Bezoek van Mangkoe Negoro aan Marken - Afscheid Zweedschen gezant
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
77sie Jaargang
FEUILLETON
Het huis der mysteries
HET NIEUWE GEBOUW VAN DEN PENSIOENRAAD, -
aan den Benoordenhoutsoheweg in den Haag, dat Maandag
door minister de Wilde officieel zal worden geopend.
DE JONGE HONING PETER VAN VOEGOSLAVIE
heeft een g-roote liefhebberij in timmeren. Hij heeft zelfs
een kleine werkplaats tot zijn beschikking bij het paleis
te Dedinje. De koning aan 't schaven.
AFSCHEIDSRECEPTIE VAN DEN ZWEEDSCHEN GEZANT, welke receptie werd
aangeboden door het corps diplomatique. De gezant, baron Adlercreutz, (derde van
rechts), in gesprek met den gezant van Zuid-Afrika, dr. H. D. van Broekhuizen.
INDISCH VORST BEZOEKT MARKEN.
In gezelschap van zijn echtgenoote en dochter bracht de Mangkoe Negoro giste en een bezoek aan
Marken. Eoto genomen tijdens een wandeling over het eiland.
RRABANTSCHE FOLKLORE. Volgens oud gebruik gaat
de verkiezing van den nieuwen deken van het Sint Antonius-
gilde te Gemert met de noodige feestelijkheden gepaard. Trom
meislagers gaan huis aan huis om een borrel te inca-sseeren.
TSJANG KAI-SJEK UIT GEVANGENSCHAP BEVRIJD.
De Chineesche generaal en zijn echtgenoote (midden) bij terugkeer op het vliegveld te Nanking,
na zijn gevangenhouding door den Chineesehen maarschalk Tsjang Hsoë-Liang.
YOORLOOPIG NEDERLANDSCH ELFTAL-SOUTHEND UNITED S.C. Op het
Spartaterrein in Rotterdam werd deze wedstrijd gespeeld, welke eindigde met een
32 overwinning voor de gasten. Een spelmoment.
Uit het Engelsch door
H. A. C. S.
44)
Evelyn stond overeind.
„Ik geloof, dat wij de dingen den ver
keerden kant opsturen", zei ze. kortaf. „Het
is niet noodig, een scène te maken. Wij
praten te veel, en bereiken niets. De in
breker kan Dave's revolver genomen heb
ben, en haar gebruikt hebben. Dat het
juist Dave's revolver was, die daar op den
grond lag, bewijst niets. Bewijst niet, dat
Dave haar gebruikte. Bewijst zelfs niet. dat
Bayard gedood werd door een kogel uit
dat wapen. Bewijst niets. Janice was ge
schrokken en ontsteld) en handelde in een
jacht. De inbreker moet tóen net ontsnapt
rijn. Ik vind, dat wij ons geheel concen-
teeren moeten op het vinden van den in
breker. Toen ik wegging, was Bayard in
kven. En Dave en Allen waren samen."
..Niet den geheelen middag, Evelyn", zei
Adela. „Ik heb juist ontdekt, dat Dave,
alleen, een wandeling maakte, en dat Allen
een eindje ging rijden, dat hij Janice ont
boette bij de Oosthoeve, en dat zij een
"jdje samen praatten. Mevrouw Steadway
sprak er toevallig over. Janice en Allen
ronden het niet verstandig het te vertellen;
tenslotte hebben Dave en Allen niet het
volmaakte alibi, dat wij allen dachten, dat
hj hadden. Janice en Allen handelden, zoo
m's zij meenden dat het beste was. Maar
bet geeft moeilijkheden."
„Maar kwamen jullie elkaar niet weer
tegen, Allen? Jullie kwamen samen terug.
Jullie kwamen samen in de bibliotheek"*zei
Evelyn.
„Ja", antwoordde Allen. „Nadat ik Janice
verlaten had, reed ik regelrecht naar het
meer terug, en daar was Dave, Wij visch-
ten nog een tijdje, en kwamen toen samen
thuis."
„Nou, dan is immers alles in orde", zei
Evelyn, opgelucht. „Je ziet, Adela, zij waren
met elkaar van hoe laat af, Allen?"
„Ongeveer van vier uur af, of een beetje
vroeger", zei Allen. „En jij verliet Bayard,
die toen nog leefde, tien over vier. Zoo zie
je, Adela. dat Dave's alibi nog goed is."
„En het jouwe toevallig ook, Allen", zei
Hilary, eenigszins bitter.
Allen haalde zijn schouders op.
„Ik kan er niets aan doen."
„Dat is dus in orde", zei ik, en richtte
mij tot Evelyn. ,.U was hier na vier uur.
Daar ben ik zeker van, want ik zag u. De
inbreker moet gekomen zijn, toen u hier
was. Kwam u juist langs de deur van de
bibliotheek, hier, en keek u naar binnen."
„Ja", zei Evelyn.
„Was Bayard hier?"
„Ja. Ik sprak niet tegen hem. Hij zag
mij niet."
„O ja, ik herinner mij dat u dat zei. De
inbreker moet dadelijk daarna zijn bin
nengekomen. Toen u hier was, was toen de
safe open?"
„Wel, nee", zei Evelyn, en fronste haar
voorhoofd. „Ik herinner mij het precies. Die
was gesloten."
„Evelyn!" gilde Hilary. „Weet je niet, wat
je doet' Die vrouw heeft je er in laten
loopen." Hij was purper van woede. „Zij
heeft jou er in laten loopen. Jij hebt toe
gegeven, dat BayardHij hield op, en
was nu volmaakt in angst, staarde mij aan,
en op het punt een beroerte te krijgen.
„Wat nee ik" zei Evelyn.
„De safe", zei ik, terwijl ik Hilary aan
keek, „is in Dave's studeerkamer. Bayard,
werd feitelijk daar doodgeschoten. Er was
bloed op het kleed bij de schrijftafel. Hij
werd in Dave's studeerkamer gedood. Hij
was dood" ik keek naar Evelyn „toen
u hem zag."
Evelyn staarde mij aan. Zij was geen
leugenaarster van inspiratie; zij moest
eerst afgericht worden en daarvoor was
geen tijd.
Zij knikte langzaam.
Hilary zoog zijn adem op, met een soort
van gekreun, en ging zitten, alsof zijn
knieën onder hem slap geworden waren.
Ik hoorde Allen binnensmonds zeggen:
„Dave's studeerkamer."
Adela's gelaat was als van graniet. Ik
zag hun oogen het leek mij, dat zij mij
allemaal haatten. En misschien vreesden.
„Janice", zei Adela. „Roep Dave. Ik vind,
dat wij hem moeten ondervragen."
Het was zoo stil in de kamer, dat
Janice's kleine hakken een kloppend geluid
op den grond maakten. Zij tikte tegen de
deur der studeerkamer. Er kwam geen ant
woord, en zij greep met haar hand de
deurknop, deed de deur open, en stapte
naar binnen. Niemand sprak. Er kwam uit
de studeerkamer geen geluid.
Het duurde lang, voor zij weer op den
drempel verscheen. Zij stond daar, met
haar rug naar de kamer er achter, keek
ons aan, en boog een beetje voorover. Wij
stonden allen overeind. Ze zei: „Jullie kunt
Dave niet ondervragen. JuUie kunt hem
niets vragen nooit meer."
HOOFDSTUK XIV.
Van den aanvang was het niet zoozeer
de vraag, of Dave vermoord was dan wel
of hij de veronal toevallig of met opzet
ingenomen had. Met andere woorden, of hij
zelfmoord gepleegd had, ja of neen. En, als
hij zelfmoord gepleegd had, was het dan
een bekentenis van schuld? Had hij Bayard
vemoord? Want Dave was dood. En hij
stierf door een te groote dosis veronal. Dr.
Bouligny stelde dit feit vast, binnen twin
tig minuten nadat Janice het schokkende
bericht had meegedeeld.
Ik herinner mij niet veel van de enkele
oogenblikken, welke volgden op haar woor
den, toen zij daar in de deur van de kleine
studeerkamer stond, evenmin hoe wij ons
in die kamer verdrongen, of wat wij zeiden
en deden en hoe wij keken. Ik herinner
mij. dat ik bij dien langen divan knielde,
waarop dat zwijgende lichaam lag en met
zekerheid vaststelde, dat Janice zich ni»t
vergist had, en Dave werkelijk dood was.
En ik herinner mij, hoe vredig zijn gezicht
er uit zag. Het is, natuurlijk, waar, dat de
meeste gezichten van de dooden er vredig
uitzien, maar op Dave's gelaat was een blik
als van iemand, die zijn rq£t zocht, met de
kalmte van volkomen overgave.
Vreemd genoeg: terwijl wij allen aan
Adela dachten en haar trachtten te sparen,
was het Hilary, die In elkaar zakte, op een
stoel in de bibliotheek, waar Allen hem
naar toe bracht, en hij zat daar te beven
en te schokken, met zijn handen voor zijn
gezicht, en probeerde een afschuwelijke
hysterie te verbergen. Adelia was als een
uit steen gehouwen vrouw. Zij stond aan
het voeteneinde van Dave's rustbank, en
keek naar hem met een gelaat, dat hard
was, en zei aan Evelyn, den dokter te tele-
foneeren, en aan Allen, om Hilary weg te
brengen en aan Janice, haar een stoel te
geven,
„Ik wil hier blijven zitten", zei Adela,
stijfjes. „Dank je, Janice."
Janice keek en bewoog zich, alsof ze ver
doofd was. Pas toen Adela haar hand uit
stak, en een van Dave's handen greep, zonk
Janice op den grond, naast Adela, en ver
borg haar hoofd in haar armen. De punt
van haar kleine witte pantoffel rustte pre
cies op de plaats van het Turksche kleedje,
waar ik die vochtige roode vlek had ont
dekt.
Evelyn kwam van de telefoon terug.
„Hij zal hier dadelijk naar toe komen",
zei ze. „Kijk niet zoo, Adela. Je weet, hoe
ziek Dave geweest is. Al zoo lang is hij
zichzelf niet geweest. Misschien is het zoo
beter."
„Dood", zei Adela, „is nooit beter."
En Janice lichtte haar donkere hoofd op,
en keek naar Evelyn, alsof zij iemand uit
een andere wereld was. Ik ben er zeker
van, dat, op dat oogenblik. Janice slechts
een groot medelijden met Dave en Adela
had; zij had nog niet aan haar eigen vrij
heid gedacht. Er was niets huichelachtigs
in haar droefheid: het was droefheid door
liefde en medelijden. Zij mocht Dave dan
niet hebben liefgehad, maar zij had niet
geprobeerd aan de verantwoordelijkheid
van haar huwelijk te ontsnappen. En bo
vendien, zij moest hem eens hebben lief
gehad. Zelfs een niet-sentimenteele en eer
lijke vrouw mag schreien bij het einde van
een huwelijk, dat mislukt is, of bij het
eraf van een verloren liefde. En Dave was
veel meer dan dat: hij was haar man, een
'olledig deel van haar wereld, een levende
en belangrijke factor in haar leven.
(Wordt vervolgd).