H.M. de Koningin op De Hofstadbloem- De bollenvelden in bloei 78sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN "Ï1THÖL1EKE* FEUILLETON LENTE IN HET BOLLENLAND. De eerste narcissen staan reecis in vollen bloei en vragen om geplukt te worden. H.M. DE KONINGIN BRACHT GISTEREN EEN BEZOEK aan de Tentoonstelling Hofstad- bloem" op het tentoonstellingsterrein ,,Houtrust" te 's-Gravenhage. Een foto van den rondgang. CATHOLIflBES DE BELGISCHE PRE3IIER VAN ZEE LAND, die een groote overwinning be haalde op Degrelle bij de tusscihentijdscb.9 verkiezingen, verlaat het stembureau. DRUK WERK OP DE AKKERS IN DE 031 GEVING VAN ANDIJK. Dag en nacht wordt er met de ma chines gewerkt. Een van koplampen voorziene machine, waarmee de grond wordt omgespit. Z.H. DE 3IAHARADJA VAN RAJKOT arriveer- BEELDHOUWWERK VAN JEANNIOT, - be- DE PIJLERS VAN DE NIEUWE VERKEERSBRUG TE DORDRECHT ZIJN de, op doorreis naar Londen, per K.L.M.-vliegtuig stemd voor de linkerzijde van het paleis van Mo- BIJNA GEREED. j,Edelvalk" op Schiphol. De Indische vorst en de derne Kunsten op de wereldtentoonstelling r» ixi i x x- ji stationschef de heer Thomson. te Parijs. Binnenkort zal aan de ijzerconstructie worden begonnen. OTTWELL BINNS. 48) „Maar begon hij, maar werd in de rede gevallen. ..Ik heb een man gekend, die uit de ge vangenis van Nieuw-Caledonia ontsnapt is en Molokai is een achtertuintje, daar bij vergeleken. Er zijn hoopen mannen, half bloeden en blanken, die van hier weg geko men zijn. Sinds ik hier ben, ben ik er meer dan eens per week bijna toe gekomen om een van die vervloekte kano's uit de haven te stelen en maar in het wilde weg In zee te steken. Maar dat is toch niet de manier. Ze zouden me direct te pakken hebben en daarna zouden ze me bliksems goed in de gaten houden en zou alle kans verkeken zijn. Maar met dat toffe jacht zal het even gemakkelijk zijn als een tram te ne men. Alles wat we noodig hebben is een sloep, die den eersten den besten donkeren nacht naar Kalawao vaart om me van de werf op te pikken en klaar zijn we." Het kon gedaan worden, dacht Terry. Daar bestond geen twijfel aan. Er zouden misschien wel wachten zijn, lepra politie agenten, die hun lotgenooten bewaakten, maar die konden ze wel ontwijken of, wan neer dat niet het geval was, onschadelijk maken. Het was mogelijk, dat mislukking en ontdekking zware straffen met zich mee konden brengen wat wist hij niet, maar dat moesten ze maar riskeeren. En Babbage scheen onvermurwbaar. Toen kreeg hij plot seling een idee. „Als we.u nu eens een grootere som be taalden". zei hij vlug. „Laten we zeggen vijf duizend dollars. Zoudt u het dan niet op uw eentje klaar kunnen spelen, iemand op de stoomboot omkoopen of zoo iets". „En dan in Honolulu weer aan de poli tie overgeleverd te worden door dezelfden kerel, die het geld opgestoken had!Geen denken aan. Zoo oerstom ben ik niet Als het zaakje wil lukken moet ik een privé schip hebben waar niemand op rond komt snuffelen en als jullie werkelijk die inlich tingen over dat Van Houten jongetje wilt hebben, zullen jullie voor het schip moeten zorgen en de duizend dollars of ik wacht tot er een andere bieder langs komt „Een andere bieder?" Terry Domville schrok en keek den man onderzoekend aan. Hoe kon hij weten dat er nog andere bieders waren? Was hij al met het stel van de „Dusty Miller" in aan raking geweest? Die zouden ongetwijfeld gretig op het bod ingaan. Zoover was hij gekomen, toen Babbage zijn gedachten on derbrak met een raadselachtige uitlating. „Je denkt toch niet, dat jullie de eenigen bent, die in dat mil]ionnairsklnd geïnteres seerd zijn, wel?" „Maar wie anders „O! Daar is altijd zijn vader nog", lachte de man. „Maurice Charlton Is wel geen model vader, maar hij zal wel weten, wat zijn plicht is. als het praatje van het tes tament van die ouwe Van Houten hem ter oore komt. En ik denk niet, dat hij op een reis naar Japan zou kijken. Als ik het wel heb, zou hij een lijnschip charteren of een kanonneerboot stelen om het zaakje op te knappen, als hij die millioenen er mee in handen kon krijgen". De man sprak onverschillig, maar er was een veeibeteekenende blik op zijn gezicht, die Terry ervan overtuigde, dat het niet Maurice Charlton was, dien hij als moge lijke bieder op het oog had. Hij keek Sea- bright aan en zag zijn eigen gedachte in diens oogen weerspiegeld en toen zei zijn vriend „De „Kestrel" zou de reis naar Japan bij na zoo vlug als een mailboot maken". Die goeie oude Seabright! Terry wierp hem een dankbaren blik toe. wel wetend, dat het jacht te zijner beschikking was en wendde zich toen weer tot den melaatsche. „Dat is dan afgesproken", zei hij kort. „U krijgt duizend dollar en de passage naar Yokohama voor de Inlichtingen". „Die Ik u geven zal, als ik in Yokohama aan wal gezet word". „Nee", zei Terry. „Als u veilig en wel op het jacht bent. Eerst gaan we het kind halen en dan verder naar Japan". ,Nou vooruit dan maar. Dat is dus afge sproken en een verdomd koopje hebben jullie heeren eraan". „Dat hangt er van af, hoe je de zaak be kijkt. Al het risico is voor ons, weet u. Maar dat doet niets ter zake. Laten we de boel nu even precies afspreken. Wanneer zullen we u komen halen?" De man gaf ontstellend prompt ant woord. Schijnbaar zonder eenig beraad kondigde hij zijn besluit aan. „Vandaag over een week als het moge lijk is. Dan is het nieuwe maan. Ik zal op den uitkijk staan en op de pier op je wach ten. Mijn hut is er niet meer dan zeshon derd meter vandaan en ik kan gemakkelijk bij de haven komen. Ik kan het water dui delijk zien. Je hoeft alleen maar drie keer met een licht te zwaaien en dan weet ik wel, dat je er bent. Laten we zeggen om één uur na middernacht, als je daar niets op tegen hebt. Om dien tijd slaapt iedereen in Kalawao muurvast en zou ik desnoods met vliegende vaandels en slaande trom weg kunnen trekkenAfgesproken?" „Een uur na middernacht. Vandaag over een week! Dat is de nacht van de twaalf deWe zullen zonder mankeeren aan de pier zijn". „En je brengt het geld met je mee?" „O ja". „Dat is dus afgemaakt zonder dat we elkaar er de hand op geven". Er lag een grimmige spot in de laatste woorden, waarvan de beteekenis zijn beiden bezoe kers niet ontging en toen lachte hij. „Het was misschien maar beter als we een kijkje gingen nemen naar de plek waar jullie me kunnen vinden. Stomme vergissingen kun nen we niet gebruiken. Zullen wij er samen even heen loopen? Ze liepen naar het strand naar een plek, die met wilde guave-stronken begroeid was en Babbage wees de plaats aan, waar hij op ze zou staan wachten en legde uit, wat ze moesten doen. „Je laat het jacht buiten en komt met een bootje door de branding heen. Ik zal hier staan en niet bang zijn voor een paar natte voeten". Hij lachte om zijn eigen grap en ging toen verder. „Wanneer een van de wachten toevallig langs komt, moe ten we hem onschadelijk maken, maar dat is niet waarschijnlijk. Om vergissingen in het duister te voorkomen, zal ik een licht in mijn raam laten branden. Van daar uit hij knikte met zijn hoofd in de richting van de zee „is dit punt in een lijn met mijn huis zooals je zelf wel zult zien als je straks omkijkt. Het eenige, wat je dus te doen hebt, is te zorgen, dat je met het licht in een rechte lijn komt te liggen en dan land je hier. Begrepen?" „We kunnen ons onmogelijk vergissen", lachte Terry en voegde er toen bij: „U schijnt het al allemaal pasklaar te hebben, kapitein Babbage". De ander lachte hard. ,Dat zou je ook hebben, als je hier weken geweest was zoo als ik. Sinds ik hier in dit pestgat aange land ben, is er geen dag voorbij gegaan, zonder dat ik er uren over gedacht heb, hoe een man met vrienden hier vandaan zou kunnen komen. Ik had vroeger vrienden genoeg. Maar meiaatschheid is iets, waar de meeste men- schen als de dood voor zijn en als Charl ton's jongetje en de millioenen van de ouwe Cornelius er niet geweest waren, zou ik hier waarschijnlijk hebben moeten ver rotten. Maar ik ben blijven hopen, dat de een of andere kameraad aan me zou denken en het lef zou hebben om me hier ïandaan te helpen en ik kan je wel ver tellen, dat ik mijn ontsnapping grondig overdacht heb, zoodat het niet kan mis lukken. Snap je?" „Ja", gaf Terry toe en een poosje lat»r lieten hij en Seabright den man aan zijn lot over en liepen naar de haven om hei schip af te wachten dat hen terug zou brengen en waarvan de rook al tegen de blauwe lucht in de richting van Lanai te zien was. Onderweg zei Seabright kon en krachtig: „Die kerel is even betrouwbaar als een rotte stok!" (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5