Ketelgerechtte Tegelen - Cincinnati overstroomd - Hoog water Breda 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad y) FEUILLETON Het huis der mysteries EEN BUITENGEWOON EVENEMENT IN DE LIMBURGS CUE CARNAVALSVIERING - is het „KetoHgerecht" te Tegelen, dat eens in de tien jaar plaats vindt. De duivelswagen met de duivels en den ketel, waarin de boosdoeners gestopt zullen worden. DE KONINGIN-MOEDER DOOP VAN HET DOCHTERTJE van van Engeland met de hertogin den hertog en hertogin van Kent. De kin van Gloucester in een loge in derjuffrouw met de baby, gevolgd door een 't Criterion Theater in Londen nurse, die den kleinen prins Edward draagt. DOOR EEN DEFECT AAN EEN DUIKER zakte voor de huizen der fami lies M. en K. te Putte plotseling de grond weg. Een huis stortte gedeeltelijk in. Met man en macht wordt gewerkt om de huizen te stutten. EEN LUCHTFOTO VAN DE STAD CINCINNATI. De geheele stad staat blank. Ben groot deel der huizen staat tot aan het dak onder water. HOOG WATER BIJ BREDA. Door het wassen van de Mark en de Aa zijn groote stukken land overstroomd. Bij al dat wassen wordt ©r toch nog gewas- schen. Vader is moeder behulpzaam om de wasch aan de lijn te hangen. Uit het Engelsch door H. A. C. S. 61) •Je had van het begin af de waarheid ™eten vertellen. Adela", zei dr. Bouligny, {*1 Hilary klaar was. „Maar ik zie niet, dit de dingen duidelijker maakt. De is: Kan Dave, in die vijf minuten, in ™is teruggekomen zijn? en ik kan niet mi WÜ dl' ooit kunnen bewijzen. Ik t» ifl dat het 't beste Is de geheele zaak i 'sten rusten. Laten de menschen den tin! ^at K "men- Het zal nooit voor een ™y komen. Daar kunnen jullie zeker van rijn.» Jfunnen wij dat?" zei Adela. «r. Bouligny keek, peinzend, naar mij. „uat geloof ik wel. Adela. 't Is niet waar- kn i"15, dad er nieuwe aanwijzingen zul- "J»men. Zuster Keate is de eenige zii ti"u 'licr- Het is niet waarschijnlijk, dat Het verder met deze zaak zal inlaten." hel™, was een uitnoodiging aan mij om te had <*a' Ik mÜ st't zou houden. Hilary n. S^hlijk geprobeerd mij om te koopen. slim gl?y deed een beroep, niet al te dat 'ii?^ mijn betere natuur. „Het is zeker, treui| Seen particulier belang heb in deze aadmtir ,^eschiedenis", zei ik, eenigszins aan w t k- .Maar als u bewijzen wenscht die ik enkele nogal vreemde punten, tin» l?° ,len leiden kunnen tot de ontdek- van den moordenaar." „Wat bedoelt u, zuster Keate?" zei Adela. „Dit bijvoorbeeld: U zei, dat u de safe open liet, nadat u de juweelen eruit had genomen, om den indruk te wekken van een inbraak. De safe was dicht, toen mevr. Thatcher in de studeerkamer kwam. Wie deed haar dicht?" Hilary schraapte zijn keel. „Ik deed het", zei hij. „Ik deed haar dicht." „Waarom?" „Dat weet ikjiiet precies", zei Hilary. „U weet, dat ik kwam om Bayard te spreken over de oude cheque, die hij had. Ik hoopte, dat wij tot een besluit konden komen. Ik verwachtte geen prettig onderhoud. U kimt begrijpen, wat een schok het was te ont dekken, dat er iemand, vóór mij, geweest was, die Bayard gedood had. Er waren twee dingen in mijn hoofd. Ik heb het al dui delijk gemaakt, maar zuster Keate schijnt de dingen zwart op wit te willen hebben. Ik was er zeker van, dat Dave Bayard ge dood had. Maar ik wist, dat de menschen denken zouden, dat ik het gedaan had. Iedereen weet, dat Bayard en ik nooit vrienden waren. Dat is allemaal duidelijk, zeker. Zelfs voor de zuster." „Erg duidelijk, werkelijk", zei ik bits. „Maar u hebt niet verteld, waarom u de safe dicht deed." „Maar ik zeg u al, dat ik niet weet, waar om", zei hij, op een knorrigen toon. „Ik zag, dat zij open stond, en stak mijn hand uit, en deed haar dicht. Ik dacht werkelijk niet na. bij wat ik deed. En Adela's opvatting van een inbraak was niet bij mij opge komen." „Ik wou, zei Adela. koeltjes, dat jij dien middag heelemaal met hier was geko men. Anders „Anders zou jouw ontwerp geklopt heb ben" viei Hilary haar in de rede. „Nou, als dat een troost voor je is, Adela, ik ben het hartelijk met je eens." „Maar de telefoon. Ik vermoed, dat u die opnam en op zijn plaats legde, ook zonder te weten, wat u deed." „Ja. dat wil zeggen, ik bedoel neen", zei Hilary, en hij keek geërgerd. „Ik deed dat met opzet. Ik dacht", zijn roode gezicht werd donkerrood „ik dacht, dat Dave Balard niet eens een kans gegeven had. Hem had neergeschoten, zonder hem te waarschuwen, terwijl hij aan het telefo- neeren was. Dat was een soort van imphis uit verontwaardiging." „Zoo is Hilary", zei Evelyn. „Ik bedoel", voegde zij er haastig bij „ik bedoel, dat hij erg netjes is. Hij houdt ervan, dat de din gen op hun plaats zijn." „Waarom", zei ik, toen plotseling iets in mijn herinnering terug kwam, „waarom was u op het balcon? In den regen? Dëli nacht, vóórdat Balard gedood werd. U moet het geweest zijn, die in het donker de ka mer probeerde binnen te komen." Nauwelijks had ik het gezegd, of ik had er al spijt van; gezien Hilary's buitenge wone prikkelbaarheid was het nogal dom van mijn kaht. Ik moest bij slot van reke ning nog een nacht doorbrengen in dat zwijgende, listige huis. Op dat oogenblik gluurde Pansy, die als een gestreepte bal onder Adela's stoel zat, op een sluwe ma nier naar mij en stak haar tong uit haar bek, alsof ze mij bedreigde. Pansy: wat had zij gezien, daar in de bibliotheek? vroeg ik bij mijzelf. Wat had zij gehoord? „Was Pansy in de kamer, toen u het laatst met Bayard praatte?" vroeg ik aan Janice, zonder op Hilary te letten. „Ja", zei Janice. „Ik moest haar in de bibliotheek opsluiten, om te verhinderen, dat zij Dave en Allen zou volgen, wanneer die wep-eden. En toen ik weer beneden kwam, en met Bayard praatte, lag zij op de canapé in de studeerkamer." Ik wendde mij naar Adela. „Was Pansy nog op de canapé in de stu deerkamer. toen u Bayard dood vond?" „Ja", zei Adela, met iets vaags in haar stem, terwijl ze naar Hilary keek. „In slaap. Nu, Hilary, er is geen reden om zóó opge wonden te zijn." „Ik wou, dat u bleef bij uw onderwerp, zuster Keate". zei dr. Bouligny, eenigszins knorrig. „U hebt Hilary beschuldigd van iets, de hemel weet waarvan, en nu, in- plaats van naar hem te luisteren, gaat u over honden praten. Waarom zei u. dat Hilary op het balcon was, in den regen?" „Omdat ik geloof, dat hij er was", ant woordde ik snel. „Maar ik heb geen reden", voegde ik erbij „om te beweren, dat hij toen probeerde mijn patiënt te dooden." „Toen!" barstte Hilary uit, en dr. Bou ligny zei: „Legt U uit. wat U bedoelt". Ik deed het. heel in het kort. „En ik geloof, dat het mr. Thatcher was", besloot ik. „Omdat hij ê'en passie schijnt te hebben, de dingen op orde te brengen. En wie op het balcon was, had heel zorg vuldig de dekstoel in elkaar geklapt, om haar tegen den regen te beschermen. Ik heb het gevoel, dat een gewone inbreker dat nooit zou doen." Hilary had zijn zakdoek uit zijn zak ge haald en veegde zijn gezicht af. alsof hij het erg warm had en zich met op zijn gemak gevoelde. „Nou ja, ik was er" zei hij. tegen zijn zin. „Maar ik deed niets; alleen raakte ik in de rozenstruiken verward, en werden bijna mijn kleeren stuk gescheurd, om maar niets van mijn huid te zeggen. Er zijn", voegde hij er boosaardig aan toe, ,jnil- lioenen dooms aan die vervloekte rozen." De grauwe steenharde blik van vastbe radenheid op Adela's gelaat had plaats ge maakt voor een eenigszins vreemden blik, die een mengsel was van ongerustheid, angst en geprikkeldheid. De geprikkeldheid had de overhand. „Heusch, Hilary", zei ze, alsof ze zeggen wou: wat zullen we nu nog krijgen? „het komt mij voor, dat jij met opzet geprobeerd hebt, je zelf verdacht te doen schijnen. Wat deed je nu eigenlijk op het balcon van Bayard's kamer? Na middernacht? Zoo geheimzinnig?" HOOFDSTUK XX. Dat. was de moeilijkheid; iedere verkla ring was eenvoudig en natuurlijk. Ik had van het begin af gevoeld, dat cfe man op het balcon de een of andere duistere be doeling had; ik had mij, dien nacht, ang stig gevoeld. Maar Hilary antwoordde een voudig dat hij gehoopt had, de cheque te vinden en weg te nemen, waarmee Bayard hem al zoo lang gedreigd had. En toen ik vroeg naar het onbeschreven papier, zei hij alleen, dat hij gemeend had, dat het moge lijk zou zijn, dat hij Bayard voor de gek houden kon; als Bayard wakker werd, ter wijl Hilary de kamer doorzocht, zou hij hem de enveloppe geven in ruil voor de oude cheque en Bayard trachten te doen gelooven, dat het een cheque was tot het bedrag, dat hij wenschte. Allen luisterde, en het was te zien, dat hij het met een gevoel van spot deed. „Meende je heusch, dat je dat zou lukken" vroeg hij, toen Hilary uitgespro ken had (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 5