Engelsche landverhuizing
LEiDSCK DAGBLAD - Derde Bied
Woensdag 3 Februari 1937
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Regeling van de Ziekenverzorging
Weer een zwak begin
TWEEDE KAMER.
LUCHTVAART
VAN HOUTEN'S
KLM-REEPEN
Ir. de Kok vliegt naar Indië.
Een gewijzigd ontwerp
van wet.
Hoofdpijn, Kiespijn. Lff lr'°S
Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GRONDWETSHERZIENING
WERING VAN REVOLUTIO
NAIRE VOLKSVERTEGEN
WOORDIGERS.
Een belangrijk onderwerp was gisteren
aan de orde namelijk het opnemen van
bepalingen in de Grondwet:
„strekkende tot net opnemen ran de
mogelijkheid, leden van vertegenwoordigen
de lichamen, die een streven tot uitdrukking
brengen, gericht op verandering van de
bestaande rechtsorde met toepassing of
bevordering van onwettige middelen, van
hun lidmaatschap vervallen te verklaren".
Het ontwerp bepaalt dat leden van ver
tegenwoordigende lichamen welke zich aan
dit feit schuldig maken, van hun lidmaat
schap vervallen kunnen worden verklaard,
doch slechts wanneer ten minste 2/3 van
het aantal leden waaruit de Kamer, de
Staten of de Gemeenteraad bestaat, zich
er vóór verklaren. De wet zal hieromtrent
een uitgewerkte regeling moeten maken:
wie van een bepaald lidmaatschap verval
len wordt verklaard, kan dan tegelijkertijd
worden ontzet uit het lidmaatschap van
andere vertegenwoordigende colleges, waar
in hij eventueel zitting heeft. Zijn plaats
blijft in de loopende periode onbezet. Het
■betrokken college zelf neemt dus de be
slissing. maar alleen wat den gemeente
raad betreft is er beroep daartegen moge
lijk. namelijk op Gedeputeerde Staten, wier
^beslissing dan weer door de Kroon kan
worden vernietigd. lntusschen zijn er amen
dementen ingediend, welke de beslissingen
omtrent deze vervallen-verklaringen aan
het college zelf wilden ontnemen: een
amendement-Goseling wil ze brengen bij
den Raad van State, een amendement-
Coops bij den Hoogen Raad.
Wij voegen hier nog aan toe, dat het
feit. waarop de nieuwe bepaling de straf
van uitsluiting stelt, niet gepleegd behoeft
te zijn in de betrokken colleges en in de
uitoefening van de functie van volksver
tegenwoordiger: ook op grond van hetgeen
de afgevaardigden doen of zeggen buiten
het college, waarin ze zitting hebben tb.v.
dus in gewone vergaderingen), kunnen zij
worden uitgesloten.
Het is duidelijk, dat over dit onderwerp
ln de Kamer geen eenstemmigheid bestond.
Trouwens:
zij. die er vóór waren, erkenden, gelijk de
heer Coops deed. dat het hier krasse maat
regelen betreft, maar zij worden volgens
hem geboden door het belang en het gezag
van de vertegenwoordigende colleges zélf.
Alleen was hij. gelijk uit het reeds vermel
de amendement bleek, van oordeel, dat de
beslissing inzake de vervallenverklaring niet
genomen moet worden door de politieke
colleges zelf. maar door het hoogste rech
terlijk college, den Hoogen Raad. Op een
ander standpunt stond de heer Albarda.
Erkennend, dat de democratie maatregelen
mag nemen ter zelfbescherming, meende
hij dat het voorstel der Regeering een
mislukte poging daartoe is. Als het er toe
komen moest, gaf hij er de voorkeur aan.
dat de betrokken colleges zelf de beslissing
zouden nemen, want de Raad van State
en de Hooge Raad acht hij voor de behan
deling van zulke zaken niet aangewezen.
Maar de heer Albarda verklaarde, dat de
sociaal-democraten het voorstel zélf niet
willen. Dergelijke maatregelen tegen revo
lutionairen acht hij overbodig omdat in de
Kamer de voorzitter de orde handhaaft en
omdat daarbuiten de wet tegen strafbare
uitlatingen optreedt. Maar bovendien vond
hij de bepalingen gevaarlijk: in tijden van
beroering kunnen ze tot onrechtvaardige
maatregelen aanleiding geven. Wat Is
vroeg hij ..een streven tot uitdrukking
brengen?" Dit kan men niet alleen in een
rede doen. maar ook door een interruptie,
zelfs door gebaren. Kan dit alles tot uit
sluiting leiden? Afgevaardigden zullen zoo
doende gestraft worden voor gedragingen,
waar andere staatsburgers niet voor ge
straft worden. En omdat, de plaatsen van
afgevaardigden onbezet blijven, zullen vele
kiezers feitelijk van hun kiesrecht worden
beroofd. Extremistische bewegingen zullen
door zulke uitsluitingen niet worden ver
zwakt. maar versterkt en ongegronde acties
zullen er door worden aangemoedigd. Aldus
de heer Albarda.
Tegenover dit betoog (dat mr Donker op
juridisch-staatsrechtelijke gronden onder
steunde) stelde de heer Schouten echter
het feit. dat het hier gaat om het naleven
van den afgelegden eed op de Grondwet. De
afgevaardigden hebben den eed van trouw
afgelegd, spreken of handelen zij daar
mede in strijd, dan verdienen zij te worden
uitgesloten. Bovendien schaden zij het
prestige van de parlementaire lichamen en
belemmeren zij hun arbeid. Deze afgevaar
digde noemde het alleszins logisch, dat de
constitutie zelf maatregelen tegen dit kwaad
neemt en hii wees er op. dat de hoofd-
beteekenis daarvan ligt in de preventieve
werking.
Ook de heer de Geer heeft zich een
voorstander van de nieuwe bepalingen ge
toond. maar hij stelde in het licht, dat zij
niet worden uitgevaardigd ter wille van de
betrokken colleges zelf. dat zij dus niet zijn
bepalingen van orde of van recht, maar dat
het hier gaat om het wezen en de ratio
van de parlementaire lichamen. Doch juist
(hierom aldus de heer de Geer mogen
die lichamen zelf nfet gemaakt worden tot
de Instantie, welke de beslissingen neemt,
te minder, omdat niet zeker is dat zii steeds
volkomen onbevangen en objectief tegen
over de toepassing van de nieuwe bepalin
gen zullen staan. Waar nog bijkomt al
dus mr. de Geer dat men achter de be
slissingen van de betrokken colleges zelf al
tijd politiek zal zoeken. Daarom moeten die
beslissingen eenomen worden buiten de
colleges om: de heer de Geer gaf de voor
keur aan den Raad van State, omdat het
beter is dat de Hooge Raad blijft, buiten
kwesties, die politieke gevolgen kunnen
hebben.
Dat de katholieke leider, mr. Goseling.
eveneens het nieuwe voorstel verdedigde, zal
niet verbazen.
Hij legde er vooral nadruk op. dat het
criterium daarvan is: het toepassen of be
vorderen van onwettige middelen en hij
was van oordeel, dat de colleges zelf de be
slissing van uitsluiting dienen te nemen,
lntusschen achtte hij ook repressieve maat
regelen noodig tegen de infectie-haarden-
de verceniginzen die de grondslagen van
den staat trachten te ondermijnen.
Hebben wij hierboven reeds doen blijken,
dat de sociaal-democraat Albarda van dit
alles niets moest hebben, dit was eveneens
soorten van smaak.
Ze zijn alle even
verrukkelijk
6038
(lngez. Med.)
het geval met den vrijzinnig-democraat
Joekes. den communist de Visser en den
politiek-wilden heer Westerman Mr. Joekes
achtte het bedenkelijk, dat men de revolu
tionaire gezindheid zou gaan construeeren
uit bepaalde uitlatingen: de heer de Visser
vroeg, hoe de Kamer zou kunnen uitmaken
wat opruiing is, wanneer de hoogste rechts
colleges het daarover vaak niet met el
kander eens zijn en de heer Westerman.
hoewel gekant tegen revolutionaire volks
vertegenwoordigers. zou toch tegen het
voorstel stemmen, omdat hij de uitvoering
er van aan dit parlement niet toever
trouwt: het zou „volksgenooten" treffen, die
het ..nationaal reveil" bevorderen. De heer
Vliegen kwam de oppositie van ziin nartij-
genooten Albarda en Donker ondersteunen
en de staatkundig-gereformeerde heer van
Dis weifelde nog: hij vond het voorstel
..lapwerk" en behield zich zijn stem nog
voor.
Vandaag spreekt Minister de
Wilde. Wij vreezen echter, dat hii een ver
loren zaak zal verdedigen. Want al staat
het vast. dat het regeeringsvoorstel er thans
dóórgaat (vermoedelijk óók wrat de berech
ting door de betrokken colleges zelf betreft)
straks, bij de tweede lezing na de verkie
zingen. zal het zoo goed als zeker duikelen.
Dan immers is een 2/3-meerderheid nood
zakelijk. Thans ziin er al ten minste 35
leden tegen, en vermoedelijk zal dit aantal
in de nieuwe Kamer nog grooter zijn. Wij
zien het voorstel dan ook bii tweede lezing
vallen.
Maar dit. neemt niet. weg. dat de Minister
het vandaag zal verdedigen.
HAGENAAR.
Het vertrek van Ypenburg.
Hedenochtend om kwart over acht is lr.
J. E F. de Kok. directeur-generaal van de
Koninklijke met ziin eigen vliegtuig, ver
gezeld van den heer H M. Schmidt Crans,
chef-instructeur van de nationale lucht-
vaartschool van het vliegveld Ypenburg
vertrokken
De heer de Kok neemt ln de burgerlijke
luchtvaart een vooraanstaande plaats in.
Hij is o.a. voorzitter van de Koninklijke
Nederlandsche vereenlgtng voor luchtvaart
en bovendien een ervaren sportvlieger, die
al vele zakenreizen binnen en buiten Europa
met ziin eigen machine heeft gemaakt.
De thans aangevangen reis naar Neder-
landsch-Indië onderneemt de heer de Kok
niet alleen als zakenman, maar is ook be
doeld als een vacantie-vlucht.
Reeds geruimen tijd voor het uur van
vertrek, dat op 8 uur bepaald was was het
gebouw van de Haagsche en Rotterdam-
sche Aero clubs bijna geheel gevuld, want
velen waren naar het vliegveld Ypenburg
gekomen om den heer de Kok goede reis
te wenschen.
Even na achten stuurde een mecanicien
de Havilland ..Dragon Fly", de PH.-K.O.K.
uit de hangar tot voor het clubgebouw. Het
vliegtuig is gisteren uit Engeland, na gere-
siveerd te zijn overgevlogen. Ook de moto
ren zijn in Engeland gecontroleerd.
Het uur van afscheid was aangebroken.
De heeren de Kok en Schmidt Crans hadden
vele handen te drukken en ook de foto
graven legden nog beslag op hen. Naast
elkaar namen de vliegers in de met blauw
leder bekleede cockpit plaats. De motoren
werden even op volle kracht aangezet en
daarna taxiede de machine over het dras
sige veld om haar start te nemen. Te
kwart over acht kwam de Havilland los. Er
werd nog even laag boven het veld gevlogen
om de vertrekkenden een afscheidsgroet te
brengen. Enkele oogenblikken later was het
vliegtuig uit het gezicht verdwenen Het
weer was gunstig en ook de weerberichten
uit het buitenland waren goed Wanneer
alles meeloopt hopen de vliegers vandaag
Pisa te bereiken.
De keuze van de route naar Nederlandsch
Indië is nog niet bepaald. Er wordt of over
Rhodes of over de noordkust van Afrika
gevlogen.
pijnen te verdrijven is 'n Mijnhardt's Poeder
Per stuk 8 ct.; dqos 45 ct. Bij Uw Drogist.
6048
(Injrez. Med.)
De
DE POSTVLUCHTEN.
„Kievit" is te Bandoeng geland.
Vanmorgen te vijf minuten over half
acht is de „Djalak" van Schiphol vertrok
ken voor den tocht naar Indië. Aan boord
zijn vier passagiers t.w. twee voor Cal
cutta, een voor Batavia en een voor
Alexandrië.
Medegenomen is 302 k.g. briefpost, 37 k.g.
pakketpost en 277 k.g vracht. Onderweg
stappen nog zes reizigers in, waarvan een
voor het traject Rome-Alexandrië en een
Jodphur-Singapore en vier voor het traject
Rangoon-Bangkok.
Onze Londensche correspondent schrijft:
Sedert de intrede van de wereldmalaise
in 1931 zijn er meer Britten teruggekeerd
uit dan vertrokken naar de Dominions. Aan
dit averechtsche feit wordt ten deele het
voortbestaan van een harde kern van werk
loosheid toegeschreven. Dit is een van de
vele redenen die de Britsche regeering heb
ben bewogen den eersten aarzelenden maat
regel te nemen om te beproeven van de
landverhuizing weer ..one way traffic" te
maken en in de juiste richting wordt aan
gegeven in den zin van het woord „emi
gratie". uittocht uit dit land. intocht in
het andere. Het is een aarzelende maat
regel want de zoo juist goedgekeurde Em
pire Settlement Bill wetsontwerp op
vestiging in de Dominions is minder dan
een halve maatregel. De omstandigheden
laten echter niets beters toe. De onafhan
kelijke regeeringen der Dominions moedi
gen geen emigratie aan en laten haar niet
toe zoo lang haar bevolkingen zelf met
werkloosheid te kampen hebben. De wel
vaart keert er echter geleidelijk terug, de
werkloosheid daalt er en dientengevolge be
gint men er vooruit te zien naar den tijd
waarin de bevolking met nieuwe krachten
uit de oude wereld kan worden versterkt.
Het zwakste symptoom in de Dominions
van hernieuwe belangstelling in landver
huizing was voor de Engelsche regeering
voldoende aanleiding om met de voorberei
ding er van een begin te maken. Hoe vroeg
de voorbereiding is kan blijken uit het feit,
dat de regeeringen der Dominions met
uitzondering van twee staten in Australië
te kennen hebben gegeven, dat ze alleen
immigranten kunnen toelaten, die hun
eigen baan en hun eigen kapitaal mee
brengen. De uitgezonderde staten ziin
Queensland en Zuid-Australië. die hebben
doen weten dat er ruimte is voor .enkele
honderden gesteunde immigranten van de
beste soort". Van emigratie op ruime schaal
ondernomen met financieelen steun van de
regeering of (en) de vele instellingen voor
maatschappelijke, verbetering die dit werk
vroeger ondernamen, kan dus nog geen
sprake zijn. Hoe ver men zich daarvan nog
af weet. blijkt wel uit den inhoud van het
nieuwe ontwerp, dat regeeringssteun voor
emigratie vermindert van 3.000.000 pond
sterling (bij de vroegere wetgeving) tot
1.500.000 pond sterling per jaar. Het eerst
genoemde bedrag was in elk geval veel te
hoog want de laatste jaren voor 1931
waarin emigratie nog min of meer op den
ouden voet plaats had kreeg de regeering
geen gelegenheid er meer dan 1.200.000 pond
sterling aan te besteden. In zooverre is dus
1.500 000 pond sterling van het nieuwe ont
werp een verhooging. Dit regeeringsgeld is
dus beschikbaar, wanneer de emigratie weer
kan beginnen En wanneer ze. eventueel
begint, zal ze moeten bestaan uit een nieuw
slag menscben. De vroegere vraag naar
immigranten was voor de ..wide open spa
ces" die in 'bouwland moesten worden her
schapen. Men wilde landbouwers hebben of
menschen dfe er zin in hadden in den
landbouw hun bestaan te vinden. Maar
met de ontwikkeling van den landbouw ai-
leen die in zijn moderne uitoefening niet
zooveel menscbenbanden meer noodig heeft
zou men in de Dominions nooit een be
staan kunnen geven aan de millloenen uit
de oude wereld die. naar men het zich
voorstelt in de toekomst deze gebieden
moeten bevolken. Dat zal alleen kunnen
gebeuren, indien de Dominions hun eigen
fabrieksnijverheid tot ontwikkeling kunnen
brengen. Tegenstrijdigheid van belangen
tusschen de Britsche fabrikanten en de
overzeesche gebieden komt hier in het spel.
De Rijksimperialisten hier hebben altijd
betoogd, dat het Britsche Rijk zich moet
ontwikkelen tot een economische en poli
tieke eenheid, afgezonderd van de rest van
de wereld. Dat is de moderne „splendid
isolation" die o.a met zooveel vuur door
Lord Beaverbrook wordt verdedigd en aan
gemoedigd. De Dominions zouden in zulk
een kolossale autarkische stichting de
grondstoffen en primaire waren moeten
verschaffen. Het industrieel hoog ontwik
kelde Groot Brlttannië zou in de eerste
plaats voor de voorziening in fabrikanten
in aanmerking komen. Industrieele ont
wikkeling voor de Dominions is echter nood
zakelijk. indien ze aan een talrijke bevol
king een levensbestaan moeten verschaffen.
Trouwens, heelemaa] afgescheiden van de
emigratiekwestie ziin de Dominions al lang
■bezig hun eigen industrie omhoog te wer
ken. De denkbeelden der Rijksimperialisten
worden in het algemeen hier onpractisch
gevonden en het Engelsch talent voor com
promis zal op den duur wel een oplossing
vinden voor vraagstukken die op dit oogen-
bllk erg netelig lijken. Verscheidene andere
factoren doen zich in de emigratiekwestie
gelden, te veel om ze hier allemaal te kun
nen bespreken. De verhouding tusschen
vrouwelijke en mannelijke emigranten is
van belang. De vrouwen in Engeland over
treffen de mannen met nog bijna 1.000.000.
In de Dominions daarentegen is de toestand
andersom. Het aandeel, dat de dochteren
Engelands zullen moeten hebben in de be
weging. mag dus niet over het hoofd wor
den gezien. Zij. die ver in de toekomst zien.
waarschuwen tegen de gevaren van ont
volking in Engeland waar het inwonertal
volgens de deskundigen over enkele jaren
snel zal dalen. Met dat al bestaat er geen
meenigsverschil over de wenschelijkheid de
Dominions te bevolken met personen van
het Britsche ras en van andere democra
tische landen. Men is het er over eens dat
het Empire bevolkt moet worden met men
schen die ziin opgevoed In de idealen der
democratie opdat deze erfelijke staatsleer
in de wereld zal kunnen blijven overheer-
sehen Dit is een dringende zaak in het
aangezicht van de totalitaire landen, die
begeerlijk uitzien naar land voor kolonisatie.
In de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer betreffende het wets
ontwerp tot regeling der Ziekenver
zorging verklaart de Minister van
Sociale Zaken, dat ook naar zijn mee
nlng aan de algeheele omwerking van
wetsontwerp en memorie van toelich
ting tot geheel nieuwe stukken, voor-
deelen zouden verbonden zijn geweest.
Het daaraan verbonden tijdverlies, dat
de mogelijkheid om dit ontwerp nog in
het loopende zittingsjaar in openbare
behandeling te brengen ernstig zou
hebben verkleind, heeft hem evenwel
van deze omwerking doen afzien.
Van de noodzakelijkheid en de urgentie
van een algeheele wettelijke regeling van
het ziekenverzorgingswezen is de Minister
steeds meer overtuigd geworden.
Het is niet zijn bedoeling den indruk te
vestigen, dat op groote schaal misstanden
bij de ziekenfondsen voorkomen. Het is hem
te goed bekend, hoe voortreffelijk het be
heer bij vele ziekenfondsen wordt gevoerd
en welke uitnemende verzorging de zieken
bij vele fondsen ontvangen. Dit neemt even
wel niet weg, dat naar hem gebleken is bij
een aantal, in den regel bij de kleinere zie
kenfondsen, misstanden op verschillend
gebied worden aangetroffen.
De Minister heeft ln de eerste plaats op
het oog de misstanden, die zich voordoen
bij het benoemen van onbekwame of op
anderen grond niet volwaardige artsen aan
enkele ziekenfondsen, die geen vrije artsen
keuze kennen.
Een tweede groep van misstanden be
treft het beheer. Het is den Minister geble
ken, dat er aan het financieel beheer op
verschillende plaatsen nogal iets gehaperd
heeft. Naast gevallen van fraude en onjuist
beheer kwamen in de laatste jaren tot
zijn kennis minder gewenschte handelin
gen van enkele bestuurders, zooals het be
dingen van provisie bij levering van ge
neesmiddelen.
Stelt men nu de vraag oi tegen derge
lijke misstanden niet anders dan krachtens
een speciale wettelijke regeling kan worden
opgetreden, dan is het antwoord van den
Minister daarop, dat dit Inderdaad op an
dere wijze niet afdoende kan geschieden.
Wèl kan in sommige gevallen bij finan-
cieele misstanden door den strafrechter en
bij minder juist gedrag van artsen door het
medisch tuchtcollege worden opgetreden,
doch in de meeste gevallen is dit niet mo
gelijk. Bovendien, indien de zaken voor den
rechter worden gebracht, is het reeds te
laat, is het onheil reeds geschied. De be
doeling van de speciale wettèlijke regeling
is juist om preventief te werken.
De Minister kan niet instemmen met het
betoog van de leden der commissie, dat de
kleine fondsen veelal bij gelijke premie een
niet minder goede verzorging bieden dan
de groote. Hij wenscht daarbij, om mis
verstand te voorkomen, te verklaren, dat
hetgeen deze kleine fondsen verstrekken,
ook naar zijn overtuiging in den regel niet
minder goed zal zijn en zeker niet behoed
te zijn dan hetgeen men van de groote
fondsen ontvangt. Maar zijn bezwaar be.
treft vooral hetgeen deze kleine fondsen
veelal niet verstrekken en wat toch voor
een behoorlijke ziekenverzorging van het
grootste belang is. Hij denkt daarbij in de
eerste plaats aan verloskunde en specie-
listische hulp. Het is ook geenszins zijn be
doeling om, zooals de genoemde leden
schijnen aan te nemen, het voortbestaan
van de kleinere fondsen, voor zoover het
geen dwergfondsen zijn, onmogelijk ie
maken. Wanneer de fondsen slechts be
hoorlijk werken, behoeft men er geen be-
zwaar tegen te hebben, dat ze klein zijn,
Maar de omstandigheid, dat ze klein zijn,
maakt de kans groot, dat er aan de moge
lijkheid om de ziekenverzorging behoorlijk
te doen geschieden, iets ontbreekt.
Van een streven om het ziekenfondswe
zen in een nauw keurslijf te knellen is bij
den minister geen sprake. Voor gelijkscha
keling voelt hij niets. Hij kent en eerbie
digt de veelvormigheid van het maatschap
pelijk leven, zooals dat ook bij het zieken
fondswezen tot uitdrukking komt. Naast
het stellen onder toezicht dat in het ge
heel niet behoeft te knellen beoogt hij
alleen het brengen van eenheid in de re
gelingen, voor zoover dit in het belang van
de volksgezondheid absoluut noodzakelijk is,
Bij het vraagstuk van de ziekenhuisver-
pleging, waarvan de regeling in het onder
havige wetsontwerp aanleiding gaf tot
ernstige bedenkingen, elschen twee vragen
beantwoording:
1. is het noodzakelijk de verzekering van
de ziekenhuisverpleging wettelijk te rege
len? en
2. is het wenschelijk die regeling op te
nemen in een wet betreffende de zieken
verzorging?
Wat de eerste vraag betreft, wijst
Minister er op, dat de verzekering tegen de
kosten van ziekenhuisverpleging voor
steeds grootere groepen der bevolking een
noodzakelijkheid is geworden.
Wanbeheer kan hier uit financieel oog
punt nog tot veel ernstiger gevolgen leiden
dan bij de ziekenfondsen. Een streng toe
zicht op de instellingen, die zich met de
ziekenhuisverpleging bezighouden, is daar
om geboden.
Wat de tweede vraag betreft, moet
minister de juistheid erkennen van het
bezwaar, dat de ziekenhuisverpleging in het
ontwerp wat erg beknopt was geregeld en
zeer veel aan een algemecnen maatregel
van bestuur was overgelaten. Hij heeft in
verband hiermede de hij de artikelen 20 en
21 nader toe te lichten wijzigingen aange
bracht.
Het is de bedoeling in de voorberei
ding der uitvoeringsmaatregelen den
Centralen Raad te hooren en zoo de
belanghebbenden te betrekken in de
totstandkoming van de uitvoerings
voorschriften.
Voorts is het inderdaad de bedoelin»
bij het vaststellen van de welstands-
grens rekening te houden met het ver
schil in levensstandaard tusschen
groote en kleine gemeenten en met de
samenstelling van de gezinnen.
De Memorie gaat vergezeld van 'n nota
van wijzigingen en van een gewijzigd
ontwerp van wet.
GEBOREN
Wilhelmina Maria. D. van P. A. Smits en
Th. H. Hutten Bastlanus Johannes, Z.
van J. B. Krul en A. H. Overdijk Willem,
Z. van L. Lagendijk en G. Klinkenberg
Geertje, D. van J. C. Kuisen en J. Kalk-
hoven Leendert, Z. van J. de Ridder en
E. Kleijn Bernard Karei Evert, Z. van
E. v. d. Veen en A. Sipos Hinke, D. van
A. Bijlsma en T. J. M. Zekveld Grietje,
D. van A. Oudshoorn en C. P. Polderman
Jacoba, D. van F. F. Marquenie en E. v. d.
Berg Petrus Wilhelmus, Z. van P. W.
Otto en H. Buis Catharina Maria, D. van
G. Hundersmarck en G. J. P. v. d. Broek
Jenneke, D. van H. Guldemeester en B. H.
v. Rijswijk Margaretha Geertruida, D.
van Th. W. Smits en W. Kruijshaar Jo
hannes Cornells, Z. van C. Griekspoor en
A. J. Dolieslager Johannes Cornelis, Z.
van B. Hoogervorst en M. H. Visser Ni-
colaas Dirk, Z. van W. Russchenberg en G.
Zandbergen Geertruida Maria, D. van
W. Russchenberg en G. Zandbergen
Adriana Maria. D. van H. Walet en E. W.
Bruckmann Johannes Cornelis, Z. van
A. C. Kok en J. Lammes.
Willy Anna Frederika d. van W. A. Marks
en A. F. v. Velsen Petronella Elisabeth d.
van A. v. Halem en A. M. E. Goossens
Thomas z. van L. W. Muljer en C. M.
Segaar Teun Sebastianus Andries z. van
P. J. Schniedewind en C. J. Langeveld.
ONDERTROUWD.
H. D. v. Galen, wedn., 33 jaar en A. J.
Meijer, jd. 21 jaar.
A. J. Gooszen jm. 28 jaar en A. Ch. Chr.
Heringa jd. 22 jaar.
GEHUWD
G. M. Seugling, wedn. en J. Oostveen, jd.
OVERLEDEN:
C. J. M. Homan, dochter, 9 jaar J. C.
v. d. Berg, wedn., 88 jaar M. Schouten-
v. d. Nat, vrouw, 27 jaar G. Gans-v. d.
Voorst, wede, 91 jaar H. J. Ooijendijk,
man, 60 jaar.
M. v. d. PeetArsi wede, 78 jaar P. de
Jong m. 71 jaar C. Benschop z. 11 mnd.
W. Ritmeester m. 59 jaar C. J. Rewijk
z 5 mnd. A. M. Colpav. Lis vr. 61 jaar.
GEVESTIGD
F. J. J. Becht, adm. cafetaria. Aloëlaan 8
F. J. Belinfante, ass. R.U., Bakh. Roze-
boomstr. 22 D. v. d. Berg, Oude Singel
24 H. G. Bleijswijk, straatmaker, opper
man, Roodborststraat 38 H. ten Brum-
melaar en fam„ bankwerker, Bakh. Roze-
boomstr. 18 E. v. d. Burgh, dienstbode,
Plantsoen 1 J. de Groot^Degent, Fagel-
straat 7 J W. Meijerv. Doesburg, v. 't
Hoffstraat 34 P. v. Duijvenbode en fam,
mach. bankwerker, Timorstraat 52 P. J.
Feeleus. bakker. Oranjegr. 40—42 J. M.
H. v. Gasselt, Noordeinde 50 E. J. L
Gonstrum en fam.. Stadhouderslaan 25 -
L. J. R. Heirman, Hooigracht 3 J. M.
Hoijng, Stationsweg 2 Th, W. Keijzer,
textielarb., Voldersgr. 49 G. J. C. Metse
laar en fam., Bakh Rozeboomstraat 34
P. H. Mooten, dienstbode, Rijnsb. Singel is
D. F. v. Nes en fam., mach. bankwerker
Bakh. Rozeboomstr. 30 J. B. Otto, dienst
bode, Stationsweg 2 M. Ouwerkerk. kan
toor en winkelbed.. Pioenstr. 31 P. 7.
Putman Cramer, Nieuwe Rijn 8 H. Sche
pers, dienstbode, Hoefstr. 34a J. Roeders-
Schuurman, Ger. Brandtstraat 2 W. J.
E. Smit, kantoorbediende, Haarlemmerstr.
13 M. Spijer, onderwijzeres, Roodenb.str,
la J. H. Stoffers, arts, Tib. Siegenbeek-
straat 1 Th. W. J. Varkevisser, Rijndijk
straat 6 Chr. Vinkhuijzen, Nieuwe Rijn 107
J. de Voogt, Boerhavelaan 16 J. v-
Wel. hulp i.d. huish., Magd. Moonsstr. 30
J. Zwart, boekhandel, bediende, de Gene-
stetstraat 68 J. W. Zwartsenberg, Rapen
burg 4.
VERTROKKEN:
M. J. Brandenburg, Noordwij kerhout,
Buurtweg 26 J. B. van Breemen, den
Bosch, Zuid Willemsvaart 87 A. C. Cats,
Boskoop. Emmakade 45 M. P. M. Alke
madeDieben, Noordwijk, v. Limb. Styrum-
straat 44 G. G. Feldberg, Utrecht, Kers
straat 17 W. C. Harmse, Haarlem, Ver-
spronckweg 65 zw. H. Hasper, Den Haag,
Emmastraat 157 F. J. Haver Droeze, Den
Haag. Reinkenstraat 4a J. J. J. de Heij,
Zuilen, J. Overdijkstraat 8 N. A. Hof en
fam., Amsterdam, aan boord Keizersgr.
A. Hoogendoorn, Heemstede. Adr. Pauwlaan
15 M. G. ImthornKiel, Rijnsburg,
Buitenweg 6 R. Knijp, Rotterdam, Heem
raadssingel 112 J. Kukler en fam.,
Noordwijk, Zeestraat 24 H. de Lange,
Rotterdam, Mathenesserlaan 196a G. E.
Lehmann, Den Haag, Emmastr. 30 R-
A. Levisson. Den Haag, Wilhelminastraat
160 Th. P. Loosjes, Amsterdam, Stadhou-
dersk. 60a P. A. van Maris, Hillegom,
Emmastraat 12 Q. A. Nolten, Breda,
Merelstraat 8 A. H. v. Oeveren, Voorburg
Park Vronesteyn 57 E. J. M. A. Ottes,
Roosendaal en Nispen. Vincentiusstraat 5
E. M. W, Peuler, Den Haag, Hoogwerflaan
17 A. C. Schalker, Den Haag, v. Dijkstr.
222 H. Schilt, Amsterdam, Joh. Vermeer
straat 77b Ch. W. Skowronek, Gelsenkir-
chen Dl. Soekiman, Utrecht, Maria
plaats 54 B. Soet, Wassenaar, papelaan
17 M. Th.. J. Staats, Nijmegen, Athlone-
straat 32 J. Stipdonk, Warmond, Semi
narie H. C. Swart, Den Haag, v. Swieten-
straat 157 M. G. Urschitz, Den Haag,
Weteringkade 49 M. A. Vermeulen, Hil
legom, Weerensteynstraat 125 L. J. d®
Wit. Delft, Laan v Aitena 36 H. P-
Worp, Wassenaar, Pr. v. Wiedlaan 6 A-
J. v. Zeijst, Den Haag, Oranjelaan 31 -—
H. v. d. Zwaan, Den Haag, v. Egmondstr. 2<
2—3