BINNENLAND
SiroopFamel
GRIEP
1 SCrachtige handhaving
van het gezag
ais
cliïMqi Ë2
illfjfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 Februari 1937
Derde Blad No. 23589
'ft)
|Tegen
van
politieke actie
vreemdelingen
Handelsmissie naar
Zuid-Amerika.
Een afscheidswoord van
Minister Gelissen.
|oe minister van handel, nijverheid en
Iheepvaart prof. dr. ir. H C. J. H. Gelis-
t, schrijft ons:
■ieder industrieel of handelsman zal het
1 ongetwijfeld mee eens zijn. dat het per-
iHilijke contact tusschen leidende figuren
it de industrieele- en handelswereld er
ak veel toe heeft bijgedragen, om de
nimercieele relaties tusschen de betref-
nde ondernemingen te vergrooten.
Igit goede, en door de ervaring van vele
jién als zeer efficient in de industrieele-,
jtrdels- en bankwereld gebleken gebruik,
[terecht door regeeringen van vele landen
jjergenomen. Men ziet dan ook naast het
Ja de officieele vertegenwoordigers gelegde
mtact. ministers, onderhandelingsdelega-
Es en handelsmissies van verschillende
nden besprekingen en onderhandelingen
eren. met het doel het handelsvolume, of
k liever het volume van het diensten- en
ederenverkeer tusschen het bezochte en
it bezoekende land voor zoover en zooveel
gelijk uit te breiden en te vergrooten.
I Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek.
Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat
wij thans Hr. Ms. ambassadeur jhr. mr.
dr. H. A. van Karnebeek en enkele
eminente vertegenwoordigers uit de
industrie-, en uit handels- en bank
wezen, begeleid door vertegenwoordi
gers der geïnteresseerde departementen
en geassisteerd door den regeerings-
gedelegeerde den heer A. Th. Lamping,
directeur der handels-accoorden, bereid
hebben gevonden een oriënteerings- en
studie-reis naar Argentinië, Brazilië,
Chili en Uruguay te maken.
Onder leiding van jhr. van Karne
beek zal onze delegatie, met de leidende
figuren uit regeermgskringcn en uit
het economische leven in de te bezoe
ken landen, nagaan, of het mogelijk zal
zijn de wederzijdsche economische en
commercieele betrekkingen te vergroo
ten.
De regeering, de Neüerlandsche banken,
industrie en handelswereld hebben samen
gewerkt om de suggestie van het Neder-
landschZuid Amerikaansch instituut
(voorzitter dr. E. Heldring) een missie naar
enkele Zuid-Amerikaansche landen te zen
den, te verwezenlijken. Samen dragen zij de
financieele lasten, mogen zij ook gezamen
lijk de baten deelachtig worden, die de reis
der missie ongetwijfeld zal opleveren.
Met den wensch. dat haar werk evenzeer
in het voordeel der bezochte landen als in
dat van ons eigen land en zijn overzeesche
gewesten zal zijn, moge ik, na onzen pio
niers een voorspoedige reis te hebben ge-
wenscht, dit korte afscheidswoord beslui
ten.'
Sympathie voor het
plan-Deterding.
Van de Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
Men meldt ons:
.In de jongste hooldbestuursvergadering
van de Hollandsche Maatschappij v. Land
bouw werd er de aandacht op gevestigd,
dat ln vele persorganen een zoodanige cri-
tiek op het plan-Deterdlng wordt uitge
oefend. dat dientengevolge de heer Deter-
ding voornemens zou zijn, elders dan ln
Nederland zijn aankoopen te gaan doen.
Waar het hoofdbestuur het ten zeerste
zou betreuren, wanneer dit geschiedde,
aangezien voor onze provincies de aankoo
pen ontegenzeggelijk zoowel de kaas- als
de rundvleeschprijzen voor een inzinking
hebben behoed, heeft het hoofdbestuur be
sloten, telegrafisch den heer Deterding nog
maals van zijn sympatie met zijn streven
te doen blijken, teneinde er daardoor wel
licht toe te kunnen bijdragen, dat de aan
koopen hier te lande niet worden stop
gezet.
Onder dagteekening van 13 Februari
werd het volgende telegram aan den heer
Deterding te Berlijn verzonden:
„Het hoofdbestuur der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw te 's Gra-
venhage gevoelt zich, in verband met
elders gepubliceerde afbrekende uitla
tingen gedrongen, U nogmaals de ver
zekering te geven, dat het uw plan met
buitengewone sympathie heeft begroet.
Wij zijn er van overtuigd, dat het een
grbot belang zoowel voor onzen land
bouw als voor geheelNederland be-
teekent."
PROTEST TEGEN VERDERE UITBREIDING
VAN HET SYSTEEM VAN ONBEWAAKTE
OVERWEGEN.
In een adres aan den minister-van water
staat heeft de K.N.A.C. veTzocht aan plan
nen tot verdere vervanging van afgesloten
door niet afgesloten overwegen voorshands
geen uitvoering te willen geven totdat meer
algemeene maatregelen zijn getroffen voor
een betere beveiliging van de onafgesloten
overwegen.
BESCHERMING TEGEN LUCHT
AANVALLEN.
De samenstelling der commissie.
In het najaar 1936 is door de ministers
van blnnenlandsche zaken, waterstaat cn
defensie een huishoudelijke commissie in 't
leven geroepen, die de opdracht heeft richt
lijnen voor de bescherming van de scheep
vaart tegen luchtaanvallen samen te
stellen.
Deze commissie bestaat uit de onder
staande leden, waarvan aangewezen zijn
door den minister van binnenlandsche
zaken: P. H. A. de Ridder, luit.-gen. b.d.,
inspecteur voor de bescherming van de be
volking tegen luchtaanvallen; door den mi
nister van waterstaat: G. Mante, inspec
teur voor de scheepvaart in algemeenen
dienst; door den minister van defensie:
ir, P. J. G. van Diggelen, chef van den
technischen dienst der kustverlichting en
jhr. T. M. van Suchtelen van de Haare,
luit. ter zee le klasse, inspecteur in alge
meenen dienst van het loodswezen; en
door de Ned. ReedersvereenigingL. C. M
van Eendenburg, administrateur van de'
N.V. Ver. Ned. Scheepvaart-Maatschappij;
en door de Ver. v Reeders van Visschers-
vaartuigen „IJmuiden": ir. F. Thiel, vice-
voorzltter der vereeniging, directeur van de
N.V. Vtsscherij-Onderneming „De Vem".
ke
VISCHVANGST IN HET IJSSELMEER.
Vergrooting van de verboden zóne.
Door den heer van der Zaal zijn aan
de ministers van waterstaat en van land
bouw en visscherij de volgende vragen ge
steld
le. Is het juist, dat de verboden visch-
zöne vanuit den Oostwal van het IJssel-
meer van 3 tot 8 of in werkelijkheid tot
22 K.M. gebracht is?
2e. Zoo dit juist is, brengt deze maat
regel dan niet het bezwaar met zich, dat
de visschers aan den Oostwal niet meer ln
staat zullen zijn om des avonds na 5 uur
op aas te visschen voor het hoekwant?
3e. Achten de minister niet het gevaar
aanwezig, dat bij het inperken der visch-
gronden het gedeelte van het IJsselmeer,
dat voor bevrssching overblijft, zóó klein
zal worden, dat niet alle visschers hun
brood zullen kunnen verdienen?
4e. Indien vraag 3 bevestigend beant
woord wordt, welke tegemoetkoming zullen
dan de IJsselmeervisschers ingevolge de
Zuiderzeesteunwet ontvangen om in het
levensonderhoud van het gezin te kunnen
voorzien?
DE SPOORWEGTUNNELS EN HET
VERKEER DOOR UTRECHT.
De spoorwegwerken te Utrecht zijn thans
zoover gevorderd, dat vanwege de Neder-
landsche Spoorwegen begonnen is met de
werkzaamheden aan en nabij den Leidsche
weg. Tot deze werken behoort o.m. de ver
breeding van de overbrugging van den
Leidscheweg en van den Leidsche Rijn De
overbrugging van dê® middelste en diepste
tunnel, die tijdens de uitvoering in gebruik
moet blijven, is als een tijdelijk werk te
beschouwen, dat later door een zandaan-
vulling wordt vervangen, zoodra de in het
verlengde van de Kanaalstraat te maken
tunnel voor het verkeer zal zijn openge
steld. Een en ander is in het belang van
het zeer intense verkeer, naar en van de
richtingen Den Haag, Rotterdam en Leiden.
B. en W. van Utrecht vragen in dit ver
band den raad vrijheid tot het verleenen
van een bouwvergunning, daarbij opmer
kende. dat aan de vergunning de voor
waarde is verbonden, dat voor de instand
houding van het verkeer overleg zal wor
den gepleegd met de daarbij betrokken ge
meentelijke diensten. Msb
Herv. (Geref.) Staatspartij.
Jaarlijksche vergadering te Utrecht.
Ds. Lingbeek gehuldigd en weer
als no. 1 op de candidaten-
lijst geplaatst.
Gisteren heeft de Hervormde (Gerefor
meerde» Staatspartij te Utrecht haar jaar
lijksche vergadering gehouden onder
voorzitterschap van ds. H. E. Gravemeijer,
aldus meldt de „N.R.Crt". Deze hield een
openingsrede naar aanleiding van Gal. 5:
„Staat dan in de vrijheid, waarmee Chris
tus u heeft vrijgemaakt", Spr. betoogde,
dat de vrijheid aan alle kanten in ons
vaderland hoe langer hoe meer wordt be
dreigd.
Ds. C. T. Willekes en D. B. Michon wer
den met algemeene stemmen als leden
van het hoofdbestuur herkozen. Tot alge
een 'secretaris werd, wegens het bedan-
en van den heer Peereboom, de heer Chr.
L. Harry van te Amsterdam benoemd, te
voren waarnemend secretaris. Ook de voor
zitter, ds. Gravemeijer, werd met alge
meene stemmen herkozen.
Hierna had een korte plechtigheid
plaats, waarbij de voorzitter aan ds,
Lingbeek ter gelegenheid van zijn 70en
verjaardag een gouden vulpen aan
bood, waarvoor deze met enkele woor
den geroerd bedankte.
Ds. Lingbeek werd wederom met
algemeene stemmen als No. 1 op de
Candidatenlijst geplaatst voor de aan
staande verkiezingen. Besloten werd de
eigen lijsten niet te verbinden met de
groep hervormde anti-revolutionairen
van prof. dr. Hugo Visscher.
In dé middagvergadering werd eerst een
telegram van hulde gezonden aan de Ko
ningin, waarbij Haar een behouden thuis
komst werd gewenscht.
Daarna werden nog eenige vragen be
handeld.
De af deeling Groningen bracht de kleu
ren van de nationale vlag ter sprake, welk
vraagstuk bijzonder actueel is geworden
sedert de bekendmaking van het voor
nemen der regeering om het rood-wit-blauw
bij Koninklijk besluit tot onze nationale
vlag te verklaren. Men zag daarin niet
enkel een poging tot kleurverandering van
de vlag. maar ook een poging om de groote
daden Gods in onze historie te verdonkere
manen, hetgeen een aanstoot moet zijn
aan ons Oranjehuis. Het is een hernieuwde
verwerping van Gods Woord. De zegenin
gen Gods zijn immers steeds aan ons volk
bewezen onder de kleuren oranje, wit en
blauw.
Algemeen bleek men van gevoelen, dat
het onjuist was de oude geuzenvlag af te
schaffen. Gevraagd werd, of het dan in
de toekomst verboden zou zijn deze vlag
uit te steken. Het voorstel werd gedaan,
een request aan de regeering of aan de
Koningin te sturen, met het verzoek, dit
plan niet uit te voeren'.
De vergadering besloot deze aangelegen
heid in handen te stellen van het hoofd
bestuur.
Daarna hield het lid der Tweede Kamer
ds. C. A. Lingbeek een causerie over: „De
Hervormd- geref ormeerde Staatspartij en
de Staat".
De H.G.S. is gesticht om Gods Woord
niet alleen in de kerk, maar ook in het
parlement te laten hooren. Sommigen zeg
gen: het beginsel van de H.G.S. is wel
goed, maar wat hebben we bereikt? We
moeten echter niet eerst vragen naar suc
ces, maar naar de bedoelingen. Het succes
van dr. Kuyper is geweest, dat nu Rome
aan de regeering is gekomen. De schoonste
voorkomt Siroop Famel
ernstige gevolgen, doet
hoest bedaren, maakt
het slijm los!
Vraaot het oordeel van Uw dokter I
Bij Apothekers
en Drogisten
1160
groote flacon
kleine flacon I 1.1 5 I
(Inzez. Med.)
vruchten van de coalitie waren voor Rome;
het is hier voor Rome het neusje van den
zalm. Wat succes schijnt, is nog geen
succes en een schijn van vruchteloos wer
ken is nog geen vruchteloos werken.
Het is met de coalitie gegaan als met
het sprookje van het jongetje, dat met
een zwaan wandelde en door een sim
pel bevel ieder, die de zwaan aan
raakte, daaraan kon laten vastkleven.
De paus wandelde met een zwaan door
het land. Dr. Kuyper kwam langs en
zeide: „Wat is dat een mooie zwaan".
„Zwaan kleef aan", riep de paus en dr.
Kuyper zat vast. Toen kwam d r. De
Visser en die gaf dr. Kuyper een hand.
„Zwaan kleef aan", riep weer de paus
en ook dr. De Visser zat vast. Daarna
kwamen de christelijke onderwijzers
en die raakten nok aan de coalitie vast.
Zij hebben er voordeel van gehad, maar
wanneer de H.G.S. nu pleit voor den
bijbel op de openbare school, dan roe
pen de christelijke onderwijzers moord
en brand. De tegenstand tegen dit
denkbeeld komt het meest van anti
revolutionaire en christelijk-histori-
sche zijde.
Men vraagt wel eens, of het niet beter
eou zijn, zich aan te sluiten bij de C.-H.
Unie, en daar den strijd voor het protestan
tisme voort te zetten. Zulke menschen zijn
wel heel dom. dat ze geen verschil zien
tusschen de C.-H. Unie en de H.G.S. Het
is met de coalitiepartijen, als het om de
christelijke beginselen gaat, ja met den
mond, ja in de krant en ja op politieke
vergaderingen, maar neen als het op daden
aankomt, neen in het parlement, neen in
het ministerie.
De heer Krijger heeft in een vergadering
der C -H Unie gesproken van David en
Goliath. De laatste was: het communisme,
het fascisme en de N.S.B. Dan was de paus
zeker Jonathan! De C.-H. Unie wil aan
Gods Woord geen invloed toekennen bij
het besturen van den staat. Al wat zich
kerk noemt, stellen ze op één lijn. En de
millioenen. die de R.-K. kerk door middel
van de kloosterlingen-onderwijzers in den
schoot worden geworpen, blijven geven. De
bedoeling is, om in het Nederland, dat
neutraal en godsdienstloos wordt gehouden,
samen de buit te verdeelen.
Ds Dijkstra heeft aan spr met ster
vende hand toegewenscht, dat hij een sta
len voorhoofd en een diamanten hart zou
hebben. Spr. eindigde met de hoop uit te
spreken, dat de geheele H.G.S. een stalen
voorhoofd en een diamanten hart zou heb
ben, ter verdediging van haar beginselen.
Vóór de sluiting der vergadering sprak
ds. K. H E. Gravemeijer een slotwoord
over de H.G.S. en de as. verkiezingen.
Memorie van antwoord
inzake justitie.
Verschenen is de memorie van ant-
:«rd op het voorloopig verslag der Eerste
imer over het ontwerp van wet tot vast-
felUag van hoofdstuk 4 i departement van
tstitie) der rijksbegrooting voor het
Benstjaar 1937.
ffiraan is het volgende ontleend.
L Ten aanzien van het wetsontwerp tot
hening van het burgerlijk kinderrecht,
Wrin mede een nadere regeling van de
«tie van het natuurlijk kind is begre-
kan worden medegedeeld, dat dit ont-
|!tP thans in het laatste stadium van
"bereiding verkeert.
Ook de indiening van een ontwerp tot
Afding van de stichtingen zal naar ver-
1|™t mag worden, niet lang op zich be-
**cn te laten wachten.
«et gereed komen van een wetsontwerp,
fWende bepalingen omtrent de ver-
verzekering van eigenaars en hou-
Iw van motorrijtuigen tegen de gevolgen
I,®ncr wettelijke aansprakelijkheid, wordt
I ®cel mogelijk bespoedigd,
juvorens de wet op de weerkorpsen in
kan treden is het noodzakelijk de
l'tkina
ÏJW'Se voorschriften ter uitvoering daar-
vast. te stellen. Ter zake heeft het
r®8e overleg plaats tusschen de depar-
•ffnten van binnenlandsche zaken,
lltartÜ en verwachting be-
11,. ost die uitvoeringsregeling spoedig
I stind komt.
Handhaving van het gezag.
.De instemming, door verscheidene
'etlen betuigd met de wijze, waarop
het
gezag wordt gehandhaafd, in het
Knder tegenover hen, die de vrij
heid
van meeningsuiting misbruiken,
Was den minister zeer aangenaam. Het
openlijk zelfs georganiseerd ter
roristisch optreden van een aantal
aanhangers van de Nationeel-Socialis-
tische Beweging dwingt tot reactie: de
regeering is voor handhaving van de
openbare orde aansprakelijk en kan
niet dulden, dat een kleine minderheid
deze stelselmatig tracht te verstoren.
De wijze, waarop men van de zijde
van de Nationaai-Socialistische Beweging
gepoogd heeft bijeenkomsten van tegen
standers te verstoren door handelingen,
welke In het wetboek van strafrecht duide
lijk ais misdrijf worden strafbaar gesteld,
heeft de politieele en justitieele autoritei
ten het eerste oogenblik verrast. Men was
niet voorbereid op revolutionnair optreden
van die zijde in dezen vorm. Toen de be-
teekenis van het gebeurde duidelijk werd.
is echter terstond met kracht ingegrepen
en zijn geprojecteerde verstoringen van
volgende vergaderingen daadwerkelijk
belet.
Bij de wanordelijkheden ter gelegenheid
van een vergadering van de vereeniging de
Dageraad te Utecht, zijn voor zoover ge
bleken geen departementsambtenaar
en ook geen kantonrechter-plaatsvervanger
betrokken geweest. Er is trouwens niets van
bekend, dat een ambtenaar van eèn der
departementen van algemeen bestuur,
waar dan ook, zou hebben deelgenomen
aan een ordeverstoring bij een vergade
ring of voorstelling. Hetgeen in het voor
loopig verslag wordt vermeld, doet ver
moeden, dat men het oog heeft op een
ordeverstoring bij een voorstelling te
Amsterdam, nu ongeveer een jaar geleden,
ter zake waarvan inderdaad een plaatsver
vangend kantonrechter uit Haarlem werd
aangehouden. Dienzelfden avond werd een
eveneens in overheidsdienst (niet bij een
der departementen I zijnd persoon aange
houden, wegens een onbeteekenend ver
grijp, waarvan niet is gebleken, dat het in
eenig verband stond met politieke gezind
heid. Voor eenigen maatregel is in dit
geval, voor zooveel dezerzijds bekend, geen
aanleiding gevonden. De bovenbedoelde
kantonrechter-plaatsvervanger is, toen zijn
ambtsperiode verstreken was, niet herbe
noemd.
De brochure getiteld „Geheime Mach
ten" had reeds de aandacht. Tegen den
uitgever wordt een gerechtelijk vooronder
zoek ingesteld.
Vreemdelingenrecht.
De bemoeiing van den minister is ge
richt op een zooveel mogelijk uniforme
toepassing van het verbod van politieke
actie voor vreemdelingen. Ontkend moet
worden, dat de door den Franschen oud-
minister Flandin gehouden redevoering
legen het nationaal-socialisme gericht was.
In verband met het bovenbedoelde ver
bod van politieke actie voor vreemdelingen
wordt, evenals in andere dergelijke geval
len. toegezien dat hier te lande gevestigde
vreemdelingen niet op eenige wijze aan het
blad „Der Deutsche Weg" medewerken Het
blad heeft ook daarvan afgezien de aan
dacht.
Inderdaad zijn eenige gevallen bekend
geworden van handelingen gepleegd met
het oogmerk om personen, hetzij met dezer
instemming, hetzij ook onder valsche voor
wendsels voor dienstneming in Spanje te
dirigeeren. Reeds is van regeeringswege
een waarschuwing tegen ronselaarspractij-
ken algemeen bekend gemaakt, waarbij er
tevens met nadruk op werd gewezen, dat
het treden in vreemden krijgsdienst zon
der Koninklijk verlof verlies van het
Nederlanderschap ten gevolge heeft. In
eenige gevallen werd tegen van aanwer
ving voor den krijgsdienst in Spanje ver
dachte personen proces-verbaal opge
maakt.
Het eventueel nemen van verder
strekkende maatregelen in verband met
dienstneming in Spanje vormt een on
derwerp van overleg met den minister
van buitenlandsche zaken.
Rechters die lid zijn van de N.S.B.
Het deed den minister genoegen te ver
nemen, dat vele leden het. vanzelfsprekend
achtten, dat hij weinig aangenaam is ge
troffen door de houding van sommige le
den der rechterlijke macht tegenover een
vereeniging waarvan het lidmaatschap
door de regeering voor ambtenaren werd
verboden. Zijn aanvankelijk oordeel, het
welk steun vindt in het advies van den
Hoogen Raad. hetwelk te zijner tijd aan
de Staten-Generaal zal worden overgelegd,
is, dat het in het leven roepen voor de zit
tende magistratuur van een regeling be
treffende het lidmaatschap van bepaalde
vereenigingen. die min of meer zou aan
sluiten aan die, geldende voor andere
ambtenaren, op niet te onderschatten be
zwaren zou stuiten. Intusschen kan men
zich afvragen, of artikel 11 ep ln het bij
zonder artikel 11, sub 3e, dér wiet op de
rechterlijke organisatie voldoende ruimte
biedt, om, bijaldien daaraan in de toekomst
behoefte mocht bestaan, maatregelen te
treffen tegen rechterlijke ambtenaren, wier
optreden het algemeen vertrouwen in de
rechtspraak ernstig zou schaden. Aangezien
en voorts ook uit anderen hoofde aanlei
ding bestaat, om de artikelen 11 tot en
met 14 en mogelijk ook nog enkele andere
bepalingen van de wet op de rechterlijke
organisatie te wijzigen of aan te vullen, ligt
het voor de hand deze materie in haar ge
heel nader te bezien.
De aandacht van de leden, die meenden
te moeten opmerken, dat onderscheidene
leden der rechterlijke macht een vooraan
staande plaats in een politieke partij in
nemen, zij er op gevestigd, dat dit punt
weinig ter zake dienende is. Aan de orde
is toch niet het zich bewegen door rech
terlijke ambtenaren op politiek terrein in
't algemeen, doch het lid zijn van bepaalde
politieke vereenigingen, omtrent welke de
regeering in verband met de toelaatbaar
heid van het lidmaatschap daarvan van
ambtenaren een zeer concreet en afwij
zend standpunt inneemt.
Dat de rechters, die aangesloten zijn bij
de nationaal-socialistische beweging, van
partijdigheid zouden moeten worden be
ticht, is van regeeringszijde niet te ken
nen gegeven.
Niet is gebleken, dat de leden van
de rechterlijke macht, het openbaar
ministerie hieronder begrepen, het ver
trouwen, dat de wet op de rechterlijke
organisatie op het stuk van vervullen
van buiten de rechtspraktijk vallende
nevenbetrekkingen van particulieren
aard in hen stelt beperkende voor
schriften dienaangaande ontbreken in
voormelde wet zouden hebben be
schaamd.
Administratieve rechtspraak.
Ten aanzien van de kosten, welke aan de
totstandkoming van een aanvullende ad
ministratieve rechtspraak zouden zijn ver
bonden, is de regeering, ook na overweging
van hetgeen ten vorigen jare bij de mon
delinge gedachtenwisseling in de Eerste
Kamer naar voren werd gebracht, niet kun
nen komen tot 'n meer optimistische ziens
wijze dan tot dusver net geval was. Een
raming van deze kosten valt zeer mrciüjk
te maken. Een taxatie van de jaarlijksche
kosten, aan de invoering van aanvullende
administratieve rechtspraak verbonden, is
f. 100.000 eer aan den lagen dan aan den
hoogen kant.
Ten aanzien van het onbevoegd uitoefe
nen der geneeskunst deelt de minister
mede, dat naar het gevoelen van den mi
nister van Sociale Zaken er geen aanlei
ding is om over te gaan tot het instellen
van een commissie, die te beoordeelen
heeft, of bepaalde personen een „persoon
lijke geneeskracht" bezitten, aangezien
wetenschappelijk het bestaan van een der
gelijke geneeskracht niet is aangetoond,
terwijl tevens een dergelijke beoordeeling
ten aanzien van „natuurheelmiddelen" niet
noodig is, daar deze door de geneeskundi
gen, waar zulks aangewezen is, geregeld
worden toegepast.
Auteurswet.
De moeilijkheden, die gerezen zijn bij de
toepassing der Auteurswet met betrekking
tot den radio-omroep, zijn een gevolg van
het tusschen de omroepvereenigingen en
het B.U.M-A. bestaande geschil over het be
drag, dat door eerstgenoemde jaarlijks aan
auteursrechten verschuldigd is.
De minister, het uiteraard ongewenscht
achtend, dat de onregelmatige toestand
voortduurt, pleegde reeds eerder overleg
met zijn ambtgenoot van binnenlandsche
zaken, teneinde de oplossing van het ge
schil zooveel doenlijk te bevorderen.
Voor de loterij ten bate van de in Am
sterdam te houden internationale tentoon
stelling, werd het uitloven van geldprijzen
noodig geacht. Hiertegen vormt art. 3 der
Loterijwet 1905 een bezwaar, zoodat een
wijziging dezer bepaling of een afzonder
lijke wet noodig was geweest.
De regeering heeft geen aanleiding kun
nen vinden, hiertoe haar medewerking te
verleenen, aangezien zulks niet mogelijk
was zonder afwijking van een der grond
slagen van het door haar gevoerd beleid.
Met het oordeel van de leden, die ver
scherping van straffen ook voor wat be
treft de economische misdrijven onder de
bestaande omstandigheden niet aanbeve
lenswaardig achtten en met de door deze
leden aangevoerde gronden, kan geheel
worden ingestemd.
Maatregelen tot doeltreffend toe
zicht op de belegging van aan onder
voogdij staande minderjarigen toebe-
hoorende gelden zullen bij het wets
ontwerp tot herziening van het bur
gerlijk kinderrecht worden voorgesteld.
De minister acht op dit oogenb'ik
geen voldoende reden aanwezig om de
kortelings voor de rechterlijke ambte
naren ingevoerde leeftijdsgrens te ver
lagen.