i
De strijd bij Guadalajara
Lebrun voor de radio
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 12 Maarf 1931
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Interview met Largo Caballero
Een arrestatie met
hindernissen
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
Een beroep op het Fransche Volk
Werd bijna dol van de
hoofdpijn.
De strijd bij Guadalajara duurt met
groote hevigheid voort. Uit het regeerings-
kamp wordt thans gewag gemaakt van
tegenaanvallen naast het afslaan van
aanvallen der rechtschen.
Er verluidt voorts, dat de rechtschen ge
durende de laatste vier dagen verliezen
hebben geleden tot 3000 dooden en ge
wonden. Gisteren zijn negen tanks der
rechtschen onbruikbaar geworden of ver
nield. hetgeen het totale aantal buiten ge
vecht gestelde tanks sedert het begin van
den slag brengt op twee en twintig.
Berichten van rechts melden echter, dat
de gemotoriseerde colonne van generaal
Moscardo haar opmarsch langs den weg
naar Guadalajara voortzet. De Marok-
kaansche artillerie gaat voort- met, haar
operaties in het veld. De infanterie en de
cavalerie kon de veroverde stellingen de
een na de ander bezetten. De regeerings-
troepen bieden verwoeden tegenstand en
hun verliezen zijn aanzienlijk. In 36 uur
zijn de rechtschen, nog steeds volgens de
berichten van die zijde. 52 kilometer op
gemarcheerd. Ondanks het slechte weer
blijft de luchtmacht actief. De achterhoe
de der regeeringstroepen werd voortdurend
gebombardeerd ten einde den aanvoer van
versterkingen te verhinderen.
Zoo hard heeft het de laatste dagen ge
regend. dat de Jarama. de Manzanares en
de Tajuna sterk gezwollen zijn.
Het hoofdkwartier van de regeerings
troepen te Madrid deelt nog mede, dat uit
de inlichtingen, welke de Italiaansche
krijgsgevangenen hebben verstrekt, opge
maakt kon worden hoe de Italiaansche
divisies, waarvan materieel en personeel,
tot het hoogste commando van Italiaan
sche nationaliteit zijn, zijn samengesteld.
Het hoofdkwartier voegt hieraan toe. dat
het deelnemen van Italië aan den strijd
van groot belang is. Gebleken is. dat vier
divisies, uitstekend georganiseerd, zich in
Spanje bevinden. Het oppercommando over
de Italiaansche troepen wordt uitgeoefend
door generaal Manzini. de divisies worden
gecommandeerd door de generaals Bergon-
zoll, Nuvoloni en Coppi. Deze divisies be-
hooren alle tot de zwarthemden-organisa-
tie. behalve een, welke tot het geregelde
leger behoort.
Nader melden de rechtschen nog:
Na een schitterende actie aan het
front van Guadalajara hebben wij den
tegenstand van den vijand gebroken,
ondanks de in dezen sector opgesta
pelde strijdmiddelen. Wij zijn doorge
drongen tot Triceque, waar de regee
ringstroepen een groote hoeveelheid
oorlogsmateriaal hebben achtergela
ten. Wij hebben tal van krijgsgevan
genen gemaakt, onder wie ziqh twee
communistische Italiaansche officieren
bevinden, die deel uitmaakten van het
bataillon „Garibaldi."
De Temps" publiceert een interview met
Largo Caballero. waarin deze in de eerste
plaats verklaart, er niet aan te denken,
zijn functies neer te leggen. Verder zegt
hij, dat indien de regeeringstroepen win
nen, een overgangstijdperk zal komen,
doch nooit zal worden toegestaan, dat
iemand Spanje het bolsjewisme of de anar
chie oplegt.
Het confiskeeren of controleeren van de
particuliere ondernemingen is slechts een
tijdelijke maatregel, vooral omdat dikwijls
het leidende personeel van de onderne
mingen de vlucht heeft genomen en alles
aan het lot heeft overgelaten. Deze periode
zal voorbijgaan en de regeering zal deze
eyolutie economisch en technisch leiden.
Het is mogelijk, dat groote ondernemingen
genationaliseerd zullen worden of groot
grondbezit in handen zal worden gegeven
van een collectief arbeids-orgaan.
Hetzelfde geschiedt in het buitenland.
In ieder geval zullen de kleine bedrijven,
in landbouw of industrie, niet onteigend
worden. Onder kleine bedrijven wordt ver
staan bedrijven, welke worden gedreven
door een gezin, dikwijls geholpen door en
kele arbeiders.
De Spaansche republiek zal vermoede
lijk den politieken vorm houden, welke
vóór de revolutie bestond. De Baskische re
geering en de Catalaansche generaliteit
zullen grootere faciliteiten voor het bin-
nenlandsch bestuur krijgen, zonder dat
volledige autonomie zal worden gegeven.
Evenmin zal in Spanje een bondsstaat
worden geschapen, volgens het voorbeeld
van de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika.
Bovendien zal slechts één Spaansch le
ger bestaan. Caballero gelooft trouwens
niet, dat Baskenland of Catalonië volle
dige autonomie verlangen.
Caballero verklaarde verder, dat binnen
drie maanden de regeeringstroepen op hun
beurt het initiatief zullen nemen in den
strijd, aangezien de regeering beschikt
over menschen, in tegenstelling met de
rechtschen.
Sprekende over Marokko ontkende Ca
ballero dat er sprake van zou zijn, het
mandaat prijs te geven. De regeering is
voornemens na het einde van den burger
oorlog aan bevriende mogendheden, zooals
Frankrijk en Engeland, hulp te vragen om
dit gebied te ontginnen, doch deze hulp
mag de perken van economische samen
werking niet overschrijden. Het spreekt
vanzelf, dat Duitschland, Portugal of Ita
lië in deze voordeelen niet zullen deelen.
Tenslotte zeide Caballero dat een over
eenkomst met den tegenstander onmoge
lijk is.
„Ik weet niet. wat zal gebeuren wan
neer buitenlandsche oorlogsschepen Spaan
sche schepen in het bijzonder militaire
transporten, zullen aanhouden" voegde
Largo Caballero-hieraan toe. „In geen ge
val zullen we een onderzoek in volle zee
toestaan. Ik wensch geen wereldoorlog te
ontketenen, c|och indien wij gedwongen
z uilen worden or.s te verdedigen, dan zul
len wij ons verdedigen, wat hiervan de
gevolgen ook zullen zijn.
De verantwoordelijkheid hiervoor zal dan
rusten op hen. die ons hebben uitgedaagd.
Anders handelen, zou verraad zijn ten op-
lichte van Spanje."
Valencia blijkt bereid te zijn buiten
landsche hulp terug te zenden, zoo Franco
dit ook zou doen! Waarbij hét voordeel
natuurlijk aan de zijde van Valencia zou
zijn!
Het congres van S.A.I, en LV.V.
Het congres van de Socialistische Arbei
ders Internationale heeft gisteravond zijn
werkzaamheden beëindigd met het aanne
men van drie resoluties ten aanzien van
de Spaansche aangelegenheden.
De eerste resolutie geeft een uiteenzet
ting van den tegenwoordigen toestand. Het
is thans duidelijk, zoo zegt de resolutie,
dat de wereld staat tegenover een wel
overwogen aanval van den kant der Duit-
sche en Italiaansche fascisten op Spanje
en dat het Spaansche volk niet in een
burgeroorlog is verwikkeld, maar in een
nationalen bevrijdingsoorlog.
Hieraan wordt toegevoegd, dat de tweede
Arbeidersinternationales niet overtuigd
zijn van de doeltreffendheid der door het
niet-inmengingscomité aanvaarde maatre
gelen om de gevaren van den toestand op
te heffen. „Het Spaansche probleem kan
niet worden opgelost, noch de vrede her
steld, dan door een politiek van trouw aan
de beginselen van de collectieve veiligheid,
uitgevoerd door tusschenkomst van den
Volkenbond. Het eenige middel, dat ge
schikt is om de fascistische mogendheden
te beteugelen is een vastberaden actie van
de vredelievende volken, voor wie de vrede
een schat is."
De tweede resolutie voorziet in de orga
nisatie van een „internationale week" ge
durende welke een intensieve propaganda
zal worden gemaakt voor het inlichten van
de openbare wereldmeening.
De derde resolutie wordt gevormd door
een telegram, dat gericht is aan Largo
Caballero en dat hem verzekert, dat alle
socialistische arbeiderskrachten bijeenge
roepen zullen worden om energiek deel te
nemen aan een campagne ten gunste van
de Spaansche republiek.
„Laan-u-me-nou-asjeblief-loope?De
vraag bibberde omhoog uit den mond van
den circa 10-jarigen wetsovertreder met
een te groote pet-met-klep op het hoofd en
een veel te wijde slobberbroek om de bee-
nen. Zonder op zijn omgeving te letten
had hij met 2 kornuiten in 't stadsplant-
soen „oorlogje" gespeeld Sneeuwballen
vormden de muriitte. juist toen hij uit zijn
strategische positie op het besneeuwde
gras achter een boom twee ijzige „ko
gels" zou afvuren achterhaalde het nood
lot hem in den vorm van een agent. Zwaar
viel een hand op den schouder van het
joch. ,.Mee-na-'t-bero!" Het klonk het
slachtoffer als een pistoolschot in de ooren.
Zoo stapten zij dan nu den weg af, de
agent met stramme passen, zijn arrestant
met de rechter- en zijn fiets met de lin
kerhand voortduwend.
.Laan-u-me-nou-asjeblief-loope? 'k Zal
het nóóit weer doen
Schorrig klonk nog eens en nog eens de
vraag. Maar het was alsof zij de ooren
van den agent, die 2 overtredingen had ge
constateerd fl. gooien met sneeuwballen;
2. loopen op verboden terrein), niet be
reikte. Hij bleef onvermurwbaar.
„Hé, ka-je-wel!" De informatie kwam
van een vrouw uit de heffe des volks, die
zich als een Kenau voor 't tweetal plantte.
Dit was als een sein tot opstand. Onmid
dellijk omringden 3 wandelaars, 4 kruide
niers- en slagersjongens, eenige dienst
meisjes en anderen, verzot op een relletje,
de hoofdpersonen van het kleine drama.
„Man, la-die-jonge-loope! Als jullie een
moordenaar zien, bê-je er ook niet zoo
gauw bij". Het klonk venijnig, al te venij
nig.
„Wilt u zich er maar buiten houden!",
zei de gezagshandhaver, geraakt.
„Man, la-naar-je-kijke". Het manuaal,
dat deze woorden vergezelde, een wijsvin
ger, die veelbeteekenend een voorhoofd
beroerde, gaf er de scherpe beleediging
aan.
„Als je nou niet onmiddellijk opzij gaat,
slinger ik je op den bon." Maar „zij" ging
niet opzij, geen duimbreed.
BEGROOTING VAN SOCIALE
ZAKEN.
Natuurlijk bracht ook deze begrooting in
den Senaat verscheidene sprekers in de
race
Heel wat sprekers, met heel wat onder
werpen. maar geen nieuws.
Reeds de eerste, de heer Danz, maakte
de bekende étalage van sociale onderwer
pen uit den sociaal-democratischen winkel
op. Een der voornaamste is gelijk reeds
gemeld werktijd-verkorting. De veertig-
uren-week. Zonder deze zal er meende
hij voor beduidendé vermindering der
werkloosheid geen sprake kunnen zijn. Hij
erkende dat er verbetering is, het aspect
ziet er iets minder somber uit. maar een
groot deel werkloosheid zal er blijven, ook,
omdat deze niet alleen het gevolg is van de
crisis, maar ook van de ontwikkeling op
technisch-economisch gebied (nationalisa
tie). en daartegenover zal verkorting van
den werktijd gesteld moeten worden, an
ders bedreigen de machines ons steeds
meer.
Ook andere bekende onderwerpen bracht
deze afgevaardigde ter sprake; hij vroeg
krachtige toepassing en uitbreiding van
de Arbeidswet, verklaarde zich tegen de
actie voor het versche kadetje en, betoo-
gend. dat de steunnormen niet kunnen wor
den verminderd, wenschte hü verdere
maatregelen ten bate der werkloozen, b.v.
goedkoope levensmiddelen.
Echter
tegen des heeren Danz' betoog voor werk
tijdverkorting verklaarde, zich aanstonds
de heer Gelderman, want hij achtte dien
maatregel economisch niet verantwoord.
Ook inzake den werkloooensteun liet hij
in zeker opzicht een anderen toon hooren,
omdat hij betwijfelde of op den duur wel
op dezen voet kan worden doorgegaan
Maar vooral vroeg hij goede controle en
schifting, opdat duidelijk zou blijken wie
arbeidsschuw is. Ook de bona-fide-werk-
looze heeft er belang bij, dat de werkelijk-
arbeidsschuwe onder den werkloosheid-
steun vandaan wordt gehaald en naar
maatschappelijk hulpbetoon overgebracht.
Dat uit het katholieke kamp een geluld
kwam, op verschillende punten aan dat
van den heer Danz gelijk, behoeft niet te
verwonderen. Het was de heer Andriessen,
die. met name ook wat de werktijdverkor
ting betreft, de volle aandacht der Regee
ring. vroeg voor dezen .maatregel, als be
strijding van de -werkloosheid, waarvan een
belangrijk deel gelijk ook uit de rede
van den heer Gelderman was gebleken
anders permanent dreigt te worden. Werk
tijdverkorting is volgens den heer An
driessen noodig, maar hij voegde er bij
dat loonsvermindering onmogelijk is, om
niet beneden het redelijke minimum te
komen. Minder werk, maar geen minder
loon, was zijn devies. Hij pleitte ook voor
goedkooper woningfboirjv en voor een
krachtige politiek ten 1 aanzien van werk-
verschaffing't'-ëö^stêlïnverleenmg. en voor
tal van andere sóciale- maatregelen, ook
wat de posftië' der' Wrrkloozen betreft.
Voor deze in het bijzonder heeft ook mevr.
Pothuis—Smit het opgenomen, omdat, vol
gens haar, de toestand in vele gezinnen
onhoudbaar is. Meer werk en hooger uit-
keering zijn de middelen, die zij noodig
acht.
Zoo waren er nog meer sprekers en nog
meer onderwerpen: de heer Rugge pleitte
voor goede volkshuisvesting; de heer ter
Haar voor versch brood bij het ontbijt; de
heer Werker voor betere ouderdomszogde
heer Vorrink voor een goede bestrijding der
jeugdwerkloosheid, en de heer de Marchant
meende dat het bekende volkwerk „Het
Werkende Land" ten aanzien van de re-
geeringspolitiek „misleidende" voorstellin
gen bevatte
Al deze sprekers heeft Minister Slingen-
berg het hunne pogen te geven. Wij ver
melden slechts enkele punten. Met overtui
ging wees hij werktijdverkorting af. In de
gegeven omstandigheden zou die, volgens
hem, met economischen zelfmoord gelijk
staan. Ook verzekerde de Minister dat,
wat ook de voornemens mochten zijn met
betrekking tot het versche kadetje, de
nachtarbeid in ieder geval blijft afgeschaft.
Ten aanzien van de uitbreiding der Ar
beidswet deelde hij mede, dat spoedig de
kantoorbedienden er onder zullen worden
gebracht. Verschillende conventies zijn
voor ratificatie gereed. De Minister beloof
de, dat hij uitbreiding van de bedrijfsraden
zooveel mogelijk zal bevorderen, maar het
is noodig op dit gebied eenige ervaring te
bezitten. Wat de ouderdomsvoorziening be
treft erkende de Minister, dat het nieuwe
kabinet ernstig zal moeten overwegen, wat
op dit gebied verder moet worden gedaan.
De Minister heeft in het licht gesteld, dat
overwerk-vergunningen vaak noodzakelijk
zijn, ook om te verhinderen dat bepaalde
werken naar het buitenland zullen gaan.
Krachtig heeft de Minister ook zijn be
leid in zake de volkshuisvesting verdedigd.
Wij laten het hierbij. Het zijn slechts
enkele punten uit 's Ministers rede, maar
wij bepaalden ons tot het belangrijkste.
HET ZWIJGRECHT
VERDACHTE.
VAN DEN
Minister van Schaak heeft het verloren,
de bepaling betreffende het zwijgrecht
van den verdachte in het strafproces is
gehandhaafd.
De Kamer heeft het desbetreffend
amendement der commissie voor Privaat-
en Strafrecht met 61 tegen 12 stemmen
aangenomen. Als gevolg hiervan blijft de
bepaling: „De verdachte is niet tot ant
woorden verplicht", in art. 29 van het Wet
boek Strafvordering bestaan, doch ge
schrapt is het voorschrift, dat van die be
paling vóór het verhoor aan den verdachte
mededeeling moet worden gedaan. Het be
zwaar van den Minister, dat verdachten die
de oepaling kennen, zoodoende een voor
sprong verkrijgen op hen, die haar niet
kennen, in dus niet beslissend geweest.
Het andere amendement, dat van mr.
Donker, hetwelk verschillende mededeelin-
gen aan den verdachte wilde laten doen,
is met 43/30 verworpen, en daarna zijn
het gewijzigde artikel met 46'27 en het ge-
heele ontwerp zonder hoofdelijke stemming
aangenomen..-
0W93 91!
eb n.
Gisteravond heeft de president van de worden ten uitvoer gelegd. De verwezenhj-
Een greep achter zijn rug, daar verscheen
het bonboekje in de hand van den agent.
Een rilling van sensatie ging door het pu
bliek, dat opdrong. Maar nauwelijks voelde
de kleine arrestant dat de ijzeren vuist,
die nu het bonboekje moest opdiepen, hem
losgelaten had, of hij nam de beenen.
„Kost je minstens 2 tientjes" orakelde de
agent tegen de juffrouw, die deze vlucht
op haar geweten had. „Eerstens heb je
een ambtenaar belemmerd bij de uitoefe
ning van zijn functie en ten tweede geen
gevolg gegeven aan een bevel van de po
litie".
Na het noteeren van naam, geboorte
plaats en -datum plus adres, sprong de
agent op zijn fiets. Eén schot èen vol
treffer vuurde hij nog af: „Je zal er wel
meer van hooren!"
Ontdaan liep ze door. Ze mompelde Iets
dat het best met „dekselsche apen van
jongens" vergeleken kan worden Had ze de
oorzaak van deze bekeuring in haar vin
gers gehad
En de „arrestant"? Nauwelijks had hij
zich bij zijn vriendjes gevoegd of in koor
klonk de vraag: „Zei-die-jóh?"
„Niks, jóh. Voor ie er erg in had wis ik
me al los te rukken". Trots kwam dat ant
woord
De vriendjes stonden paf. Je los te ruk
ken uit de handen van een agentMet
oogen vol diepe bewondering keken zij
den held aan.
Nog dagen lang bleef hij hét onderwerp
van de gesprekken
Fransche republiek. Lebrun, voor de micro
foon het woord gericht tot het Fransche
volk en een beroep gedaan ten gunste van
de leening voor de landsverdediging.
President Lebrun zeide o.m.: „Het
hoofd van den staat doet een beroep
op allen. Ik vraag u naar de mate
uwer middelen in >te schrijven op de
leening voor de nationale verdediging.
In een gemeensehap als de onze is
men, zoowel in goede als in slechte
dagen, solidair, van den nederigste tot
den machtigste. Deze solidariteit is
nimmer tekort geschoten".
Wij hebben geheele ën volkomen broe
derschap gekend, toen het land en zijn eer
werden bedreigd Wij hebben met gemeen
schappelijke bezieling de schitterende lau
weren der overwinning gedeeld. Wij von
den ons als broeders van hetzelfde vader
land terug bij het werk voor den herbouw
der verwoeste gebieden, welker wonderlijke
hergeboorte niet genoeg kan worden ge
prezen.
Ook sedertdien, met, name in 1926, toen
Raymond Poincaré een beroep op de natie
heeft gedaan hebben wij den ernstig ge-
schokten finanieelen toestand hersteld. De
krachtsinspanning, welke thans moet wor
den verricht, is geringeT. doch niet minder
vitaal. Het is de plicht van allen er aan
mede te werken. Afzijdigheid zou onder de
huidige omstandigheden nadeelig zijn en
niet te rechtvaardigen.
„Welke waarborgen kan men eischen
voor de leening. welke de regeering zich
voorstelt aan te gaan?" vroeg Lebrun. In
de eerste paats is het noodig. dat de uit
gaven volledig gerechtvaardigd zijn. Is dat
niet het geval? aldus de president.
De tegenwoordige financieele toestand is
niet alleen het gevolg van de economische
crisis, welke reeds verschelden jaren
heerscht Zij wordt niet alleen veroorzaakt
door de te zware schulden, welke de oorlog
op ons heeft doen drukken. Zij wordt ook
veroorzaakt dóór uitgaven, welke ons land
zich opnieuw moet getroosten om het hoold
te bieden aan de behoeften van zlin ver
dediging.
De naties om ons heen wedijveren in
het zich opleggen van opofferingen en
krachtsinspanningen ten einde zich te
wapenen. Moeten wij daartegenover
onverschillig blijven en niet op hetzelf
de plan blijven? Ik ken uw aller ge
dachte te dezen opzichte.
Wij moeten onze bewapening te land. ter
zee en in de lucht versterken. Het program
werd opgesteld en het zal stelselmatig
king van dit plan, gevoegd bii de bestaande
Lebrun.
versterkingen, vormen een muur. onder be
scherming waarvan het land in vrede zijn
arbeid rustig en waardig zal kunnen voort
zetten. In afwachting, dat de volken in een
collectieve wtisheid ten slotte er in zullen
toestemmen, terug te komen tot een ver-
trouwelilker en gezonder houding.
Dergelijke opofferingen voor dergelijke
doeleinden vinden slechts haar rechtvaar
diging. indien de andere uitgaven op de
begrooting in overeenstemming zijn met de
zuinigheid.
De regeering heeft zoo juist haar vast
beraden wil getoond de begTooting in even
wicht te herstellen door het verbod van
nieuwe uitgaven en de verdere bevordering
var. het economische leven.
De technische voorwaarden der leening
houden eén zekere veiligheid in. De minis
ter-president en de minister van financiën
hebben enkele dagen geleden bijzonder
heden over de leening medegedeeld.
President Lebrun herhaalde dan de voor
waarden voor de nieuwe leening. De plicht
en het belang gaan samen om u aan te
raden op ruime schaal aan het beroep te
"eantwoorden.
Tenslotte vroeg de president de motieven
van oneenigheden te vergeten en de harts
tochten te bedwingen. „Ik doe plechtig een
beroep od u een tijdvak aan te vangen van
vrede onder de burgers, een tijdvak, dat
reeds genoemd is „het bestand der ten
toonstelling". waarin Frankrijk de zorg
moet hebben, den gasten een vredig ont
haal te bereiden".
Het succes van de leening zal voor een
groot deel bijdragen tot veThooging van het
prestige van Frankrijk in de wereld.
„Waarde medeburgers" aldus besloot de
president, „ik verzoek u met aandrang er
aan deel te nemen in volkomen loyaliteit
en volledig vertrouwen".
Voelt zich nu weer jong en fit 11
De hieer M. A. L. keerde, na eenige jaren
in de tropen geweest te zijn, terug, lijdende
aan voortdurende hoofdpijn en constipatie I
Na het gebruik van Kruschen Salts schreef I
hij ons o.a. het volgende:
„Ik leed voortdurend aan hoofdpijn, dia
mij bijna dol maakte en voelde mij ellen
dig. Ik begon toen Kruschen Salts te nemen
en reeds na 10, 12 dagen hielden mijn
hoofdpijnen op en voelde ik inij weer jong
en fit".
Hoofdpijnen ontstaan bijna altijd doordat
het organisme verontreinigd is door opge
hoopte afvalstoffen. De kleine dagelijksche
dosis „Kruschen Salts" zorgt er voor, dat
gij déze afvalstoffen kwijt raakt en deze
zich niet meer kunnen vormen, waardoor
ge voor goed van Uw pijnen verlost zult
zijn en U bovendien energieker en krach
tiger zult voelen. Een Krusohen kuur maakt
U jaren jonger. Krusohen Salts is uitslui
tend verkrijgbaar bij alle apothekers en
erkende drogisten f. 0.40, f. 0.75 en f. 1.60
per flacon. Let op, dat op het etiket op de
flesdh. zoowel als op de buitenverpakking
de naam Rowntree Hand. Mij. A'dam
voorkomt. 77S4
(Ingez. Med
NIETIGVERKLARING
GOUD-CLAUSULES.
VAN
Wat zijn goud-clausules, althans, wat
wordt er in dit ontwerp mede bedoeld?
„Deze clausules" aldus de Memorie
van Toelichting „hebben de strekking,
den sohuldeischer te allen tijde de tegen
waarde van een zekere hoeveelheid goud te
verzekeren, ook wanneer op het tijdstip,
dat de schuld betaald moet worden, de
waarde van de nationale munt zou zijn
gedaald ten opzichte van het goud".
Nu is 26 September van het vorig jaar
het bekende Koninklijk Besluit inzake
onzen gulden verschenen, kort daarop bij
de wet bekrachtigd, en sindsdien kunnen de
clausules, vóór dat besluit gemaakt, na
tuurlijk van toepassing worden. Echter is
de gulden wel gedaald, maar het binnen-
landsche prijsniveau bleef vrijwèl gelijk,
Goudclausules nu, vroeger ontworpen, ver-
hoogen het oorspronkelijke bedrag in gul
dens, verzwaren daardoor de verplichtin
gen van den schuldenaar en bevoordeelen
zoodoende zonder reden den schuldeischer,
althans volgens de Regeering in het
binneniandsch economisch verkeer. Ten
aanzien van het internationaal verkeer zal
dit echter als regel niet het geval zijn. Het
wetsontwerp verklaart daarom nietig goud-
clausulus, voorkomend in verschillende
binnenlandsche overeenkomsten, welke
vóór 27 September 1936 zijn aangegaan, en
bepaalt dat de. schuld gekweten is, indien
betaling plaats, vindt in overeenstemming
met de sindsdien gewijzigden waarde van
den gulden. Waarbij de heer de Geer een
amendement indiende, om te bepalen dat
de eisch, volgens welke de nakoming der
verplichting slechts binnen het koninkrijk
récntsgeldig zou hebben kunnen paats
vftlden, niet gesteld behoeft te worden,
voor zoover de verplichting is uitgedrukt in
een vreemde valuta.
Wij zullen niet uitvoerig treden in het
financieel-technisch debat, over dit ont
werp gevoerd. De instemming er mee was
lang niet algemeen. Zoo was de heer van
Dijken vaai oordeel, dat de Regeering met
deze maatregelen buiten haar eigenlijke
taak treedt, omdat het hier wettig-aange-
gane overeenkomsten betreft, waarmee zij
zich niet op deze wijze heeft te bemoeien.
De bedoelde goudclausules zullen zoo
meende hij ons economisch leven waar
lijk niet ontwrichten. Een zeer deskundig
man als de heer de Geer had echter tegen
de regeling geen bezwaar, maar hij be
kende dat, volgens een der bepalingen, zij
geen betrekking zal hebben op de ter beur
ze van Amsterdam genoteerde geldleenin-
gen: De Regeering had, volgens hem. een
te beperkte opvatting van goudclausules
gevolgd, waardoor er twee-erlei rechtsbe-
deeling zou ontstaan. En voor den heer
Donker was het vooral een bezwaar, dat
het ontwerp zich beperkte tót binnen
landsche overeenkomsten.
Minister van Schalk stond op het stand
punt, dat er hier een algemeen belang bij
de zaak is betrokken, waardoor 't voorge;
stelde een publiekrechtelijk karakter I
draagt. Er zijn volgens hem zeer vele van
dergelijke goudclausules, die alle met ei
kaar een groote belasting voor debiteuren
en aldus een ongerechtvaardigd nadeel
voor debiteuren vormen, wat wel degelijk
maatschappelijke ontwrichting zou kunnen
veroorzaken. Waarom zou daartegen niets
gedaan mogen worden? Maar de Regeering
heeft de regeling zooveel mogelijk beperkt.
Ook om de buitenlanders, die anders gede-
precieerde guldens in betaling zouden krij
gen, niet foutief te benadeelen, en hun
rechten te handhaven. Ook eenige uitbrei
ding (ten aanzien van hypotheken) ver
klaarde de Minister zich, na het advies van
mr. de Geer, bereid, In aansluiting hiervan
heeft Minister Oud nog eens in het bijzon
der de uitzonderingsbepaling voor beurs-
obligataën verdedigd, die naar zijn meening
niet op één lijn gesteld kunnen worden met
de andere overeenkomsten, in het ontwerp
bedoeld. Zelf dreigde de Minister dat, als
die uitzondering (art. 4) zou worden ver
worpen, de Regeering het geheele ontwerp
wel eens zou kunnen intrekken. Eerst nadat
hij deze mededeeling bij de behandeling
van het desbetreffende artikel had her
haald, berustte de heer de Geer er m ee
verklaarde geen stemming tc zullen vragen.
Vandaag zal over het wetsontwerp
de beslissing vallen, doch de aanne
ming staat vrijwel vast. Ook het ont
werp tot wijziging der Zegelwet, en
enkele hierop ingediende amendemen
ten, komen dan in stemming.
HAGENAAR.
2-3