'S TRIUMPH
PEREZ-
IO' VIRGINIA CIGARETTES
Wat 'n Triomf van Smaak
LEiDSCH DAGBÜD - Eersle Blad
Vrijdag 26 Februari 193]
PERZISCHE TAPIJTEN
Etaleert woonkamerkleeden
IEIDSCHE GEOLOGISCHE VEREENIGING
Voordracht van Prof. Dr. H. Cloos. j
Prof. Dr. H. Cloos uit Bonn heeft voor
de Leidsche Geologische Vereeniging een
voordracht gehouden over „Forschungen
und Reisergebnisse: Süd-West Afrika".
Prof. Cloos heeft drie reizen naar Z.W.
Afrika gemaakt, in 1909. 1920 en 1936. Aan
de hand van lichtbeelden vertelde spr. eerst
iets over bodem, klimaat en bewoners van
dit gebied.
Het land is door den geringen planten
groei tengevolge van de extreme droogte
van het klimaat, geologisch buitengewoon
goed ontsloten. De bevolking is zeer arm. de
enkele Europeesche farmers leven hoofd
zakelijk van de schapenteelt. De reis van
spr. gipg per auto van de Walvischbaai
naar het NauklooDgebergte. De weg voer
de door het naar het Z.O. geplooide prae-
Cambrium. Het Naukloof-gebergte bestaat
uit de eveneens geplooide Algarkische Palae-
zoische Namaformatie. Het voorland van
dit gebergte is het ongeplooide bekken van
de Oranje-rivier, dat eveneens uit de Na
maformatie is opgebouwd, doch nu bedekt
door de producten uit den Permo-carboni-
schen ijstijd, het Dwyka-conglomeraat. Op
'S-G RAVENHAGE
NOORDEINDE 14()C
CENTRALE OUDERRAAD.
7047
(Ingez. Mpd)
GENOOTSCHAP „EX ORIENTE LUX"
Voordracht van ir. R. J. Forbes.
Gisteravond heeft Ir. R. J. Forbes, hoofd
ingenieur bij de B.P.M. te Amsterdam en
den merkwaardigen tektonischen bouw van een bekend schrijver voor „Ex Oriente Lux"
het Naukioofgebergte ging spr. uitvoerig in. in het Prentenkabinet alhier een voordracht
Zijn medewerkers. Korn en Martin, hebben gehouden over „Metalen in den Amarna-
een uitvoerige stratigrafie van het gebergte tijd en hun rol in de beschavingsgeschiede-
kunnen opstellen. Tusschen vele etages ko- nis van Palestina en het Oude Oosten",
men 230 M.. soms 100 of 200 M. dikke waarin hij een overzicht gaf van de metaal-
myloniet-zönes voor, die bewijzen, dat de tijden-indeeling, het verband dat er tus-
gesteenten over elkaar geschoven hebben, schen de geschiedenis en het voorkomen
zonder dat echter dekbladen, zooals wij ze van metalen te leggen is en de conclusies,
uit de Alpen kennen, gevormd zijn. Ner- die daaruit zijn te trekken,
gens ligt een oudere formatie op een jon- Hoewel de Amarnabrieven, het Egyptisch
gerei diplomatiek archief, uit de 14de eeuw v.
De verdere tocht van prof. Cloos ging chr. dateeren en dus ln den vollen brons-
door de breede kloof, die de Vischrlvier in tijd zijn geschreven, wordt het koper er veel
het Dwyka-conglomeraat heeft ingesneden, meer in genoemd dan het brons en wel in
Deze zeer waterarme rivier verdwijnt ver- groote gewichtshoeveelheden.
der westwaarts volkomen onder de roode Naast het archaeologische materiaal wijst
zandduinen, die de constante westenwin- ook het Oude Testament, dat in zijn oudste
den vanaf de kust steeds verder landin- boeken een episode uit dezen tijd. schildert,
waarts verplaatsen. Ook de merkwaardige er op, dat de Israëlieten bij hun intocht in
Kratervulkaan de groote Broekaroes werd Palestina wel koper en brons meebrachten,
besproken. In deze vulkaan komt geen en- doch dat zij de ijzerbewerking reeds bij de
kei stuk vulkanisch materiaal voort! Hij is Philistijnen aantroffen met duidelijke aan-
ontstaan door gasexplosies die het boven- wijzingen, dat deze metaalkunst uit het
liggende gesteente doorbraken zonder dat Noorden naar onze gebieden gekomen was.
vulkanisch materiaal mee uitgeworpen uit dit alles kan men opmaken, dat het
koper ongeveer 2500 v. Chr., brons c a. 2000
Voorts besprak spr. het verband tusschen y. chr. -en ijzer c.a. 1200 in Palestina in
de geologie van Z.W.-Afrika en van geheel zwang zijn gekomen. Metaalbewerkers zijn
de Israëlieten nooit geweest, hetgeen blijkt
Afrika ten Zuiden van de Sahara. Het
bleek, dat het bereisde gebied deel uitmaakt
van een gordel van plooiingsgebergten, die
om het concentrisch gebouwde Z.-Afrik.
Oranje-rivier-bekken liggen. Een dergelijk
gebied is het Koebanjo-bekken, dat tus
schen het Oranje-rivierbekken en het een
der gebouwde Kongo-bekken ligt
De scheiding tusschen de bekkens wordt
gevormd door het kristallijne grondge
bergte, dat een welving in het midden heeft
en aan de zijde van de welving hooren de
plooiingen tot de begrensde bekkens.
VER. TOT CHR. WIJKVERPLEGING
„PHEBE" (OUDE VEST 91).
Jaarverslag over 1936.
Aan bovengenoemd verslag ls het vol
gende ontleend: B
In het verslagjaar leed de Vereeniging een Ltischen tijd een groote" sprong. *"ln korten
ii'nohrr vrcrliac rliwr hot nvarlndnn imr\
gevoelig verlies door het overlijden van
haren Voorzitter, den heer J. B. Meijnen.
die hare belangen steeds met de grootste
zorg en nauwgezetheid heeft behartigd In
zijn plaats werd prof. dr. H. M. van Nes
benoemd.
De werkzaamheden konden geregeld wor
den voortgezet. De wijkverpleegster, zuster
A. M. Jasperse, verleende aan 82 patiënten
in hun eigen woning 5263 maal hulp en op
de polikliniek ln het wijkgebouw 3699 maal
aan 297 patiënten. Ten behoeve van 19
personen hadden 487 bestralingen met de
hoogtezon plaats. Voorts Icon de Wijkzuster
nog 36 bezoeken bij zieken en armen bren
gen. en daarbij f. 12.70 uit haar eigen
fondsje aan versnaperingen uitdeelen. Aan
zieken en zwakken werden op medisch ad
vies 2687 Liter melk, 3316 eieren en 159 ons
boter verstrekt tot een bedrag van f. 341.07.
gedeeltelijk betaald uit een fondsje. dat
onder leiding van Mevrouw BarnardMuy-
zer wordt bijeengébracht 93 verplegings-
artikelen werden uitgeleend en 92 terug
ontvangen.
Aan 68 gezinnen konden behalve scheurka
lenders 227 kleedlngstukken worden uitge
deeld. Met de gewone versnaperingen mede-
geteld bedroegen de kosten van het Kerst
feest f. 151.50'/:, terwijl de inteekenlijst der
Wijkzusters f. 144.51'it opbracht zoodat een
tekort van f. 6.99 uit de kas moest worden
aangevuld.
De Gezusters Terdu zorgden wederom
trouw voor het lokaal.
In het bestuur kwamen geen andere wij
zigingen dan de in den aanvang genoem
de, zoodat het is samengesteld uit prof. dr.
H. M. van Nes, voorzitter, jonkvrouw A. J.
W. Barnaart, secretaresse, mevr. S. A. C.
van Nesvan der Pol, penningmeesteres,
mevr. J. A. M. de PlanqueArps, mevr. P.
BarnardMuyzer, mej. A. M. Boonacker en
mevr. H. M. OostveenSegaar.
AANWINST VOOR HET RIJKSMUSEUM
VAN NAT. HISTORIE.
De potvisch, welke op een zandplaat na
bij Terneuzen aanspoelde en waarvan wij
gisteren in onze fotopagina een afbeelding
gaven, is door het Rijksmuseum van Na
tuurlijke Historie alhier aangekocht. Een
tweede exemplaar werd in de onmiddel
lijke nabijheid gevonden.
Een onderzoek heeft het vermoeden, dat
men hier met een potvisch (physeter) te
doen had, bevestigd. De potvisch behoort
tot de z.g. Tandwalvisschen en hoort thuis
in de Zuidelijke IJszee. Op het Noordelijk
halfrond komt ze niet voor. In de Zuide
lijke IJszee ls de visch bekend als een
echte vleescheter en waterroofdier. De pot
visch levert z.g. spermaceti, waaruit vroe
ger voor wetenschappelijke doeleinden
kaarsen werden gemaakt.
Het is onbegrijpelijk hoe deze twee vis-
schen in deze streken terecht gekomen
zijn.
Om een dergelijk geval te noemen moet
men terug gaan tot 1781, toen zijn nJ. op
het strand nabij Breskens ook enkele
exemplaren aangespoeld.
Het Leidsche Museum heeft een overeen
komst gesloten met de destructiemaat-
schappij te Overschie, tot ontleding van
het lichaam. Het dier zal derhalve ln zijn
geheel waarschijnlijk op een zolder
schuit daarheen worden verscheept. Met
het transport zal vandaag worden aange
vangen; waarschijnlijk zal het dier mor
gen in den loop van den dag te Rotterdam
arriveeren.
uit de verwarrende nomenclatuur en de
metallurgische onmogelijke situaties, zooals
deze in het O. T. geschetst worden. Pales
tina en Zuid-Syrie zijn daarom zeker niet1
de bakermat der metallurgie.
Hiervoor komen twee gebieden in aan
merking: de kusten van de Roode Zee en
het hoogland van den Taurus tot Baloe-
chistan via den Kaukasus. Dit laatste ver
dient den voorkeur, niet alleen om zijn
groote verscheidenheid van oppervlakte-af
zettingen van ertsen van bijna alle ge-
bruiksmetalen, doch ook de traditie, in
sagen en mythen versluierd, wijst naast de
teksten op de belangrijkheid van dit ge
bied, vooral het Westelijk gedeelte ervan.
De ontwikkelingsgang der metallurgie voert
van het verbruik van het gedegen metaal
als sïersteen naar de bewerking van steen,
ivoor of hout. Dan volgt in den praedynas-
tijd wordt een complex van mijnbouwkun-
dige, ovenbouw-, giet- en bewerkingstech
nieken ontwikkeld die samen de metallur
gie vormen. Deze vervolgt haar ontwikke
ling naar het gebruik van metaalalliages en
tenslotte het toepassen van speciaal daar
voor geschikte alliages voor elke gebruiks-
methode afzonderlijk tb.v. in China in de
Ch'in periode). Uiterst belangrijk is het
stadium van het ontstaan der eigenlijke
metallurgie in praedynastischen tijd. Noo-
dig waren erts, vuur. brandstof en lucht;
ook dit wijst weer naar het genoemde ge
bergte. Hoewel vondsten op dit gebied nog
niet gedaan zijn, moet men aannemen, dat
reeds zeer vroeg kunstmatige luchttoevoer
bekend is geweest, daar anders de metal
lurgie op groote schaal practisch onmoge
lijk zou zijn geweest. In oude nomenclatuur
ligt het prlmtieve stadium nog besloten,
waarbij mijnbouw en metallurgie samen
gaan. Ook de vroegere volmaakte metallur
gische ontwikkeling in Mesopotamle (vroe
ger dan in Egyptesteunt onze hypothese.
Uit de verwerking van de ertsen der eerste
metalen volgt, dat eerst koper en toen ijzer
zijn gebruikt.
Het brons doet in sommige landen snel,
in andere veel later dan koper zijn Intrede;
wederom een bewijs voor de diffusie van de
oudste metallurgie. In Mesopotamië valt bij
brons een inzinking van het tingehalte ten
tijde der Sargonieden op. Mogelijk heeft
een uitputting der tinertsen in Klein-Azië
en het zoeken daarnaar in Europa tenge
volge, dat daar het brons zeer spoedig in
dezen tijd in reeds volmaakten vorm be
kend is.
Het ijzer is vroeg bekend als meteoorijzer
en wordt later als smeedijzer gewonnen.
Alleen oppervlakkig verstalen is onomstoo-
telijk in de Oudheid aangetoond. Zoowel
staal als gietijzer verlangen ver ontwikkelde
metallurgische techniek en zijn nog niet
afdoende bewezen voor deze vroege periode.
ACTIE-COMITÉ „LEVENDAAL".
Gezellige avond in het Wijkgebouw.
Het Actie-Comité „Levendaal", dat reeds
vc-el ln het belang van het wijkwerk van
ds. Punselie heeft mogen doen, had gister
avond weer een gezellige samenkomst be
legd.
Onder de vele aanwezigen, die het wijk-
lokaal vulden, merkten wij o.m. op dr. Pun
selie en de heeren Wilbrink, Van Borselen,
Hakkaart en Hoogendoorn van het wijk-
bestuur.
Na een welkomstwoord van den heer Van
der Broek werd 'n aantrekkelijk program
ma afgewerkt, waaraan de mondaccordeon-
club K. en G." en de Jongedochters- en
Meisjesvereeniging medewerking verleen
den. De uitgevoerde nummers, waarvan
het een niet onder deed voor het ander,
wisten de aanwezigen van het begin tot
het eind te boelen
Een aanbevelend woord werd in deze
samenkomst nog gesproken door den voor
zitter, die opwekte om toe te treden als
contribuant van het Actie-Comité.
De heer Van der Broek sloot de verga-
dering met een kort woord, waarin hij o.m
jalle medewerkenden dankte voor den steun
.van hen bij de samenstelling van deze
samenkomst ondervonden.
De jaarvergadering.
De Centrale Ouderraad hield gisteravond
ln het gebouw der Gem. Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzeressen aan de
Oude Vest onder voorzitterschap van den
heer Joh. W. Harting zijn jaarlijksche le
denvergadering.
De voorzitter opende de bijeenkomst met
een woord van welkom tot alle aanwezigen
en sprak zijn blijdschap uit over de toe
nemende belangstelling van de oudercom
missies voor de zaak van het openbaar la
ger onderwijs, waarvan spr. verscheidene
symptomen noemde. Oök de samenwerking
met de schoolhoofden en het onderwijzend
personeel wordt allengs beter.
De secretaris, de heer P. Kruit, las ver
volgens de notulen der vorige jaarverga
dering, welke onveranderd werden vastge
steld.
De voorzitter herdacht daarna den over
leden voorvechter van het openbaar on
derwijs, den heer G. L. de Haas uit Utrecht
welke woorden door allen staande werden
aangehoord. Tot leden der kascommissie
werden benoemd de heeren van Lint, Ver-
sluys en de Vogel. Aan het jaarverslag van
den secretaris ontleenen wij, dat ook het
openbaar onderwijs hier ter stede, zij het
dan ook in mindere mate dan vorige jaren,
leed onder de algemeene bezuiniging.
Niettemin was het aantal inschrijvingen
"an nieuwe leerlingen bevredigend, mede
dank zij het werk der oudercommissies.
De intocht van Sint Nicolaas was ook dit
maal een groot succes.
Het ..Ouderblad" verdient groolere be
langstelling dan het totdusverre geniet.
De aangesloten oudercommissies ver
richtten in het afgeloopen jaar voortref
felijk werk en droegen veel bij tot de
goede verstandhouding tusschen C. O. R,,
schoolhoofden, onderwijzend personeel en
ouders. Er werden vele ouderavonden ge
houden; sommige avonden waren zelfs
door 90% der ouders bezocht. Het insti
tuut van schoolhoofden wint gedurig in
populariteit.
Het verslag werd onder applaus en dank
zegging goedgekeurd.
Mej. Wartena, leerares aan de Kweek
school voor Bewaarschoolhouderessen al
hier en hoofdbestuurslid van den Ned.
Bond van Onderwijzeressen bij het voor
bereidend L.O., vestigde vervolgens de
aandacht op de beteekenis van dat onder
wijs, waarover een bevoegd spreekster hier
ter stede binnenkort nadere bijzonderhe
den zal mededeelen. Spr. riep daarvoor
aller belangstelling in en verklaarde zich
ook gaarne bereid om voor oudercommis
sies dit onderwerp te behandelen.
De secretaris van den Ned. Ouderraad
voor O.L.O., de heer W. Nieuwhoff Sr.. be
sprak daarna het aanhangig wetsontwerp
tot wijziging van de L.O.-wet en meer in
het bijzonder de daarin in uitzicht gestel
de erkenning door de overheid, van de
plaatselijke ouderraden.
Na in het algemeen te hebben gewezen
op het groote nut van het instituut der
oudercommissies, dal in zijn 16-jarige be-
staansperiode voortreffelijk werk heeft
verricht, schetste spr. hoe daaruit het ont
staan van centrale oudercommissies of
-raden logisch voortvloeide. Deze laatste
commissies vormden de schakel tusschen
'de ouders en de gemeentebesturen. Uit de
zelfde behoefte als deze plaatselijk werd
gevoeld, ontstond de Ned. Ouderraad, wel
ke sedert 1923 het contact met de regee-
ring onderhoudt.
De voorgestelde wijziging van artikel 20
der L.O.-wet houdt, wanneer zij zou wor
den aangenomen, een nieuwe en belang
rijke verbetering in. Zij schrijft n.l. de
stichting van plaatselijke ouderraden ge
biedend voor, zoodra in een gemeente meer
dan één oudercommissie bestaat, terwijl
de daaraan verbonden kosten ten laste van
de openbare kas komen.
Spr las vervolgens verschillende bijzon
derheden voor uit het Voorloopig Verslag.
De perspectieven voor verwezenlijking zijn
alleszins gunstig.
Niettemin wekte spr. op tot voortduren
de activiteit en hij eindigde met het uit
spreken van den wensch, dat Leiden op
den ingeslagen weg moge voortgaan.
Na een woord van dank van den voor
zitter. volgde de pauze, waarin verver-
schingen werden rondgediend.
Uit het jaarverslag van den penning
meester, den heer L Favier bleek, dat de
ontvangsten hebben bedragen f. 116.47 en
ae uitgaven f. 62.07'/», zoodat er een batig
saldo is van f. 54.39'/!.
Op advies van de kascommissie werd de
penningmeester gedéchargeerd voor zijn
accuraat gevoerd beheer.
De aftredende bestuursleden, de heeren
J W. Harting. L. Favier en H. Klom, wer
den bij acclamatie herkozen, terwijl in de
vacature van mevr. K. Op den Velde, die
zich niet herkiesbaar stelde, gekozen werd
mevr. Van Schaik.
Na de rondvraag, sloot de voorzitter de
vergadering met een opwekking om het
openbaar onderwijs te blijven steunen.
7051
Unga. mm,)
openbaard, Montraigne, de philosoof van
den twijfel, wiens philosophic uitloopt op de
vraag: „Que sals je?" en Pascal, de man
van het geloof en de zekerheid.
Hij ondergaat den invloed van zijn leer
meester Strowski. die een groep jongeren
om zich vereenlgt.
Te Parijs studeert hy aan de Ecole des
Chartes. waar de archivarissen worden op
geleid
Als zoovele schrijvers begint hij met ge
dichten te schrijven. Paul Bourget ontdekt
hem en opgetogen over die gedichten, raad
pleegt hij Barrès, die van den jeugdigen
Mauriac schrijft.
Voor den oorlog schrijft hij twee romans,
tijdens den oorlog is hij onder de wapenen,
na den oorlog verschijnen de werken, die
hem onmiddellijk als een groot schrijver
I doen kennen o.a. Le Baiser au Lépreux
Génétrlx, zij verplaatsen ons steeds naar
I Bordeaux of omgeving, Bordeux, de rijke
stad met de deftige brugers, de aristocra
tie van den wijn.
De natuur ls voor hem niet iets uiterlijks,
geen decor, maar een innerlijke kracht.
Zijn helden staan niet alleen, zij staan
in de natuur, gebonden aan den grond.
Hij is g:en realist, hij schildert de men-
schen niet, zooals men ze ziet. Hij is ook
niet de psycholische romanschrijver, die.
kunstmatig een individu beschrijft, en ook
niet de naturalistische schrijver, voor wien
décor en milieu een groote rol spelen.
Hij brengt menschen, in contact met de
wereld. Hij ziet de menschen niet mooi; het
kwaad lokt hen, dikwijls vallen zij.
De liefde is een groot probleem, maar
steeds van zedelijken aard.
„L'amour ne se sauve qu'en se sacrlfiant."
De liefde is niets, als zij geen offer en strijd
vraagt, hetzij voor de kinderen, hetzij voor
de rol, die men in de maatschappij speelt,
hetzij voor een ander Ideaal.
Dat missen de personen in zijn romans,
zij gelijken op de personen uit de treur
spelen van Raclne, bij wie de liefde een ver
woestende hartstocht is.Er is 'n jansenis
tische geest in de werken van Mauriac.
In de „Baiser au Lépreux" teekent hij
met bittere scherpte de marteling van
twee personen, wier huwelijk zonder liefde
een hel wordt.
In Thérèse Desqueroux zien wij de per
verse vrouw, die een ramp voor anderen
wordt. Zij tracht haar man te vergiftigen;
Mauriac begint zijn verhaal, als zij door
het Hof van gezworenen is vrijgesproken.
Wat heeft zich in haar ziel afgespeeld en
wat gaat er nog om in haar?
Mauriac werkt piet hls een Paul Bourget,
meerderheid van stemmen herkozen. Mr
drs. W. O. Leeuwen, secretaris van hei
hoofdbestuur, die namens het hoofdbestuur
deze vergadering bezocht, verkreeg daarna
het woord. Hij beaamde de zoo even ge.
sproken woorden van den afdeelings-voor
zitter en noemde de Leidsche afdeeling van
de vele in het land werkende afdeelingen
wel de meest actieve. Hij complimenteert
de afdeeling met het behaalde resultaat en
wenschte gaarne dat de afdeeling op de
ingeslagen weg zou voortgaan, opdat
afdeeling Leiden „de hoeksteen" van d
Bodepa zal blijven. Nadat nog eenige za-
ken van huishoudelijken aard waren alge
handeld, was het officieele gedeelte va
deze vergadering beëindigd, waarna de lei
ding in handen werd gegeven van de
heer Tegelaar. voorzitter van de feestcom
missie. Op uitstekende wijze wist deze d
aanwezigen nog eenige uren van vermaak
en humor te bezorgen. Zang, muziek, da
en voordracht wisselden elkander af. Eenlg
verlotingen zonder nieten en met waarde
vojle prijzen vonden een enthousiaste ont
vangst. Een woord van dank en hulde aan
de feestcommissie, aan welke commissie d
eer toekomt voor dezen zoo geslaagde
avond. Toen de klok 2 uur sloeg was he
einde der feestvreugde aangebroken.
Wegens druk veevervoer van de Gr
ningsche veemarkt naar Lelden zal voort
aan Dinsdag van Groningen vla Zwoll
UtrechtWoerden een extra snelveetrel
naar Leiden loopen, zoodat vee 's middag
ln Groningen geladen nog denzelfde
avond om half negen alhier aankomt e
gelost kan worden.
DE WERKLOOSHEID.
Bij den gemeentelijken dienst voor social'1
zaken stonden ingeschreven:
Bouwvakarbeiders: baggerlleden 3; be'
hangers 27; betonvlechters 23; betonwer
kers 68; glazenmakers 1; glazenwassche
12; granietwerkers 19; grondwerkers 92'
heiers 2; metselaars 163; ooberlieden 124'
schilder 232; loopers 9; straatmakers
hulp-straatmakers 15; stucadoors. witte'
77; timmerlieden 316; uitvoerders 10: voe
gers 23; ongesch. bouwarb. 11. Totaal 123
Fabrieksarbeiders: bleekers 20: lompen
sorteerders 12; vellenblooters 6; steenfabr.
arbeiders 112; zeepfabr.arb. 4; ongesc
fabr. arb. 62. Totaal 21?.
Kantoorpersoneel: kantoorpersoneel 63
re.zigers, colp. 46; winkelbedienden 41; eta
die in een CWSS ÜJïïS
ALLIANCE FRANCAISE.
Lezing door Robert Garric.
Voor de afdeeling Lelden van de Allian-
se Franpaise sprak gisteravond de heer
Robert Garric over den romanschrijver
Mauriac. De spreker verklaarde, dat
Mauriac, een van de groote schrijvers van
dezen tijd. voor het Nederlandsche publiek
geen onbekende is. Na eenige opmerkingen
over het complexe in het werk van den
schrijver en over de troebele onderwerpen,
die hij behandelt, vraagt spreker: Hoe zijn
de schepselen in zijn boeken ontstaan?
Bij het beantwoorden van dile vraag zal
het werk van den schrijver antwoord ge
ven en het geheim openharen. Men kan
het in zijn werk vinden. „Alleen de fictie
liegt niet", heeft Mauriac gezegd.
In zijn jeugd, waarin hij vroeg zijn
vader verloor, wordt hij opgevoed met de
twee andere kinderen uit het gezin, door
zijn moeder; een hechte familieband hield
het gezin bijeen. Daarna bezocht hij een
katholiek gymnasium, studeerde te Bor
deaux en later te Parijs.
Droevig en godsdienstig, dit zijn twee
van iin eigenschappen. Alles kwetst hem,
hij is uiterst gevoelig. Niet de godsdienst
maakt hem zoo, integendeel deze was hem
tot een troost.
„J'aimais le Christ, il me consolait."
Hij is vijftien jaar, intelligent, hij leest
en heeft lust tot schrijven. Zijn voorliefde
gaat naar de romantische dichters, vooral
de Vlgny, den denker, Musset, Lamartine,
maar ook Verlaine en Samain.
In de hoogste klas van het gymnasium
worden hem twee groote schrijvers ge-
rleele daad van de vergiftiging in bijzon
derheden voorbereidt.
En Thérèse is toch niet alleen, niet om
dat menschen bij haar zijn, maar omdat
God bij haar ls.
Mauriac is in dien tijd een veertigjarige,
zijn beeld is als een portret van el Greco.
felle oogen, kracht en innerlijk leven.
Hij ls Christen en lijdt een regelmatig
leven, niet als de personen die hij beschrijft.
Zijn personen ziin als Phèdre, waarvan
gezegd wordt, dat het een Christinne was.
die de genade niet ontvangen had.
Door zijn boete is Mauriac een „confes-
seur d'ames" geworden. In 'n artikel in de
Nouvelle Revue francaise heeft hij zijn
standpunt uiteen gezet.
Men moet Christus liefhebben en in zijn
leven verwezenlijken. Als God hem niet
bijstaat, zou hij misschien het kwade doen,
dat hem lokt.
De werken van Mauriac mogen pessimis
tisch lijken, deze opvatting is niet geheel
juist. De gevallenen weten, dat zij niet
geheel alleen zijn, de deugdzamen weten,
dat strijd alleen hen voor vallen kan be
hoeden.
Zal hij nu menschen toonen, die gered
worden? Neen ln Noeuds de Vipéres, in
Anges noirs, zinken de personen dieper dan
ooit. maar ten slotte aan het eind erkennen
zij hun fouten.
De schrijver bepaalt niet vooraf, hoe het
karakter van zijn personen zich zal ont
wikkelen, het komt voor, dat hij door zijn
personen geleld wordt.
Heeft de moraal en de godsdienst de
kunst bij Mauriac verstikt? De conférencier
antwoordt met een citaat van Claudel. die
den mensch vergelijkt met een boom, wor
telend in den/grond en gebonden aan het
aardsche, maar wiens takken en bladeren
naar den hemel wijzen.
Dat. is de mensch volgens de opvatting
van Mauriac.
Met luid en langdurig applaus toonden de
toehoorders hun dankbaarheid voor deze
buitengewone en schitterend'e lezing, die
ons den schrijver Mauriac en zijn werk
beter leerden kennen.
De voorzitter, de heer Bresson, die den
spreker had Ingeleid, sprak aan het slot
een woord van dank.
kellne
BODEPA.
Herdenking van het éénjarig bestaan.
In een feestelijke vergadering, welke ge
houden werd ln een der bovenzalen van
Hotel Bellevue. herdacht gisteravond de
afdeeling Leiden van den Bodepa (Bond v.
Detaillisten ln den Parfumerlehandel) haar
éénjarig bestaan. In zijn openingswoord
gaf de voorzitter de heer M. C. v. d. Burg
een vrij uitvoerig relaas van het doel en
werken van de Bodepa in het algemeen en
van de Leidsche afdeeling in het bijzonder.
Alles te samen genomen, aldus spreker,
kunnen wij terug zien op een zeer druk en
dikwijls moeilijk arbeidsjaar, maar het
resultaat is zeer succesvol en geeft vertrou
wen voor de toekomst. Wij zijn op den goe
den weg en zullen blijven volhouden. Ten
slotte roept spreker ieders medewerking in
om gezamenlijk het beoogde doel te berei-
ken. Overygaan werd tot verkiezing van
de aan de beurt van aftreding zijnde be
stuursleden, die zich allen herkiesbaar Had
den gesteld. Het waren de heeren M. C. v. d.
Burg en Möhler, respectievelijk voorzitter
en commissaris. Beiden werden met groote
witzers. 9; overheidspersoneel 13: vernies
4 Totaal 222.
Hotel-café-pers.: huispersoneel 9;
57; koks 10. Totaal 76.
Houtbewerkers; Beddenmakers 6; hout
bewerkers 90; kistenmakers 6; kuipers 5
lijstenmakers 4; mandenmakers 2; meubel
stoffeerders 20; meubelmakers 32: politoer
ders 3; ongesch. arb. 35. Totaal 207.
Kleermakers: kleermakers 97; kappers 8;
schoenmakers e.a. 15. Totaal 120.
Land- en tuinarb bloemisten 40; land
arbeiders 27; tuinlieden 36: warmoeziers 11'
ongesch landarb. 10. Totaal 124.
Metaalbewerkers: bankwerkers 111; blik
bewerkers 29; burgersmeden 41; electrlcien
59; gasfitters 12; gasmetermakers 4; in
strumentmakers 3; isoleerders 10; kern
makers 3; kettingsmeden 24; klinkers 11
koperslagers 2; lab. bedienden 5; lasscher
7; loodgieters 58; machinisten 17; metaal
hoorders 7; metaaldraaiers 9: metaalslij
pers 3; metaalzagers 1; monteurs 22; o.ano
stemmers 4; polijsters 1; ponsers 5; rijwiel
herstellers 18; rijtuigschilders 3; scheeps
timmerlieden 7; stokers 22; tegenhouden
18; verw. monteurs 20; voorslaanders 1;
voorwarmers 6: vulcaniseurs 1: vuurwer-
kers 7; wagenmakers 5; tizerwerkers 58;
zandsouiters 3: zandvormers 3; ongesclt
arbeiders 38. Totaal 684.
Sigarenmakers: sigarenmakers 21; siga-a
rensorteerders 1: sigarenstrippers 2. Tot. 241
Technici, opzichters: bedrijfsleiders
ingenieurs 3; technlkers 5; teekenaars, opzj
12; werkmeesters 15. Totaal 42.
Textielarbeiders: hekelaars 7; katoen
drukkers 24; kluwers e.a. 8; lulkers 12;
plaatsnijders e.a 19; schrobbelaars 1: spin
ners 55; snoeiers 3: staaldraaddraaiers
sterkers 2; strijkers 17; wevers 118; wol'
bewerkers 41; ongesch. textielarbeiders 6'
Totaal 372.
Transportarbeiders: emballeurs 5; chauf
feurs 147; exp knechten 23; koetsiers 1'
loopknechten 47; schippers 101; magazijn-
knechten 60; spoor- en trampers. 17:
kers 5: transportarbeiders 67; losse arbei
ders 538. Totaal 1027.
Typografen: boekbinders 38; boekdrus-l
kers 16; fotografen 2: hulp-vakarbeiders 6,1
letterzetters 23; steendrukkers 2. Totaal _«J'|
Voedingsmiddelenarbeiders: bakkers
ovenlsten 6; slageTs 59: suikerwerkers «j
wijnkoooerskn 13; zoutzleders 4: zuiveloe-1
relders 3: ongesch arb. fabr. 48. Totaal 2»-l
Vrouwen: apothekersass. 1; kapsters J.l
naaisters (costuumi 22; s'rijksters 1: m:J I
ters 1: spinsters 1: kooksters 1: winkeljU'T
frouwen 26: buffetjuffrouwen 1: serveer-j
sters 5: linnenjuffrouwen 2; boekhoudste =1
2; kantoorbedienden 23; verpleegsters
bedrijfsleidsters 1: teekenaressen 1: on fJ!L
wtjzeressen 4' ass. en huishouders
dienstboden (d. en d. en n.l 80: l!llJ fi'l
juffrouwen 6: werksters 82; fabr. arbeid
sters 54 Totaal 339
Alg. Totaal 5005.
27 Febr 1936 4903.
23 Febr. 1935 4495.
Ben. 41 ged. werkloozen.
Vrijdag 5 Maart as. zal ln het MJm
gebouw alhier de Maa' tola"Pij der «e0 I
'and'cbe Lette-kunde vcc" haar n.aano
Hjksche vergaderln» "-en A's snr
ker zal oDtreden dr. K H de Raai die
voordracht zal houden over: Eurip j.
Pholnissai in metrische vertaling en
overzetting van H. de G-root en van Von°
2-1