Jaargang
Zaterdag 13 Februari 1937
I
«sT
„Wat wat zijn aardappelen?" hijgde 't prinsesje.
itigrijk, een land hier heel ver
regeerde eens een koning, die
us de Elfde heette. Zijn vader
hem geregeerd had, was Fladiva-
tlende geweest, zijn grootvader
as de negende, zijn overgroot-
divarius de achtste, en zijn bet-
vader Fladivarius de zevende. Al
livariussen hadden op hun beurt
van Rustigrijk geregeerd met nog
te Fladivariussen vóór hen.
tretten van al die tien koningen,
voeten uit geschilderd, hingen In
ontvangzaal van het paleis: vijf
ussen aan den eenen en vijf aan
Ten kant. lederen morgen, als ko-
divarius de elfde met hulp van zijn
imerdienaren uit zijn praalbed was
en zich had laten aankleeden,
de breede vleugeldeuren van de
ütvangzaal wijd opengeworpen en
koning met de kroon op 't hoofd
id in zijn hermelijnen staatsie
die door vier kleine blondlokkige
W opgehouden, plechtig de zaal
Eerst deed hij dan vier stappen
*n, vervolgens maakte hij een
Wng voor al de Fladivariussen bij
daarna schreed hij langzaam en
de rij langs en sprak:
n morgen, doorluchtige majesteit
is de eerste, ook goeden morgen,
majesteit Fladivarius de
to u, doorluchtige majesteit Fla-
de derde, eveneens goeden mor-
nadat hij zoo al zijn doorluchtige
goeden morgen had gewenscht,
achterwaarts buigende terug tot
aan de deur en sprak: .Doorluchtige Ma
jesteiten, ik hoop vandaag weer onberis
pelijk en precies zóó te regeeren, als gij
dit vóór mij hebt gedaan".
Vervolgens draaide de koning zich bui
gende om. de vier pages beurden den zwa-
rcn sleep van zijn staatsiemantel over den
drempel en de breede vleugeldeuren van
de ontvangzaal vielen geruischloos toe
Waarom koning Fladivarius de elfde dit
allemaal deed, zul je vragen? Ja, lieve
kinderen, dat moest hij nu eenmaal doen,
omdat het in het Hofprotocol stond.
Het Hofprotocoldat was een héél
zwaar en dik boek met twee geweldige
gouden sloten erop. Het lag in de kast van
den eersten minister Archivarius en alles,
wat de vorige tien koningen iederen dag
van het jaar gedaan hadden en wat ko
ning Fladivarius de elfde dus ook moest
doen, stond er haarfijn in beschreven.
Vond koning Fladivarius dat dan niet
vreeselijk vervelend? wil je stellig weten.
Och neen, nu niet meer. Hij was er al aan
gewend geraakt. Als er een beslissing moest
worden genomen, dan gaapte hij eens en
zei tegen den ouden minister Archivarius:
„Kijk maar in 't protocol" en daarmee
was dan de zaak afgedaan. De koning riep
zijn zeven kamerdienaars, liet zich zijn
kroon afzetten en zijn mantel afnemen en
ging een dutje doen
Eens op een morgen was het prachtig
zonnig weer. De paradijsvogels, die bij
honderden in den paleistuin rondvlogen,
zongen een lustig liedje en de lucht was
zoo blauw als een porceleinen schoteltje.
Van de ontvangkamer begaf koning
De prijzen der grooteren
zijn bij loting toegekend
aan:
TINI GIJZENIJ. 11 jaar
PIET ARNOLDUS, 11 jaar
De prijzen der kleineren
zijn bij loting toegekend
aan:
ELLY v. d. BOOGAART,
8 jaar
JOPIE SERLIER, 10 jaar
De prijzen kunnen aan ons
Bureau worden afgehaald
a.s. Woensdag tusschen 12
uur en halfeen of tusschen
4 en 5 uur. Red. L. D.
Fladivarius zich naar de groote eetzaal,
waar zijn gemalin koningin Lamentinia
en hun eenig dochtertje prinses Serafien-
tje reeds op hem wachtten. De koningin
stond nog achter haar stoei, terwij] vier
kleine zwartlokkige pages den sleep van
haar staatsiegewaad, die tien meter en ze
ven centimeter lang was, vasthielden en
maakte drie diepe buigingen, evenals het
prinsesje,
Goeden morgen, doorluchtige Majes
teit" zeiden beiden en toen de koning hen
ook goeden morgen had gewenscht, gin
gen ze alle drie aan tafel zitten. De koning
iiet. zich driemaal bedienen van een heer
lijke pastei, gemaakt van kikkerboutjes,
nachtegaaltongetjes en honing met slag
room. doch de koningin at enkel een be
schuitje met een paar geconfijte vlinder
vleugeltjes en het prinsesje Seraflentje,
een fijn blond meisje van acht jaar wilde
hcelemaal niets eten, zelfs niet een stuk
je roompudding met vla van blauwe viool
tjes. Het prinsesje was boos en verdrietig
en twee dikke tranen liepen langs haar
wangen en vielen op haar gouden bordje.
„Waarom eet mijn kindje niet?" vroeg
de koning bezorgd en de koningin zuchtte
diep en begon ook haast te huilen.
„Kom, kom.wat is er?" vroeg de ko
ning verder.
„Hare Hoogheid de prinses heeft malle
ideëen in haar doorluchtig hoofdje", klaag
de de koningin. „Heel malle ideëen. Ver
beeld je. Doorluchtige Majesteit: Zij wil
iets te doen hebben!"
„Iets te doen!" riep de koning verbaasd.
Maar.maar ik kan toch niet gelooven,
dat mijn kindje wil gaan werken of leeren
of zich moe maken!"
„Ja, ja", riep het prinsesje opeens ver
rukt uit. „Dat wil ik juist, vader!" „Door
luchtige Majesteit" verbeterde de koningin
„Ach. Iaat haar maar" zei de koning.
„Kom eens hier op m'n knie mijn Sera
flentje en vertel eens, hoe je daar nu toch
bij komt!"
En toen had het prinsesje Serafientje
opeens een heeleboel te vertellen. Giste
ren had ze met de hofdame gewandeld in