De algemeene vergadering
van Bloembollencultuur
Mr, D. F. Pont eervol ontslagen
tfIDSCH DAGBLAD Vierde jijrt
Maandag 5 April 1937
De strijd in Spanje
Een beschouwing over de aangekondigde
regeeringsmaatregelen
Aangedrongen wordt de
nieuwe regelingen zelf
uit te mogen voerèn.
Als Burgemeester van Hillegom
Te Haarlem werd heden de 183ste alge
meene vergadering van de Alg. Ver. voor
Bloembollencultuur gehouden.
Aan het openingswoord van dr. Verhage
ls het volgende ontleend:
Kort na onze vorige bijeenkomst overleed
plotseling de heer G. J. Droste, voorzitter
der Haarlemsche Kamer van Koophandel,
die voor het in het district dezer Kamer
zoo belangrijke bloembollenbedrijf een meer
dan oppervlakkige belangstelling koesterde,
en op wiens steun dan ook altijd gerekend
mocht worden.
Met wijlen den heer J. H A. Evers, in
leven inspecteur der Registratie, mocht het
hoofdbestuur jarenlang besprekingen voe
ren over de waardeering van bloembollen -
kramen voor de vermogensbelasting. Bij
deze besprekingen kwam zijn warme be
langstelling voor ons vak naar voren.
Ook verscheidene leden, die de vereeni
ging een warm hart toedroegen, moeten wij
helaas uit ons midden missen. G. F. He-
merik. die veel voor ons vak gedaan en
onze afdeeling Oegstgeest 30 jaar lang als
voorzitter gediend heeft, tot hij in 1928 tot
eere-voorzitter der afdeeling werd be
noemd. zal in onze herinnering blijven
voortleven.
A Teeling. de voorzitter der afd. Aker
sloot. overleed na 'n langdurige ongesteld
heid. Hij laat een leegte achter.
Ook de oprichter der afd. Middengroep
Zeeland. H. A. Nijssen, ontviel ons. Orga
nisatieman als hij was. voelde hij het be
lang van aansluiting bij onze vereeniging
ook door de Zeeuwsche kweekers.
W. Kuyk was een strijdvaardig man. die
vooral in Hillegomsche kringen een goede
bekende was.
De Egmondsche kweeker Nic. Roozen was
gezien om zijn vakkennis en eigenschappen
en zijn overlijden werd met droefenis ver-
'nomen. Met J. Vrugt Sr. ging een bekend
anemonenkweeker uit de Haarlemmermeer
hoen. die op keuringen en tentoonstellingen
veel belangstelling voor het door hem ge
kweekte product wist te verkrijgen.
H. Schilpzand was vroeger een bekend
kweeker-handelaar te Hillegom, die. nadat
hij zich uit het bedrijf terugtrok, buiten de
bollenstreek vestigde.
B. Hilbers te Beverwijk was een kweeker
van den ouden stempel, die dezelfde bleef,
die hij was.
Dat zij allen rust in vrede mogen vinden.
Indrukken van het ontwerp
landbouw-onderoijswet.
Voortgaande zeide spr.:
Nog slechts zeer kort geleden heeft de
Minister van Landbouw en Vlsscherij een
voorontwerp landbouw-ordeningswet pu
bliek gemaakt. Het is niet doenlijk deze
ingewikkelde en moeilijke materie reeds na
zoo korten tijd tot in alle finesses te be-
oordeelen. Dat de organisaties uit het be
drijfsleven voorzoover zij daaraan be
hoefte gevoelen in de gelegenheid ge
steld zijn om hun zienswijze daarover ken
baar te maken, kan slechts toegejuicht
worden. Zonder twijfel verdient dit voor
ontwerp ernstige bestudeering.
In afwachting daarvan wil ik niet na
laten mijn voorloopige persoonlijke indruk
ken te geven over deze ook voor ons vak
zoo uiterst belangrijke zaak. Het vooront
werp is gebaseerd op het rapport der com
missie-Van Loon en nog sterker dan in dat
rapport werd naar voren gebracht, wordt
hier de meening geuit, dat de als tijdelijk
bedoelde crisismaatregelen een meer duur
zaam karakter zullen krijgen. Men zij
echter met deze gedachte voorzichtig. Zelfs
wanneer men de overtuiging is toegedaan,
dat de crisismaatregelen niet konden en
kunnen worden gemist, nadat de zeer snelle
en diepe val gekomen was, zal men moeten
toegeven, dat er in deze maatregelen ook
veel is, dat een economische bedrijfsvoe
ring niet ten goede komt, althans niet ten
goede zou komen, wanneer de huidige
maatregelen 'n permanent karakter zouden
krijgen.
Men begrijpe mij goed: ik wil geen ver
wijten maken en niet ondankbaar zijn je
gens de Overheid, die ook ons vak door de
moeilijkste jaren trachtte te leiden. Ik
wil slechts waarschuwen tegen het geven
van een duurzaam karakter ook aan
maatregelen, waaruit op den duur nadee-
len voor het bedrijfsleven moeten voort
vloeien. Het vak zelf zal moeten uitmaken,
hoe lang het alle maatregelen wil besten
digen: de mogelijkheid van likwidatie er
van moet echter open blijven.
Ik wil geenszins beweren, dat dat niet
meer mogelijk zou zijn, wanneer dit voor
ontwerp tot wet zou worden verheven; ook
in de memorie van toelichting wordt dit
niet uitgesloten. Maar met het oog op den
geest dezer toelichting ware meer duide
lijkheid op dit punt toch gewenscht.
Het is zonder twijfel toe te juichen
dat als maatregelen moeten worden
getroffen en gehandhaafd de uit
voering ervan en de ervoor te treffen
verordeningen in handen van het geor
ganiseerde bedrijfsleven worden ge
legd. Het bedrijfsleven kan en moet
zelf de zaak in handen nemen, evenals
het zelf moet beoordeelen, of en zoo
ja, welke maatregelen noodzakelijk
zijn. Een zeker Overheidstoezicht hier
op is. met het oog op het algemeen be
lang. niet te ontberen en kan naar mijn
meening ook niet afgewezen worden.
Het ls voor mij echter de vraag, of deze
gedachte ln dit voorontwerp wel voldcnde
tot uiting komt. Verondersteld is de op-
lichting van b.v. een bloembollenraad,
waarin de organisaties een aantal leden
benoemen, terwijl daarnaast de handel, de
nijverheid en de landarbeiders erin ver-
iegenwoordigd moeten zijn. Voorts be
noemt de Minister evt. nog andere leden en
in elk geval een voorzitter, die met groote
bevoegdheden zou worden bekleed en die
min of meer als ambtelijke Instantie
zelfs tegen de stem van alle andere leden
in. een verordening zou kunnen tegen
houden!
Ook bij het aanvaarden van de gedachte
van Overheidstoezicht is dit voor mij niet
een constructie, waarbij men kan zeggen,
c'.at het vak zelf de door dat vak noodig
geoordeelde maatregelen uitvoert. Naar
mijn meening verandert er dan in wezen
niet veel in den nu bestaanden toestand
cn rijst de waag, waarom verandering
noodig is. Zelf doen beteekent voor mij.
dat de daarvoor aangewezen organisaties
bepaalde maatregelen uitvoeren, en dat de
Minister hierop toezicht uitoefent om het
1 algemeen belang te beschermen. Maar dat
wordt niet verkregen bij de nu voorge
stelde constructie, waarin het ambtelijk
element teveel overwicht krijgt bij het be
raden hierover.
En daarvoor is ook niet noodig, dat
bijv. de industrie zich direct met ons
vak bezig houdt, evenmin als wij vra
gen zeggenschap te krijgen in zaken,
die de industrie betreffen. Wanneer de
Minister behoefte aan voorlichting
heeft ter bescherming van het alge
meen belang, dan behoeft die voorlich
ting ook van de zijde der industrie
toch slechts gegeven te worden aan
den Minister zelf, cn niet bij het uit
voeren van de te treffen maatregelen.
Het Landbouwfonds.
Ook de voorgestelde instelling van een
Landbouwfonds, dat in de plaats zou tre
den van het Landbouwcrisisfonds, stelt
ons voor vragen. Tot nu toe is de finan
ciering van de saneringsmaatregelen
voor het bloembollenvak in beginsel eigen
lijk buiten het Landbouwcrisisfonds geble
ven. Het voorgestelde Landbouwfonds zou
inkomsten krijgen uit alle takken van het
agrarische bedrijfsleven en daar steunen,
waar dit het meest noodig is. Hierin
schuilt voor ons vak een gevaar, dat nog
wel eens nader bekeken mag worden. De
positie van ons vak en trouwens van
den luxe tuinbouw in het algemeen is
heel anders dan van den akkerbouw en
de veeteelt, waarom een oplossing, die ver
geleken kan worden met het Gemeente
fonds dat op ander gebied werkt, tot on
juiste gevolgen zou kunnen leiden.
Ik ben wat uitvoeriger op deze zaak in
gegaan, omdat ik dit alles voor de toe
komst van ons vak van groot belang acht.
Mijn conclusie kan slechts zijn: la
ten wij er voor waken dat wc bij ver
anderingen zelf kunnen uitmaken of
cn welke maatregelen wij behoeven, cn
laten wij er naar streven die eventueele
maatregelen zelf te kunnen uitvoeren.
Zij het onder toezicht van de Over
heid, waarvoor een vernietigingsrecht
van den Minister toch wel voldoende is.
Men denke hierbij niet alleen aan wat
nu in onzen kring onder „saneeringsmaat-
regelen" verstaan wordt, maar ook aan
maatregelen tot kwaliteitsverbetering, ter
bevordering van den afzet e.d.
Sterke organisatie noodzakelijk
Voor dit alles is noodzakelijk, dat ons
vak sterk georganiseerd is. Nu lijkt voor
oppervlakkige beoordeelaars de organisatie
m het bloembollenbedrijf zwakker dan deze
is: onder de aangeslotenen bij de Ned.
Sierteeltcentrale zijn er velen, die niet tot
de vakgenooten gerekend kunnen worden,
omdat ze bij ons vak te weinig belang
hebben. Dat onze vereeniging naar be
trouwbare schatting ongeveer 80% van de
in ons land met bloembollen beteelde op
pervlakte vertegenwoordigt een feit, dat
-ik hier reeds eerder naar voren bracht,
maar waarop niet genoeg de nadruk kan
worden gelegd, spreekt ten dezen aan
zien sterk. Maar juist weer dit vooront
werp stelt ln het licht, dat onze organisa
tie niet sterk genoeg kan zijn. en daarom
doe ik een beroep op al onze leden om in
hun eigen belang onze vereeniging nog
sterker te maken, óók door er bewust in
mee te leven. En vooral doe ik een beroep
op u allen om de verkregen eenheid te be
waren. ook wanneer er in ons midden mee-
ningsverschillen heerschen. Meeningsver-
schillen moeten wij ln onzen eigen kring
bespreken en zoo mogelijk oplossen; zou
den deze tot verzwakking van het een
drachtig optreden leiden, dan zou hieruit
voor alle partijen groote schade in de toe
komst ontstaan.
Georganiseerde samenwerking heeft
trouwens in het verleden aan ons vak reeds
veel goeds gebracht. Ik kan in dit bestek
niet alle feiten noemen, die ter staving
dezer bewering aan te voeren zijn. Laat ik
blijven bij een voorbeeld uit het jongste
verleden, n.l. de moeilijkheden met de Ver.
tcnigde Staten van Amerika. Samenwer
king tusschen de dagelijksche besturen van
den Bond van Bloembollenhandelaren,
onze groep „De Narcis" en onze vercenl-
heeft in overleg met de betrokken
ambtelijke instanties ertoe geleid, dat
onze belangen door een drietal kundige en
ervaren mannen in Amerika zijn behar
tigd Het resultaat is helaas niet zóó ge-
weest, als wij dat gehoopt hadden, maar
toch heeft deze samenwerking naar mijn
meening ten goede gewerkt. Ook al heeft
hel directe resultaat ons allen teleurge
steld. En hoop op de toekomst zou in de
zen zelfs niet mogelijk zijn, wanneer niet
door dit georganiseerd optreden het on-
noodige van dergelijke maatregelen zoo
scherp in het licht kon worden gesteld. En
aan nog: de maatregelen zouden waar
schijnlijk niet ónflöodig zijn geweest, wan
neer niet de organisaties tijdig de nood
zakelijkheid hadden Ingezien van 'n scher
pe keuring, die door onze groepen wordt
'uitgevoerd. En dat niet wordt terugge
deinsd voor verscherping dezer maatrege
len door de organisaties zelf al is het
maar om iedere mogelijkheid van uitvoer
ran zieke bollen uit te sluiten wordt be
wezen door de verzwaring van de eischen.
die in het keuringreglement worden gesteld
en waartoe onze groep „De Narcis" beslo
ten heeft. Ht is de vraag, of iets dergelijks
bereikt had kunnen worden, wanneer het
vak hiervoor niet zelf de handen ineen had
geslagen
Zoo juist wees ik er op. dat ons vak zich
moet beraden over de vraag, of de huidige
crisismaatregelen nog gehandhaafd moeten
blijven Hiervoor zal tijdig een buitenge
wone algemeene vergadering onzer ver
eeniging worden gehouden, "ik spreek de
hoop uit. dat de argumenten, die er voor i
en er tegen zullen worden aangevoerd, met
een koel hoofd tegen elkaar zullen worden
afgewogen. Maar dat men ook begrip en
waardeering voor elkaar's standpunt zal
toonen, want dat is noodzakelijk, wil een
sfer geschapen worden, waarin dit vraag
stuk de zakelijke behandeling verkrijgt, die
ervoor noodig is. Hieraan heeft naar mijn
meening in het verleden wel een en ander
gemankeerd
De verhoogde aftrek voor tulpen.
Ik wil op die beraadslagingen niet voor
uit loopen, en zal het vraagstuk zeil he
den dus laten rusten. Maar wel wil ik nog
een enkel woord wijden aan een wijziging,
die in de kringen van ons vak eenige be-
ïocring heeft gewekt, terwijl naar mijn
meening van een ingrijpende verandering
toch geen sprake is.
Ik doel hier op de verhooging van den
aftrek voor tulpen tot ten hoogste 24°/o.
Voordien was deze aftrek 15%, maar wan
neer dit niet toereikend was om de over
schotten te financieren, moest leverbaar
ingeleverd worden om het overschot zóó
veel te verkleinen, dat dit met een aftrek
van 15% kon worden gefinancierd. Deze
inlevering gaf naast onbillijkheden groote
moeilijkheden, waarom het kortingsper
centage verhoogd is. Voorzoover nu 't over
schot tusschen 15°/o en 24% zal liggen, zal
Uus geen inlevering meer noodig zijn. Maar
het resultaat blijft hetzelfde; vroeger
moest elkeen in die omstandigheden bewil
ligen in een aftrek van 15%, terwijl daar
naast leverbaar moest worden ingeleverd,
terwijl nu voorzoover noodig de af-
tick grooter zal zijn. Het stelt ons alleen
scherper voor oogen, hoe groot het be
drag is. dat noodig is om de overschotten
op te koopen.
Het nadeel, dat er aan verbonden is,
is, dat de binnenlandschc trekkers wel
licht een nog wat grooteren voorsprong
krijgen op de buitenlandsche broeiers,
dan voorheen het geval was. Ook aan
de oude regeling was echter zij het
in geringeren omvang dit bezwaar
reeds verbonden cn onzè vereeniging
heeft reeds in het begin van het vorige
jaar getracht dit te doen ondervangen
Het is te hopen, dat men nu eindelijk
zal gaan inzien, dat onze afzetmoge
lijkheid in gevaar gebracht wordt,
wanneer twee categorieën van afne
mers ongelijk behandeld worden.
Ik wensch geen enkele benadeeling van
Ue binnenlandsche broelerij; ik dring er
siechts op aan. dat al onze afnemers gelijk
behandeld zullen worden, een wensch,
waarvan de redelijkheid naar mijn meening
niet op steekhoudende gronden betwist kan
worden Ik hoop. dat deze wensch spoedig
veivuld moge worden, wat ons vak zonder
twijfel ten goede zou komen.
Mr. D. F. Pont, aan wien in verband met zijn toetreding tot de N.S.B. met ingang
van 4 April eervol ontslag is ver leend als burgemeester van Hillegom.
Zaterdagavond is bekend geworden,
dat bij Kon. Besluit van 3 April met
ingang van 4 April eervol ontslag is
verleend aan den burgemeester van
Hillegom, mr. D. F. Pont.
Gelijk gemeld, had mr. Pont den mi
nister van Binnenlandsche Zaken doen
weten, dat hij toegetreden was tot de N.S.B
en dat hij zich beschikbaar gesteld had
als haar vertegenwoordiger in de Eerste
Kamer
Het Koninklijk Besluit inzake dit eervol
ontslag is van het bovenstaande het ge
volg.
Wij deelden reeds mede, dat het niet in
de bedoeling van mr. Pont zélf lag, ontslag
aan te vragen. Hij wilde de beslissing te
dezer zake aan de Regeering overlaten.
De minister van Binnenlandsche Zaken,
mr. J. A. de Wilde, heeft nu met den
meesten spoed het genoemde Kon. Besluit
voorbereid, dat onmiddellijk is afgekondigd.
Als een verrassing kan dit besluit niet
beschouwd worden.
Het standpunt der Regeering ten op
zichte van burgemeesters, die lid der N.S.B.
zouden kunnen worden, is genoegzaam
bekend. Minister de Wilde heeft zich daar
omtrent indertijd duidelijk uitgelaten.
Van 't front.
De aanval van generaal Mola in Biskaje
is voovloopig weer tot staan gekomen. De
Backen verklaren zelfs, dat zij hun oude
stellingen hebben hervormd doch dit lijkt
niet waarschijnlijk. Mola werkt in twee
richtingen, een ten N. van Villareal en een
in de richting van Llbar.
De heer D. F. Pont Werd 4 April 1893 ge
boren tc Zaandam, waar zijn vader Wil
liam Pont een grooten houthandel had. Hij
ontving het lager en middelbaar onderwijs
aldaar en bezocht de Leidsche Universiteit,
v/aar hij zich in de rechtswetenschappen
bekwaamde in de jaren 1913—1918.
In het L.S.C. vervulde hij de functie van
quaestor.
Na zijn promotie was hij werkzaam aan
de Amsterdamsche Bank, eerst te Utrecht
en daarna te Amsterdam als secretaris der
directie. Dit werk voldeed hem niet geheel,
waarom hij den raad opvolgde van prof.
Krabbe, die gedurende zijn studietijd te
Leiden hem voor een ambtelijke loopbaan
i geanimeerd had en hij op de secretarie
van Halfweg kwam. Daarna is hij werk
zaam geweest bij Publieke Werken te Am
sterdam, onder leiding van den gemeente
secretaris Roovers. Bij zijn eerste sollici
tatie naar een burgemeestersplaats had hij
succes; in Augustus 1925 werd de heer Pont
als zoodanig te Uithoorn benoemd. Bij
Kon. besluit van 22 October 1928 is hij met
ingang van 15 November, benoemd tot
burgemeester der gemeente Hillegom. met
toekenning van gelijktijdig eervol ontslag
als burgemeester der gemeente Uithoorn.
Op 20 November 1928 is hij te Hillegom
feestelijk ingehaald en geïnstalleerd als
burgemeester.
Het front in Biskaje.
Elders is niets van beteekenis voorge
vallen
Resultaten der niet-inmen-
gingsprocedure.
Het Spaansche stoomschip Asarta, dat
in den loon van gisteravond de haven van
Bayonne had veriaten zonder te voldoen
aan de voor vertrekker.de schepen geldende
verplichtingen, werd aangehouden. Het
schip moest de haven van Boucau binnen
gaan, waar het aan een onderzoek werd
onderworpen.
Een groep Amerikanen die beweerden
naar Frankrijk te zijn gekomen om een
bezoek te brengen aan de Parijsche wereld
tentoonstelling en te Havre waren aange-
De heer Pont is door zijn huwelijk ver
want aan de familie Van Ogtrop en
Roomsch-Katholiek. Hij voelt veel voor
historie en voor sport. Hij heeft burge-
meestersbloed in de aderen: al van het
begin der 16de eeuw af hebben leden van
zijn familie het burgemeestersambt be
kleed, meestal in Noord-Holland en wel te
Edam, Medemblik, Alkmaar en andere
plaatsen. De overleden burgemeester van
Rotterdam mr. Wytema was een neef van
hem.
Burgemeester Pont heeft zoowel te Uit
hoorn als te Hillegom een Slachthuis ge
opend, waarom hij wel eens de slachthuis-
burgemeester is genoemd.
In 1929 is hij benoemd tot plaatsver
vangend kantonrechter van het kanton
Haarlemmermeer.
Zijn jaren te Hillegom getuigden van
veel activiteit.
Tijdens zijn burgemeesterschap aldaar
zijn o.a. nog tot stand gekomen: het bad
huis. de reorganisatie van het bedrijf der
openbare werken met een nieuwen direc
teur. de instelling van een autotractie, in-
plaats van die met paarden bij openbare
werken, de verzorging der gemeente
plantsoenen en de aanstelling van een
tuinman, de reorganisatie en uitbreiding
van den politiedienst, de verbouwing van
het politiebureau en van het raadhuis, de
stoffeering van de raadzaal en van de
burgemeesterskamer, de aanleg van een
bordes voor het raadhuis, de aanleg van
moderne wegen in de gemeente Hillegom,
n.l. met gesloten wegdek, de aanleg van
het stratencomplex Higo met de naar den
burgemeester genoemde Burgemeester
Pontstraat, de doortrekking der Van de
Endelaan voor het doorgaand verkeer, de
leorganisatie der straatverlichting. Hille
gom was n.l. de eerste gemeente in de
streek met natrium- en kwikdamplicht.
In de gemeente Hillegom zijn de laatste
dagen vanzelfsprekend vol sensatie ge
weest en vooral het eervol ontslag van den!
burgemeester vormde hèt onderwerp der
gesprekken.
De datum van ingang. Zondag 4 April,
was juist die van den verjaardag van den
burgemeester.
Aanhangers van de N.S.B. maakten van
de gelegenheid gebruik tot kladden, het
geen tegenstanders aanleiding gaf zulks
eveneens te doen.
Een spoedeischende raadsvergadering,
die door mr. Pont tegen hedenmiddag te
2 uur was uitgeschreven, vermoedelijk oiri
een verklaring af te leggen, is hedenmor
gen door den loco-burgemeester, wethou
der Klaver, afgelas t.
9114
(Ingez. Med.V
komen is gistermiddag door de gendarme
rie te Muret aangehouden, toen zü zich
naar Foe en de Spaansche grens begaven.
Het schijnt dat deze „toeristen" negen en
twintig in getal, Amerikaansche vrijwilli
gers zijn. die dienst wilden nemen bü de
troepen der Spaansche regeering. Zoodra
bekend werd. welken weg zij zouden kie
zen, werden door de gendarmerie ver
sperringen opgericht. Na hun aanhouding
werden de toeristen overgebracht naar
Toulouse, waar zü zijn ingesloten
De aangehoudenen zijn in staat van be
schuldiging gesteld overeenkomstig decreet,
waarbii het vertrek van vrijwilligers naar
Spanje verboden is. Tot het gezelschap be-
hooren een Fin en eenige vrijwilligers van
Duitschen oorsprong.
De crisis in Catalonië.
Catalonië's president Companys heeft in
een persconferentie medegedeeld, dat hij
een eind wenschte te maken aan de crisis,
welker voortduring in de tegenwoordige
omstandigheden een zware verantwoording
zou meebrengen en daarom een voorloooig
ministerie heeft samengesteld. Inmiddels
zet hü ziin pogingen voort voor de vorming
van een definitief ministerie
In een nota brengt Companys hulde aan
Tarradellas voor ziin ijverige demarches der
laatste dagen in verband met de vorming
van een nieuw kabinet.
Vervolgens roept Companys op tot een
heid en zegt daarbij o.m. het volgende:
„Onze strijd is geroepen, een onmiddelliiken
invloed uit te oefenen on den opmarscli
der menschheid naar den weg van vrede,
■beschaving en voortgang".
„Wanneer wij de overwinning in gevaatl
zouden brengen tengevolge van onze twis
ten of door gebrek aan duidelük inzicht in.
de huidige toestanden, welk een schande
zou dat ziin voor de leiders van het poli
tieke en sociale leven van ons volk. welk
een verpletterende verantwoordelükheid
van allen voor de geschiedenis!"
„Uit naam van Catalonië, uit naam van
de revolutie en van de republiek, eisch ik
eenheid en solidariteit van alle anti-fascis
tische krachten!
Terwül de inspanning wordt voortgezet
tot een oplossing van de tegenwoordige ge
schillen vraag ik dat de raad dien ik heb
laten aanstellen gehoorzaamd zal worden
en dat geen enkele stem zch nog zal ver
heffen. om te herinneren aan de voorbUe
twisten of om bedekte bedreigingen uit te
spreken. Geheel Catalonië staat aan de
zijde van den president en de regeering".
2—4