BINNENLAND v, SiroopFamel r/7mr/. De Rijksbegrooting voor 1937 IVOROL LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Januari 1937 Derde Blad No. 23566 Algemeene beschouwingen 77sie Jaargang Over het algemeen een gematigde critiek op het regeeringsbeleid Het minste tandbederf Verschenen is het Voorloopig Verslag van de commissie van rapporteurs omtrent de aleemeene beschouwingen over de riiksbc- grootlng voor het dienstlaar 1937. Hieraan is het volgende ontleend: Vele leden spraken hun waardeering er over uit. dat de regeering heeft erkend, dat od den duur niet de financieele- en econo- misch-technische vraagstukken het staat kundig leven kunnen blijven beheerschen. doch dat integendeel eene overwegende ulaats moet worden toegekend aan de in ons volk tot uiting komende levens- en wereldbeschouwing. Ook de verklaring dat de ..op het christendom gegronde volks- aspiraties" voor het politieke bestel van groote beteekenis zijn had hun volle in stemming. Kritiek op de regeering. Naar de mcening van deze leden, heeft juist echter de fout van dit kabinet gelegen in de omstandigheid, dat het de financieele en economische moeilijkheden dacht te kunnen bestrij den, zonder daarbij een principieel uitgangspunt te kiezen, sterker nog: met vrijwel volkomene terzijdestelling van eenen principieelen grondslag. Huns achtens heeft zich bii onderschei dene volksgroepen een wüziging voltrokken ten opzichte van denkbeelden welke eer tijds tot scherpen onderlingen strijd aan leiding plachten te geven. Deze leden dach ten daarbij aan opvattingen omtrent het koningschap, de beteekenis van de nationale waarden, de defensie, de ordening, de be scherming van het gezinsleven, het onder wijs. de openbare zedelijkheid den vrouwen arbeid e.d. Naar hun gevoelen nu heeft de regeering zich met te groote zorgvuldigheid afzijdig gehouden van quaestiën die vroe ger wellicht principieele verschilpunten mochten heeten. doch thans niet meer als zoodanig mogen worden aangeduid. Die af zijdigheid betreurden zijn. Wijders duchtten de hier aan het woord zijnde leden, dat het door de regeering in- trincipieele verschilpunten eveneens van genomen standpunt ten aanzien van de invloed is geweest op de wijze van uitvoe ring van enkele belangrijke wetten. Ten zeerste betreurden deze leden, dat de regeering ten opzichte van het probleem van de vrije of de gebonden economie geen scherp omlijnd standpunt inneemt. Naar hunne vaste overtuiging namelijk moet te rugkeer tot de vrije economie zoowel in sociaal als in staatkundig opzicht in hooge mate ongewenscht en zelfs gevaarlijk wor den genoemd. Nu de regeering in den grond der zaak dezelfde meening is toegedaan, en wel dat de economische ontwikkeling in de andere richting gaat. hadden deze leden van haar op dit stuk méér leiding, althans meer belangstelling verwacht. Erkennende voorts de waarde van de be schouwingen der regeering omtrent de door baar gedurende de laatste jaren genomen maatregelen op economisch gebied waren de hier aan het woord zijnde leden niette min van gevoelen, dat ook wat betreft de etimuleering van de binnenlandsche con junctuur harerzijds onvoldoende activiteit Is betoond. Verscheidene leden verklaarden, dat het kabinet-Colijn. ook na de recon structie in Juli 1935, niet is geslaagd in de vervulling van de taak. welke liet zich van den aanvang af had ge steld. In de eerste plaats was zulks huns inziens het geval met het economische dcei er van. Ook de gevoerde finan cieele politiek heeft, zoo werd dezerzijds betoogd, niet het gewenschte resultaat opgeleverd. Dat tot muntdcpreciatie is overge gaan stelt volgens hen het kabinet ook ten aanzien van de financieele politiek in gebreke, daar het zich immers het handhaven van den gouden standaard ten doel had gesteld. Woorden van waardeering. Vele leden verklaarden, niet accoord te taan met de critiek op het algemeen be leid der regeering geoefend. Deze leden Waren van meening dat het kabinet in Mei 1933 moeilijk van een ander beginsel kon uitgaan dan hetwelk het destijds aan vaardde omdat het zich op het standpunt <>ad gesteld dat de basis van politieke eamenwerking moest worden verbreed. Zij wenschten allereerst te constateeren. dat de economische toestand allengs wel degelijk is verbeterd. Ook de financieele politiek van het kabi- "et verdient huns inziens waardeering en met nadruk verklaarden zij vervolgens, eveneens in te stemmen met het defensie beleid. Beschouwingen over ons staatsbestel. De oorzaak van de huidige onbevredi- êende politieke constellatie hier te lande aasen enkele leden voornamelijk hierin, dat ook in Nederland allengs verkeerde op vattingen van democratie en vrijheid '"gang hebben gevonden. Dit heeft, zoo verklaarden zij. geleid tot de tegenwoordige metatuur der meerderheid en hier en daar «us tot uitingen van staatssocialisme. Een wel zeer sprekend kenmerk van de r^kheid van het huidige staatkundige pvaiel achtten deze leden de onderdruk king van de nationaal socialistische be weging in Nederland. Deze leden waren lik °°rdee'- dat het alternatief: commu- o! nationaal-socialisme moet wor- "Besteld. Zij drongen er bij de regeering Sn' dat deze aan de N.S.b. de vrijheid hergeven, welke zij behoeft om de taak, die zij zich heeft gesteld, te kunnen vervullen en bepleitten opheffing van het verbod voor ambtenaren en militairen, lid dier beweging te zijn. Tegen deze beschouwingen rees van vele zijden verzet. In beginsel stemde men dezerzijds in met de politiek, door de regee ring op het stuk der gezagshandhaving gevolgd. Anderen hadden de bedoelde politiek gaarne wat krachtiger gezien, al erkenden zij, dat vooral in den laatsten tijd bij ge zagsondermijning krasser wordt ingegre pen. Voornamelijk drongen zij aan op een scherp optreden tegenbver de N.S.B Algemeen werd betreurd, dat de aanhan gers van het nationaal-socialisme in deze Kamer de hun voor het eerst geboden ge legenheid een officieel staatsstuk een prin cipieele uiteenzetting te geven van het door hen bepleite systeem" ongebruikt hebben gelaten. Een zeer gelukkig verschijnsel werd ge noemd. dat ons volk meer en meer de waarde van onze tegenwoordige staatsin richting gaat beseffen, alsook de nood zakelijkheid, haar te verdedigen tegen hare belagers. De aanstaande kabinetsformatie. Enkele leden spraken de hoop uit, dat zou totstandkomen een parlementair kabi net op positief-christelijken grondslag. Wanneer de leden, daarbij de woorden „positief-christelijk" bezigden, doelden zij daarbij op de leer, die haren zedelijken grondslag vindt in de tien geboden Gods. Eenige leden waren echter van meening. dat een kabinet van christelijke signatuur, als ook zij wenschten, nog niet een rechtsch kabinet in den ouden zin des woords be hoeft te zijn, doch ook op breedere basis zou kunnen rusten, mits de evenbedoelde grondgedachte maar niet worde prijsgege ven. Verscheidene leden konden zich met deze betoogen niet vereenigingen. Ter linkerzijde namelijk, vooral onder de beide vrijzinnige groepen, bevinden zich velen, die op religieus gebied vrij nabijstaan aan hen, die zich ter rechterzijde plegen te scharen, terwijl zeer velen, die de recht- sche beginselen zijn toegedaan, onderling sterk van meening verschillen omtrent essentieele vragen, die zich in de practi- sche politiek voordoen. Ettelijke dezer leden sloten zich aan bij het standpunt, door den voorzitter van den raad van ministers in de an dere Kanier uiteengezet, inhoudende, dat moet worden gestreefd naar samen werking op een basis van wijdere strekking dan de vroegere rechtsche, nochtans met behoud van den christe- lijken grondslag. Sommige leden bepleitten eene samen werking op louter democratischen en meer vooruitstrevenden grondslag. Van zulk een kabinet zouden dus betoogden zij, ook leden van de S.D.A.P. deel moeten uitmaken. Verscheidene leden verklaarden dat, mocht de zinspeling op democratische sa menwerking duiden op de mogelijkheid van coöperatie tusschen de R.K. Staatspartij en de S.D.A.P. met uitsluiting van andere par tijen. dat zij zulk eene samenwerking in een parlementair kabinet onmogelijk acht ten. Defensiepolitiek. Verscheidene leden spraken hunnen waardeering uit voor de wijze, waarop de regeering de verbetering van ons defensie materieel, gepaard aan eene reorganisatie van de levende strijdkrachten, heeft aan gevat. Sommige andere leden verklaarden, zich minder goed te kunnen vereenigen met de defensiepolitiek van de regeering. Huns inziens duidt de ernst van den internationalen toestand geen uitstel te dier zake. Weer andere leden zagen redding in col lectieve defensie, dat wil zeggen in Vol kenbondsactie met economische en mili taire middelen. Financieele beschouwingen. Eenige leden betoogden, dat de begroo ting voor 1937 opnieuw een tekort aanwijst, dat weliswaar niet zeer groot lijkt, doch nochtans niet moet worden onderschat. Verscheidene leden verklaarden, tot hun leedwezen te moeten constateeren. dat de regeering ten spijt van den zeer omvang rijken, door haar gepraesteerden, arbeid tot saneering van 's rijks financiën, niet er in is geslaagd, den budgetairen toestand sedert 1933 aanmerkelijk te verbeteren. Enkele andere leden daarentegen ver klaarden, met het financieele regeerings beleid te kunnen instemmen en brachten den minister van financiën hulde voor de door hem op dat stuk bereikte resultaten. Sommige leden drongen aan op het scheppen van een betere verhouding tus schen de financiën des rijks en die der ge meenten. De hulp, door het rijk tot verlichting van de werkloosheidslasten aan de gemeenten geboden, is onvoldoende te achten, zoodat de toestand, waarin de gemeenten en met name de grootste komen te verkee- ren immer hachelijker wordt. De aanpassingspolitiek. Eenige leden waren van oordeel, dat de aanpassingspolitiek welke de regeering in de laatste jaren heeft gevoerd, niet tot de daarvan verhoopte resultaten heeft ge leid. Dat van de overheid zelve geringe stu wing uitging tot verbetering van den toe stand, blijkt naar de meening van deze leden wel zeer sterk uit den gang van za ken met het werkfonds 1934. Tot dusver toch is daaruit weliswaar een bedrag van Het Paleis te Soestdijk. het plan deterding in gevaar? Aanleg der centrale verwarming wordt aanbesteed. Het Paleis krijgt ook een bioscoopzaal. Naar wij vernemen zal de aanbesteding voor den aanleg en verbetering van de centrale verwarming in het Anna Pau- lownagedeelte van het Paleis Soestdijk. het tijdelijk verblijf van het Prinselijk paar. in de eerste helft van Februari te Amsterdam worden gehouden. Tot den aanleg van een openlucht-zwem bad achter in het park van het Paleis, is thans definitief besloten. Als onderdeel van het nationaal huwelijksgeschenk zal aan de achterzijde van het Paleis, gedeel telijk ondergronds een bioscoopzaal wor den gebouwd. Aan de achterzijde vair het eigenlijke woongedeelte van het Vorstelijk paar zul len stalen ramen worden aangebracht, welke in hun geheel omlaag gebracht kun nen worden, zoodat men van de woonver trekken uit direct het terras zal kunnen betreden. AMERIKAANSCHE METHODES IN ROTTERDAM. Delftschc Poort wordt.60 Meter verplaatst. De gemeenteraad van Rotterdam heeft gistermiddag zijn goedkeuring gehecht aan het plan van den directeur van den teeh- nischen dienst tot verbetering van het Hof plein. met vaststelling van de rooilijnen vol gens de bestaande bebquwing. Ter verkrijging van het 60 Meter breede verkeersplein is noodig dat de Delftsche Poort, het meest bekende monument van Rotterdam, zal worden verplaatst. De Minister van Waterstaat heeft, na kennisneming van het plan het oordeel van de rijkscommissie voor monumentenzorg over deze verplaatsing gevraagd. Met den technischen dienst van Rotter dam was de commissie van meening. dat de verplaatsing 60 Meter achterwaarts zonder groot risico voor het gebouw technisch zeer goed mogelijk is. De commissie noemde het plan van Rotterdam wel overwogen. Het biedt h.i. alle waarborgen dat de poort onbeschadigd op haar nieuwe plaats zal komen te staan, als afsluiting der te dem pen Rotterdamsche Schie. De Delftsche Poort, die 2.300.000 k.g. weegt. 18 Meter hoog is en op een grondvlak van 12 bij 18 Meter staat, zal dus op Amerikaansche wijze worden verrold. en de schoonste tanden, indien U poetst met de antiseptische tandpasta Tube 60 on 40 ct. Doos 20 ct. Als gevolg van minder welwillende beoordeeling. Naar het ..U. D." van betrouwbare zijde verneemt is de heer Deterding zoowel teleur gesteld als ontstemd over de wijze waarop hier te lande in verschillende kringen is gereageerd op zijn plan dat bedoelde, aan ons land belangrijke economische hulp te bieden. Het is dan ook te vreezen. dat bij eventueele verdere aankoopen na Februari 1937 deze in het buitenland zullen plaats hebben, aangezien bij voorbeeld in Denemarken en in Nieuw Zeeland eveneens overvloed bestaat van de door den heer Deterding begeerde agrarische producten en hem uit deze landen waar men zijn plannen zeer waardeert herhaaldelijk verzoeken zijn gedaan om als leverancier te mo gen optreden. Behalve de vele blijken van sympathie die den heer Deterding met betrekking tot zijne plannen bereikten, bleek het toch ook dat velen in den lande stelling namen tegen zijn daad en zijne denkbeelden. Onder meer kantte zich een deel der pers deels in scherpe bewoordingen, deels in zachtere termen tegen deze geste. Hierbij deed het argument, dat 't hier gold een manifeste uiting van medeleven met het huidige Duitsche regime opgeld Terwijl tevens, geheel ten onrechte, werd gezin speeld op een commercieel oogmerk van den heer Deterding, te weten winstbejag. Dit gaf den heer Deterding de uiting in den mond: „Laat men wel beseffen dat, als men al leen een pro-Duitsche beweegreden in mijne handelingen wil zien, ik mijne bestellingen evengoed in Denemarken of elders kan doen." Van betrouwbare zijde deelt men ons echter mede. dat bij deze uitlating van den heer Deterding in aanmerking moet worden genomen, dat deze zich zoozeer Nederlander voelt (en zal blijven voelen!) dat niet dan in het uiterste geval door hem tot een zoo danige afwijking van zijn oorspronkelijke plannen besloten zal worden. Daarvoor zijn, naar de meening van den heer Deterding. teveel groote, Vaderland sche belangen in het. geding. slijm losmaakt, de hoest kalmeert en de luchtwegen Vra aal hel oordeel van Uw dokier I EEN MAASTUNNEL TE ROTTERDAM. 5505 (lngez. Med.) f. 77 millioen geblokkeerd, doch niet uit gegeven. Deze leden achtten het gewenscht, dat de regeering voorgoed breke met de zoo geruimen tijd door haar gevoerde, aan passingspolitiek en dat in de plaats daar van korne een meer constructieve politiek. Gaarne zouden deze leden vernemen, of de regeering een stabilisatie van den gulden op zoo hoog mogelijk peil hoopt te be vorderen. De door dezen voorgestane, meer con structieve politiek houdt, naar zij mede deelden, ook in de uitvoering van vele groote werken, met het oog waarop huns inziens een afzonderlijke financierings- dienst moest worden ingesteld. Voorts behoort naar hun gevoelen de handelspolitiek actiever te worden gevoerd en is daarnevens gewenscht meer ordening in handel en industrie, op dusdanige basis, dat het particuliere initiatief niet er door worde belemmerd. Enkele leden vreesden, dat dit kabinet nog te veel zijn hoop stelt op herstel van het vrije ruilverkeer en daardoor niet vol doende geneigd is, de totstandkoming van afweermaatregelcn tegen de concurrentie van het buitenland te bevorderen. Nog opperden de leden, hier aan het woord, bedenking tegen verwezenlijking van het, in enkele kringen verdedigde, denkbeeld Nederlandsch-Indië en Neder land als een economisch geheel te be schouwen in dien zin, dat een tarief-unie tusschen beide gebiedsdeelen zou moeten worden gesloten. De depreciatie van den gulden. Sommige leden waren van meening, dat naast de depreciatie andere maatregelen dienden te worden genomen, tot vermeer dering van de volkswelvaart. Zoo achtten zij gewenscht, dat de regeering alsnog de richting insla, verdedigd in „het plan van de arbeid". Verscheidene leden achtten de geleverde critiek op het economische beleid van de regeering ongegrond. Zij constateerden met erkentelijkheid, dat in het algemeen ons volk op waardige en kalme wijze de zoo gewichtige koers verandering van de overheid heeft opge nomen en laakten ten zeerste, dat de lei ders van een bepaalde volksgroep, die zichzelf nog wel als bij uitstek nationaal aandient, in het destijds voorgevallene aanleiding hadden gevonden tot het on dernemen van een poging om onrust en verwarring te stichten. Deze leden waren van oordeel, dat de depreciatie een ongunstigen invloed zal hebben op de uitkomsten van de land bouwbedrijven, althans van de veehouderij en de gemengde bedrijven. Mocht thans allengs worden overgegaan tot. geleidelijke afschaffing van de onder scheidene crisismaatregelen op dit stuk. dan drongen deze leden op het betrachten van groote voorzichtigheid daarbij aan, om verwarring te voorkomen. Overeenstemming bereikt. De Rotterdamsche burgemeester heeft gistermiddag in den Raad de volgende ver klaring afgelegd ten aahzien van de tweede oeververbinding: In een gisteren gehouden bespreking van gedelegeerden van het college van B. en W. met de ministers van waterstaat en finan- 1 ciën is volledige overeenstemming bereikt tusschen de regeering en het college van B. en W„ zoowel ten aanzien van den vorm van de tweede oeververbinding als ten aan zien van de financiering van dit zoo be langrijke werk. Wat den vorm betreft werd overeen stemming bereikt voor een tunnel voor vier-banig autoverkeer, waarvan een gedeelte ter breedte van acht meter aanstonds voor twee-banig autoverkeer wordt ingericht, terwijl het overige ge deelte breed zes meter voorloopig voor verkeer van wielrijders en voetgangers wordt bestemd, doch zoo noodig voor twee-banig autoverkeer kan worden in gericht. De financiering zal geschieden door voor schotten van het Rijk op, ten aanzien van den rentevoet en de terugbetaling, voor de gemeente aannemelijke voorwaarden. De regeering heeft tevens toegezegd een voorschot uit het werkfonds te verleenen voor de verbinding van de toegangswegen, welke in verband met den tunnelaanleg noodzakelijk zijn. MINISTER DE GRAEFF TE BRUSSEL. Koning Leopold woont receptie bij. De Nederlandsche minister van Buiten- landsche Zaken, jhr. mr, A. C. D. de Graeff heeft gisterochtend een beleefdheidsbezoek gebracht aan den Belgischen premier, den heer van Zeeland. Gistermiddag heeft de Belgische minister van buitenlandsche zaken. mr. P. Spaak, een noenmaal aangeboden ter eere van zijn Nederlandschen collega. Tot de genoodig- den behoorden freule de Graeff. de Neder landsche gezant te Brussel, mr. J. A. N. Patijn en mevrouw Patijn, de heer en me vrouw van Zeeland, de Belgische minister van oeconomische zaken en mevrouw van Isacker. zoomede de kanselier der Neder landsche legatie te Brussel met mevrouw van Lennep. Z.M. Koning Leopold III woonde gister avond de receptie op de Nederlandsche legatie bij. Er werden Javaansche dansen gedemonsreerd. het leer wordt duurder. Sinds 1 Augustus met 50 pet. verhoogd. De Federatie van vereenigingen van Ne derlandsche lederfabrieken deelt mede: Ook na 1 Januari blijven de prijzen der hulden hun sterke stijging voortzetten. De huidige prijzen zijn meer dan 100 pet. hooger dan die per 1 Augustus 1936. In verband met dezen toestand en de voortdurende verhooging van de prijzen der looistoffen en de thans Ingetreden dub bele vrachtprijsberekeningen in de scheep vaart van Zuid-Amerika zijn de lederfabri kanten genoodzaakt hun leerorijzen opnieuw aan te passen, zoodat dszg in verhouding tot die der 1 Augustus 1936 verhoogd moeten worden naast de ver hooging van 20 pet. tengevolge der munt- correctie met 50 pet. Bij Apothekers en Drogisten 2629 groote flacon kleine flacon (1.1 5 I (lngez. Med.» BEGRAFENIS INSTRUCTEUR L. J. BOSCH Vice-admiraal Quant spreekt aan de groeve. Gistermiddag is op de begraafplaats „Zorgvlied" het stoffelijk overschot van den Zaterdag j.l. bij Den Haag omgekomen vlieger L. J. Bosch ter aarde besteld. De overledene was instructeur van het Neder landsche Instituut voor zweefvliegen. Onder de aanwezigen bevonden zich vice-admiraal L. J. Quant, voorzitter van den Raad van Bestuur van het Instituut; de heer Kersken, voorzitter van den Neder landschenBond voor Zweefvliegclubs: de heer N. W. Bos, vertegenwoordigend het corps piloten van de K. L. M.; de heer M. Boreel. vertegenwoordigend het personeel van de K. L. M.: de heer Sluyter. instruc teur van de Nederlandsche Luchtvaart- school. de heer L. A. de Lange, die den directeur van den Rijksluchtvaartdienst vertegenwoordigde en de heer Van Neyen- hoff van de Nederlandsche Fokkerfabrie ken. In de aula sprak vice-admiraal L. J. Quant. Hij zeide, dat de overledene de eigenschappen bezat, noodig voor het be zetten van den post van instructeur. Hij bezat de noodige bekwaamheden, hij wist leiding te geven aan zijn leerlingen en hij genoot het vertrouwen, noodig om die leiding ten volle te doen gelden. Hij werd gewaardeerd om zijn rust en zijn kalmte, die zijn leerlingen het zoo noodige vertrou wen gaven. Namens zijn kameraden van den over ledene. de Nederlandsche zweefvliegers, sprak ir. Oyens. Hij dankte ontroerd den kameraad voor alles, wat hij voor hen was geweest en voor alles, wat hij hun heeft geleerd. Daarna sprak ds. P. Bakker over den dood, die eens komt voor ons allen (met als tekst Luc. 12 40). en van de ver geving voor onze zonden, die ons eens zal worden geschonken. De aanwezigen zongen psalm 25, waar na ds. Bakker de plechtigheid sloot met gebed. NEDERLANDSCH TT, AG VERTOON TE TANGER. De kruiser „de Ruyter" wordt er verwacht. H.M.'s „de Ruyter" wordt vandaag te Tanger verwacht. De oorlogsbodem is op weg van Lissabon. Hij zal tot Maandag te Tanger blijven en dan de reis voortzetten naar Nederlamdsch-Inddë. H.M.'s gezant in Tanger, jhr. mr. F. Gerth van Wijk. zal den etat major van de „de Ruyter" ontvangen. Zaterdagavond zal op de Nederlandsche legatie een groote ontvangst worden gege ven. DE NEDERLANDSCHE MINISTERS ONDERSCHEIDEN. Den Nederlandschen ministers Gelissen en Deckers is het grootkruis verleend in de Orde van de Noorderster. NEDERLANDSCH-FRANSCHE HANDELSBESPREKINGEN BEGONNEN. Gistermorgen zijn op het departement van handel te Parijs de Nederlandsch- Fransché onderhandelingen begonnen over de vernieuwing van het contingenteerings- verdrag. De vraagstukken, welke Nederlandsch- Indië betreffen, zullen later behandeld worden tijdens afzonderlijke besprekingen, waarmede aan het eind van dit kwartaal een aanvang zal worden gemaakt. HET WATER VAN HET ALBERTKANAAL. Op 1 December 1936 is door Nederland bii het Permanente Hof voor Internationale Justitie in 'sGravenhage een memorandum ingediend betreffende de kwestie van de voeding van het Albertkanaal De Belgische bladen bevatten thans een bericht, waarin wordt bekend gemaakt dat het Belgische antwoord hierop tegen 1 Februari a.s. zal worden ingediend. Het Belgische antwoord zou een iuridische argumentatie ter weer legging van de Hollandsche steding vormen. MR. DR. H. H. A .VAN GYBLAND OOSTERHOFF. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot van mr. dr. H. H A. van Gy- bland Oosterhoff zal plaats hebben op Maandag a.s., om 11.45 uur op de be graafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag. UIT NED. OOST-INDIË. EERVOL ONTSLAG DIRECTEUR VAN ONDERWIJS. BUITENZORG, 22 Jan:).:') 'Aneta). Op zijn verzoek is e:."ol cntslo vide' d-"k betuiging voor de v:ls en gewic i,ge diensten den lande bewezen verleend aan den directeur van het Departement van Onderwijs, dr. A. D. A. de Kat Angelino.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9