Waar Prinses Juliana en Prins Bernhard in Oostenrijk vertoeven LEflDSCH DAGBLAD Tweede Blad HET ROODE KENTEEKEN 11ste Jaargang FEUILLETON GEZICHT VAN KASTEEL MITTERSILL UIT. Een fraaie foto van het uitzicht uit één der ramen van kasteel Mittersill, waar Prinses Juliana en Prins Bomhard momenteel verblijf houden. Op den achtergrond de ,,Hohe Tauern". DE HERTOG VAN K«NT BEZOEKT ZIJN BROER IN WEENEN. Draadloos overgebrachte foto van de aankomst van den hertog van Kent (rechts) te Weenen, waar hij door den hertog van Windsor flinks), werd begroet. DOODE POTVISCH, door de be manning van de sleepboot „Battic" op een zandplaat te Terneüzen aangetroffen. EEN DEEL VAN HET PERSONEEL VAN HET PALEIS S0ESTDI4K zal ingevolge den wensch van het Prinselijke paar niet meer in het Paleis blijven wonen, doch in de onmiddellijke omgeving. De overbrenging van het huisraad. EENIGE OOGENBLIKKEN VóóR DEN AANSLAG OP DEN ONDERKONING VAN ABESSYNIE, na het voorlezen van de proclamatie, waarbij de geboorte van den Prins van Napels werd bekend gemaakt. Na 't nemen van deze foto vond de aanslag plaats. ROERMOND RONDOM IN HET WATER. tengevolge van den sterken was van de Maas. De melkboer gaat zijn klanten bedienen. 1)E OEFENWEDSTRIJD VAN HET VOORLOOPIG NEDER- LANDSCH ELFTAJj tegen de Engelsche derde klas prof.- club Crystal Palace" gisteren te Rotterdam gespeeld, en ein digend in 'n gelijk spel .(32). Moment voor 't Engelsche doel. OTTWELL BINNS. 10) Wat had die knaap met de zaak te ma- frn? Hij was verschillend van zijn bond- Senooten en zag eruit of hij een welgesteld ®an was. Was hij de hoofdpersoon, boven Chan en den kapitein van het schip, of Hdden ze alle drie evenveel te zeggen in °et schurkachtige complot, dat ze samen °P touw gezet hadden? Niettegenstaande d]n welgesteld uiterlijk zag hij er toch uit, "sot hij tot het roofzuchtige soort behoor- Die boef van een schipper en Chan van het gereede mes behoorden tot het soort duipmoordenaars, dat zich aan iedereen •erhuurt en was de ander misschien een W, dat dergelijk soort mannen gebruikt apachen, bandieten en dieven om ge- 'aarlijlce werkjes op te knappen, waar ze teil liever niet het risico van loopen? Dat mogelijk, waarschijnlijk zelfs en wan- "fer de man niet aan boord van het schip zou dat een sprekend b'ewijs zijn. tangen tijd 'lag hij stil terwijl zijn ge- Jachten m een kringetje de feiten, die hij «nde, rond gingen en hij tevergeefs een «utel tot het geheim trachtte te vinden. zag noodgedwongen in, dat, tenzij hij JJi gesprek met Norma Charlton kon heb- en haar ertoe kon brengen hem te ver- I wawen, hij in het duister moest blijven rondtasten. In het geheele geval was «echts een troost en dat was het haastig fetrabbelde briefje, dat Seabright uit het water opgevischt had. Als dat er niet was. zouden het meisje en hij op het oogenblik in het grootste gevaar verkeeren. Nog was hun toestand niet geheel veilig, maar de wetenschap, dat hun tegenwoordigheid op de „Dusty Miller" bekend was zou hun tegenstander, er wel voor bewaren tot het uiterste over te gaan. De dikke schooier, die het gezag voerde over het schip, had het vooronder verlaten met een woeste be dreiging op zijn lippen, maar hij had al getoond, dat hij de beteekenis van die fles- schenboodschap in verhouding tot zijn eigen optreden ten volle begreep. „Hij weet ook wel, dat hij daardoor in zijn handelingen beperkt wordt," grinnikte hij bij zichzelf. „Het zou me niets verwon deren, als ze hun plannen radicaal ver anderden." Hij lag een tijdje te luisteren naar het gedreun van de golven en te kijken naar het water, dat tegen het patrijspoortje op spatte en even daarna voelde hij zich, ondanks zijn gevaarlijken toestand, sla perig worden en viel hij in een natuurlijken slaap. Toen hij bijna twee uur later wakker werd, was hij zich onmiddellijk van twee dingen bewust in de eerste plaats, dat het bonken in zijn hoofd opgehouden had en hij zich veel beter gevoelde en in de tweede plaats, dat er iemand bij hem ge weest moest zijn, want dat er een sterke lucht van tabak in het vooronder hing, die hij voor dien tijd niet opgemerkt had. Hij lag zich af te vragen wie zijn bezoeker ge weest kon zijn, toen hij de deur hoorde kraken Zij werd open gedaan en de schlp- per van de boot verscheen. „Dus u bent eindelijk wakker geworden." zei hij norsch, waaruit bleek dat hij de be zoeker geweest was. „Voelt u zich wat beter?" „Een heeleboel, dank u." antwoordde Terry beleefd. „Het is heel vriendelijk van u naar mijn toestand te tnformeeren." „Schei nou maar uit met die beleefd heidsfratsen," bromde de man. „Dat is niks. niet noodig." Terry wachtte en de man dwaalde door de kleine ruimte, staarde een oogenblik door het patrijspoortje en liep toen weer naar de deur. Hij had het onhandig ver legen air van iemand, die iets bijzonders op zijn hart heeft, maar niet weet, hoe ermee voor den dag te komen. Terry, die hem met inwendig plezier gadesloeg, deed niet de minste poging om hem te helpen. Tenslotte gooide de kerel er onver wachts uit: „Wij hebben ons met u vergist." „Dat zou ik ook zeggen," zei Terry op gewekt. „U had nooit hier aan boord gebracht moeten worden." „Eenstemmig aangenomen." „Ik heb Miss Charlton gesproken." zei de man met een plotselingen woordenvloed. „Het schijnt, dat u niet voor gisteren met haar kennis gemaakt hebt en dat u op geen enkele wijze iets met haar zaken te maken hebt „Dat is niet waar!" kwam Terry tus- schenbeide, die tot zijn groote vroolijkheid wel begreep waar de man heen wilde. „Ik ben er eerlijk gezegd met de haren bijge sleept en zit er nu tot aan mijn nek in." „Dat is heelemaal niet noodig," zei de man vlug. „Aangezien u bij vergissing aan boord gebracht bent, is het niet meer dan billijk, dat u bij de eerste de beste haven weer aan land gezet wordt." „Welke is dat?" vroeg Terry. „Manilla. Vandaar kunt u binnen een week naar Hong Kong terug en ik zgl den prijs van uw biljet en de hotel onkosten betalen." Terry onderdrukte een sterke neiging om te lachen en dacht diep na. „Ik ben in geen jaren in Manilla geweest, De Philippijnen zijn niet bepaald een frisch volk, maar een paar dagen zou ik het er desnoods wel uit kunnen houden, ten minste eh in een goed hotel." Hij hield op en vroeg toen onverwachts: „En Miss Charlton?" De kapitein van de „Dusty Miller" maakte een beweging met zijn hand, fronste zijn voorhoofd en zei toen luid ruchtig: „Miss Charlton is een passagier. Met haar hebben wij ons niet vergist. Zij gaat door naar Broome, waar ze haar biljet voor ge nomen heeft." „Dus die wil waar voor haar geld hebben, hè?" vroeg Terry. De zeeman deed, alsof hij deze opmerking niet gehoord had en ging door zijn plannen te ontvouwen. „We zul len het u knus en gezellig maken achter. Het vooronder is geen geschikte plaats voor menschen zooals u „Gewezen luitenant-ter-zee van de Brit- sche Vloot," onderbrak Terry hem, terwijl hij een bhk door het vooronder liet gaan. „U hebt gelijk!" „U kunt in de kajuit eten en vrij over het schip rondloopen en alles wat u maar uit den scheepsvoorraad wenscht te hebben, kunt u voor niets krijgen." „Zeer vereerd, schipper!" „Dus dat is dan afgesproken en laat dan verder alles vergeven en vergeten zijn." antwoordde de ander, terwijl er in zijn oogen een blik van opluchting verscheen. „Neen, zei Terry op een toon, die den ander op deed springen. „Wat bedoelt u daar mee?" „Ik vind Manilla werkelijk geen erg pret tige plaats om heen te gaan." De ander dacht even na en zei toen aar zelend: „Misschien kunnen we het Macas sar maken!" Terry Domville schudde bedenkelijk zijn hoofd. „Een slaperig land waar het altijd namiddag is? Om met den dichter te spré ken, schipper. Beschrijft de plaats, ziet u, maar vergeet melding te maken van de sprinkhanen en den laatsten keer, dat ik er was, heb ik geen oog dicht kunnen doen van hun getsjirp. Ik zou een lijk zijn, voor dat een van de Hollandsche booten langs kwam." „Je bent lastig!" zei de zeeman heftig, terwijl hij een oogenblik uit zijn verzoenen de rol viel. Terry lachte. „Daar heb ik alle reden toe. Ik hej? u "iet in deze moeilijkheden ge bracht. En ofschoon u betaalt, ben ik v<m plan den toon aan te geven, weet u." „Zeg dan maar op. waar u heen wilt. Er zijn geen andere havens, die de moeite waard zijn. Timor ligt niet op de route „Wat zou u van Hong-Kong denken?" vroeg Terry onschuldig. „Zou het niet mo gelijk zijn „Wie denkt u eigenlijk dat u voor u heeft? Een volslagen idioot?" „Nee. nee," antwoordde Terry haastig. „Dat idee is geen oogenblik bij me opgeko men. Ik dacht alleen, dat u alles weer goed wilde maken en dit leek me de beste ma nier. Maar sinds u het blijkbaar niet met me eens bent en ik Manilla geen prettige nlaats vind en Macassar olie niet noodig heb, zullen we een compromis moeten sluiten." (Nadruk verbpdep). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5