BINNENLAND SiroopFamel GRIEP 1 SCrachtige handhaving van het gezag ais cliïMqi Ë2 illfjfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 Februari 1937 Derde Blad No. 23589 'ft) |Tegen van politieke actie vreemdelingen Handelsmissie naar Zuid-Amerika. Een afscheidswoord van Minister Gelissen. |oe minister van handel, nijverheid en Iheepvaart prof. dr. ir. H C. J. H. Gelis- t, schrijft ons: ■ieder industrieel of handelsman zal het 1 ongetwijfeld mee eens zijn. dat het per- iHilijke contact tusschen leidende figuren it de industrieele- en handelswereld er ak veel toe heeft bijgedragen, om de nimercieele relaties tusschen de betref- nde ondernemingen te vergrooten. Igit goede, en door de ervaring van vele jién als zeer efficient in de industrieele-, jtrdels- en bankwereld gebleken gebruik, [terecht door regeeringen van vele landen jjergenomen. Men ziet dan ook naast het Ja de officieele vertegenwoordigers gelegde mtact. ministers, onderhandelingsdelega- Es en handelsmissies van verschillende nden besprekingen en onderhandelingen eren. met het doel het handelsvolume, of k liever het volume van het diensten- en ederenverkeer tusschen het bezochte en it bezoekende land voor zoover en zooveel gelijk uit te breiden en te vergrooten. I Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek. Wij mogen ons gelukkig prijzen, dat wij thans Hr. Ms. ambassadeur jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek en enkele eminente vertegenwoordigers uit de industrie-, en uit handels- en bank wezen, begeleid door vertegenwoordi gers der geïnteresseerde departementen en geassisteerd door den regeerings- gedelegeerde den heer A. Th. Lamping, directeur der handels-accoorden, bereid hebben gevonden een oriënteerings- en studie-reis naar Argentinië, Brazilië, Chili en Uruguay te maken. Onder leiding van jhr. van Karne beek zal onze delegatie, met de leidende figuren uit regeermgskringcn en uit het economische leven in de te bezoe ken landen, nagaan, of het mogelijk zal zijn de wederzijdsche economische en commercieele betrekkingen te vergroo ten. De regeering, de Neüerlandsche banken, industrie en handelswereld hebben samen gewerkt om de suggestie van het Neder- landschZuid Amerikaansch instituut (voorzitter dr. E. Heldring) een missie naar enkele Zuid-Amerikaansche landen te zen den, te verwezenlijken. Samen dragen zij de financieele lasten, mogen zij ook gezamen lijk de baten deelachtig worden, die de reis der missie ongetwijfeld zal opleveren. Met den wensch. dat haar werk evenzeer in het voordeel der bezochte landen als in dat van ons eigen land en zijn overzeesche gewesten zal zijn, moge ik, na onzen pio niers een voorspoedige reis te hebben ge- wenscht, dit korte afscheidswoord beslui ten.' Sympathie voor het plan-Deterding. Van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Men meldt ons: .In de jongste hooldbestuursvergadering van de Hollandsche Maatschappij v. Land bouw werd er de aandacht op gevestigd, dat ln vele persorganen een zoodanige cri- tiek op het plan-Deterdlng wordt uitge oefend. dat dientengevolge de heer Deter- ding voornemens zou zijn, elders dan ln Nederland zijn aankoopen te gaan doen. Waar het hoofdbestuur het ten zeerste zou betreuren, wanneer dit geschiedde, aangezien voor onze provincies de aankoo pen ontegenzeggelijk zoowel de kaas- als de rundvleeschprijzen voor een inzinking hebben behoed, heeft het hoofdbestuur be sloten, telegrafisch den heer Deterding nog maals van zijn sympatie met zijn streven te doen blijken, teneinde er daardoor wel licht toe te kunnen bijdragen, dat de aan koopen hier te lande niet worden stop gezet. Onder dagteekening van 13 Februari werd het volgende telegram aan den heer Deterding te Berlijn verzonden: „Het hoofdbestuur der Hollandsche Maatschappij van Landbouw te 's Gra- venhage gevoelt zich, in verband met elders gepubliceerde afbrekende uitla tingen gedrongen, U nogmaals de ver zekering te geven, dat het uw plan met buitengewone sympathie heeft begroet. Wij zijn er van overtuigd, dat het een grbot belang zoowel voor onzen land bouw als voor geheelNederland be- teekent." PROTEST TEGEN VERDERE UITBREIDING VAN HET SYSTEEM VAN ONBEWAAKTE OVERWEGEN. In een adres aan den minister-van water staat heeft de K.N.A.C. veTzocht aan plan nen tot verdere vervanging van afgesloten door niet afgesloten overwegen voorshands geen uitvoering te willen geven totdat meer algemeene maatregelen zijn getroffen voor een betere beveiliging van de onafgesloten overwegen. BESCHERMING TEGEN LUCHT AANVALLEN. De samenstelling der commissie. In het najaar 1936 is door de ministers van blnnenlandsche zaken, waterstaat cn defensie een huishoudelijke commissie in 't leven geroepen, die de opdracht heeft richt lijnen voor de bescherming van de scheep vaart tegen luchtaanvallen samen te stellen. Deze commissie bestaat uit de onder staande leden, waarvan aangewezen zijn door den minister van binnenlandsche zaken: P. H. A. de Ridder, luit.-gen. b.d., inspecteur voor de bescherming van de be volking tegen luchtaanvallen; door den mi nister van waterstaat: G. Mante, inspec teur voor de scheepvaart in algemeenen dienst; door den minister van defensie: ir, P. J. G. van Diggelen, chef van den technischen dienst der kustverlichting en jhr. T. M. van Suchtelen van de Haare, luit. ter zee le klasse, inspecteur in alge meenen dienst van het loodswezen; en door de Ned. ReedersvereenigingL. C. M van Eendenburg, administrateur van de' N.V. Ver. Ned. Scheepvaart-Maatschappij; en door de Ver. v Reeders van Visschers- vaartuigen „IJmuiden": ir. F. Thiel, vice- voorzltter der vereeniging, directeur van de N.V. Vtsscherij-Onderneming „De Vem". ke VISCHVANGST IN HET IJSSELMEER. Vergrooting van de verboden zóne. Door den heer van der Zaal zijn aan de ministers van waterstaat en van land bouw en visscherij de volgende vragen ge steld le. Is het juist, dat de verboden visch- zöne vanuit den Oostwal van het IJssel- meer van 3 tot 8 of in werkelijkheid tot 22 K.M. gebracht is? 2e. Zoo dit juist is, brengt deze maat regel dan niet het bezwaar met zich, dat de visschers aan den Oostwal niet meer ln staat zullen zijn om des avonds na 5 uur op aas te visschen voor het hoekwant? 3e. Achten de minister niet het gevaar aanwezig, dat bij het inperken der visch- gronden het gedeelte van het IJsselmeer, dat voor bevrssching overblijft, zóó klein zal worden, dat niet alle visschers hun brood zullen kunnen verdienen? 4e. Indien vraag 3 bevestigend beant woord wordt, welke tegemoetkoming zullen dan de IJsselmeervisschers ingevolge de Zuiderzeesteunwet ontvangen om in het levensonderhoud van het gezin te kunnen voorzien? DE SPOORWEGTUNNELS EN HET VERKEER DOOR UTRECHT. De spoorwegwerken te Utrecht zijn thans zoover gevorderd, dat vanwege de Neder- landsche Spoorwegen begonnen is met de werkzaamheden aan en nabij den Leidsche weg. Tot deze werken behoort o.m. de ver breeding van de overbrugging van den Leidscheweg en van den Leidsche Rijn De overbrugging van dê® middelste en diepste tunnel, die tijdens de uitvoering in gebruik moet blijven, is als een tijdelijk werk te beschouwen, dat later door een zandaan- vulling wordt vervangen, zoodra de in het verlengde van de Kanaalstraat te maken tunnel voor het verkeer zal zijn openge steld. Een en ander is in het belang van het zeer intense verkeer, naar en van de richtingen Den Haag, Rotterdam en Leiden. B. en W. van Utrecht vragen in dit ver band den raad vrijheid tot het verleenen van een bouwvergunning, daarbij opmer kende. dat aan de vergunning de voor waarde is verbonden, dat voor de instand houding van het verkeer overleg zal wor den gepleegd met de daarbij betrokken ge meentelijke diensten. Msb Herv. (Geref.) Staatspartij. Jaarlijksche vergadering te Utrecht. Ds. Lingbeek gehuldigd en weer als no. 1 op de candidaten- lijst geplaatst. Gisteren heeft de Hervormde (Gerefor meerde» Staatspartij te Utrecht haar jaar lijksche vergadering gehouden onder voorzitterschap van ds. H. E. Gravemeijer, aldus meldt de „N.R.Crt". Deze hield een openingsrede naar aanleiding van Gal. 5: „Staat dan in de vrijheid, waarmee Chris tus u heeft vrijgemaakt", Spr. betoogde, dat de vrijheid aan alle kanten in ons vaderland hoe langer hoe meer wordt be dreigd. Ds. C. T. Willekes en D. B. Michon wer den met algemeene stemmen als leden van het hoofdbestuur herkozen. Tot alge een 'secretaris werd, wegens het bedan- en van den heer Peereboom, de heer Chr. L. Harry van te Amsterdam benoemd, te voren waarnemend secretaris. Ook de voor zitter, ds. Gravemeijer, werd met alge meene stemmen herkozen. Hierna had een korte plechtigheid plaats, waarbij de voorzitter aan ds, Lingbeek ter gelegenheid van zijn 70en verjaardag een gouden vulpen aan bood, waarvoor deze met enkele woor den geroerd bedankte. Ds. Lingbeek werd wederom met algemeene stemmen als No. 1 op de Candidatenlijst geplaatst voor de aan staande verkiezingen. Besloten werd de eigen lijsten niet te verbinden met de groep hervormde anti-revolutionairen van prof. dr. Hugo Visscher. In dé middagvergadering werd eerst een telegram van hulde gezonden aan de Ko ningin, waarbij Haar een behouden thuis komst werd gewenscht. Daarna werden nog eenige vragen be handeld. De af deeling Groningen bracht de kleu ren van de nationale vlag ter sprake, welk vraagstuk bijzonder actueel is geworden sedert de bekendmaking van het voor nemen der regeering om het rood-wit-blauw bij Koninklijk besluit tot onze nationale vlag te verklaren. Men zag daarin niet enkel een poging tot kleurverandering van de vlag. maar ook een poging om de groote daden Gods in onze historie te verdonkere manen, hetgeen een aanstoot moet zijn aan ons Oranjehuis. Het is een hernieuwde verwerping van Gods Woord. De zegenin gen Gods zijn immers steeds aan ons volk bewezen onder de kleuren oranje, wit en blauw. Algemeen bleek men van gevoelen, dat het onjuist was de oude geuzenvlag af te schaffen. Gevraagd werd, of het dan in de toekomst verboden zou zijn deze vlag uit te steken. Het voorstel werd gedaan, een request aan de regeering of aan de Koningin te sturen, met het verzoek, dit plan niet uit te voeren'. De vergadering besloot deze aangelegen heid in handen te stellen van het hoofd bestuur. Daarna hield het lid der Tweede Kamer ds. C. A. Lingbeek een causerie over: „De Hervormd- geref ormeerde Staatspartij en de Staat". De H.G.S. is gesticht om Gods Woord niet alleen in de kerk, maar ook in het parlement te laten hooren. Sommigen zeg gen: het beginsel van de H.G.S. is wel goed, maar wat hebben we bereikt? We moeten echter niet eerst vragen naar suc ces, maar naar de bedoelingen. Het succes van dr. Kuyper is geweest, dat nu Rome aan de regeering is gekomen. De schoonste voorkomt Siroop Famel ernstige gevolgen, doet hoest bedaren, maakt het slijm los! Vraaot het oordeel van Uw dokter I Bij Apothekers en Drogisten 1160 groote flacon kleine flacon I 1.1 5 I (Inzez. Med.) vruchten van de coalitie waren voor Rome; het is hier voor Rome het neusje van den zalm. Wat succes schijnt, is nog geen succes en een schijn van vruchteloos wer ken is nog geen vruchteloos werken. Het is met de coalitie gegaan als met het sprookje van het jongetje, dat met een zwaan wandelde en door een sim pel bevel ieder, die de zwaan aan raakte, daaraan kon laten vastkleven. De paus wandelde met een zwaan door het land. Dr. Kuyper kwam langs en zeide: „Wat is dat een mooie zwaan". „Zwaan kleef aan", riep de paus en dr. Kuyper zat vast. Toen kwam d r. De Visser en die gaf dr. Kuyper een hand. „Zwaan kleef aan", riep weer de paus en ook dr. De Visser zat vast. Daarna kwamen de christelijke onderwijzers en die raakten nok aan de coalitie vast. Zij hebben er voordeel van gehad, maar wanneer de H.G.S. nu pleit voor den bijbel op de openbare school, dan roe pen de christelijke onderwijzers moord en brand. De tegenstand tegen dit denkbeeld komt het meest van anti revolutionaire en christelijk-histori- sche zijde. Men vraagt wel eens, of het niet beter eou zijn, zich aan te sluiten bij de C.-H. Unie, en daar den strijd voor het protestan tisme voort te zetten. Zulke menschen zijn wel heel dom. dat ze geen verschil zien tusschen de C.-H. Unie en de H.G.S. Het is met de coalitiepartijen, als het om de christelijke beginselen gaat, ja met den mond, ja in de krant en ja op politieke vergaderingen, maar neen als het op daden aankomt, neen in het parlement, neen in het ministerie. De heer Krijger heeft in een vergadering der C -H Unie gesproken van David en Goliath. De laatste was: het communisme, het fascisme en de N.S.B. Dan was de paus zeker Jonathan! De C.-H. Unie wil aan Gods Woord geen invloed toekennen bij het besturen van den staat. Al wat zich kerk noemt, stellen ze op één lijn. En de millioenen. die de R.-K. kerk door middel van de kloosterlingen-onderwijzers in den schoot worden geworpen, blijven geven. De bedoeling is, om in het Nederland, dat neutraal en godsdienstloos wordt gehouden, samen de buit te verdeelen. Ds Dijkstra heeft aan spr met ster vende hand toegewenscht, dat hij een sta len voorhoofd en een diamanten hart zou hebben. Spr. eindigde met de hoop uit te spreken, dat de geheele H.G.S. een stalen voorhoofd en een diamanten hart zou heb ben, ter verdediging van haar beginselen. Vóór de sluiting der vergadering sprak ds. K. H E. Gravemeijer een slotwoord over de H.G.S. en de as. verkiezingen. Memorie van antwoord inzake justitie. Verschenen is de memorie van ant- :«rd op het voorloopig verslag der Eerste imer over het ontwerp van wet tot vast- felUag van hoofdstuk 4 i departement van tstitie) der rijksbegrooting voor het Benstjaar 1937. ffiraan is het volgende ontleend. L Ten aanzien van het wetsontwerp tot hening van het burgerlijk kinderrecht, Wrin mede een nadere regeling van de «tie van het natuurlijk kind is begre- kan worden medegedeeld, dat dit ont- |!tP thans in het laatste stadium van "bereiding verkeert. Ook de indiening van een ontwerp tot Afding van de stichtingen zal naar ver- 1|™t mag worden, niet lang op zich be- **cn te laten wachten. «et gereed komen van een wetsontwerp, fWende bepalingen omtrent de ver- verzekering van eigenaars en hou- Iw van motorrijtuigen tegen de gevolgen I,®ncr wettelijke aansprakelijkheid, wordt I ®cel mogelijk bespoedigd, juvorens de wet op de weerkorpsen in kan treden is het noodzakelijk de l'tkina ÏJW'Se voorschriften ter uitvoering daar- vast. te stellen. Ter zake heeft het r®8e overleg plaats tusschen de depar- •ffnten van binnenlandsche zaken, lltartÜ en verwachting be- 11,. ost die uitvoeringsregeling spoedig I stind komt. Handhaving van het gezag. .De instemming, door verscheidene 'etlen betuigd met de wijze, waarop het gezag wordt gehandhaafd, in het Knder tegenover hen, die de vrij heid van meeningsuiting misbruiken, Was den minister zeer aangenaam. Het openlijk zelfs georganiseerd ter roristisch optreden van een aantal aanhangers van de Nationeel-Socialis- tische Beweging dwingt tot reactie: de regeering is voor handhaving van de openbare orde aansprakelijk en kan niet dulden, dat een kleine minderheid deze stelselmatig tracht te verstoren. De wijze, waarop men van de zijde van de Nationaai-Socialistische Beweging gepoogd heeft bijeenkomsten van tegen standers te verstoren door handelingen, welke In het wetboek van strafrecht duide lijk ais misdrijf worden strafbaar gesteld, heeft de politieele en justitieele autoritei ten het eerste oogenblik verrast. Men was niet voorbereid op revolutionnair optreden van die zijde in dezen vorm. Toen de be- teekenis van het gebeurde duidelijk werd. is echter terstond met kracht ingegrepen en zijn geprojecteerde verstoringen van volgende vergaderingen daadwerkelijk belet. Bij de wanordelijkheden ter gelegenheid van een vergadering van de vereeniging de Dageraad te Utecht, zijn voor zoover ge bleken geen departementsambtenaar en ook geen kantonrechter-plaatsvervanger betrokken geweest. Er is trouwens niets van bekend, dat een ambtenaar van eèn der departementen van algemeen bestuur, waar dan ook, zou hebben deelgenomen aan een ordeverstoring bij een vergade ring of voorstelling. Hetgeen in het voor loopig verslag wordt vermeld, doet ver moeden, dat men het oog heeft op een ordeverstoring bij een voorstelling te Amsterdam, nu ongeveer een jaar geleden, ter zake waarvan inderdaad een plaatsver vangend kantonrechter uit Haarlem werd aangehouden. Dienzelfden avond werd een eveneens in overheidsdienst (niet bij een der departementen I zijnd persoon aange houden, wegens een onbeteekenend ver grijp, waarvan niet is gebleken, dat het in eenig verband stond met politieke gezind heid. Voor eenigen maatregel is in dit geval, voor zooveel dezerzijds bekend, geen aanleiding gevonden. De bovenbedoelde kantonrechter-plaatsvervanger is, toen zijn ambtsperiode verstreken was, niet herbe noemd. De brochure getiteld „Geheime Mach ten" had reeds de aandacht. Tegen den uitgever wordt een gerechtelijk vooronder zoek ingesteld. Vreemdelingenrecht. De bemoeiing van den minister is ge richt op een zooveel mogelijk uniforme toepassing van het verbod van politieke actie voor vreemdelingen. Ontkend moet worden, dat de door den Franschen oud- minister Flandin gehouden redevoering legen het nationaal-socialisme gericht was. In verband met het bovenbedoelde ver bod van politieke actie voor vreemdelingen wordt, evenals in andere dergelijke geval len. toegezien dat hier te lande gevestigde vreemdelingen niet op eenige wijze aan het blad „Der Deutsche Weg" medewerken Het blad heeft ook daarvan afgezien de aan dacht. Inderdaad zijn eenige gevallen bekend geworden van handelingen gepleegd met het oogmerk om personen, hetzij met dezer instemming, hetzij ook onder valsche voor wendsels voor dienstneming in Spanje te dirigeeren. Reeds is van regeeringswege een waarschuwing tegen ronselaarspractij- ken algemeen bekend gemaakt, waarbij er tevens met nadruk op werd gewezen, dat het treden in vreemden krijgsdienst zon der Koninklijk verlof verlies van het Nederlanderschap ten gevolge heeft. In eenige gevallen werd tegen van aanwer ving voor den krijgsdienst in Spanje ver dachte personen proces-verbaal opge maakt. Het eventueel nemen van verder strekkende maatregelen in verband met dienstneming in Spanje vormt een on derwerp van overleg met den minister van buitenlandsche zaken. Rechters die lid zijn van de N.S.B. Het deed den minister genoegen te ver nemen, dat vele leden het. vanzelfsprekend achtten, dat hij weinig aangenaam is ge troffen door de houding van sommige le den der rechterlijke macht tegenover een vereeniging waarvan het lidmaatschap door de regeering voor ambtenaren werd verboden. Zijn aanvankelijk oordeel, het welk steun vindt in het advies van den Hoogen Raad. hetwelk te zijner tijd aan de Staten-Generaal zal worden overgelegd, is, dat het in het leven roepen voor de zit tende magistratuur van een regeling be treffende het lidmaatschap van bepaalde vereenigingen. die min of meer zou aan sluiten aan die, geldende voor andere ambtenaren, op niet te onderschatten be zwaren zou stuiten. Intusschen kan men zich afvragen, of artikel 11 ep ln het bij zonder artikel 11, sub 3e, dér wiet op de rechterlijke organisatie voldoende ruimte biedt, om, bijaldien daaraan in de toekomst behoefte mocht bestaan, maatregelen te treffen tegen rechterlijke ambtenaren, wier optreden het algemeen vertrouwen in de rechtspraak ernstig zou schaden. Aangezien en voorts ook uit anderen hoofde aanlei ding bestaat, om de artikelen 11 tot en met 14 en mogelijk ook nog enkele andere bepalingen van de wet op de rechterlijke organisatie te wijzigen of aan te vullen, ligt het voor de hand deze materie in haar ge heel nader te bezien. De aandacht van de leden, die meenden te moeten opmerken, dat onderscheidene leden der rechterlijke macht een vooraan staande plaats in een politieke partij in nemen, zij er op gevestigd, dat dit punt weinig ter zake dienende is. Aan de orde is toch niet het zich bewegen door rech terlijke ambtenaren op politiek terrein in 't algemeen, doch het lid zijn van bepaalde politieke vereenigingen, omtrent welke de regeering in verband met de toelaatbaar heid van het lidmaatschap daarvan van ambtenaren een zeer concreet en afwij zend standpunt inneemt. Dat de rechters, die aangesloten zijn bij de nationaal-socialistische beweging, van partijdigheid zouden moeten worden be ticht, is van regeeringszijde niet te ken nen gegeven. Niet is gebleken, dat de leden van de rechterlijke macht, het openbaar ministerie hieronder begrepen, het ver trouwen, dat de wet op de rechterlijke organisatie op het stuk van vervullen van buiten de rechtspraktijk vallende nevenbetrekkingen van particulieren aard in hen stelt beperkende voor schriften dienaangaande ontbreken in voormelde wet zouden hebben be schaamd. Administratieve rechtspraak. Ten aanzien van de kosten, welke aan de totstandkoming van een aanvullende ad ministratieve rechtspraak zouden zijn ver bonden, is de regeering, ook na overweging van hetgeen ten vorigen jare bij de mon delinge gedachtenwisseling in de Eerste Kamer naar voren werd gebracht, niet kun nen komen tot 'n meer optimistische ziens wijze dan tot dusver net geval was. Een raming van deze kosten valt zeer mrciüjk te maken. Een taxatie van de jaarlijksche kosten, aan de invoering van aanvullende administratieve rechtspraak verbonden, is f. 100.000 eer aan den lagen dan aan den hoogen kant. Ten aanzien van het onbevoegd uitoefe nen der geneeskunst deelt de minister mede, dat naar het gevoelen van den mi nister van Sociale Zaken er geen aanlei ding is om over te gaan tot het instellen van een commissie, die te beoordeelen heeft, of bepaalde personen een „persoon lijke geneeskracht" bezitten, aangezien wetenschappelijk het bestaan van een der gelijke geneeskracht niet is aangetoond, terwijl tevens een dergelijke beoordeeling ten aanzien van „natuurheelmiddelen" niet noodig is, daar deze door de geneeskundi gen, waar zulks aangewezen is, geregeld worden toegepast. Auteurswet. De moeilijkheden, die gerezen zijn bij de toepassing der Auteurswet met betrekking tot den radio-omroep, zijn een gevolg van het tusschen de omroepvereenigingen en het B.U.M-A. bestaande geschil over het be drag, dat door eerstgenoemde jaarlijks aan auteursrechten verschuldigd is. De minister, het uiteraard ongewenscht achtend, dat de onregelmatige toestand voortduurt, pleegde reeds eerder overleg met zijn ambtgenoot van binnenlandsche zaken, teneinde de oplossing van het ge schil zooveel doenlijk te bevorderen. Voor de loterij ten bate van de in Am sterdam te houden internationale tentoon stelling, werd het uitloven van geldprijzen noodig geacht. Hiertegen vormt art. 3 der Loterijwet 1905 een bezwaar, zoodat een wijziging dezer bepaling of een afzonder lijke wet noodig was geweest. De regeering heeft geen aanleiding kun nen vinden, hiertoe haar medewerking te verleenen, aangezien zulks niet mogelijk was zonder afwijking van een der grond slagen van het door haar gevoerd beleid. Met het oordeel van de leden, die ver scherping van straffen ook voor wat be treft de economische misdrijven onder de bestaande omstandigheden niet aanbeve lenswaardig achtten en met de door deze leden aangevoerde gronden, kan geheel worden ingestemd. Maatregelen tot doeltreffend toe zicht op de belegging van aan onder voogdij staande minderjarigen toebe- hoorende gelden zullen bij het wets ontwerp tot herziening van het bur gerlijk kinderrecht worden voorgesteld. De minister acht op dit oogenb'ik geen voldoende reden aanwezig om de kortelings voor de rechterlijke ambte naren ingevoerde leeftijdsgrens te ver lagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9