Sneeuwklokje
het groote park van het paleis en toen
was gravin Symfaroza eventjes op een bank
gaan zitten om uit te rusten, want het was
zóó warm. En toen was zij, Serafientje, bij
cngeluk een klein hekje uit geloopen en
achter het park terechtgekomen. En daar
had ze zooiets leuks gezien: een heele
troep jongens en meisjes met school tas-
schen in de hand of op den rug. En die
hadden natuurlijk niet geweten, dat zij
prinses Seraf ientje was en haar van alles
verteld: dat ze iederen dag naar school
gingen om te leeren en welke spelletjes ze
allemaal deden en nog veel meer. En één
van de meisjes heette Grietje Gort en die
was hard weggeloopen en had geroepen:
..O, ik moet nog aardappelen schillen voor
Moeder!" En toen had Seraf ientje niet
eens weer zoo gauw kunnen vragen, wat
aardappelen waren en dat wou ze toch zóó
giaag weten, en
Toen ze zoover gekomen was, legde de
prinses haar hoofd op de armen en begon
hard te snikken.
..Maar kindje maar kindje!" zuchtte
Loning Fladivarius wanhopig en koningin
Lamentinia zei: „Ze is heelmaal overstuur,
dat lieve schepseltje!"
„Luister eens. Serafientje", zei toen de
koning zoo streng als hij kon. ,Hou nu op
met huilen en vertel. wat je eigenlijk
wilt
..Tets te doen hebben.... leeren uit de
boekjessommen maken.... aard-
apoelen schillen...." snikte de prinses.
Het hart van den koning werd bijna
week bij die smeekbeden van zijn kind.
Ja dat alles had hij vroeger ook weieens
gewild, behalve dan het aardappelen
schillen. Maar er stond niets van in het
Hofnrotocol en dus....
..Wat je wilt is onmogelijk", verklaarde
hij plechtig.
„Totaal onmogelijk!" verzekerde ook de
koningin.
„Waarom, o. waarom dan?" huilde Se
rafientje.
„Het Hofprotocolzeiden toen de
Koning en de koningin tegelijk met som
bere grafstommen „Het Hofprotocol
Maar nu werd Serafientje heelemaal
voedend. ..Dat nare. papieren ding, met
rie gouden sloten, dat zoo duf ruikt!" riep
z? uit. ..Ik ik wou. dat het in den vij-
v viel! Ik wou, dat het verbrandde! Ik
.Zwijg!" zei de koning. „Geen woord
r- -.er!" En de koningin was van schrik en
tzettine flauw gevallen en moest met
ncurige olie van Duizendschoontjes wor
den bijgebracht.
's Middags was prinses Serafientje weer
heelemaal vroolijk. Ze had haar betraand
gezichtje door haar kamermeisjes laten
afwasschen en haar zachte blonde haren
neties laten opmaken.
„Mevrouw de gravin", vleide ze toen te
gen de hofdame, „gaat u mee een eindje
v. andelen in het park? Het staat in het
HorDrotocol".
„Werkelijk Hoogheid? Nu, dan gaan we
maar direct", zei mevrouw Symforoza. En
Serafientje deed achter haar rug een paar
danspasjes van pleizier. Toen ze een poos
je gewandeld hadden, hoorde de prinses
vlak buiten het park. bij het hek. bekende
geluiden Ze keek eens tersluiks door de
stijlen: ja. daar zat weer het heele troepje
jongens en meisjes in het gras en Grietje
Gort was er ook bij. En opeens kwam een
echt dol plan in Ssrafientje's hoofdje op!
..'t Is zoo warm. mevrouw de gravin, wilt
u niet eventjes rusten?" vroeg ze heel
vriendelijk.
„Ja, Hoogheid, dat kon ik wel doen". En
de gravin zette zich op een bank en stak
haar parasol op. En nu wachtte Serafien
tje tot ze zag, hoe de hofdame zachtjes
begon te knikkebollen.... één voorzichtig
stapjenog één.... de gravin hoorde
niets.nog drie stappen en ze was bij
het hekje.... Nu vlug het hekje openge-
caan ende kleine prinses zette het op
een loopen zoo hard ze maar kon! Ze zag
de kinderen juist een hoek omgaan en kon
ze dus nog net inhalen. En terwijl ze ach
ter hen aan holden, riep ze hijgend: „Grie
tje Gort. Grietje Gort. wacht toch even!"
Eén meisje hoorde het en keerde zich
om. Ja, dat was Grietje Gort.
„Wat is er?" vroeg ze.
•Wat.wat zijn aardappelen?" hijg
de 't prinsesje. En toen kwamen alle kin
deren er bij staan en waren heel erg ver
baasd, dat het mooie blonde meisje niet
eens wist, wat aardappelen waren!
„Wat eet jij dan thuis?" vroeg Grietje.
„Beschuitjes met...." maar toen zweeg
Serafientje opeens en kreeg een kleur. Ze
wilde voor geen geld, dat de kinderen zou
den merken, dat zij de prinses van Rus-
Ligrijk was.
„Hoe heet je?" vroeg Grietje verder, „en
waar ga je heen?"
„Fientje. Ik wandel maar zoo'n beetje.
Wil ik je thuisbrengen?"
„Mij best", zei Grietje. „Wat heb je een
mooie jurk aan, zeg."
„Oheel gewoon", zei Fientje. En
ze begon gauw over iets anders te praten.
In het palies van koning Fladivarius den
elfden heerschte de allervreselijkste op
winding: Prinses Serafientje was weg!
De Koningin zat handenwringend op
den troon en had zich reeds twaalf keer
een schoonen zakdoek laten brengen om
haar oogen te betten en de zeven kamer
dienaren des konings waren al een half
uur bezig, te trachten, den koning, die zijn
middagslaapje deed. wakker te krijgen.
Eindelijk gelukte dit en kwam Zijne Ma
jcsleit doodelijk ontsteld de ontvangzaal
binnenstappen. Zelfs de vier kleine blond-
lokkige pages, die zijn mantel ophielden,
hadden dikke tranen in de oogen.
„Doorluchtige Majesteit", zuchtte de ko
ningin op droevigen toon, „wat moeten we
toch beginnen!"
De koning nam naast haar op den troon
plaats, zette met bevende handen zijn kroon
recht, en tikte driemaal met zijn scepter
op den grond. Een dienaar verscheen.
„Laat onmiddellijk minister Archivarius
voepen en verzoek hem, het Hofprotocol
mee te brengen", beval de koning.
Aldus geschiedde. Nog geen vijf minuten
later verscheen de minister diep buigende
voor den troon. Twee pages, die drie me
ter achter hem aan kwamen, droegen het
dikke, zware boek met de gouden sloten.
Twee pages droegen het dikke boek
met de gouden sloten.
„Archivarius", zei de koning op angsti-
gen toon, „ik verzoek u onmiddellijk hier
ter plaatse het protocol op te slaan en te
kijken wat wij moeten doen, ingeval een
prinses uit het Rustigrijksche vorstenhuis
uit het ouderlijk paleis wegloopt!"
„Wegloopt?" stotterde de minister,,
„maa;
„Zwijg, geen woord meer! Raadpleeg 't
protocol!"
De minister begon haastig te bladeren,
terwijl een doodsche stilte in de ontvang
zaal viel. De koning en de koningin, de
hofdames, de lakeien en de kleine pages
hielden hun adem in en keken met ang
stige oogen naar den minister. Een half
uur ging voorbij. Toen sloeg minister Ar
chivarius het boek dicht.
„Nu?" vroeg de koning.
De minister liet zich op één knie voor
den troon neder en zei met fluisterende,
gebroken stem; „Het spijt mij. Uwe door
luchtige Majesteit te moeten meedeelen,
dat er nog nooit eerder een prinses nit het
Rustigrijksche vorstenhuis is weggeloopen
En dus
„En dus kunnen wij niets doen!" snikte
te koningin. „O, Majesteit, mijn arm
kind!" En ze verborg snikkend het gelaat
in de handen, terwijl alle hofdames even
eens in tranen uitbarstten. Maar de koning
van Rustigrijk. huilde niet. Hij had zich
plotseling in zijn volle lengte op den
troon verheven. Hij zag eruit of hij nu
pas wakker was geworden en hij bulderde
den minister toe: „Dus gij wilt beweren,
dat ik mijn kind. mijn lief klein Serafien
tje. moet verliezen om een protocol, om
dat dikke boek met de gouden sloten, dat
zoo duf ruikt? Dat nooit! Dat nooit!"
„Maar Majesteit, hoor mij aan...."
Klokje met Je blanke blaadjes
Eivje groene steeltje,
Kom je zoomaar nit den grond
Nu de sneeuw nog ligt in 't ro
Klokje, da's heel ongezond!
Rakkertje, wat scheelt je?
Meisje met je 100de car>e'tje.
Aardig eigenwijsje,
Luister, 't wordt haast lentetij.
Winter .is, zoo straks voorbij,
En mijn klokje klingelt blij
't Eerste lentewijsje!
I
..Neen. zwijg" zei de koning vol
heid. „Ik beveel dat onmiddellijk
mannen te paard zullen worden
den om prinses Serafientje te zo
ik beveel verder, dat het Hofpro
worden verbrand!"
De hofhouding sidderde als ee
blad. En koningin Lamentinia en
Archivarius zaten stofstijf, als c
bliksem getroffen, terwijl hun liai
zaam ten berge rezen.
Den volgenden morgen reden tv
nen te paard voorbij het huisje va
Gort in een stil, eenvoudig stra
de hoofdstad. En ze riepen luide,
ciie prinses Serafientje vond en irf-
leis terugbracht, duizend gulden
zou ontvangen. Het prinsesje
nacht bij haar nieuw vriendinnel
pen. nadat ze verteld had, dat ze
was weggeloopen. Maar Grietje
ouders wisten nog altijd niet. wi<
Maar nu kwam ze opeens met
Gort en haar zusje Antje op de st
en riep heel hard, zoodat ieder h<
kon: „Hier is prinses Serafientj
maar, dat je haar krijgt!"
De dienaren schrokken ervan,
den nooit geweten, dat de prin
brutaal meisje was. En één van
eerbiedig: „Hoogheid, U moet d
naar het paleis."
„Nee hoor!" zei Serafientje.
„Maar Hoogheid, verlangt U
naar Uwe doorluchtige vader en
Toen werd Serafientje wel d
Maar dan zei ze dapper: „Vraag
de Koning zelf hier wil komen,
jullie ga ik beslist niet mee."
Dienzelfden dag nog kwam
zelf en hij sloot zijn stout meisj
en snikkend in de armen.
„Lieve, lieve Vader!" juichte
van het protocol?"
„Het protocol?" zei de Koning
„het protocol is verbrand!"
„Verbrand! O Vaderen n
ook lessen leeren en spelletjes
aardappels schillen net als Griet
„Alles, alles wat je maar wilt
geitje!'
a:
)r
ie
a
Zoo eindigde de geschiedenis
groote Hofprotocol. Maar de ge
van Serafientje eindigt nog lani
werd een heel knap en verstan
en haar vriendinnen Grietje en A
kwamen nog vaak bij haar spcle
En koning Fladivarius de elfd<
zijn luiheid heelemaal kwijt. Hij
pas echt te regeeren en het lan
rijk kwam tot grooten bloei. En
ik hooren vertellen, dat hij ied
gen een langen neus trok tege
tretten der tien vorige Fladivari
hem zóó lang voor 't lapje hadd a
den. Maar vertel dit maar ni
want 't lijkt me érg raar voor e< fi
Jullie ook niet?
R. DE RUYTER—v.