BINNENLAND
v,
SiroopFamel
r/7mr/.
De Rijksbegrooting voor 1937
IVOROL
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Januari 1937
Derde Blad No. 23566
Algemeene beschouwingen
77sie Jaargang
Over het algemeen een gematigde critiek
op het regeeringsbeleid
Het minste tandbederf
Verschenen is het Voorloopig Verslag van
de commissie van rapporteurs omtrent de
aleemeene beschouwingen over de riiksbc-
grootlng voor het dienstlaar 1937.
Hieraan is het volgende ontleend:
Vele leden spraken hun waardeering er
over uit. dat de regeering heeft erkend, dat
od den duur niet de financieele- en econo-
misch-technische vraagstukken het staat
kundig leven kunnen blijven beheerschen.
doch dat integendeel eene overwegende
ulaats moet worden toegekend aan de in
ons volk tot uiting komende levens- en
wereldbeschouwing. Ook de verklaring dat
de ..op het christendom gegronde volks-
aspiraties" voor het politieke bestel van
groote beteekenis zijn had hun volle in
stemming.
Kritiek op de regeering.
Naar de mcening van deze leden,
heeft juist echter de fout van dit
kabinet gelegen in de omstandigheid,
dat het de financieele en economische
moeilijkheden dacht te kunnen bestrij
den, zonder daarbij een principieel
uitgangspunt te kiezen, sterker nog:
met vrijwel volkomene terzijdestelling
van eenen principieelen grondslag.
Huns achtens heeft zich bii onderschei
dene volksgroepen een wüziging voltrokken
ten opzichte van denkbeelden welke eer
tijds tot scherpen onderlingen strijd aan
leiding plachten te geven. Deze leden dach
ten daarbij aan opvattingen omtrent het
koningschap, de beteekenis van de nationale
waarden, de defensie, de ordening, de be
scherming van het gezinsleven, het onder
wijs. de openbare zedelijkheid den vrouwen
arbeid e.d. Naar hun gevoelen nu heeft de
regeering zich met te groote zorgvuldigheid
afzijdig gehouden van quaestiën die vroe
ger wellicht principieele verschilpunten
mochten heeten. doch thans niet meer als
zoodanig mogen worden aangeduid. Die af
zijdigheid betreurden zijn.
Wijders duchtten de hier aan het woord
zijnde leden, dat het door de regeering in-
trincipieele verschilpunten eveneens van
genomen standpunt ten aanzien van de
invloed is geweest op de wijze van uitvoe
ring van enkele belangrijke wetten.
Ten zeerste betreurden deze leden, dat
de regeering ten opzichte van het probleem
van de vrije of de gebonden economie geen
scherp omlijnd standpunt inneemt. Naar
hunne vaste overtuiging namelijk moet te
rugkeer tot de vrije economie zoowel in
sociaal als in staatkundig opzicht in hooge
mate ongewenscht en zelfs gevaarlijk wor
den genoemd. Nu de regeering in den grond
der zaak dezelfde meening is toegedaan, en
wel dat de economische ontwikkeling in de
andere richting gaat. hadden deze leden
van haar op dit stuk méér leiding, althans
meer belangstelling verwacht.
Erkennende voorts de waarde van de be
schouwingen der regeering omtrent de door
baar gedurende de laatste jaren genomen
maatregelen op economisch gebied waren
de hier aan het woord zijnde leden niette
min van gevoelen, dat ook wat betreft de
etimuleering van de binnenlandsche con
junctuur harerzijds onvoldoende activiteit
Is betoond.
Verscheidene leden verklaarden, dat
het kabinet-Colijn. ook na de recon
structie in Juli 1935, niet is geslaagd
in de vervulling van de taak. welke
liet zich van den aanvang af had ge
steld.
In de eerste plaats was zulks huns
inziens het geval met het economische
dcei er van. Ook de gevoerde finan
cieele politiek heeft, zoo werd dezerzijds
betoogd, niet het gewenschte resultaat
opgeleverd.
Dat tot muntdcpreciatie is overge
gaan stelt volgens hen het kabinet ook
ten aanzien van de financieele politiek
in gebreke, daar het zich immers het
handhaven van den gouden standaard
ten doel had gesteld.
Woorden van waardeering.
Vele leden verklaarden, niet accoord te
taan met de critiek op het algemeen be
leid der regeering geoefend. Deze leden
Waren van meening dat het kabinet in
Mei 1933 moeilijk van een ander beginsel
kon uitgaan dan hetwelk het destijds aan
vaardde omdat het zich op het standpunt
<>ad gesteld dat de basis van politieke
eamenwerking moest worden verbreed.
Zij wenschten allereerst te constateeren.
dat de economische toestand allengs wel
degelijk is verbeterd.
Ook de financieele politiek van het kabi-
"et verdient huns inziens waardeering en
met nadruk verklaarden zij vervolgens,
eveneens in te stemmen met het defensie
beleid.
Beschouwingen over ons staatsbestel.
De oorzaak van de huidige onbevredi-
êende politieke constellatie hier te lande
aasen enkele leden voornamelijk hierin,
dat ook in Nederland allengs verkeerde op
vattingen van democratie en vrijheid
'"gang hebben gevonden. Dit heeft, zoo
verklaarden zij. geleid tot de tegenwoordige
metatuur der meerderheid en hier en daar
«us tot uitingen van staatssocialisme.
Een wel zeer sprekend kenmerk van de
r^kheid van het huidige staatkundige
pvaiel achtten deze leden de onderdruk
king van de nationaal socialistische be
weging in Nederland. Deze leden waren
lik °°rdee'- dat het alternatief: commu-
o! nationaal-socialisme moet wor-
"Besteld. Zij drongen er bij de regeering
Sn' dat deze aan de N.S.b. de vrijheid
hergeven, welke zij behoeft om de
taak, die zij zich heeft gesteld, te kunnen
vervullen en bepleitten opheffing van het
verbod voor ambtenaren en militairen, lid
dier beweging te zijn.
Tegen deze beschouwingen rees van vele
zijden verzet. In beginsel stemde men
dezerzijds in met de politiek, door de regee
ring op het stuk der gezagshandhaving
gevolgd.
Anderen hadden de bedoelde politiek
gaarne wat krachtiger gezien, al erkenden
zij, dat vooral in den laatsten tijd bij ge
zagsondermijning krasser wordt ingegre
pen.
Voornamelijk drongen zij aan op een
scherp optreden tegenbver de N.S.B
Algemeen werd betreurd, dat de aanhan
gers van het nationaal-socialisme in deze
Kamer de hun voor het eerst geboden ge
legenheid een officieel staatsstuk een prin
cipieele uiteenzetting te geven van het
door hen bepleite systeem" ongebruikt
hebben gelaten.
Een zeer gelukkig verschijnsel werd ge
noemd. dat ons volk meer en meer de
waarde van onze tegenwoordige staatsin
richting gaat beseffen, alsook de nood
zakelijkheid, haar te verdedigen tegen hare
belagers.
De aanstaande kabinetsformatie.
Enkele leden spraken de hoop uit, dat
zou totstandkomen een parlementair kabi
net op positief-christelijken grondslag.
Wanneer de leden, daarbij de woorden
„positief-christelijk" bezigden, doelden zij
daarbij op de leer, die haren zedelijken
grondslag vindt in de tien geboden Gods.
Eenige leden waren echter van meening.
dat een kabinet van christelijke signatuur,
als ook zij wenschten, nog niet een rechtsch
kabinet in den ouden zin des woords be
hoeft te zijn, doch ook op breedere basis
zou kunnen rusten, mits de evenbedoelde
grondgedachte maar niet worde prijsgege
ven.
Verscheidene leden konden zich met deze
betoogen niet vereenigingen.
Ter linkerzijde namelijk, vooral onder de
beide vrijzinnige groepen, bevinden zich
velen, die op religieus gebied vrij nabijstaan
aan hen, die zich ter rechterzijde plegen
te scharen, terwijl zeer velen, die de recht-
sche beginselen zijn toegedaan, onderling
sterk van meening verschillen omtrent
essentieele vragen, die zich in de practi-
sche politiek voordoen.
Ettelijke dezer leden sloten zich aan
bij het standpunt, door den voorzitter
van den raad van ministers in de an
dere Kanier uiteengezet, inhoudende,
dat moet worden gestreefd naar samen
werking op een basis van wijdere
strekking dan de vroegere rechtsche,
nochtans met behoud van den christe-
lijken grondslag.
Sommige leden bepleitten eene samen
werking op louter democratischen en meer
vooruitstrevenden grondslag. Van zulk een
kabinet zouden dus betoogden zij, ook leden
van de S.D.A.P. deel moeten uitmaken.
Verscheidene leden verklaarden dat,
mocht de zinspeling op democratische sa
menwerking duiden op de mogelijkheid van
coöperatie tusschen de R.K. Staatspartij en
de S.D.A.P. met uitsluiting van andere par
tijen. dat zij zulk eene samenwerking in
een parlementair kabinet onmogelijk acht
ten.
Defensiepolitiek.
Verscheidene leden spraken hunnen
waardeering uit voor de wijze, waarop de
regeering de verbetering van ons defensie
materieel, gepaard aan eene reorganisatie
van de levende strijdkrachten, heeft aan
gevat.
Sommige andere leden verklaarden, zich
minder goed te kunnen vereenigen met de
defensiepolitiek van de regeering.
Huns inziens duidt de ernst van den
internationalen toestand geen uitstel te
dier zake.
Weer andere leden zagen redding in col
lectieve defensie, dat wil zeggen in Vol
kenbondsactie met economische en mili
taire middelen.
Financieele beschouwingen.
Eenige leden betoogden, dat de begroo
ting voor 1937 opnieuw een tekort aanwijst,
dat weliswaar niet zeer groot lijkt, doch
nochtans niet moet worden onderschat.
Verscheidene leden verklaarden, tot hun
leedwezen te moeten constateeren. dat de
regeering ten spijt van den zeer omvang
rijken, door haar gepraesteerden, arbeid tot
saneering van 's rijks financiën, niet er in is
geslaagd, den budgetairen toestand sedert
1933 aanmerkelijk te verbeteren.
Enkele andere leden daarentegen ver
klaarden, met het financieele regeerings
beleid te kunnen instemmen en brachten
den minister van financiën hulde voor de
door hem op dat stuk bereikte resultaten.
Sommige leden drongen aan op het
scheppen van een betere verhouding tus
schen de financiën des rijks en die der ge
meenten.
De hulp, door het rijk tot verlichting van
de werkloosheidslasten aan de gemeenten
geboden, is onvoldoende te achten, zoodat
de toestand, waarin de gemeenten en
met name de grootste komen te verkee-
ren immer hachelijker wordt.
De aanpassingspolitiek.
Eenige leden waren van oordeel, dat de
aanpassingspolitiek welke de regeering in
de laatste jaren heeft gevoerd, niet tot
de daarvan verhoopte resultaten heeft ge
leid.
Dat van de overheid zelve geringe stu
wing uitging tot verbetering van den toe
stand, blijkt naar de meening van deze
leden wel zeer sterk uit den gang van za
ken met het werkfonds 1934. Tot dusver
toch is daaruit weliswaar een bedrag van
Het Paleis te Soestdijk. het plan deterding in gevaar?
Aanleg der centrale verwarming
wordt aanbesteed.
Het Paleis krijgt ook een
bioscoopzaal.
Naar wij vernemen zal de aanbesteding
voor den aanleg en verbetering van de
centrale verwarming in het Anna Pau-
lownagedeelte van het Paleis Soestdijk.
het tijdelijk verblijf van het Prinselijk
paar. in de eerste helft van Februari te
Amsterdam worden gehouden.
Tot den aanleg van een openlucht-zwem
bad achter in het park van het Paleis, is
thans definitief besloten. Als onderdeel
van het nationaal huwelijksgeschenk zal
aan de achterzijde van het Paleis, gedeel
telijk ondergronds een bioscoopzaal wor
den gebouwd.
Aan de achterzijde vair het eigenlijke
woongedeelte van het Vorstelijk paar zul
len stalen ramen worden aangebracht,
welke in hun geheel omlaag gebracht kun
nen worden, zoodat men van de woonver
trekken uit direct het terras zal kunnen
betreden.
AMERIKAANSCHE METHODES IN
ROTTERDAM.
Delftschc Poort wordt.60 Meter verplaatst.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft
gistermiddag zijn goedkeuring gehecht aan
het plan van den directeur van den teeh-
nischen dienst tot verbetering van het Hof
plein. met vaststelling van de rooilijnen vol
gens de bestaande bebquwing.
Ter verkrijging van het 60 Meter breede
verkeersplein is noodig dat de Delftsche
Poort, het meest bekende monument van
Rotterdam, zal worden verplaatst.
De Minister van Waterstaat heeft, na
kennisneming van het plan het oordeel van
de rijkscommissie voor monumentenzorg
over deze verplaatsing gevraagd.
Met den technischen dienst van Rotter
dam was de commissie van meening. dat de
verplaatsing 60 Meter achterwaarts zonder
groot risico voor het gebouw technisch zeer
goed mogelijk is. De commissie noemde
het plan van Rotterdam wel overwogen.
Het biedt h.i. alle waarborgen dat de poort
onbeschadigd op haar nieuwe plaats zal
komen te staan, als afsluiting der te dem
pen Rotterdamsche Schie. De Delftsche
Poort, die 2.300.000 k.g. weegt. 18 Meter
hoog is en op een grondvlak van 12 bij 18
Meter staat, zal dus op Amerikaansche
wijze worden verrold.
en de schoonste tanden,
indien U poetst met de
antiseptische tandpasta
Tube 60 on 40 ct. Doos 20 ct.
Als gevolg van minder welwillende
beoordeeling.
Naar het ..U. D." van betrouwbare zijde
verneemt is de heer Deterding zoowel teleur
gesteld als ontstemd over de wijze waarop
hier te lande in verschillende kringen is
gereageerd op zijn plan dat bedoelde, aan
ons land belangrijke economische hulp te
bieden.
Het is dan ook te vreezen. dat bij
eventueele verdere aankoopen na
Februari 1937 deze in het buitenland
zullen plaats hebben, aangezien bij
voorbeeld in Denemarken en in Nieuw
Zeeland eveneens overvloed bestaat van
de door den heer Deterding begeerde
agrarische producten en hem uit deze
landen waar men zijn plannen zeer
waardeert herhaaldelijk verzoeken
zijn gedaan om als leverancier te mo
gen optreden.
Behalve de vele blijken van sympathie die
den heer Deterding met betrekking tot zijne
plannen bereikten, bleek het toch ook dat
velen in den lande stelling namen tegen
zijn daad en zijne denkbeelden.
Onder meer kantte zich een deel der pers
deels in scherpe bewoordingen, deels in
zachtere termen tegen deze geste. Hierbij
deed het argument, dat 't hier gold een
manifeste uiting van medeleven met het
huidige Duitsche regime opgeld Terwijl
tevens, geheel ten onrechte, werd gezin
speeld op een commercieel oogmerk van den
heer Deterding, te weten winstbejag.
Dit gaf den heer Deterding de uiting in
den mond:
„Laat men wel beseffen dat, als men al
leen een pro-Duitsche beweegreden in mijne
handelingen wil zien, ik mijne bestellingen
evengoed in Denemarken of elders kan
doen."
Van betrouwbare zijde deelt men ons
echter mede. dat bij deze uitlating van den
heer Deterding in aanmerking moet worden
genomen, dat deze zich zoozeer Nederlander
voelt (en zal blijven voelen!) dat niet dan
in het uiterste geval door hem tot een zoo
danige afwijking van zijn oorspronkelijke
plannen besloten zal worden.
Daarvoor zijn, naar de meening van den
heer Deterding. teveel groote, Vaderland
sche belangen in het. geding.
slijm losmaakt, de hoest
kalmeert en de luchtwegen
Vra aal hel oordeel van Uw dokier I
EEN MAASTUNNEL TE ROTTERDAM.
5505
(lngez. Med.)
f. 77 millioen geblokkeerd, doch niet uit
gegeven.
Deze leden achtten het gewenscht, dat
de regeering voorgoed breke met de zoo
geruimen tijd door haar gevoerde, aan
passingspolitiek en dat in de plaats daar
van korne een meer constructieve politiek.
Gaarne zouden deze leden vernemen, of de
regeering een stabilisatie van den gulden
op zoo hoog mogelijk peil hoopt te be
vorderen.
De door dezen voorgestane, meer con
structieve politiek houdt, naar zij mede
deelden, ook in de uitvoering van vele
groote werken, met het oog waarop huns
inziens een afzonderlijke financierings-
dienst moest worden ingesteld.
Voorts behoort naar hun gevoelen de
handelspolitiek actiever te worden gevoerd
en is daarnevens gewenscht meer ordening
in handel en industrie, op dusdanige basis,
dat het particuliere initiatief niet er door
worde belemmerd.
Enkele leden vreesden, dat dit kabinet
nog te veel zijn hoop stelt op herstel van
het vrije ruilverkeer en daardoor niet vol
doende geneigd is, de totstandkoming van
afweermaatregelcn tegen de concurrentie
van het buitenland te bevorderen.
Nog opperden de leden, hier aan het
woord, bedenking tegen verwezenlijking
van het, in enkele kringen verdedigde,
denkbeeld Nederlandsch-Indië en Neder
land als een economisch geheel te be
schouwen in dien zin, dat een tarief-unie
tusschen beide gebiedsdeelen zou moeten
worden gesloten.
De depreciatie van den gulden.
Sommige leden waren van meening, dat
naast de depreciatie andere maatregelen
dienden te worden genomen, tot vermeer
dering van de volkswelvaart. Zoo achtten
zij gewenscht, dat de regeering alsnog de
richting insla, verdedigd in „het plan van
de arbeid".
Verscheidene leden achtten de geleverde
critiek op het economische beleid van de
regeering ongegrond.
Zij constateerden met erkentelijkheid,
dat in het algemeen ons volk op waardige
en kalme wijze de zoo gewichtige koers
verandering van de overheid heeft opge
nomen en laakten ten zeerste, dat de lei
ders van een bepaalde volksgroep, die
zichzelf nog wel als bij uitstek nationaal
aandient, in het destijds voorgevallene
aanleiding hadden gevonden tot het on
dernemen van een poging om onrust en
verwarring te stichten.
Deze leden waren van oordeel, dat de
depreciatie een ongunstigen invloed zal
hebben op de uitkomsten van de land
bouwbedrijven, althans van de veehouderij
en de gemengde bedrijven.
Mocht thans allengs worden overgegaan
tot. geleidelijke afschaffing van de onder
scheidene crisismaatregelen op dit stuk.
dan drongen deze leden op het betrachten
van groote voorzichtigheid daarbij aan,
om verwarring te voorkomen.
Overeenstemming bereikt.
De Rotterdamsche burgemeester heeft
gistermiddag in den Raad de volgende ver
klaring afgelegd ten aahzien van de tweede
oeververbinding:
In een gisteren gehouden bespreking van
gedelegeerden van het college van B. en W.
met de ministers van waterstaat en finan-
1 ciën is volledige overeenstemming bereikt
tusschen de regeering en het college van B.
en W„ zoowel ten aanzien van den vorm
van de tweede oeververbinding als ten aan
zien van de financiering van dit zoo be
langrijke werk.
Wat den vorm betreft werd overeen
stemming bereikt voor een tunnel voor
vier-banig autoverkeer, waarvan een
gedeelte ter breedte van acht meter
aanstonds voor twee-banig autoverkeer
wordt ingericht, terwijl het overige ge
deelte breed zes meter voorloopig voor
verkeer van wielrijders en voetgangers
wordt bestemd, doch zoo noodig voor
twee-banig autoverkeer kan worden in
gericht.
De financiering zal geschieden door voor
schotten van het Rijk op, ten aanzien van
den rentevoet en de terugbetaling, voor de
gemeente aannemelijke voorwaarden.
De regeering heeft tevens toegezegd een
voorschot uit het werkfonds te verleenen
voor de verbinding van de toegangswegen,
welke in verband met den tunnelaanleg
noodzakelijk zijn.
MINISTER DE GRAEFF TE BRUSSEL.
Koning Leopold woont receptie bij.
De Nederlandsche minister van Buiten-
landsche Zaken, jhr. mr, A. C. D. de Graeff
heeft gisterochtend een beleefdheidsbezoek
gebracht aan den Belgischen premier, den
heer van Zeeland.
Gistermiddag heeft de Belgische minister
van buitenlandsche zaken. mr. P. Spaak,
een noenmaal aangeboden ter eere van zijn
Nederlandschen collega. Tot de genoodig-
den behoorden freule de Graeff. de Neder
landsche gezant te Brussel, mr. J. A. N.
Patijn en mevrouw Patijn, de heer en me
vrouw van Zeeland, de Belgische minister
van oeconomische zaken en mevrouw van
Isacker. zoomede de kanselier der Neder
landsche legatie te Brussel met mevrouw
van Lennep.
Z.M. Koning Leopold III woonde gister
avond de receptie op de Nederlandsche
legatie bij. Er werden Javaansche dansen
gedemonsreerd.
het leer wordt duurder.
Sinds 1 Augustus met 50 pet. verhoogd.
De Federatie van vereenigingen van Ne
derlandsche lederfabrieken deelt mede:
Ook na 1 Januari blijven de prijzen der
hulden hun sterke stijging voortzetten.
De huidige prijzen zijn meer dan 100 pet.
hooger dan die per 1 Augustus 1936.
In verband met dezen toestand en de
voortdurende verhooging van de prijzen
der looistoffen en de thans Ingetreden dub
bele vrachtprijsberekeningen in de scheep
vaart van Zuid-Amerika zijn de lederfabri
kanten genoodzaakt hun leerorijzen
opnieuw aan te passen, zoodat dszg in
verhouding tot die der 1 Augustus 1936
verhoogd moeten worden naast de ver
hooging van 20 pet. tengevolge der munt-
correctie met 50 pet.
Bij Apothekers
en Drogisten
2629
groote flacon
kleine flacon (1.1 5 I
(lngez. Med.»
BEGRAFENIS INSTRUCTEUR L. J. BOSCH
Vice-admiraal Quant spreekt aan
de groeve.
Gistermiddag is op de begraafplaats
„Zorgvlied" het stoffelijk overschot van
den Zaterdag j.l. bij Den Haag omgekomen
vlieger L. J. Bosch ter aarde besteld. De
overledene was instructeur van het Neder
landsche Instituut voor zweefvliegen.
Onder de aanwezigen bevonden zich
vice-admiraal L. J. Quant, voorzitter van
den Raad van Bestuur van het Instituut;
de heer Kersken, voorzitter van den Neder
landschenBond voor Zweefvliegclubs: de
heer N. W. Bos, vertegenwoordigend het
corps piloten van de K. L. M.; de heer M.
Boreel. vertegenwoordigend het personeel
van de K. L. M.: de heer Sluyter. instruc
teur van de Nederlandsche Luchtvaart-
school. de heer L. A. de Lange, die den
directeur van den Rijksluchtvaartdienst
vertegenwoordigde en de heer Van Neyen-
hoff van de Nederlandsche Fokkerfabrie
ken.
In de aula sprak vice-admiraal L. J.
Quant. Hij zeide, dat de overledene de
eigenschappen bezat, noodig voor het be
zetten van den post van instructeur. Hij
bezat de noodige bekwaamheden, hij wist
leiding te geven aan zijn leerlingen en hij
genoot het vertrouwen, noodig om die
leiding ten volle te doen gelden. Hij werd
gewaardeerd om zijn rust en zijn kalmte,
die zijn leerlingen het zoo noodige vertrou
wen gaven.
Namens zijn kameraden van den over
ledene. de Nederlandsche zweefvliegers,
sprak ir. Oyens. Hij dankte ontroerd den
kameraad voor alles, wat hij voor hen was
geweest en voor alles, wat hij hun heeft
geleerd.
Daarna sprak ds. P. Bakker over den
dood, die eens komt voor ons allen (met
als tekst Luc. 12 40). en van de ver
geving voor onze zonden, die ons eens zal
worden geschonken.
De aanwezigen zongen psalm 25, waar
na ds. Bakker de plechtigheid sloot met
gebed.
NEDERLANDSCH TT, AG VERTOON TE
TANGER.
De kruiser „de Ruyter" wordt er verwacht.
H.M.'s „de Ruyter" wordt vandaag te
Tanger verwacht. De oorlogsbodem is op
weg van Lissabon. Hij zal tot Maandag te
Tanger blijven en dan de reis voortzetten
naar Nederlamdsch-Inddë.
H.M.'s gezant in Tanger, jhr. mr. F.
Gerth van Wijk. zal den etat major van
de „de Ruyter" ontvangen.
Zaterdagavond zal op de Nederlandsche
legatie een groote ontvangst worden gege
ven.
DE NEDERLANDSCHE MINISTERS
ONDERSCHEIDEN.
Den Nederlandschen ministers Gelissen
en Deckers is het grootkruis verleend in de
Orde van de Noorderster.
NEDERLANDSCH-FRANSCHE
HANDELSBESPREKINGEN BEGONNEN.
Gistermorgen zijn op het departement
van handel te Parijs de Nederlandsch-
Fransché onderhandelingen begonnen over
de vernieuwing van het contingenteerings-
verdrag.
De vraagstukken, welke Nederlandsch-
Indië betreffen, zullen later behandeld
worden tijdens afzonderlijke besprekingen,
waarmede aan het eind van dit kwartaal
een aanvang zal worden gemaakt.
HET WATER VAN HET ALBERTKANAAL.
Op 1 December 1936 is door Nederland
bii het Permanente Hof voor Internationale
Justitie in 'sGravenhage een memorandum
ingediend betreffende de kwestie van de
voeding van het Albertkanaal De Belgische
bladen bevatten thans een bericht, waarin
wordt bekend gemaakt dat het Belgische
antwoord hierop tegen 1 Februari a.s. zal
worden ingediend. Het Belgische antwoord
zou een iuridische argumentatie ter weer
legging van de Hollandsche steding vormen.
MR. DR. H. H. A .VAN GYBLAND
OOSTERHOFF.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van mr. dr. H. H A. van Gy-
bland Oosterhoff zal plaats hebben op
Maandag a.s., om 11.45 uur op de be
graafplaats Oud Eik en Duinen te Den
Haag.
UIT NED. OOST-INDIË.
EERVOL ONTSLAG DIRECTEUR VAN
ONDERWIJS.
BUITENZORG, 22 Jan:).:') 'Aneta). Op
zijn verzoek is e:."ol cntslo vide' d-"k
betuiging voor de v:ls en gewic i,ge
diensten den lande bewezen verleend aan
den directeur van het Departement van
Onderwijs, dr. A. D. A. de Kat Angelino.