STADSNIEUWS
Swammerdam-herdenking in de
Leidsche Universiteit
Ir. De Kok en Schmidt Crans
te Batavia
VRIJDAG 12 FEBRUARI 1937
Ho. 23584
Driehonderd jaar geleden werd de
beroemde natuurkundige geboren
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
77ste Jaargang
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Rede van dr. A. Schierbeek
Het Prinselijk paar
te Weenen
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarlel. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.3S
per week j.'-TT-fT:. f.0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden -f- portokosten.!
(voor binnenland f. 0.80 per 3 ami)',
In een plechtige bijeenkomst in het
groot-auditorium der Leidsche Univer
siteit is hedenmiddag het feit her
dacht. dat de beroemde natuurkundige
Jan Swammerdam driehonderd jaar
geleden werd geboren.
In de Academie.
De rector-magnificus, prof. dr. J. van der
Hoeve, sprak een kort woord ter inleiding,
vaarna prof. dr. J. Huizinga in zijn kwali
teit van voorzitter der Koninklijke Akade-
mie van Wetenschappen een korte beschou-
iwg wijdde aan de beteekenis van Swam
merdam.
Vervolgens sprak dr. A. Schierbeek, pri-
raat-docent in de geschiedenis en de di-
daktlek der biologie aan de Rijksuniversi
teit alhier, de herdenkingsrede uit, welke
rede in haar geheel in het Maartnummer
-an het „Tijdschrift voor Geneeskunde" zal
vorden opgenomen.
Hieraan is het volgende ontleend'. Spr.
k?on met eraan te herinneren, dat Jan
Srammerdam opgroeide te midden van de
iaor zijn vader verzamelde curiosa, waar-
!er veel naturalia, doch geen insecten
tren. In 1661 werd hij student in Leiden,
nai hij onder leiding kwam van bekende
iMgleeraren, terwijl hij kennis maakte met
Steno en met Reynier de Graaf. Na zijn
eandidaatsexamen trok hij naar Frankrijk,
ïaar hij o.a. bij Thevenot logeerde, aan
Dr. A. Schierbeek.
rien hij later zijn manuscripten vermaakte.
Reeds in 1663 deed hij enkele ontdekkin-
Sen en in 1666 werd een deel van zijn
anatomisch en physiologisch werk gepubli
ceerd door Blasius. Dit werk handelt o.a.
over de spieren van de kikvorschen en de
werking der zenuwen .Ook vindt men hier
viin ontdekking van de bloedlichaampjes,
oie door Malpighi wel iets eerder gezien
waren, doch niet voor bloedlichaampjes
lehouden.
In 1667 kwam Swammerdam op de ge
dachte om de bloedvaten op te spuiten met
weeke was, een methode, die Fred. Ruys
*°t in de perfectie zou uitwerken.
Toen Swammerdam met Van Horne bezig
*as met zijn onderzoek van de vrouwelijke
organen, verscheen het werk van R. de
Graaf hierover, zoodat er een ernstige twist
Tdaschen deze geleerden ontstond.
"it gaf spr. aanleiding om wat nader in
w gaan op de psychologie van Swammer
dam. Hij meende op grond van wat wij van
dozen weten, hem te mogen teekenen als
ooi gepassioneerde, in den zin van Hey-
fflans, dus als iemand, gekenmerkt door
Sjroote activiteit, groote emotionaliteit en
«oote secundaire functie. Hiermee komt
scheel overeen, dat Swammerdam gerekend
Poet worden tot het homogeen-veelzijdige
c"Pe. dat dr. A. F. M. Reynders heeft ge-
scven cn tevens strookt hiermee dat Swam
merdam in vele opzichten een querulant
gws en dat hij later geheel onder invloed
™am van de godsdienstige voorstellingen
h^htoinette Bourignon.
Doze mengeling van onderzoekingsnei-
|™Son en zich overgeven aan godsdien-
lfj|e bespiegelingen komt prachtig uit in
tm boekEphemeri vita, een verhandeling
■er de Haften (1675) (eendagsvliegen),
'n 1669 was reeds verschenen zijn boek:
Die u1°°ne Verhandeling der Bloedloose
Riik i s' waarvan zijn latere groote werk:
in h t der Nature in 1737 door Boerhaave
hot ücht gegeven, feitelijk een zeer ver-
®oorderde uitgave is.
Spr. wees erop, dat op vele plaatsen in
Swammerdam's -werk de invloed van Des
cartes bespeurbaar is, zoo o.a. bij zijn op
vatting van de instincten.
Als men Swammerdam's werk vergelijkt
met dat van Malpighi, dan ziet men dat
hij nog nauwkeuriger was; vergelijkt men
hem met Leeuwenhoeck, dan valt op, dat
deze soms nog scherper waarneemt, doch
dat Swammerdam in overeenstemming met
zijn psychologisch type de litteratuur veel
beter beheerscht en dat zijn onderzoekin
gen gedragen worden door enkele grootsche
gedachten.
Hij was een der eersten, die lagere
dieren ontleedde (vooral de anatomie
van de luis, van de bij. van de slak en
van de inktvisch werden door spr. ge
noemd), en hij was zeker wel de eerste,
die erop wees, dat hier de verhoudingen
zoo helder en klaar zijn, dat zij ons
den sleutel geven om de hoogere dieren
beter te begrijpen.
Harvey's boeken over den bloedsomloop
en over de voortplanting hadden deze pro
blemen weer in het centrum van de be
langstelling geplaatst en het is dan ook
wel duidelijk, dat Swammerdam een be
paald standpunt moest innemen tegenover
deze problemen. Hij geloofde aan een prae-
formatie in het ei (hij was dus ook ova-
list)terwijl Leeüwenhoeck later aan een
praeformatie in de zaaddiertjes geloofde
(dus animalaelist was). Spr. wees erop, dat
de zin: omne vivum ex ovo (alle leven uit
een ei) niet in Harvey's werk te vinden is,
terwijl deze ook aan een spontane gene
ratie der lagere dieren geloofde. Swammer
dam spreekt echter duidelijk uit. dat alle
planten en alle dieren uit een zaad of ei
geboren worden.
Wij danken aan Swammerdam verder
een juist inzicht in de verhoudingen
in den bijenstaat en dan een eerste
poging om ordening te brengen in de
chaotische massa der insecten. Deze
eerste poging was meesterlijk, onze hui
dige indeeling is hierop nog steeds ge
baseerd.
Spr. memoreerde nog. dat Swammerdam
vrij veel gedichten heeft geschreven en hij
citeerde één, dat gewijd is aan de prae-
formatie-leer. Hieruit blijkt, dat hij aan
nam, dat de voor ons oog onzichtbare kie
men door God in den loop der ontwikke
ling „gestremd" werden uit de vochtigheid.
Spr. eindigde met tc betoogen dat
dc Leidsche Universiteit Swammer
dam die volgens beweren van zijn
vader, zijn besten tijd had verloren in
het waarnemen van zaken, waarvan
geen duit winst kwam, vormde en zijn
werken voor den ondergang behoedde
en dat haar dit steeds tot eer zal
strekken.
Naar de tentoonstelling.
Na afloop dezer redevoeringen begaf men
zich naar het Nederlandsch Historisch
Natuurwetenschappelijk Museum in het
oud-Academisch Ziekenhuis, waar een niet
zeer omvangrijke, maar niettemin hoogst
interessante tentoonstelling is ingericht
van voorwerpen en geschriften, betrekking
hebbende op het leven en werken van
Swammerdam en zijn naaste omgeving.
Het mooiste van deze expositie is wel,
dat op cén enkele uitzondering na, al
het materiaal, waaronder vele origi
nal!, afkomstig is uit Leidsch bezit,
d.w.z. van het Museum zelf of van de
Universiteitsbibliotheek.
Die eene uitzondering is een portret van
den Amsterdamschen leermeester van den
Leidschen geleerde, Blasius, dat in bruik
leen werd afgestaan door dr. F. W. T.
Hunger.
Een der belangrijkste bezienswaardig
heden vormt ongetwijfeld het volledig ma
nuscript van Swammerdam's meest be
kende werk „Biblia Naturae". 57 jaar na
zijn dood door Hermanus Boerhaave, uitge
geven. Boerhaave kocht dit geschrift voor
de somma van 1500 Hollandsche guldens
van een Franschman, die er destijds zelfs
vijftig gulden voor had betaald! Na zijn
dood vermaakte Boerhaave zijn gansche
boekerij aan de Universiteitsbibliotheek.
In dezelfde vitrine vinden wij ook een
origineele teekening van Swammerdam en
een vergelijking met soortgelijke producten
van wetenschappelijk evenzeer hoogstaande
tijdgenooten, zcoals Malpighi en Aldro-
vandi leert ons wel overduidelijk, dat in dit
opzicht de Leidsche anatomicus ziin tijd
verre vooruit was. Met welk een bewon
derenswaardige nauwkeurigheid .komt in
zijn schetsen elk détail volledig tot uiting!
Behalve zijn „Bijbel der Nature" treffen
wij verder aan zijn dissertatie „Over de
Over eenige dagen naar
Zeil am See
Uit Weenen werd ons gisteravond
geseind: Prinses Juliana en Prins
Bernhard zijn vroeger op den dag te
Weenen aangekomen dan men ver
wacht had, hetgeen er op wijst, dat
zij den tocht met vrij groote snelheid
hebben afgelegd.
Om kwart voor twee gistermiddag
waren zij uit Boedapest vertrokken cn
reeds om tien minuten over half zes,
reden zij vóór aan den ingang van
hotel „Bristol" aan de Hingstrasze,
waar niemand wist, dat het hooge ge
zelschap voornemens was daar zijn in
trek te nemen, en waar het evenmin
kamers had laten bespreken.
Op den weg tusschen Boedapest en
Weenen hebben Prinses Juliana en
Prins Bernhard beurtelings gechauf
feerd.
Bij het vertrek uit Boedapest en bij
de aankomst te Weenen zat de Prins
aan het stuurrad.
Op de plaats van bestemming aan
gekomen, sprong de Prins fluks uit den
kleinen sportwagen en nog vóór de
portier of een der chasseurs van het
hotel gelegenheid had gehad toe te
snellen, hielp hij zijn gade galant bij
het uitstappen.
Het gevolg kwam in twee auto's aan.
De Prinses was gekleed in donker
bruine bon< tjas en droeg een donke
ren hoed met voile.
De Prins droeg een donkere auto-
pelsjas en had een pet en een auto-
bril op.
Het jonge paar nam zijn intrek in
een viertal kamers in het nieuwe ge
deelte van het hotel op de vierde ver
dieping, waar eertijds de hertog van
Windsor als koning van Engeland lo
geerde. De vertrekken liggen op den
hoek van de Ringstrasze en de Kaer-
nerstrasze, vanwaar men een schitte
rend uitzicht heeft op de opera. Dit is
een der drukste punten van Weenen.
In hetzelfde hotel worden steeds
eenige kamers ter beschikking gehou
den van den hertog van Windsor,
waarin deze dikwijls zijn maaltijden
gebruikt, wanneer hij te Weenen ver
toeft. Op het oogenblik wonen in het
hotel twee maharadja's uit Britsch-
Indië, die op weg zijn naar Engeland
om er de kroningsfeesten van koning
George VI bij te wonen.
De Prins en de Prinses begaven zich
onmiddellijk naar hun vertrekken.
Vermoedelijk zullen de Prins en de
Prinses eenige dagen te Weenen blij
ven en zich vandaar naar Zeil am See
begeven, waar, zooals bekend, H. M.
de Koningin op het oogenblik ver
blijft.
ademhaling", zijn „Algemecne verhandeling
over de bloedeloose Dierkens", benevens een
voor herdruk door den schrijver bewerkt
exemplaar van dat werk. Voorts een fraaie
uitgave van zijn „Ephemeri Vita".
Van Antoinette Bourignon, die gelijk
bekend, grooten invloed op Swammerdam's
leven heeft uitgeoefend en hem herhaal
delijk ertoe aanspoorde om zijn anatomi
sche studiën in den steek te laten en in
alles, wat de Natuur voortbracht, zonder
meer Gods Almacht te erkennen en te aan
vaarden, is een drietal eigenhandig ge
schreven brieven aanwezig.
Ook prijkt in een der vitrines een gravure
van den Leidschen meester, doch een nader
onderzoek heeft uitgewezen, dat dit het
konterfeitsel is van Hartman Hartmansz.,
een der personen, voorkomende op Rem
brandt's „Anatomische les" en ten onrechte
door den portrettist voor Swammerdam
aangezien. Hetgeen overigens ook bezwaar
lijk mogelijk zou zijn, aangezien Rembrandt
in 1632 dit doek schilderde, terwijl Swam
merdam eerst vijf jaar later het levenslicht
aanschouwde
Het merkwaardige is bovendien, dat men
hier Swammerdam ziet afgebeeld met zijn
arm rustende op de „Biblia Naturae", welke
eerst 57 jaar na zijn dood in druk ver
scheen
Tenslotte is nog een vitrine gewijd aan
werk van vooraanstaande tijdgenooten,
zooals Clutius, (van de bijen), Reynier de
Graaf, wiens model injectiespuit lieden ten
dage nog wordt gebruikt en W. Harvey
(over den bloedsomloop en de voortplan
ting).
In een aangrenzende lokaliteit vonden
wij nog een collectie preparaten opgesteld
van met lucht of was opgevulde organen,
een methode .welke voor het eerst door
Swammerdam is toegepast.
Zij, die belang stellen in de geschiedenis
der geneeskunst, mogen niet verzuimen
deze interessante expositie te bezoeken. Het
is tevens een prachtige gelegenheid om
zich nogmaals te overtuigen van het prach
tige werk, dat door het Ned. Historisch Na
tuurwetenschappelijk Museum wordt ver
richt.
Ontslagaanvrage
Commissaris der Koningin
in Groningen.
Dr. Fockema Andeae.
Naar wij vernemen heeft dr. J. P.
Fockema Andreae bij H. M. dc Konin
gin een verzoek om ontslag ingediend
als Commissaris der Koningin in de
provincie Groningen.
(Men zie voor nadere bijzonder
heden onder Laatste Berichten).
ZENDINGSTENTOONSTELLING.
Van 15 tot en met 19 Maart a.s. zal in
de Stadsgehoorzaal een groote Zendings-
tentoonstelling worden gehouden.
Doordat alle Protestantsche kerken en
Zendingsvereenigingen hieraan medewer
ken. belooft het een zéér leerzame en
interessante tentoonstelling te worden.
BINNENLAND.
Swammerdam-herdenking in de Leidsche
Universiteit. (Stadsnieuws, le Blad).
De vrijheid van het Nederlandsche om
roepbedrijf. (3e Blad).
Het Verbond van Ned. Werkgevers over de
uitvoering van de industriecle onge
vallenwet. (4e Blad).
Rotterdam overweegt de mogelijkheid van
verwezenlijking van het grpote tun
nelplan. (Binnenland, 3e Blad).
Pijnenburg-Slaats wónnen den Zesdaagsche
te Antwerpen. (Sport, 4e Blad).
De sportvliegers ir. De Kok en Schmidt
Crans te Batavia geland. (Laatste Be
richten, le Blad).
De overval op een postauto in Den Haag;
een arrestatie. (2e pag., le Blad).
BUITENLAND.
Engeland zal 400 millioen p.st. leenen voor
bewapening. (Buitenland, 3e Blad).
Het bezoek van von Ribbentrop aan lord
Halifax. (Buitenland, 3e Blad).
Voortzetting van den rechtschen aanval bij
Madrid. (3e Blad).
De voorwaarden der overeenkomst bij de
General Motors. De bezette fabrieken
zijn ontruimd. (Buitenland, 3e Blad).
Uitbreiding van Zuid-Afrika's luchtmacht.
(Buitenland, 3e Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
Ir. J. E. F. de Kok (rechts) in gesprek met H. Schmidt Crans.
Uit Batavia wordt geseind, dat de heeren
ir. de Kok en Schmidt Crans heden op het
vliegveld Tjililitan zijn geland.
Het aanvankelijk prachtig namiddag
weer sloeg om in een zware regenbui, zoo
dat weldra een grijze lucht over het vlieg
veld hing. En spoedig viel een dichte regen,
zoodanig dat van noodweer kon worden
gesproken en de Ucntfakkels ontstoken
werden. Sport.vliegtuigen, die om kwart
voor drie waren opgestegen om het toestel
van ir. De Kok tegemoet te vliegen, moes
ten spoedig terugkeeren, en men vreesde
toen dat doorvliegen naar Batavia onmo
gelijk zou worden.
Men bleek zich echter vergist te hebben
en veilig kwamen de heeren De Kok en
Schmidt Crans op Tjililitan aan. waar o.m.
aanwezig waren de vlootcommandant,
schout-bij-nacht Ferwerda, de heer mr.
Sandkuyl, hoofdvertgenwoordiger van de
B.P.M. en andere chefs van de B.P.M.. jhr.
van Karne'oeek. van de Nederlandsche
koloniale petroleummaatschappij, terwijl
van de K.N.I.L.M. majoor Versteegh en de
oudste piloot, de heer Schott aanwezig
waren.