'Luchtbeschermingsoefening in Gelderland - Jan Kiepura te Amsterdam 78sfe Jaarqang LEIDSCH DAGBUD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN FEUILLETON Nikt'WE VOLKU A bt) AD ö-CUsli .UlS SA- RIS IN DANZIG, prof. Burckhardt (links) bracht een officieel bezoek aan den Poolschen staatspresident Moscicki. HET UITZETTEVAN KARPER EN BAARS IN BROEK IN WATERLANDDe risschen werden. ter controle of zij in 4® omgeving blijven van een loodje voorzien. De burgemeester bevestigt aan een der visschen het eerste loodje. EEN RIJ IJZEREN PAARDEN" VAN HET 4c ENGJGL- SCHE HUZAREN-REGIMENT, dat geheel gemotori seerd is. Deze tractors, die door 1 man bediend worden, kunnen een vrij groote hoev eelheid munitie meevoeren. TENTOONSTELLING VAN DEUT SCHE HERDERSHONDEN - in Londen. ,,Peg of Thornbury" met een van zijn prijzen. 'ËNGELSCHE MATROZEN IN TRAINING VOOR DE AANSTAANDE OLYMPIA EN VOOR DE VLOOTWEEK TE PLYMOUTH. Langs lange touwen trekken zij zioh voort. Oefeningen, die de spieree stalee. OTTWELL BINNS. 81 -Dusty Miller" heeft in de duisternis een unva'ring gehad met een jonk en daar je "ooit kunt weten wat de gevolgen van een Un va ring kunnen zijn en ik wist dat Miss ï'akinshaw niet in uw hut was, ben ik er taar toe gerend om u te waarschuwen. Ik 'ond de deur gesloten en toen ik geen ant- •oord kreeg, heb ik haar met geweld open- ptroken. U sliep als een doode en het was «taal onmogelijk om u wakker te krijgen, was juist bezig voorbereidingen te ma- ju om u zoo noodig aan dek te dragen, '"n dat meisje verscheen. Ze was deugd- >aam verontwaardigd en hield me een jjstool voor, terwijl ik mijn aanwezigheid 3 de hut verklaarde Daarna met het Pistool nog steeds op mij gericht, dreef ze ff aan dek om een onderhoud met kapi- Amos te hebben, want ik werd ver- jMersteld in mijn hut opgesloten te zijn en Beloof, dat ze mij ervan verdachten een geheim gesprek afgeluisterd te hebben, iuist in de kajuit gevoerd werd toen de M?varing plaats vond." was "dat waar?" jerry keek om zich heen voordat hij •«woord gaf en lachte toen. -inderdaad. Maar dat dametje is er niet ï«r van. Ik heb een heeleboel gehoord. jjiar later zijn er ernstiger moeilijkheden i!weest, toen ik den gebochelden Chan erop betrapte, dat hij een grendel aan den buitenkant van mijn deur aan het vast maken was. Hij smeet een schroevedraaier naar mijn hoofd en trok toen zijn mes en uit zelfverdediging was ik genoodzaakt op hem te schieten „U. u hebt hem toch nie't gedood?" „Nee. Ik heb alleen maar zijn rechter arm kapot geschoten. Maar daarmee was ik er nog niet en ais ik hem niet een trap gege ven had en de kapitein er niet bij gekomen was, had ik hem misschien wel moeten dooden om mezelf te redden „En ik wist niets van dat alles af! Heb niets gehoord zelfs!" „Zooals ik u al zei, u was bedwelmd. Daarom was ik er zoo zeker van dat het kenteeken verdwenen zou zijn. Ze kunnen u dat bedwelmende middel alleen maar gegeven hebben om dat meisje de gelegen heid te geven ernaar te zoeken." „Ze heeft het niet gevonden!" „Bent u daar wel heel zeker van?" vroeg Terry. „Ik zou toch zeggen dat Janey, zoo als de schipper haar noemt, weet waar ze aan toe is. als ze de kleeren van een andere vrouw aan het fouilleeren slaat." „Maar het zit nog op de plek, waar ik het opgeborgen had!" protesteert het meisje. Terry keek nadenkend een oogenblik over de verschansing toen kreeg hij een idee en zijn oogen gingen naar haar terug. „Zoudt u het erg vinden om u er abso luut van te overtuigen?" zei hij nadenkend. „Het is mogelijk dat het kenteeken gesto len is en dat er iets dergelijks voor in de plaats is gesteld. Janey Wakinshaw, om met haar soortgenooten te spreken is uit geslapen genoeg voor zoo iets." Een bezorgde blik kwam op Norma Charl ton's gezicht. „Ik hoop, dat u het bij het verkeerde eind heeft," zei ze vlug. „Maar zoo gauw ik de hut voor mezelf kan hebben, zal ik doen wat u gezegd hebt. Op het oogenblik is dat meisje beneden „Nee, ze gaat juist de brug op om den kapitein goedenmorgen te zeggen. U kunt haar zien, wanneer u zich omdraait." Norma Charlton draaide zich om, zag haar en zei toen vlug: „Wacht even. Ik ben in een paar minuten terug." Ze ging weg en Terry wachtte en staarde onderwijl afwezig in de zee. Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of hij wist wat ze hem zou vertellen, als ze terugkwam. Dat meisje uit de onderwereld, dat nu zoo levendig met den schipper te praten stond, zag er niet naar uit alsof ze iets bij een onder zoek over het hoofd zou zien en ze was snugger genoeg om iets anders voor in de plaats te stellen om zoodoende bij de eige naresse van het kenteeken een volkomen misplaatst vertrouwen te wekken. De paar minuten gingen langzaam voorbij; toen hoorde hij Norma Charlton's vlugge voet stappen achter zich. Bewust van het feit, da t de twee op de brug op hen letten, draai de hij zich niet om, maar wachtte totdat Norma bij hem was en toen waarschuwde hij haar vlug: „Kijk vooral niet of u me iets belangrijks vertelt. De schipper en Janey letten op ons. En?" „U had geen gelijk. Het teeken is veilig. Ik heb de steken losgemaakt om te kijken." „Daar ben ik blij om." zei hij. „Maar ik begrijp er niets van „Waarom niet?" „Er kon toch maar een reden zijn, waar om zij u zouden bedwelmen en dat was, dat ze een grondig onderzoek naar het kenteeken in konden stellen. Daar ben ik vast van overtuigd. En ik ben er even vast van overtuigd, dat Janey Wakinsbaw het kenteeken niet over het hoofd gezien zou hebben." „Dat kan toch best." „U kent haar soort niet. Zij behoort tot een slag menschen dat gewoon is dingen te verbergen en er evenzeer aan gewend is om ze uit allerlei mogelijke en onmogelijke hoekjes op te snuffelen. En toch als ze het gevonden heeft, waar ik zeker van ben, heeft ze het niet weggenomen. Ik ben be nieuwd waarom?" „Ik kan me niet indenken, dat ze het ge vonden heeft." „En ik kan me niet indenken, dat ze het niet gevondep heeft en nog minder waar om ze het niet weggenomen heeft." „Misschien was het voldoende, dat ze wist dat ik het zeker had." Hij schudde zijn hoofd. „Nee. het stel letje waar zij toe behoort, wist dat al dien tijd al net zooals ze een heeleboel weten, waar u geen idee van heeft." „Hoe weet u dat?" vroeg het meisje vlug. „Dat heb ik gisterenavond gehoord. Zoo als ik u al gezegd heb, heb ik een consult in de kajuit afgeluisterd. Ik ben tot de ont dekking gekomen dat kapitein Amos Smith, Chan en Parry de mannen zijn, die uw broer met reden vreest." „O," fluisterde het meisje bang, „Bent u daar zeker van?" „Ja! Maar dat is niet alles. Ze willen uw broer opsporen om met hem af te rekenen, maar ze hebben het op het kind gemunt, omdat ze ervoor betaald worden om het te pakken te krijgen en nog meer zullen krij gen, wanneer de onderneming gelukt is Ik weet niet. wie hun betaalt. Maar Mr. Sarony zou h,et waarscJajj&Uilt wel kupnep raden, want wie de man ook is, hij hoopt door van het kind af te komen de mil- lioenen-erfenis in handen te krijgen. U hebt zeker nooit de voorwaarden van het testament van Van Houten gezien? Het meisje schudde het hoofd. „Nee." „Wel, in ieder geval is het zeker, als onze vrienden tenminste niet liegen, dat, zooals we wel dachten, er iemand achter zit, die ontzettend verlangend is, om het kind van uw broer in zijn bezit te krijgen „Waarom?" vroeg het meisje gespannen. „Och, het leven van een kind is niet veel waard als het tusschen een gewetenloozen schurk en millioenen staat." „Groote genade! U bedoelt toch niet dat.dat „De hebzucht is de wortel van al het kwaad. Dat is een oud gezegde en het is waai-, zelfs vanvan moord. Er zijn. wed ik. honderden mannen, die de meest verschrikkelijke misdaden zouden begaan voor heel wat minder dan het fortuin van den ouden Van Houten." „Maar we moeten het kind redden." fluis terde het meisje ontzet. „Dat moeten we. Dat moeten we!" „Kalm, Miss Charlton! Vergeet niet, dat er op ons gelet wordtU hebt natuurlijk gelijk. Dat moeten we doen en we zullen het ook maar de taak is met eenvoudig. Er staat een groote prijs op deze misdaad en die onbekende man is niet. de eenige, die er belang bij heeft. Hij heeft Amos Smith en zijn kornuiten gecharterd om het kind voor hem in handen te krijgen waar schijnlijk omdat hij wist dat zij iets tegen uw broer hadden, maar er is best kans, dat hem dat nog eens zal berouwen." „Wat bedoelt u?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). LUCHTBESCHERMINGSOEFENINGEN IN GELDERLAND. Roode Kruds-helpers, van gasmaskers voorzien, in Nijmegen bezig met transport van gewonden. JAN KIEPURA bezocht in Am sterdam de beurs van de Dameskro niek in het R.A.I.-gebouw. Storm achtig werd de zanger toegejuicht-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5