STADSNIEUWS WOENSDAG 17 MAART 1937 No. 23612 Onze Knipsel prij s vraag HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN 78sfe Jaargang Weer een Nederlandsch De nieuwe commandant schip opgebracht van het veldleger LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden *van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.3S per week f.O.ia Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f portokosten^ (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd> Allen, die willen deelnemen aan onze Knipselprijsvraag, verwijzen wij naar de le, 2e en 3e pagina van het Derde Blad. DE DIRECTIE. LEIDSCH STUDENTEN CORPS. Inaugurcele rede van jhr. E. W. de Jonge. In het groot-auditorium van het Acade miegebouw heeft de nieuw opgetreden praescs van het Collegium van het Leid- sche Studenten Corps jhr. E. W. de Jonge, vanmiddag zijn functie aanvaard met het uitspreken eener inaugureele rede, waar aan het volgende is ontleend: Wij hebben ons een zwaren plicht ge steld nu meerdere symptomen, ook binnen het Corps erop wijzen, dat de gevolgen der economische crisis nog steeds een verder gaande aanpassing aan de gewij zigde omstandigheden noodzakelijk maken. Hij, die zijn oog naar het verleden wendt, zal echter gewaar worden, hoe 't Leidsch Studenten Corps in zijn geschiedenis on der veel grooter moeilijkheden nog zijn bestaansrecht bewezen heeft. Ongetwijfeld Is in de plaats, die het Corps tegenover de buitenwereld inneemt, in de laatste tientallen jaren veel veran derd, vooral wanneer wij een vergelijking trekken in de stad Leiden zelf. Sedert lang dekken de begrippen „student in Lei den" en „Corpslid" elkander bij verre na niet meer. Maar wij gelooven niet, dat deze verandering moet worden betreurd. Het is nu eenmaal een feit, dat het aantal studenten, dat het voorrecht deelachtig wil worden, aan de Leidschc Academie ge studeerd te hebben, steeds grooter wordt. De eenheid van een Corps, dat alle stu denten zou omvatten, zou toch tot een fictie worden: en dat nu ook andere stu denten zich in corporaties vereenigen, spreekt vanzelf. Waar zij echter over het algemeen, van geheel verschillende idea len en beginselen uitgaan, ligt hierin niets verontrustends. Het Leidsche Studenten- Corps. waarin immers de leuze van vrij heid, die onze Academie zoo bij uitstek siert, zijn weerslag heeft gevonden, staat boven hen. En zoolang gij, tradities en voorrechten er in slaagt ons Corps in zijn huidige constellatie te handhaven, zoolang zal ons Corps boven al die andere corpora ties blijven staan. Ja, zelfs door die cor poraties zelve als boven hen staand er kend blijven. Daarvoor is ons die uitzon derlijke positie, die ons Corps tegenover de buitenwereld bekleedt, immer tot waar borg. Uitzonderlijk alleen reeds door de hoog gewaardeerde belangstelling, die het Corps door alle jaren heen van de zijde van ons Koninklijk Huis heeft mogen ondervinden. Uitzonderlijk ook daar. waar het onze verhouding tot de Academie geldt. Is niet eenerzijds de waardigheid onzer Academie, als oudste en eerste in den lande, onze grootste trots, anderzijds is het toch ook in ditzelfde Groot-Auditorium, dat in 1839 de grondslag voor ons Corps gelegd werd, toen hier Molenwater zijn indrukwekkende rede hield. Een verblijdend feit is het, in dit verband te kunnen wijzen op de bij zonder goede betrekkingen tusschen Corps en Aeademischen Senaat, zeker niet in het minst te danken aan het onvolprezen stre ven van den huidigen Rector Magnificus, het Corps in zoovele academische aange legenheden te kennen. Teleurstellend is daartegenover de waarlijk bedroevende, ja welhaast van geestelijke armoede getui gende belangstelling van 't gros der Corps leden, wanneer het om de meer intellec- tueele zijde van het Universiteitsbestel gaat. Tegenover de Leidsche burgerij staat ons Corps in goede verstandhouding: met de bevriende studentencorpora leven wij op goeden voet. Spr. gaf tenslotte een uitvoerig overzicht van den innerlijken toestand van 't Corps. Spr. betoogde voorts de noodzakelijk heid. dat het Corps zich nog verder aan de gewijzigde economische omstandig heden zal hebben aan te passen. In de ec-rste plaats zal getracht worden de zware geldelijke verplichtingen, welke op de Corpsleden rusten, te verminderen. Voor den komenden groentijd kondigde spr. aan, dat streng zal worden opgetreden tegen een te hardhandig hinderen der groenen. Spr. roemde tenslotte de prestaties der sub-vereenigingen. o.a. ook de almanak redactie 1937 en de redactie van den Vir tus, en besloot: nog eenmaal willen wij er °P wijzen, dat het een voorrecht is om te Leiden te studeeren. Slechts weinigen onder u beseffen tenvolle, wat dit betee- kent. Weet dan, dat sedert den aanvang van de 19de eeuw zich de ware Leidenaar van zijn tijdgenooten heeft onderscheiden Moge dit zoo blijven. Moge het ook voor u tot groote troost in uw latere leven kunnen wezen, een waar Leidenaar te zijn ge worden. Ned. Schildersgezellenbond. Het a.s. 40-jarig bestaan der Leidsche afdeeling. Het was in het jaar 1897, dat eenige schildersgezellen met de gedachte rondlie pen zich aaneen te sluiten. Pogingen om hiertoe te geraken mislukten aanvankelijk. Totdat op 18 Augustus 1897 een vergade ring werd belegd ten huize van den heer Everiem, die toen een café had op de Haarlemmerstraat, waar thans de meubel zaak van de firma Leeuwin is gevestigd. In deze bijeenkomst werd tot de oprichting van een schildersvereeniging besloten. Het eerste bestuur werd daar gevormd en bestond uit J. Latervcer ivoorz.i, Bram Habraken isecr.Jozef Wagenmaker, Bertus Habraken en Thijs v. d. Linden. Een zware strijd was het voor deze pioniers, want van alle kanten ondervond men te genwerking. Met taaie vasthoudendheid werd de eerste periode doorgeworsteld. Spoedig werd nu aansluiting gezocht bij den Landelijkenbond, wek contact in 1897 tot stand kwam. Het jaar 1903, dat voor de geheele arbei dersklasse zoo'n geweldige beteetoenis heeft gehad, ging ook aan de zesjarige schilders vereeniging niet onopgemerkt voorbij. Eenige van de toen vooraanstaande figu ren verlieten de organisatie, onder wie haar 1ste voorzatter J. Laterveer. Ook toen maakte de afdeeling een moeilijken tijd door. Het tegenwoordige raadslid, de heer T. Groeneveld was toen de voorzitter. Lang zaam en heel voorzichtig werd de organi satie weer opgebouwd. Het ledenaantal werd weer grooter; de loonen, welke toen laag waren, werden langzamerhand wat verbeterd. Uit deze worsteling der pioniers is de tegenwoordige afdeeling gegroeid, die heilzaam werk heeft gedaan voor de Leid sche schildersgezellen. Veel is m die 40 jaren veranderd. Het beruchte Maandag- houden behoort tot het verleden; werk dagen van 15 uren en langer, zooals in de jaren rond 1900 komen gelukkig niet meer voor. Wat niet is verbeterd, integendeel thans helaas veel erger is dan vroeger, dat is de groote werkloosheid, welke nu reeds een 10-tal jaren in het bedrijf woedt. Ook dit "jaar is de werkloosheid onder de leden weer zeer groot. De strijd tegen den geesel der werkloosheid neemt dan ook een vooraanstaande plaats in het organisatie- leven van heden ten dage in. Van de pioniers is thans nog Jan Later veer lid. Kort na 1903 kwam deze oude strijder weer bij zijn organisatie terug en bleef sedert dien in de voorste gelederen mee vechten voor de lotsverbetering van de schildersgezellen Zonder aan de andere pioniers te kort te doen. mogen wij zeggen, dat Jan Later veer van groote beteekenis is geweest voor de Leidsche afdeeling. Maandag a.s. vindt de herdenking plaats met een propaganda feestavond in ..Zomerlust". waaraan mede werking wordt verleend door de Arbeiders Tooneelclub „D.O.S." en de bondsvoorzitter A. J. Dooyes. Alle schilders, ook de onge organiseerde worden daar dan verwacht. kwam EEN BATAAFSCHE WOERD TE ZETTEN. De „Hertog Hendrik" te laat. Hedenmorgen in de vroegte werd aan boord Hr. Ms. „Hertog Hendrik" draad loos bericht ontvangen van het s.s. „Jonge Johanna", van de Middelland- sche Zee Compagnie», dat het naar Ceuta werd opgebracht door een nationalistisch oorlogsschip. De „Hertog Hendrik" is met uiterst vermogen naar de plaats van aanhouding gestoomd, doch toen het pantserschip om acht uur voor Ceuta aankwam, was de Jonge Johanna reeds binnen en niet meer bereikbaar. De Jonge Johanna heeft geen gebruik gemaakt van de op 17 Maart voor het eerst geboden gelegenheid om onder convooi van Kr. Ms. „Hertog Hendrik" de straat van Gibraltar te passeeren. De convooi-dienst wordt voortgezet. Wij vernemen nog, dat de „Jonge Johanna'" zich met een lading kolen van Nederland naar de Fransche kust plaats Cette op weg bevond. Na deze lading daar te hebben gelost, zou het schip in ballast varen naar Palestina en daar een lading voor Nederland meenemen. Baron van Voorst tot Voorst legelijkertijd tot luit.-generaal bevorderd. CHR. GEREF. J.V. SPREUKEN 22 6. Lezing van dr. W. C. Braat in het Rijksmuseum van Oudheden. Gisteravond besloot dr. Braat de serie winterlezingen in het Museum van Oud heden alhier met een voordracht over bovenstaand onderwerp. Na een korte inleiding, waarbij hij ds. Heldring herdacht, den Hemmenschen predikant, die in 1838 voor het eerst de aandacht vestigde op de Betuwsche woer den, besprak spr. een aantal opgravingen van Germaansche huizen in ons land en ln Duitschland. waaronder zich verschil lende typen laten onderscheiden. De eerste Betuwsche woerd van grooteren omvang, die in zijn geheel Is opgegraven is de Hooge Hof te Zetten, waar spr. sedert 1933 in vier campagnes het onderzoek voltooid heeft. Daar werd een Batavendorp teruggevon den, bestaande uit een groot aantal kleine huisjes, zeer primitief van constructie, met wanden van gevlochten horden. Ook in de vroege middeleeuwen (9e10e eeuw) is deze Zettensche woerd bewoond geweest, maar gelukkig stonden die latere huizen alle aan den rand van het terrein, zoodat de grondsporen der Batavenwoningen, die op het middelste en hoogste gedeelte lagen, er niet door vernield zijn. Na tenslotte nog een paar voorbeelden van Germaansche huizen in Friesche terpen, vooral de zoo merkwaardig goed geconserveerde hulzen te Ezinge. te hebben besproken, besloot spr zijn voordracht, weke door een groot aantal fraaie lichtbeelden werd geïllustreerd, met een korte beschouwing van de problemen, die door voortgezet onderzoek op dit ge bied nog zullen moeten worden opgelost. Ds. Bijleveld over „Twijfel of zekerheid". Op uitnoodiging van de Chr. Geref. J.V. Spreuken 22 8 sprak gisteravond in het kerkgebouw der Chr. Geref. Gemeente ds. Bijleveld van Haarlem over: „Twijfel ol zkerheid". Na gebruikelijke opening en lezing van Rom. 8 2839 zette ds. Bijleveld uiteen, dat de philosofie zich geworpen heeft op het Woord van God. waar zij uiteindelijk Christus uit de waarheid Gods heeft weg gephilosofeerd om er voorts op te wijzen, dat de twijfel geworden is als een epidemie, die de zielen verslindt. Ons verstand is. ver duisterd en de golfslag van den twijfel be roert de ziel. Verschrikkelijke twijfelmoe digheid wordt dan ook bij bekeerde en on bekeerde, bij oude en jonge menschen ge vonden. Bij de jeugd met haar problemen, bij den man op middelbaren leeftijd als hij zich positie moet kiezen en bij dén ouderdom, als gestaan wordt met het eene been in het graf, overal zien wij dat twijfel bestaat, een twijfel, die ontstond bij de botsing tusschen voorstelling en werkelijkheid. Met enkele voorbeelden toonde ds. Bijle veld voorts aan. dat ook bij groote figuren in den bijbel twijfel voorkomt Nadat nog door spr. is vastgesteld, dat twijfel zonde is, wees hij er op, dat er tweeërlei twijfel is, een objectieve en een subjectieve. Uit den objectieven twijfel, welke alleen gaat over God, Christus, het Woord van God en 's menschen bekomst, kunnen wij verlost worden door terug te keeren tot het alleenzaligmakend woord van God. Veelvuldiger dan de objectieve twijfel is echter de subjectieve, welke den mensch doet vragen: ben ik wel een kind van God? Met enkele bijbelsche voorbeelden o.a. Lydia, de purperverkoopster en Paulus, wees spr. er op, dat God ook uit dezen twij fel door Zijn openbaring wil en kan ver lossen. God is vrij en kan de verlossing ons op verschillende wijze schenken. Na er op gewezen te hebben, dat twijfel moedigheid ook uit het geloof en karakter van mensch kan voortvloeien en voorts ook uit vergissingen, die voortkomen uit het onderbewustzijn van den mensch, zcide spr. dat God zeker op Zijn tijd de twijfelmoedi gen tot de volle zekerheid des geloofs zal leiden. Na tusschenzang van Ps. 62: 4 en 5 ont wikkelde spr. verder de gedachte over de zekerheid des geloofs, waarbij hij er uitvoe rig op wees, dat wij allen tot de vastigheid des geloofs kunnen komen door kennis te krijgen van onzen verdoemelijken staat voor God. te gelooven in het borgwerk van Christus waardoor wij tenslotte zullen ko nen tot een roemen in de genade van Chris tus gepaard gaande aan een kennen en be trachten van den weg der middelen. ACADEMISCHE EXAMENS. Bevorderd tot doctor in de Geneeskun de, op proefschrift getiteld: „Paracolsus en Hahnemann, essentieele geneeskunst en homoepathie", de heer R. A. B. Oosterhuis, geboren te Warns (Fr-.). Geslaagd voor het Candidaatsexamen Wis- en Natuurkunde letter H., de heeren M. de Vries, (Leiden) en G. Zijlstra (Gro ningen); idem letter A, de heer A. Rade- makers Rotterdam ivóór het doctoraal examen Wis- en Natuurkunde hoofdvak Dierkunde de heer D. J. Kuenen (Leiden); idem, hoofdvak Scheikunde, de heer M. C. Lebret (Dordrecht)voor het doctoraal examen Indisch Recht, de heer Euw Jong Fa Sen (Voorschoten) en voor het docto raal examen Wis- en Natuurkunde, hoofd vak Pharmancie. mej. L. Drayer (Schie dam). Naar wij vernemen is thans gene- raal-majoor J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, commandant van de vierde divisie, met ingang van 31 Maart q.s. benoemd tot com mandant van het veldleger, als opvolger van luitenant-generaal Jhr. W. Röell. Baron van Voorst tot Voorst is te gelijkertijd bevorderd tot luitenant- generaal. (Men zie ook onder Laatste Berichten). Bij Kon. Besluit is verder aan jhr. W. Röell het gevraagde eervol ontslag: ver leend, met dank voor de uitnemende dien sten. door hem gedurende tal van jaren in verschillende gewichtige betrekkingen aan den lande bewezen. Tenslotte zijn met ingang van 31 Maart bevorderd .tot generaal-majoor, commandant van de 4e divisie, de kolonel P. W. Best. van den generalen staf, commandant van dc Luchtvaartafdeeling en tot commandant van de Luchtvaartaf deeling, de luitenant-kolonel F. A. van Heijst, vlieger van de Luchtvaartafdeeling. Dtf iWHiMf bedui ill VIER bMei EERSTE BLAD BINNENLAND. Naar afschaffing van de steunmaatregelen voor den akkerbouw. (4e Blad). De Belgische dag op de Utrechtsche Jaar beurs: minister Van den Isacker ver klaart dat de crisis in België overwon nen is. (3e Blad). Ons Parlementair Overzicht. (3e Blad). Een voorloopige handelsovereenkomst met Brazilië geteekend. (Binnenland, 4e Blad). De beperking van scholen: memorie van antwoord aan de Tweede Kamer. (Kerk en School, 2e Blad). De „Koninklijke" heeft zes tankschepen besteld bij Engelsche werven. (Laatste Berichten, le Blad). Lidmaat-schap R.-K. Werkliedenverbond en Kath. Dem. Partij onvereenigbaar ver klaard. (Laatste Berichten, le Blad). Vier arrestaties inzake den roofmoord te» Leek, gepleegd in den nacht van 1 op 2 December. (Laatste Berichten, le Bl.>, De roofoverval op een Haagsche postauto; de arrestatie te Wiesbaden van een mede-dader, die volledig bekende. (1« Blad). BUITENLAND. OVERLEDEN IS 73 JAAR OUD, DE VROE GERE ENGELSCHE MINISTER SIR AUSTEN CHAMBERLAIN. (3e Blad). Bloedige politieke botsingen in Frankrijk. Vier dooden, vele gewonden. (3e Blad). Mussolini in Tripolls. (Buitenland, le Blad), Ook de tweede tranche der Fransche de- fensie-leening reeds overteekend. (Bui-« tenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. COÖPERATIEVE BOERENLEENBANK. 27ste algemeene jaarvergadering. Bovengenoemde Bank hield gisteravond in „den Burcht" haar 27e algemeene jaar vergadering. De voorzitter, de heer W. Bink, opende de vergadering met een inleidend woord, waarin hij den algemeenen toestand van land- en tuinbouw en dien van dc Boeren leenbank in het bijzonder schetste. Hij con stateerde, dat dank zij dc ijver en volhar ding der leden en daarbij ook de medewer king, welke van de zijde der Bank werd ondervonden, alles in goede banen is geleid, geen verliezen zijn geleden en allen aan hun verplichtingen hebben kunnen vol doen. Hij besprak het bepalen van den rentevoet en de resultaten van dit jaar, waarna hij ook de overleden leden met een enkel woord herdacht. In den Raad van Toezicht nam de heer T. van Egmond plaats. Hem werd dank gebracht, dat hij deze benoeming ondanks zijn druk be zetten tijd heeft willen aanvaarden. Hierna gaf de kassier een financieel overzicht. Bijzondere gebeurtenissen von den niet plaats. Ondanks de onrust op de geldmarkt en de devaluatie heeft de Bank haar arbeid rustig kunnen voortzetten. De spaarbank nam weer in omvang toe en hoewel de rente voor spaargelden werd verlaagd, had dit er weinig invloed op. Het aantal spaarders neemt geregeld toe. De rente werd vanaf 1 Januari bepaald op 3 pet terwijl een maximum inlage voor dit percentage werd gesteld. Vaste beleggingen, waarvoor een hoogere rente werd vergoed, worden voorloopig niet meer aangenomen en de bestaande posten opgezegd. Wat de voorschotten en credieten betreft, heeft de nieuwe bepaling, dat ook niet land- en tuinbouwers, zij het tegen eën eenigszins hoogere rente credieten kunnen verkrijgen, eenige uitbreiding gegeven. Aangezien echter er voldoende zekerheid moest worden gesteld, werden vele aanvra gen afgewezen. Het aantal rekening-couranthouders wees weer een stijgende lijn aan. hoewel de om zet door verplichte inperkingen op de rekeningen niet toenam. Van het crediet bij de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, waarbij de Bank is aangesloten, behoefde ook dit jaar geen gebruik te worden ge maakt. Het tegoed steeg daar boven de ton. Voor de Centrale Bank, bij wie door de Boerenleenbanken plm. 100 mjllioen gulden is gedeponeerd, eischt het veel ken nis en tactiek om deze gelden dermate te beleggen, dat zij liquide zijn en nog eenige winst kunnen opleveren. Nadat eenige pos ten op de rekening en balans in het bijzon der waren besproken en uitgelegd, werd het vqrslag besloten. Vervolgens werd de rekening en balans over 1936 met algemeene stemmen goed gekeurd. Besloten werd de winst bij de reserve te voegen. Nadat de aftredende leden van bestuur en raad van toezicht, de heeren W. Bink en A. C. van Paridon, met ongeveer algemeene stemmen werden herkozen, en door den voorzitter aan het einde der vergadering nog eenige mededeelingen waren gedaan, die in het belang van de Bank en de leden konden worden geacht, werd de vergade ring met dank voor de opkomst gesloten. KON. NED. MIJ. VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. Uitslag van den tuinbouwcursus. Op de gisteravond gehouden eindles van den Alg. Tuinbouwwintercursus, welke ge geven werd door de afd. Leiden van boven genoemde Maatschappij, kon na gehou den onderzoek het getuigschrift „met zeer '•cel vrucht" worden toegekend aan de hee ren: W. Minnee, A. Hollebeek, J. F. M. Vahrmeyer en P. Lagas; „met veel vrucht" aan: J, v. d. Zwart, P. W. v. d. Schee en A. van As; „met vrucht" aan G. J. W. Jon ker, J. J. v. d. Berg, P. J. W v. d. Glas, W. A. Andringa. C. H. Koolloos, W. v. d. Pol, R. Overeinder. J. Haasnoot. N. Plaatzer, M de Heus. C. Moerkerk en M. Catnr. Afgewezen werden vier leerlingen. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Opheffing: K. Haasnoot. Bronkhorststraat 23, Noord- ij k-Binr.en. Handel in papieren zakken en cartons.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 1