De algemeene vergadering van Bloembollencultuur Mr, D. F. Pont eervol ontslagen tfIDSCH DAGBLAD Vierde jijrt Maandag 5 April 1937 De strijd in Spanje Een beschouwing over de aangekondigde regeeringsmaatregelen Aangedrongen wordt de nieuwe regelingen zelf uit te mogen voerèn. Als Burgemeester van Hillegom Te Haarlem werd heden de 183ste alge meene vergadering van de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur gehouden. Aan het openingswoord van dr. Verhage ls het volgende ontleend: Kort na onze vorige bijeenkomst overleed plotseling de heer G. J. Droste, voorzitter der Haarlemsche Kamer van Koophandel, die voor het in het district dezer Kamer zoo belangrijke bloembollenbedrijf een meer dan oppervlakkige belangstelling koesterde, en op wiens steun dan ook altijd gerekend mocht worden. Met wijlen den heer J. H A. Evers, in leven inspecteur der Registratie, mocht het hoofdbestuur jarenlang besprekingen voe ren over de waardeering van bloembollen - kramen voor de vermogensbelasting. Bij deze besprekingen kwam zijn warme be langstelling voor ons vak naar voren. Ook verscheidene leden, die de vereeni ging een warm hart toedroegen, moeten wij helaas uit ons midden missen. G. F. He- merik. die veel voor ons vak gedaan en onze afdeeling Oegstgeest 30 jaar lang als voorzitter gediend heeft, tot hij in 1928 tot eere-voorzitter der afdeeling werd be noemd. zal in onze herinnering blijven voortleven. A Teeling. de voorzitter der afd. Aker sloot. overleed na 'n langdurige ongesteld heid. Hij laat een leegte achter. Ook de oprichter der afd. Middengroep Zeeland. H. A. Nijssen, ontviel ons. Orga nisatieman als hij was. voelde hij het be lang van aansluiting bij onze vereeniging ook door de Zeeuwsche kweekers. W. Kuyk was een strijdvaardig man. die vooral in Hillegomsche kringen een goede bekende was. De Egmondsche kweeker Nic. Roozen was gezien om zijn vakkennis en eigenschappen en zijn overlijden werd met droefenis ver- 'nomen. Met J. Vrugt Sr. ging een bekend anemonenkweeker uit de Haarlemmermeer hoen. die op keuringen en tentoonstellingen veel belangstelling voor het door hem ge kweekte product wist te verkrijgen. H. Schilpzand was vroeger een bekend kweeker-handelaar te Hillegom, die. nadat hij zich uit het bedrijf terugtrok, buiten de bollenstreek vestigde. B. Hilbers te Beverwijk was een kweeker van den ouden stempel, die dezelfde bleef, die hij was. Dat zij allen rust in vrede mogen vinden. Indrukken van het ontwerp landbouw-onderoijswet. Voortgaande zeide spr.: Nog slechts zeer kort geleden heeft de Minister van Landbouw en Vlsscherij een voorontwerp landbouw-ordeningswet pu bliek gemaakt. Het is niet doenlijk deze ingewikkelde en moeilijke materie reeds na zoo korten tijd tot in alle finesses te be- oordeelen. Dat de organisaties uit het be drijfsleven voorzoover zij daaraan be hoefte gevoelen in de gelegenheid ge steld zijn om hun zienswijze daarover ken baar te maken, kan slechts toegejuicht worden. Zonder twijfel verdient dit voor ontwerp ernstige bestudeering. In afwachting daarvan wil ik niet na laten mijn voorloopige persoonlijke indruk ken te geven over deze ook voor ons vak zoo uiterst belangrijke zaak. Het vooront werp is gebaseerd op het rapport der com missie-Van Loon en nog sterker dan in dat rapport werd naar voren gebracht, wordt hier de meening geuit, dat de als tijdelijk bedoelde crisismaatregelen een meer duur zaam karakter zullen krijgen. Men zij echter met deze gedachte voorzichtig. Zelfs wanneer men de overtuiging is toegedaan, dat de crisismaatregelen niet konden en kunnen worden gemist, nadat de zeer snelle en diepe val gekomen was, zal men moeten toegeven, dat er in deze maatregelen ook veel is, dat een economische bedrijfsvoe ring niet ten goede komt, althans niet ten goede zou komen, wanneer de huidige maatregelen 'n permanent karakter zouden krijgen. Men begrijpe mij goed: ik wil geen ver wijten maken en niet ondankbaar zijn je gens de Overheid, die ook ons vak door de moeilijkste jaren trachtte te leiden. Ik wil slechts waarschuwen tegen het geven van een duurzaam karakter ook aan maatregelen, waaruit op den duur nadee- len voor het bedrijfsleven moeten voort vloeien. Het vak zelf zal moeten uitmaken, hoe lang het alle maatregelen wil besten digen: de mogelijkheid van likwidatie er van moet echter open blijven. Ik wil geenszins beweren, dat dat niet meer mogelijk zou zijn, wanneer dit voor ontwerp tot wet zou worden verheven; ook in de memorie van toelichting wordt dit niet uitgesloten. Maar met het oog op den geest dezer toelichting ware meer duide lijkheid op dit punt toch gewenscht. Het is zonder twijfel toe te juichen dat als maatregelen moeten worden getroffen en gehandhaafd de uit voering ervan en de ervoor te treffen verordeningen in handen van het geor ganiseerde bedrijfsleven worden ge legd. Het bedrijfsleven kan en moet zelf de zaak in handen nemen, evenals het zelf moet beoordeelen, of en zoo ja, welke maatregelen noodzakelijk zijn. Een zeker Overheidstoezicht hier op is. met het oog op het algemeen be lang. niet te ontberen en kan naar mijn meening ook niet afgewezen worden. Het ls voor mij echter de vraag, of deze gedachte ln dit voorontwerp wel voldcnde tot uiting komt. Verondersteld is de op- lichting van b.v. een bloembollenraad, waarin de organisaties een aantal leden benoemen, terwijl daarnaast de handel, de nijverheid en de landarbeiders erin ver- iegenwoordigd moeten zijn. Voorts be noemt de Minister evt. nog andere leden en in elk geval een voorzitter, die met groote bevoegdheden zou worden bekleed en die min of meer als ambtelijke Instantie zelfs tegen de stem van alle andere leden in. een verordening zou kunnen tegen houden! Ook bij het aanvaarden van de gedachte van Overheidstoezicht is dit voor mij niet een constructie, waarbij men kan zeggen, c'.at het vak zelf de door dat vak noodig geoordeelde maatregelen uitvoert. Naar mijn meening verandert er dan in wezen niet veel in den nu bestaanden toestand cn rijst de waag, waarom verandering noodig is. Zelf doen beteekent voor mij. dat de daarvoor aangewezen organisaties bepaalde maatregelen uitvoeren, en dat de Minister hierop toezicht uitoefent om het 1 algemeen belang te beschermen. Maar dat wordt niet verkregen bij de nu voorge stelde constructie, waarin het ambtelijk element teveel overwicht krijgt bij het be raden hierover. En daarvoor is ook niet noodig, dat bijv. de industrie zich direct met ons vak bezig houdt, evenmin als wij vra gen zeggenschap te krijgen in zaken, die de industrie betreffen. Wanneer de Minister behoefte aan voorlichting heeft ter bescherming van het alge meen belang, dan behoeft die voorlich ting ook van de zijde der industrie toch slechts gegeven te worden aan den Minister zelf, cn niet bij het uit voeren van de te treffen maatregelen. Het Landbouwfonds. Ook de voorgestelde instelling van een Landbouwfonds, dat in de plaats zou tre den van het Landbouwcrisisfonds, stelt ons voor vragen. Tot nu toe is de finan ciering van de saneringsmaatregelen voor het bloembollenvak in beginsel eigen lijk buiten het Landbouwcrisisfonds geble ven. Het voorgestelde Landbouwfonds zou inkomsten krijgen uit alle takken van het agrarische bedrijfsleven en daar steunen, waar dit het meest noodig is. Hierin schuilt voor ons vak een gevaar, dat nog wel eens nader bekeken mag worden. De positie van ons vak en trouwens van den luxe tuinbouw in het algemeen is heel anders dan van den akkerbouw en de veeteelt, waarom een oplossing, die ver geleken kan worden met het Gemeente fonds dat op ander gebied werkt, tot on juiste gevolgen zou kunnen leiden. Ik ben wat uitvoeriger op deze zaak in gegaan, omdat ik dit alles voor de toe komst van ons vak van groot belang acht. Mijn conclusie kan slechts zijn: la ten wij er voor waken dat wc bij ver anderingen zelf kunnen uitmaken of cn welke maatregelen wij behoeven, cn laten wij er naar streven die eventueele maatregelen zelf te kunnen uitvoeren. Zij het onder toezicht van de Over heid, waarvoor een vernietigingsrecht van den Minister toch wel voldoende is. Men denke hierbij niet alleen aan wat nu in onzen kring onder „saneeringsmaat- regelen" verstaan wordt, maar ook aan maatregelen tot kwaliteitsverbetering, ter bevordering van den afzet e.d. Sterke organisatie noodzakelijk Voor dit alles is noodzakelijk, dat ons vak sterk georganiseerd is. Nu lijkt voor oppervlakkige beoordeelaars de organisatie m het bloembollenbedrijf zwakker dan deze is: onder de aangeslotenen bij de Ned. Sierteeltcentrale zijn er velen, die niet tot de vakgenooten gerekend kunnen worden, omdat ze bij ons vak te weinig belang hebben. Dat onze vereeniging naar be trouwbare schatting ongeveer 80% van de in ons land met bloembollen beteelde op pervlakte vertegenwoordigt een feit, dat -ik hier reeds eerder naar voren bracht, maar waarop niet genoeg de nadruk kan worden gelegd, spreekt ten dezen aan zien sterk. Maar juist weer dit vooront werp stelt ln het licht, dat onze organisa tie niet sterk genoeg kan zijn. en daarom doe ik een beroep op al onze leden om in hun eigen belang onze vereeniging nog sterker te maken, óók door er bewust in mee te leven. En vooral doe ik een beroep op u allen om de verkregen eenheid te be waren. ook wanneer er in ons midden mee- ningsverschillen heerschen. Meeningsver- schillen moeten wij ln onzen eigen kring bespreken en zoo mogelijk oplossen; zou den deze tot verzwakking van het een drachtig optreden leiden, dan zou hieruit voor alle partijen groote schade in de toe komst ontstaan. Georganiseerde samenwerking heeft trouwens in het verleden aan ons vak reeds veel goeds gebracht. Ik kan in dit bestek niet alle feiten noemen, die ter staving dezer bewering aan te voeren zijn. Laat ik blijven bij een voorbeeld uit het jongste verleden, n.l. de moeilijkheden met de Ver. tcnigde Staten van Amerika. Samenwer king tusschen de dagelijksche besturen van den Bond van Bloembollenhandelaren, onze groep „De Narcis" en onze vercenl- heeft in overleg met de betrokken ambtelijke instanties ertoe geleid, dat onze belangen door een drietal kundige en ervaren mannen in Amerika zijn behar tigd Het resultaat is helaas niet zóó ge- weest, als wij dat gehoopt hadden, maar toch heeft deze samenwerking naar mijn meening ten goede gewerkt. Ook al heeft hel directe resultaat ons allen teleurge steld. En hoop op de toekomst zou in de zen zelfs niet mogelijk zijn, wanneer niet door dit georganiseerd optreden het on- noodige van dergelijke maatregelen zoo scherp in het licht kon worden gesteld. En aan nog: de maatregelen zouden waar schijnlijk niet ónflöodig zijn geweest, wan neer niet de organisaties tijdig de nood zakelijkheid hadden Ingezien van 'n scher pe keuring, die door onze groepen wordt 'uitgevoerd. En dat niet wordt terugge deinsd voor verscherping dezer maatrege len door de organisaties zelf al is het maar om iedere mogelijkheid van uitvoer ran zieke bollen uit te sluiten wordt be wezen door de verzwaring van de eischen. die in het keuringreglement worden gesteld en waartoe onze groep „De Narcis" beslo ten heeft. Ht is de vraag, of iets dergelijks bereikt had kunnen worden, wanneer het vak hiervoor niet zelf de handen ineen had geslagen Zoo juist wees ik er op. dat ons vak zich moet beraden over de vraag, of de huidige crisismaatregelen nog gehandhaafd moeten blijven Hiervoor zal tijdig een buitenge wone algemeene vergadering onzer ver eeniging worden gehouden, "ik spreek de hoop uit. dat de argumenten, die er voor i en er tegen zullen worden aangevoerd, met een koel hoofd tegen elkaar zullen worden afgewogen. Maar dat men ook begrip en waardeering voor elkaar's standpunt zal toonen, want dat is noodzakelijk, wil een sfer geschapen worden, waarin dit vraag stuk de zakelijke behandeling verkrijgt, die ervoor noodig is. Hieraan heeft naar mijn meening in het verleden wel een en ander gemankeerd De verhoogde aftrek voor tulpen. Ik wil op die beraadslagingen niet voor uit loopen, en zal het vraagstuk zeil he den dus laten rusten. Maar wel wil ik nog een enkel woord wijden aan een wijziging, die in de kringen van ons vak eenige be- ïocring heeft gewekt, terwijl naar mijn meening van een ingrijpende verandering toch geen sprake is. Ik doel hier op de verhooging van den aftrek voor tulpen tot ten hoogste 24°/o. Voordien was deze aftrek 15%, maar wan neer dit niet toereikend was om de over schotten te financieren, moest leverbaar ingeleverd worden om het overschot zóó veel te verkleinen, dat dit met een aftrek van 15% kon worden gefinancierd. Deze inlevering gaf naast onbillijkheden groote moeilijkheden, waarom het kortingsper centage verhoogd is. Voorzoover nu 't over schot tusschen 15°/o en 24% zal liggen, zal Uus geen inlevering meer noodig zijn. Maar het resultaat blijft hetzelfde; vroeger moest elkeen in die omstandigheden bewil ligen in een aftrek van 15%, terwijl daar naast leverbaar moest worden ingeleverd, terwijl nu voorzoover noodig de af- tick grooter zal zijn. Het stelt ons alleen scherper voor oogen, hoe groot het be drag is. dat noodig is om de overschotten op te koopen. Het nadeel, dat er aan verbonden is, is, dat de binnenlandschc trekkers wel licht een nog wat grooteren voorsprong krijgen op de buitenlandsche broeiers, dan voorheen het geval was. Ook aan de oude regeling was echter zij het in geringeren omvang dit bezwaar reeds verbonden cn onzè vereeniging heeft reeds in het begin van het vorige jaar getracht dit te doen ondervangen Het is te hopen, dat men nu eindelijk zal gaan inzien, dat onze afzetmoge lijkheid in gevaar gebracht wordt, wanneer twee categorieën van afne mers ongelijk behandeld worden. Ik wensch geen enkele benadeeling van Ue binnenlandsche broelerij; ik dring er siechts op aan. dat al onze afnemers gelijk behandeld zullen worden, een wensch, waarvan de redelijkheid naar mijn meening niet op steekhoudende gronden betwist kan worden Ik hoop. dat deze wensch spoedig veivuld moge worden, wat ons vak zonder twijfel ten goede zou komen. Mr. D. F. Pont, aan wien in verband met zijn toetreding tot de N.S.B. met ingang van 4 April eervol ontslag is ver leend als burgemeester van Hillegom. Zaterdagavond is bekend geworden, dat bij Kon. Besluit van 3 April met ingang van 4 April eervol ontslag is verleend aan den burgemeester van Hillegom, mr. D. F. Pont. Gelijk gemeld, had mr. Pont den mi nister van Binnenlandsche Zaken doen weten, dat hij toegetreden was tot de N.S.B en dat hij zich beschikbaar gesteld had als haar vertegenwoordiger in de Eerste Kamer Het Koninklijk Besluit inzake dit eervol ontslag is van het bovenstaande het ge volg. Wij deelden reeds mede, dat het niet in de bedoeling van mr. Pont zélf lag, ontslag aan te vragen. Hij wilde de beslissing te dezer zake aan de Regeering overlaten. De minister van Binnenlandsche Zaken, mr. J. A. de Wilde, heeft nu met den meesten spoed het genoemde Kon. Besluit voorbereid, dat onmiddellijk is afgekondigd. Als een verrassing kan dit besluit niet beschouwd worden. Het standpunt der Regeering ten op zichte van burgemeesters, die lid der N.S.B. zouden kunnen worden, is genoegzaam bekend. Minister de Wilde heeft zich daar omtrent indertijd duidelijk uitgelaten. Van 't front. De aanval van generaal Mola in Biskaje is voovloopig weer tot staan gekomen. De Backen verklaren zelfs, dat zij hun oude stellingen hebben hervormd doch dit lijkt niet waarschijnlijk. Mola werkt in twee richtingen, een ten N. van Villareal en een in de richting van Llbar. De heer D. F. Pont Werd 4 April 1893 ge boren tc Zaandam, waar zijn vader Wil liam Pont een grooten houthandel had. Hij ontving het lager en middelbaar onderwijs aldaar en bezocht de Leidsche Universiteit, v/aar hij zich in de rechtswetenschappen bekwaamde in de jaren 1913—1918. In het L.S.C. vervulde hij de functie van quaestor. Na zijn promotie was hij werkzaam aan de Amsterdamsche Bank, eerst te Utrecht en daarna te Amsterdam als secretaris der directie. Dit werk voldeed hem niet geheel, waarom hij den raad opvolgde van prof. Krabbe, die gedurende zijn studietijd te Leiden hem voor een ambtelijke loopbaan i geanimeerd had en hij op de secretarie van Halfweg kwam. Daarna is hij werk zaam geweest bij Publieke Werken te Am sterdam, onder leiding van den gemeente secretaris Roovers. Bij zijn eerste sollici tatie naar een burgemeestersplaats had hij succes; in Augustus 1925 werd de heer Pont als zoodanig te Uithoorn benoemd. Bij Kon. besluit van 22 October 1928 is hij met ingang van 15 November, benoemd tot burgemeester der gemeente Hillegom. met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Uithoorn. Op 20 November 1928 is hij te Hillegom feestelijk ingehaald en geïnstalleerd als burgemeester. Het front in Biskaje. Elders is niets van beteekenis voorge vallen Resultaten der niet-inmen- gingsprocedure. Het Spaansche stoomschip Asarta, dat in den loon van gisteravond de haven van Bayonne had veriaten zonder te voldoen aan de voor vertrekker.de schepen geldende verplichtingen, werd aangehouden. Het schip moest de haven van Boucau binnen gaan, waar het aan een onderzoek werd onderworpen. Een groep Amerikanen die beweerden naar Frankrijk te zijn gekomen om een bezoek te brengen aan de Parijsche wereld tentoonstelling en te Havre waren aange- De heer Pont is door zijn huwelijk ver want aan de familie Van Ogtrop en Roomsch-Katholiek. Hij voelt veel voor historie en voor sport. Hij heeft burge- meestersbloed in de aderen: al van het begin der 16de eeuw af hebben leden van zijn familie het burgemeestersambt be kleed, meestal in Noord-Holland en wel te Edam, Medemblik, Alkmaar en andere plaatsen. De overleden burgemeester van Rotterdam mr. Wytema was een neef van hem. Burgemeester Pont heeft zoowel te Uit hoorn als te Hillegom een Slachthuis ge opend, waarom hij wel eens de slachthuis- burgemeester is genoemd. In 1929 is hij benoemd tot plaatsver vangend kantonrechter van het kanton Haarlemmermeer. Zijn jaren te Hillegom getuigden van veel activiteit. Tijdens zijn burgemeesterschap aldaar zijn o.a. nog tot stand gekomen: het bad huis. de reorganisatie van het bedrijf der openbare werken met een nieuwen direc teur. de instelling van een autotractie, in- plaats van die met paarden bij openbare werken, de verzorging der gemeente plantsoenen en de aanstelling van een tuinman, de reorganisatie en uitbreiding van den politiedienst, de verbouwing van het politiebureau en van het raadhuis, de stoffeering van de raadzaal en van de burgemeesterskamer, de aanleg van een bordes voor het raadhuis, de aanleg van moderne wegen in de gemeente Hillegom, n.l. met gesloten wegdek, de aanleg van het stratencomplex Higo met de naar den burgemeester genoemde Burgemeester Pontstraat, de doortrekking der Van de Endelaan voor het doorgaand verkeer, de leorganisatie der straatverlichting. Hille gom was n.l. de eerste gemeente in de streek met natrium- en kwikdamplicht. In de gemeente Hillegom zijn de laatste dagen vanzelfsprekend vol sensatie ge weest en vooral het eervol ontslag van den! burgemeester vormde hèt onderwerp der gesprekken. De datum van ingang. Zondag 4 April, was juist die van den verjaardag van den burgemeester. Aanhangers van de N.S.B. maakten van de gelegenheid gebruik tot kladden, het geen tegenstanders aanleiding gaf zulks eveneens te doen. Een spoedeischende raadsvergadering, die door mr. Pont tegen hedenmiddag te 2 uur was uitgeschreven, vermoedelijk oiri een verklaring af te leggen, is hedenmor gen door den loco-burgemeester, wethou der Klaver, afgelas t. 9114 (Ingez. Med.V komen is gistermiddag door de gendarme rie te Muret aangehouden, toen zü zich naar Foe en de Spaansche grens begaven. Het schijnt dat deze „toeristen" negen en twintig in getal, Amerikaansche vrijwilli gers zijn. die dienst wilden nemen bü de troepen der Spaansche regeering. Zoodra bekend werd. welken weg zij zouden kie zen, werden door de gendarmerie ver sperringen opgericht. Na hun aanhouding werden de toeristen overgebracht naar Toulouse, waar zü zijn ingesloten De aangehoudenen zijn in staat van be schuldiging gesteld overeenkomstig decreet, waarbii het vertrek van vrijwilligers naar Spanje verboden is. Tot het gezelschap be- hooren een Fin en eenige vrijwilligers van Duitschen oorsprong. De crisis in Catalonië. Catalonië's president Companys heeft in een persconferentie medegedeeld, dat hij een eind wenschte te maken aan de crisis, welker voortduring in de tegenwoordige omstandigheden een zware verantwoording zou meebrengen en daarom een voorloooig ministerie heeft samengesteld. Inmiddels zet hü ziin pogingen voort voor de vorming van een definitief ministerie In een nota brengt Companys hulde aan Tarradellas voor ziin ijverige demarches der laatste dagen in verband met de vorming van een nieuw kabinet. Vervolgens roept Companys op tot een heid en zegt daarbij o.m. het volgende: „Onze strijd is geroepen, een onmiddelliiken invloed uit te oefenen on den opmarscli der menschheid naar den weg van vrede, ■beschaving en voortgang". „Wanneer wij de overwinning in gevaatl zouden brengen tengevolge van onze twis ten of door gebrek aan duidelük inzicht in. de huidige toestanden, welk een schande zou dat ziin voor de leiders van het poli tieke en sociale leven van ons volk. welk een verpletterende verantwoordelükheid van allen voor de geschiedenis!" „Uit naam van Catalonië, uit naam van de revolutie en van de republiek, eisch ik eenheid en solidariteit van alle anti-fascis tische krachten! Terwül de inspanning wordt voortgezet tot een oplossing van de tegenwoordige ge schillen vraag ik dat de raad dien ik heb laten aanstellen gehoorzaamd zal worden en dat geen enkele stem zch nog zal ver heffen. om te herinneren aan de voorbUe twisten of om bedekte bedreigingen uit te spreken. Geheel Catalonië staat aan de zijde van den president en de regeering". 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 14