waartoe zou het dienen. Als er gevaar dreigde zou de bemanning toch niet zoo kalm blijven, zou de scheepskapel toch niet doorspelen. Neen men voelde er niets voor om zijn gezellige hut te ver ruilen tegen een op de golven ronddobbe rende open reddingboot. En zoo gebeurde het, dat terwijl het water met honderden kubieke meters gelijk binnenstroomde, het gros der passagiers, op drie of vier na alle, dikwijls slechts voor de helft bezette sloepen, liet vertrekken, terwijl zij die het bevel van den kapitein opvolgden, bespot en uitgelachen werden. Langzaam maar zeker zakte de „Titanic" in de golven weg, moeilijker en moeilijker werden de bewegingen van het schip. „Wat zal ons kunnen gebeuren", zoo redeneerde men nog. Met donderend gekraak brak een der waterdichte schotten door, zwaar helde de „Titanic" over, een nieuwe vloedgolf stortte zich in het schip. De enkele overgebleven reddingbooten werden bestormd, gevochten werd er om zwemvesten, vrouwen en kin deren werden aanvankelijk onder den voet geloopen, tot de bemanning een voorbeel dige orde afdwong. Steeds sneller zonk de rampzalige boot in den onpeilbaar diepen oceaan weg. Reeds spoelde het water over het voorschip.rustig speelde de scheeps kapel verder. 1912, 16 April, 2.20 uur voormiddag. Het „Nearer my God to Thee", dat de scheepskapel had ingezet, werd overstemd door een serie zware ont ploffingen, het gesis van ontsnappende stoom en het angstgehuil der onge- Iukkigen. Nog eenmaal spatte een golf op het dek uiteen en voor goed sloot het water zich boven 's werelds grootste passagiersschip. 1503 menschenlevens waren afge sneden. 1308 passagiers verlieten de Nieuwe Wereld, 493 keerden er terug. Van de uit 898 koppen bestaande be manning bleven er 688 voor altijd op den oceaan, w.o. ook de kapitein Smitt, die tot het laatst op zijn post bleef. Anderhalf uur later arriveerde het eerste van de te hulp gesnelde schepen op de plaats, waar de „Titanic" zijn eerste en laatste reis had beëindigd. De inzittenden der sloepen en enkele drenkelingen werden door de „Carpathia" aan boord genomen. Middelerwijl deden in Amerika en Enge land de wildste geruchten de ronde. Kapi talen werden uitgegeven om eenig levens- teeken van bloedverwanten te krijgen. Uiterst traag en schaarsch kwamen de noodlotstijdingen binnen. De draadlooze telegrafie, die in die dagen nog gebrekkig functioneerde kon den stroom van tele grammen niet verwerken en geraakte hope loos in de war. Eindelijk, op 20 April, kwamen de gered den te New York aan en werd de juiste toedracht van deze grootste scheepsramp der geheele geschiedenis bekend. Hoe donker deze ontzaglijke ramp ook moge zijn. toch was er nog een lichtpuntje; de totaal verouderde bepalingen, betref fende de beveiliging ter zee werden grondig herzien en aangevuld. Het leergeld is wel hoog geweest WIELRIJDER DOOR AUTO GEGREPEN. Op den Rijksstraatweg te Haarlem-Noord is gistermiddag een ernstig verkeersongeluk gebuerd, waarbij de 21-jarige wielrijder J. v. d. S. uit Haarlem levensgevaarlijk is ge wond. V. d. S. fietste met een vriend op de klinkerbestratir.g naast den rijweg, toen hij gegrepen werd door een personenauto, die bij het passeeren van een vrachtauto te veel naar links uitweek. De wielrijder werd tegen de straat geworpen en bleef bewusteloos liggen. Hij bleek zeer ernstig gewond te zijn en is, nadat de eerste hulp was verleend, naar het ziekenhuis St. Joannes de Deo overgebracht. Men vreest voor zijn leven. De auto. welke het ongeluk veroorzaakte, rezd na de aanrijding met groote snelheid door in de richting Velsen. Het was een blauwe gesloten wagen. De commissaris politie heeft per radio de opsporing van de auto verzocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9