i De strijd bij Guadalajara Lebrun voor de radio LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 12 Maarf 1931 PARLEMENTAIR OVERZICHT Interview met Largo Caballero Een arrestatie met hindernissen EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. Een beroep op het Fransche Volk Werd bijna dol van de hoofdpijn. De strijd bij Guadalajara duurt met groote hevigheid voort. Uit het regeerings- kamp wordt thans gewag gemaakt van tegenaanvallen naast het afslaan van aanvallen der rechtschen. Er verluidt voorts, dat de rechtschen ge durende de laatste vier dagen verliezen hebben geleden tot 3000 dooden en ge wonden. Gisteren zijn negen tanks der rechtschen onbruikbaar geworden of ver nield. hetgeen het totale aantal buiten ge vecht gestelde tanks sedert het begin van den slag brengt op twee en twintig. Berichten van rechts melden echter, dat de gemotoriseerde colonne van generaal Moscardo haar opmarsch langs den weg naar Guadalajara voortzet. De Marok- kaansche artillerie gaat voort- met, haar operaties in het veld. De infanterie en de cavalerie kon de veroverde stellingen de een na de ander bezetten. De regeerings- troepen bieden verwoeden tegenstand en hun verliezen zijn aanzienlijk. In 36 uur zijn de rechtschen, nog steeds volgens de berichten van die zijde. 52 kilometer op gemarcheerd. Ondanks het slechte weer blijft de luchtmacht actief. De achterhoe de der regeeringstroepen werd voortdurend gebombardeerd ten einde den aanvoer van versterkingen te verhinderen. Zoo hard heeft het de laatste dagen ge regend. dat de Jarama. de Manzanares en de Tajuna sterk gezwollen zijn. Het hoofdkwartier van de regeerings troepen te Madrid deelt nog mede, dat uit de inlichtingen, welke de Italiaansche krijgsgevangenen hebben verstrekt, opge maakt kon worden hoe de Italiaansche divisies, waarvan materieel en personeel, tot het hoogste commando van Italiaan sche nationaliteit zijn, zijn samengesteld. Het hoofdkwartier voegt hieraan toe. dat het deelnemen van Italië aan den strijd van groot belang is. Gebleken is. dat vier divisies, uitstekend georganiseerd, zich in Spanje bevinden. Het oppercommando over de Italiaansche troepen wordt uitgeoefend door generaal Manzini. de divisies worden gecommandeerd door de generaals Bergon- zoll, Nuvoloni en Coppi. Deze divisies be- hooren alle tot de zwarthemden-organisa- tie. behalve een, welke tot het geregelde leger behoort. Nader melden de rechtschen nog: Na een schitterende actie aan het front van Guadalajara hebben wij den tegenstand van den vijand gebroken, ondanks de in dezen sector opgesta pelde strijdmiddelen. Wij zijn doorge drongen tot Triceque, waar de regee ringstroepen een groote hoeveelheid oorlogsmateriaal hebben achtergela ten. Wij hebben tal van krijgsgevan genen gemaakt, onder wie ziqh twee communistische Italiaansche officieren bevinden, die deel uitmaakten van het bataillon „Garibaldi." De Temps" publiceert een interview met Largo Caballero. waarin deze in de eerste plaats verklaart, er niet aan te denken, zijn functies neer te leggen. Verder zegt hij, dat indien de regeeringstroepen win nen, een overgangstijdperk zal komen, doch nooit zal worden toegestaan, dat iemand Spanje het bolsjewisme of de anar chie oplegt. Het confiskeeren of controleeren van de particuliere ondernemingen is slechts een tijdelijke maatregel, vooral omdat dikwijls het leidende personeel van de onderne mingen de vlucht heeft genomen en alles aan het lot heeft overgelaten. Deze periode zal voorbijgaan en de regeering zal deze eyolutie economisch en technisch leiden. Het is mogelijk, dat groote ondernemingen genationaliseerd zullen worden of groot grondbezit in handen zal worden gegeven van een collectief arbeids-orgaan. Hetzelfde geschiedt in het buitenland. In ieder geval zullen de kleine bedrijven, in landbouw of industrie, niet onteigend worden. Onder kleine bedrijven wordt ver staan bedrijven, welke worden gedreven door een gezin, dikwijls geholpen door en kele arbeiders. De Spaansche republiek zal vermoede lijk den politieken vorm houden, welke vóór de revolutie bestond. De Baskische re geering en de Catalaansche generaliteit zullen grootere faciliteiten voor het bin- nenlandsch bestuur krijgen, zonder dat volledige autonomie zal worden gegeven. Evenmin zal in Spanje een bondsstaat worden geschapen, volgens het voorbeeld van de Vereenigde Staten van Noord- Amerika. Bovendien zal slechts één Spaansch le ger bestaan. Caballero gelooft trouwens niet, dat Baskenland of Catalonië volle dige autonomie verlangen. Caballero verklaarde verder, dat binnen drie maanden de regeeringstroepen op hun beurt het initiatief zullen nemen in den strijd, aangezien de regeering beschikt over menschen, in tegenstelling met de rechtschen. Sprekende over Marokko ontkende Ca ballero dat er sprake van zou zijn, het mandaat prijs te geven. De regeering is voornemens na het einde van den burger oorlog aan bevriende mogendheden, zooals Frankrijk en Engeland, hulp te vragen om dit gebied te ontginnen, doch deze hulp mag de perken van economische samen werking niet overschrijden. Het spreekt vanzelf, dat Duitschland, Portugal of Ita lië in deze voordeelen niet zullen deelen. Tenslotte zeide Caballero dat een over eenkomst met den tegenstander onmoge lijk is. „Ik weet niet. wat zal gebeuren wan neer buitenlandsche oorlogsschepen Spaan sche schepen in het bijzonder militaire transporten, zullen aanhouden" voegde Largo Caballero-hieraan toe. „In geen ge val zullen we een onderzoek in volle zee toestaan. Ik wensch geen wereldoorlog te ontketenen, c|och indien wij gedwongen z uilen worden or.s te verdedigen, dan zul len wij ons verdedigen, wat hiervan de gevolgen ook zullen zijn. De verantwoordelijkheid hiervoor zal dan rusten op hen. die ons hebben uitgedaagd. Anders handelen, zou verraad zijn ten op- lichte van Spanje." Valencia blijkt bereid te zijn buiten landsche hulp terug te zenden, zoo Franco dit ook zou doen! Waarbij hét voordeel natuurlijk aan de zijde van Valencia zou zijn! Het congres van S.A.I, en LV.V. Het congres van de Socialistische Arbei ders Internationale heeft gisteravond zijn werkzaamheden beëindigd met het aanne men van drie resoluties ten aanzien van de Spaansche aangelegenheden. De eerste resolutie geeft een uiteenzet ting van den tegenwoordigen toestand. Het is thans duidelijk, zoo zegt de resolutie, dat de wereld staat tegenover een wel overwogen aanval van den kant der Duit- sche en Italiaansche fascisten op Spanje en dat het Spaansche volk niet in een burgeroorlog is verwikkeld, maar in een nationalen bevrijdingsoorlog. Hieraan wordt toegevoegd, dat de tweede Arbeidersinternationales niet overtuigd zijn van de doeltreffendheid der door het niet-inmengingscomité aanvaarde maatre gelen om de gevaren van den toestand op te heffen. „Het Spaansche probleem kan niet worden opgelost, noch de vrede her steld, dan door een politiek van trouw aan de beginselen van de collectieve veiligheid, uitgevoerd door tusschenkomst van den Volkenbond. Het eenige middel, dat ge schikt is om de fascistische mogendheden te beteugelen is een vastberaden actie van de vredelievende volken, voor wie de vrede een schat is." De tweede resolutie voorziet in de orga nisatie van een „internationale week" ge durende welke een intensieve propaganda zal worden gemaakt voor het inlichten van de openbare wereldmeening. De derde resolutie wordt gevormd door een telegram, dat gericht is aan Largo Caballero en dat hem verzekert, dat alle socialistische arbeiderskrachten bijeenge roepen zullen worden om energiek deel te nemen aan een campagne ten gunste van de Spaansche republiek. „Laan-u-me-nou-asjeblief-loope?De vraag bibberde omhoog uit den mond van den circa 10-jarigen wetsovertreder met een te groote pet-met-klep op het hoofd en een veel te wijde slobberbroek om de bee- nen. Zonder op zijn omgeving te letten had hij met 2 kornuiten in 't stadsplant- soen „oorlogje" gespeeld Sneeuwballen vormden de muriitte. juist toen hij uit zijn strategische positie op het besneeuwde gras achter een boom twee ijzige „ko gels" zou afvuren achterhaalde het nood lot hem in den vorm van een agent. Zwaar viel een hand op den schouder van het joch. ,.Mee-na-'t-bero!" Het klonk het slachtoffer als een pistoolschot in de ooren. Zoo stapten zij dan nu den weg af, de agent met stramme passen, zijn arrestant met de rechter- en zijn fiets met de lin kerhand voortduwend. .Laan-u-me-nou-asjeblief-loope? 'k Zal het nóóit weer doen Schorrig klonk nog eens en nog eens de vraag. Maar het was alsof zij de ooren van den agent, die 2 overtredingen had ge constateerd fl. gooien met sneeuwballen; 2. loopen op verboden terrein), niet be reikte. Hij bleef onvermurwbaar. „Hé, ka-je-wel!" De informatie kwam van een vrouw uit de heffe des volks, die zich als een Kenau voor 't tweetal plantte. Dit was als een sein tot opstand. Onmid dellijk omringden 3 wandelaars, 4 kruide niers- en slagersjongens, eenige dienst meisjes en anderen, verzot op een relletje, de hoofdpersonen van het kleine drama. „Man, la-die-jonge-loope! Als jullie een moordenaar zien, bê-je er ook niet zoo gauw bij". Het klonk venijnig, al te venij nig. „Wilt u zich er maar buiten houden!", zei de gezagshandhaver, geraakt. „Man, la-naar-je-kijke". Het manuaal, dat deze woorden vergezelde, een wijsvin ger, die veelbeteekenend een voorhoofd beroerde, gaf er de scherpe beleediging aan. „Als je nou niet onmiddellijk opzij gaat, slinger ik je op den bon." Maar „zij" ging niet opzij, geen duimbreed. BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN. Natuurlijk bracht ook deze begrooting in den Senaat verscheidene sprekers in de race Heel wat sprekers, met heel wat onder werpen. maar geen nieuws. Reeds de eerste, de heer Danz, maakte de bekende étalage van sociale onderwer pen uit den sociaal-democratischen winkel op. Een der voornaamste is gelijk reeds gemeld werktijd-verkorting. De veertig- uren-week. Zonder deze zal er meende hij voor beduidendé vermindering der werkloosheid geen sprake kunnen zijn. Hij erkende dat er verbetering is, het aspect ziet er iets minder somber uit. maar een groot deel werkloosheid zal er blijven, ook, omdat deze niet alleen het gevolg is van de crisis, maar ook van de ontwikkeling op technisch-economisch gebied (nationalisa tie). en daartegenover zal verkorting van den werktijd gesteld moeten worden, an ders bedreigen de machines ons steeds meer. Ook andere bekende onderwerpen bracht deze afgevaardigde ter sprake; hij vroeg krachtige toepassing en uitbreiding van de Arbeidswet, verklaarde zich tegen de actie voor het versche kadetje en, betoo- gend. dat de steunnormen niet kunnen wor den verminderd, wenschte hü verdere maatregelen ten bate der werkloozen, b.v. goedkoope levensmiddelen. Echter tegen des heeren Danz' betoog voor werk tijdverkorting verklaarde, zich aanstonds de heer Gelderman, want hij achtte dien maatregel economisch niet verantwoord. Ook inzake den werkloooensteun liet hij in zeker opzicht een anderen toon hooren, omdat hij betwijfelde of op den duur wel op dezen voet kan worden doorgegaan Maar vooral vroeg hij goede controle en schifting, opdat duidelijk zou blijken wie arbeidsschuw is. Ook de bona-fide-werk- looze heeft er belang bij, dat de werkelijk- arbeidsschuwe onder den werkloosheid- steun vandaan wordt gehaald en naar maatschappelijk hulpbetoon overgebracht. Dat uit het katholieke kamp een geluld kwam, op verschillende punten aan dat van den heer Danz gelijk, behoeft niet te verwonderen. Het was de heer Andriessen, die. met name ook wat de werktijdverkor ting betreft, de volle aandacht der Regee ring. vroeg voor dezen .maatregel, als be strijding van de -werkloosheid, waarvan een belangrijk deel gelijk ook uit de rede van den heer Gelderman was gebleken anders permanent dreigt te worden. Werk tijdverkorting is volgens den heer An driessen noodig, maar hij voegde er bij dat loonsvermindering onmogelijk is, om niet beneden het redelijke minimum te komen. Minder werk, maar geen minder loon, was zijn devies. Hij pleitte ook voor goedkooper woningfboirjv en voor een krachtige politiek ten 1 aanzien van werk- verschaffing't'-ëö^stêlïnverleenmg. en voor tal van andere sóciale- maatregelen, ook wat de posftië' der' Wrrkloozen betreft. Voor deze in het bijzonder heeft ook mevr. Pothuis—Smit het opgenomen, omdat, vol gens haar, de toestand in vele gezinnen onhoudbaar is. Meer werk en hooger uit- keering zijn de middelen, die zij noodig acht. Zoo waren er nog meer sprekers en nog meer onderwerpen: de heer Rugge pleitte voor goede volkshuisvesting; de heer ter Haar voor versch brood bij het ontbijt; de heer Werker voor betere ouderdomszogde heer Vorrink voor een goede bestrijding der jeugdwerkloosheid, en de heer de Marchant meende dat het bekende volkwerk „Het Werkende Land" ten aanzien van de re- geeringspolitiek „misleidende" voorstellin gen bevatte Al deze sprekers heeft Minister Slingen- berg het hunne pogen te geven. Wij ver melden slechts enkele punten. Met overtui ging wees hij werktijdverkorting af. In de gegeven omstandigheden zou die, volgens hem, met economischen zelfmoord gelijk staan. Ook verzekerde de Minister dat, wat ook de voornemens mochten zijn met betrekking tot het versche kadetje, de nachtarbeid in ieder geval blijft afgeschaft. Ten aanzien van de uitbreiding der Ar beidswet deelde hij mede, dat spoedig de kantoorbedienden er onder zullen worden gebracht. Verschillende conventies zijn voor ratificatie gereed. De Minister beloof de, dat hij uitbreiding van de bedrijfsraden zooveel mogelijk zal bevorderen, maar het is noodig op dit gebied eenige ervaring te bezitten. Wat de ouderdomsvoorziening be treft erkende de Minister, dat het nieuwe kabinet ernstig zal moeten overwegen, wat op dit gebied verder moet worden gedaan. De Minister heeft in het licht gesteld, dat overwerk-vergunningen vaak noodzakelijk zijn, ook om te verhinderen dat bepaalde werken naar het buitenland zullen gaan. Krachtig heeft de Minister ook zijn be leid in zake de volkshuisvesting verdedigd. Wij laten het hierbij. Het zijn slechts enkele punten uit 's Ministers rede, maar wij bepaalden ons tot het belangrijkste. HET ZWIJGRECHT VERDACHTE. VAN DEN Minister van Schaak heeft het verloren, de bepaling betreffende het zwijgrecht van den verdachte in het strafproces is gehandhaafd. De Kamer heeft het desbetreffend amendement der commissie voor Privaat- en Strafrecht met 61 tegen 12 stemmen aangenomen. Als gevolg hiervan blijft de bepaling: „De verdachte is niet tot ant woorden verplicht", in art. 29 van het Wet boek Strafvordering bestaan, doch ge schrapt is het voorschrift, dat van die be paling vóór het verhoor aan den verdachte mededeeling moet worden gedaan. Het be zwaar van den Minister, dat verdachten die de oepaling kennen, zoodoende een voor sprong verkrijgen op hen, die haar niet kennen, in dus niet beslissend geweest. Het andere amendement, dat van mr. Donker, hetwelk verschillende mededeelin- gen aan den verdachte wilde laten doen, is met 43/30 verworpen, en daarna zijn het gewijzigde artikel met 46'27 en het ge- heele ontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen..- 0W93 91! eb n. Gisteravond heeft de president van de worden ten uitvoer gelegd. De verwezenhj- Een greep achter zijn rug, daar verscheen het bonboekje in de hand van den agent. Een rilling van sensatie ging door het pu bliek, dat opdrong. Maar nauwelijks voelde de kleine arrestant dat de ijzeren vuist, die nu het bonboekje moest opdiepen, hem losgelaten had, of hij nam de beenen. „Kost je minstens 2 tientjes" orakelde de agent tegen de juffrouw, die deze vlucht op haar geweten had. „Eerstens heb je een ambtenaar belemmerd bij de uitoefe ning van zijn functie en ten tweede geen gevolg gegeven aan een bevel van de po litie". Na het noteeren van naam, geboorte plaats en -datum plus adres, sprong de agent op zijn fiets. Eén schot èen vol treffer vuurde hij nog af: „Je zal er wel meer van hooren!" Ontdaan liep ze door. Ze mompelde Iets dat het best met „dekselsche apen van jongens" vergeleken kan worden Had ze de oorzaak van deze bekeuring in haar vin gers gehad En de „arrestant"? Nauwelijks had hij zich bij zijn vriendjes gevoegd of in koor klonk de vraag: „Zei-die-jóh?" „Niks, jóh. Voor ie er erg in had wis ik me al los te rukken". Trots kwam dat ant woord De vriendjes stonden paf. Je los te ruk ken uit de handen van een agentMet oogen vol diepe bewondering keken zij den held aan. Nog dagen lang bleef hij hét onderwerp van de gesprekken Fransche republiek. Lebrun, voor de micro foon het woord gericht tot het Fransche volk en een beroep gedaan ten gunste van de leening voor de landsverdediging. President Lebrun zeide o.m.: „Het hoofd van den staat doet een beroep op allen. Ik vraag u naar de mate uwer middelen in >te schrijven op de leening voor de nationale verdediging. In een gemeensehap als de onze is men, zoowel in goede als in slechte dagen, solidair, van den nederigste tot den machtigste. Deze solidariteit is nimmer tekort geschoten". Wij hebben geheele ën volkomen broe derschap gekend, toen het land en zijn eer werden bedreigd Wij hebben met gemeen schappelijke bezieling de schitterende lau weren der overwinning gedeeld. Wij von den ons als broeders van hetzelfde vader land terug bij het werk voor den herbouw der verwoeste gebieden, welker wonderlijke hergeboorte niet genoeg kan worden ge prezen. Ook sedertdien, met, name in 1926, toen Raymond Poincaré een beroep op de natie heeft gedaan hebben wij den ernstig ge- schokten finanieelen toestand hersteld. De krachtsinspanning, welke thans moet wor den verricht, is geringeT. doch niet minder vitaal. Het is de plicht van allen er aan mede te werken. Afzijdigheid zou onder de huidige omstandigheden nadeelig zijn en niet te rechtvaardigen. „Welke waarborgen kan men eischen voor de leening. welke de regeering zich voorstelt aan te gaan?" vroeg Lebrun. In de eerste paats is het noodig. dat de uit gaven volledig gerechtvaardigd zijn. Is dat niet het geval? aldus de president. De tegenwoordige financieele toestand is niet alleen het gevolg van de economische crisis, welke reeds verschelden jaren heerscht Zij wordt niet alleen veroorzaakt door de te zware schulden, welke de oorlog op ons heeft doen drukken. Zij wordt ook veroorzaakt dóór uitgaven, welke ons land zich opnieuw moet getroosten om het hoold te bieden aan de behoeften van zlin ver dediging. De naties om ons heen wedijveren in het zich opleggen van opofferingen en krachtsinspanningen ten einde zich te wapenen. Moeten wij daartegenover onverschillig blijven en niet op hetzelf de plan blijven? Ik ken uw aller ge dachte te dezen opzichte. Wij moeten onze bewapening te land. ter zee en in de lucht versterken. Het program werd opgesteld en het zal stelselmatig king van dit plan, gevoegd bii de bestaande Lebrun. versterkingen, vormen een muur. onder be scherming waarvan het land in vrede zijn arbeid rustig en waardig zal kunnen voort zetten. In afwachting, dat de volken in een collectieve wtisheid ten slotte er in zullen toestemmen, terug te komen tot een ver- trouwelilker en gezonder houding. Dergelijke opofferingen voor dergelijke doeleinden vinden slechts haar rechtvaar diging. indien de andere uitgaven op de begrooting in overeenstemming zijn met de zuinigheid. De regeering heeft zoo juist haar vast beraden wil getoond de begTooting in even wicht te herstellen door het verbod van nieuwe uitgaven en de verdere bevordering var. het economische leven. De technische voorwaarden der leening houden eén zekere veiligheid in. De minis ter-president en de minister van financiën hebben enkele dagen geleden bijzonder heden over de leening medegedeeld. President Lebrun herhaalde dan de voor waarden voor de nieuwe leening. De plicht en het belang gaan samen om u aan te raden op ruime schaal aan het beroep te "eantwoorden. Tenslotte vroeg de president de motieven van oneenigheden te vergeten en de harts tochten te bedwingen. „Ik doe plechtig een beroep od u een tijdvak aan te vangen van vrede onder de burgers, een tijdvak, dat reeds genoemd is „het bestand der ten toonstelling". waarin Frankrijk de zorg moet hebben, den gasten een vredig ont haal te bereiden". Het succes van de leening zal voor een groot deel bijdragen tot veThooging van het prestige van Frankrijk in de wereld. „Waarde medeburgers" aldus besloot de president, „ik verzoek u met aandrang er aan deel te nemen in volkomen loyaliteit en volledig vertrouwen". Voelt zich nu weer jong en fit 11 De hieer M. A. L. keerde, na eenige jaren in de tropen geweest te zijn, terug, lijdende aan voortdurende hoofdpijn en constipatie I Na het gebruik van Kruschen Salts schreef I hij ons o.a. het volgende: „Ik leed voortdurend aan hoofdpijn, dia mij bijna dol maakte en voelde mij ellen dig. Ik begon toen Kruschen Salts te nemen en reeds na 10, 12 dagen hielden mijn hoofdpijnen op en voelde ik inij weer jong en fit". Hoofdpijnen ontstaan bijna altijd doordat het organisme verontreinigd is door opge hoopte afvalstoffen. De kleine dagelijksche dosis „Kruschen Salts" zorgt er voor, dat gij déze afvalstoffen kwijt raakt en deze zich niet meer kunnen vormen, waardoor ge voor goed van Uw pijnen verlost zult zijn en U bovendien energieker en krach tiger zult voelen. Een Krusohen kuur maakt U jaren jonger. Krusohen Salts is uitslui tend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten f. 0.40, f. 0.75 en f. 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesdh. zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Hand. Mij. A'dam voorkomt. 77S4 (Ingez. Med NIETIGVERKLARING GOUD-CLAUSULES. VAN Wat zijn goud-clausules, althans, wat wordt er in dit ontwerp mede bedoeld? „Deze clausules" aldus de Memorie van Toelichting „hebben de strekking, den sohuldeischer te allen tijde de tegen waarde van een zekere hoeveelheid goud te verzekeren, ook wanneer op het tijdstip, dat de schuld betaald moet worden, de waarde van de nationale munt zou zijn gedaald ten opzichte van het goud". Nu is 26 September van het vorig jaar het bekende Koninklijk Besluit inzake onzen gulden verschenen, kort daarop bij de wet bekrachtigd, en sindsdien kunnen de clausules, vóór dat besluit gemaakt, na tuurlijk van toepassing worden. Echter is de gulden wel gedaald, maar het binnen- landsche prijsniveau bleef vrijwèl gelijk, Goudclausules nu, vroeger ontworpen, ver- hoogen het oorspronkelijke bedrag in gul dens, verzwaren daardoor de verplichtin gen van den schuldenaar en bevoordeelen zoodoende zonder reden den schuldeischer, althans volgens de Regeering in het binneniandsch economisch verkeer. Ten aanzien van het internationaal verkeer zal dit echter als regel niet het geval zijn. Het wetsontwerp verklaart daarom nietig goud- clausulus, voorkomend in verschillende binnenlandsche overeenkomsten, welke vóór 27 September 1936 zijn aangegaan, en bepaalt dat de. schuld gekweten is, indien betaling plaats, vindt in overeenstemming met de sindsdien gewijzigden waarde van den gulden. Waarbij de heer de Geer een amendement indiende, om te bepalen dat de eisch, volgens welke de nakoming der verplichting slechts binnen het koninkrijk récntsgeldig zou hebben kunnen paats vftlden, niet gesteld behoeft te worden, voor zoover de verplichting is uitgedrukt in een vreemde valuta. Wij zullen niet uitvoerig treden in het financieel-technisch debat, over dit ont werp gevoerd. De instemming er mee was lang niet algemeen. Zoo was de heer van Dijken vaai oordeel, dat de Regeering met deze maatregelen buiten haar eigenlijke taak treedt, omdat het hier wettig-aange- gane overeenkomsten betreft, waarmee zij zich niet op deze wijze heeft te bemoeien. De bedoelde goudclausules zullen zoo meende hij ons economisch leven waar lijk niet ontwrichten. Een zeer deskundig man als de heer de Geer had echter tegen de regeling geen bezwaar, maar hij be kende dat, volgens een der bepalingen, zij geen betrekking zal hebben op de ter beur ze van Amsterdam genoteerde geldleenin- gen: De Regeering had, volgens hem. een te beperkte opvatting van goudclausules gevolgd, waardoor er twee-erlei rechtsbe- deeling zou ontstaan. En voor den heer Donker was het vooral een bezwaar, dat het ontwerp zich beperkte tót binnen landsche overeenkomsten. Minister van Schalk stond op het stand punt, dat er hier een algemeen belang bij de zaak is betrokken, waardoor 't voorge; stelde een publiekrechtelijk karakter I draagt. Er zijn volgens hem zeer vele van dergelijke goudclausules, die alle met ei kaar een groote belasting voor debiteuren en aldus een ongerechtvaardigd nadeel voor debiteuren vormen, wat wel degelijk maatschappelijke ontwrichting zou kunnen veroorzaken. Waarom zou daartegen niets gedaan mogen worden? Maar de Regeering heeft de regeling zooveel mogelijk beperkt. Ook om de buitenlanders, die anders gede- precieerde guldens in betaling zouden krij gen, niet foutief te benadeelen, en hun rechten te handhaven. Ook eenige uitbrei ding (ten aanzien van hypotheken) ver klaarde de Minister zich, na het advies van mr. de Geer, bereid, In aansluiting hiervan heeft Minister Oud nog eens in het bijzon der de uitzonderingsbepaling voor beurs- obligataën verdedigd, die naar zijn meening niet op één lijn gesteld kunnen worden met de andere overeenkomsten, in het ontwerp bedoeld. Zelf dreigde de Minister dat, als die uitzondering (art. 4) zou worden ver worpen, de Regeering het geheele ontwerp wel eens zou kunnen intrekken. Eerst nadat hij deze mededeeling bij de behandeling van het desbetreffende artikel had her haald, berustte de heer de Geer er m ee verklaarde geen stemming tc zullen vragen. Vandaag zal over het wetsontwerp de beslissing vallen, doch de aanne ming staat vrijwel vast. Ook het ont werp tot wijziging der Zegelwet, en enkele hierop ingediende amendemen ten, komen dan in stemming. HAGENAAR. 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 10