(Waar de Vrouw belang in stelt
L /M
I» \J' \*:>-
Voor onze jonge meisjes
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 21 januari 1937
Het kiezen van leeren handschoenen
I JW
Waarvan zijn ze gemaakt
Een jasje
met borduurwerk
Nog altijd geven bloemen en vlindertjes de
noodige inspiratie voor haar avondkleeding
bij VLASVELD
De tijden zijn voorbij, dat in den winter
slechts twee soorten van handschoenen
onze aandacht vroegen: de „garen" of ste
vige wollen voor door de week en de kille
t'lace'tjes voor de Zondagsche visite. Een
enorm aantal soorten handschoenen komt
tegenwoordig op de markt en onder deze
nemen wel de leeren de allervoornaamste
plaats in.
Gewone garen handschoenen worden in
•t geheel niet meer gedragen: naast de uit
gebreide keuze in sportieve wollen hand-
hedekkingen. die wij naar verkiezing zelf
kunnen breien of in harmonie met shawl
of muts in de nieuwste en vroolijkste mo
dekleuren kunnen uitkiezen, valt onze
keuze vooral op de leeren handschoenen:
een enorme verscheidenheid van suède.
gemsleer. glacé. lams-, varkens-, geiten- en
kalfsleeren soorten, die steeds méér gekleed
zijn dan haar wollen soortgenooten.
Voor het maken van vi
sites is natuurlijk altijd
een leeren handschoen
noodzakelijk, al zal onze
beste vriendin het vol
strekt niet kwalijk nemen
als we zelfs ln den namid
dag in ..wollen wanten'
komen oploopen!
Maar welke leersoort is
de beste, welke zullen we
kiezen en voor welke ge
legenheid? Laten wij b.v.
het schapenleer eens na
der bekijken: daar zijn
onnoemelijk veel soorten
ln. De meeste gangbare
naam. waaronder de hier
van gefabriceerde hand
schoenen verkocht wor
den. is het Engelsche
„daeskln", dus eigenlijk „hertenleer". Maar
oaeskin en daeskin zijn twee. Het kan u
gebeuren, dat u twee paar handschoenen
getoond worden in wit. zwart, beige of grijs
i want in cl deze tinten wordt dit leer ver
kocht i. dat ze er uiterlijk bijna precies
hetzelfde uitzien en dat toch het eene paar
bijv. f. 2.50. het andere eventje f. 4.50 kost!
U bent tcevallig in een zuinige bui en
koopt de handschoenen van f. 2.50. bij u-
zelf plannetjes makende om de uitgewon
nen twee gulden zoo goed mogelijk pro
ductief te maken
Maar in werkelijkheid was 't verkeerde
zuinigheid. De goedkoopere handschoen
was n.l. gemaakt van een slechte kwaliteit
schapenleer. dat het in het dragen en
rvasschen lang zoo goed niet uithoudt.
Waarom dit verschil? Wel. de schapen die
ln Schotland en Frankrijk speciaal voor
de fabricage van handschoenen gehouden
worden zijn nu eenmaal hiervoor het best
geschikt. Deze schapen dragen ook geen
•wol. maar haar en dit is nu eigenlijk het
groote verschil. Want woldragende scha
pen hebben een meer zachte, poreuze huid,
ierwijl die van haardragers compacter en
steviger is. Hoe grooter de zorg bij het kie
zen der huiden, hoe beter ook de hand
schoenen worden afgewerkt enhoe
duurder zo zijn.
Het ingewikkelde proces, waardoor een
dierenhuid in leder wordt omgetooverd:
het looien, zullen we hier niet nader be
schrijven. Misschien hebt u hierover wei
eens uitvoerig gelezen. Doch alleen geven
de verschillende manieren, waarop het
looien plaats heeft een sleutel tot de vraag:
waar komen al die leemamen vandaan?
We noemden reeds het z.g. hertenleer. ver
der kent men Mocha-leer, gemzenleer,
suède. glacé. Kaapsch schaap, lam, var
ken. geit en kalf. En nu is het merkwaar
dige. dat van deze tien soorten er zes
eenvoudig schapenleer zijn. De truc zit
enkel en alleen in het verschil van bewer
king en er worden volstrekt geen geheim
zinnige ingrediënten toegepast. De looi-
raiddelen als eierdooier, meel, zout en aluin,
klinken zelfs zeer bekend in vrouwonooren
Alleen de manier waaropdat is 't. ge
heim van den handschoenenfabrikant!
U moet n.l. weten, dat de gems lustig in
zijn vaderland van rots tot rots huppelt,
zonder zich om handschoenen te bekom
meren; dat het hert onbekommerd de
wouden doorkruist en volstrekt niet meer
om zijn huid wordt lastig gevallen, be
halve dan in het jachtseizoen. Ook de an
tilopen hebben een vrij en blij leventje.
Met andere woorden: al het leer. dat als
gems, hert of antiloop aan de markt komt
is van het schaap afkomstig. De namen
dulden nog slechts een bepaalde bewer
king aan.
Laten we nu eens kijken naar de wasch-
baarheid van leeren handschoenen. Soor
ten, die veilig gewasschen kunnen wor
den, zijn Kaapsch schaap, „gems", var
kens- en hertenleer. Met mochasoorten,
suède, lam- en geitenleer moet men voor
zichtiger zijn en eerst bij een werkelijk be
trouwbare zaak informeeren. of de hand
schoenen werkelijk waschbaar zijn. Pret
tig is het steeds, als waschvoorschriften bij
de handschoenen worden gegeven: men
doet dan wijs, zich daar strikt aan te hou
den! De volgende algemeene regels zijn
echter altijd aan te bevelen: Wasch uw
handschoenen steeds in zachte zeep en
lauw water, niet aan de handen. Gebruik
nooit een borstel. Draag gekleurde hand
schoenen nooit in de zon. Spoel uit in
overvloedig, helder, lauw water, behalve
hertenleer en „gems", dat niet gespoeld
wordt, doch twee sopjes krijgt. Deze soor
ten worden n.l. door de zeep zacht en soe
pel. Wring handschoenen nooit uit: ver
wijder het vocht door ze zachtjes tusschen
doeken te persen. Niet te hard knijpen en
vooral niet mangelen. Droog de hand
schoenen op een handdoek in een warme
kamer of in de open lucht, nooit op een
radiator of bij de kachel. Als ze bijna droog
zijn rek de handschoenen dan een weinig
bij. Trek ze na het wasschen zeer voor
zichtig aan.
Tot slot nog een kort overzicht van de
verschillende soorten en hun gebruik. Her
tenleer (gemaakt van schapen- en lams-
huiden) is verkrijgbaar in wit, zwart, beige
naturel en grijs en wordt gedragen bij het
winkelen in de stad en bij informeele vi
sites. Mocha (de fijnere soorten afkomstig
van baarschapen, de gewonere van wol
schapen en geitenin verschillende tinten
bruin, beige, grijs, blauw en zwart in den
handel, vormt een iets officieelere dracht.
„Gems" (van lammeren en schapen)
doorloopt enkele de kleurengamma's van
geel tot wit en is de meest gewone dracht,
b.v. voor wandelingen bulten.
Suède (van geit, lam en schaap gemaakt)
is tegenwoordig in bijna alle kleuren, zelfs
lichte pasteltinten verkrijgbaar en wordt
zoowel bij een gekleed straatcostuum als
bij een avondtoilet gedragen.
Glacé (van jonge en volwassen geiten)
heeft ook ongeveer alle kleuren en past nog
altijd het best bij een tailormade cos-
tuumpje.
Kaapsch schaap (de naam duidt de her
komst aan. tenminste van de betere soor
ten) koopt men in zwart, beige, blauw, alle
kleuren bruin en grijs en draagt, men af
wisselend met glacé. Lam wordt gebruikt
voor alle mogelijke doeleinden: het is de
meest „gewone" dracht.
Varkensleer (van wilde zwijnen uit
Mexico en Zuid-Amerika ingevoerd) is
verkrijgbaar in crème, negerbruin, naturel
en grijs en uitstekend geschikt als sport-
dracht. evenals geitenleer, in naturel, beige
en bruin. Van kalfsleer tenslotte, dat ver
schillende tinten beige en bruin doorloopt
worden weer iets gekleedere handschoenen
gemaakt. Houdt u zich nu in groote lijnen
aan deze opsomming, dan kunt u er staat
op maken, altijd correct gehandschoend te
z(jn!
Modern en gracieus; bijzonder geschikt
voor zonnige dagen in de nabije toekomst.
Onze mode-ontwerpster kreeg deze week
een lumineus idee, dat vele vroolljke vrou
wen onder onze lezeressen het nart zal ver
heugen: zij schiep dit aardige borduur-
werkje en paste het
toe op een donker
tailleurjasje, al of
niet een onderdeel
van een mantel-
costuum.
Aproposhebt u
soms nog een zwart
mantelpakje.dat nog
steeds correct zit,
maar een weinig
nieuwe fleur en
kleur behoeft? Dan
is haar idee geknipt
voor u.
Het jasje wordt
afgezet met 'n rand
zwart of grijs astra
kan en versierd met
het borduurwerk, dat onze werkteekening
aangeeft. U ziet, 't is „simpleecomme bon
jour"; uitgevoerd in nette steelsteekjes.
U kunt het patroon op dun wit papier
overbrengen, dit stevig op het ja^je rijgen
i-n dan het borduurwerk over het papier
heen werken, dat later voorzichtig wordt
verwijderd; u kunt het patroon natuurlijk
ook met dun krijt uit de vrije hand na-
teekenen of doorstuiven, al naar 't u lijkt.
Het komt bij dit werkstukje vooral aan
op een goede keuze der kleuren. Kiest men
helkleurig borduurwerk in rood. groen,
blauw, geel, m. a. w. zoo „Turksch" moge
lijk, dan moet het astrakan absoluut zwart
zijn; bij een keuze van grijs astrakan zal
een borduurmotief in grijs met zilver
smaakvoller staan.
Dunkt u ook niet?
Het vlugge puntmutsje wordt in dezelfde
kieur astrakan uitgevoerd.
De Jongemeisjesmode van tegenwoordig
is niet zoo heel erg ingewikkeld; in groote
trekken kleeden de dochtertjes, zoodra zij
zeventien of achttien jaar oud zijn ge
worden, zich „precies zooals moeder"
behalve, dat ze natuurlijk geen avond
toiletten in tailleurvorm, noch japonnen
met pailletten, noch garnituren a la
Dietrich dragen!
Maar verder.eenvoud en bescheiden
heid, maar bovenal sportiviteit zijn de
meest in 't oog springende kenmerken van
de kleeding onzer meisjes, eigenlijk precies
zooals mevrouw-zèlf, tenzij deze een van
die uitgesproken luxe-figuurtjes is, die
tegenwoordig zoo zeldzaam worden en ln
onzen sportieven tijd toch min of meer
beginnen te detoneeren.
Wat dragen dan onze jonge meisjes
zooal?
Voor de straat: gezellige korte mantel
pakjes van ruwe Engelsche stof, vlotte
baretten, schoenen met platte hakken.
Voor 's middags bij een eenigszins feeste
lijke thee of voor een intiem partijtje: een
slank japonnetje van zwart fluweel met de
moderne korte kopmouwen en versierd
met een eenvoudige corsage of met kleurig
borduurwerk.
Ook bubiekraagjes en fantasieknoopen
worden voor alle leeftijden veel gezien; 't
jonge dochtertje zal hiervan en eveneens
van de weer zéér moderne bolérojakjes een
dankbaar gebruik maken. Hoe flatteus
staan deze niet bij een slank figuurtje,
terwijl ze een meer „volumineuze" persoon
lijkheid zoo gauw te dik maken!
Wat de keuze van bont betreft: een jong
ding kan hierrn niet te sportlef en be
scheiden zijn: voor 's morgens staat een
Engelsche tweedjas zonder bont oneindig
gedistingeerder dan het „konijnenvelletje",
voor 's middags en 's avonds is eigenlijk
alleen een kraag van petit-gris (en niet te
groot) een passende dracht. Een astrakan-
garnituur op een strak, nauwsluitend man
teltje staat echter altijd smaakvol.
En nu de avondoiletjes: hiertoe leveren
zelfs in onzen sportieven tijd nog
altijd bloemen en vlindertjes de noodige
inspiratie.
Vroolijikheid en luchtigheid blijven een
eerste vereischte: de stijve stijljaponnen,
waarin cfize moeders en tantes haar plech
tige „entrée in de uitgaande wereld" maak
ten, hebben reeds lang afgedaan: 't gaat
nu heelemaal niet meer zoo officieel toe en
't begint meestal met een H.B.S.-fulf, een
instuif van een club, een genoegelijk bal
van de een of andere sportvereenlging. De
lange rokken, die bijzonder elegant staan,
zijn zelfs voor onze zestien- a zeventien-
Jarigen nog altijd onbestreden heerschers.
Wat de stoffen betreft: de groote mode
van de tafzij en alléén maar tafzij heeft
een weinig afgedaan. Mousseline de soie en
zelfs stijf uitstaande volle, beide met groote
bloempatronen, nemen een groote plaats
in. En daarnaast vraagt nu ook het
zwarte of violette satijn een plaatsje onder
de zon. In combinatie met helkleurige, be
drukte zijde, zal dit een donker typejte
stellig tot een succes maken.
Onze teekening geeft U, mevrouw, wel
licht een kleine inspiratie voor Uw oudste
dochter, die middenin het „fulfseizoen" is
en graag weer eens iets nieuws wil hebben.
V.l.n.r.: zwart satijnen japonnetje, nauw
sluitend over de heupen en uitloopend in
twee breede volants, waaraan de bovenste
wordt opgenaaid, gecombineerd met zéér
modern bolérojakje van gebloemde zijde
de kleuren te kiezen in overeenstemming
met de kleur van oogen en haar een
jurkje van rose of lichtgroene tafzij. dat
echter ook in charmeuse kan worden uit
gevoerd: heel jeugdig staan de „flapjes"
op de schouders, die de mouwtjes vervan
gen: een japonnetje van gebloemde mou-
sellne de sole of voile ln lichte tinten en
met zeer wijden, geplooiden rok en tot slot
een traditioneel tafzij-toiletje, dat nu eens
gedacht is ln pauwblauw of helgroen. Het
ontleent zijn bijzondere cachet aan de
soepel neervallende open mouwtjes.
ZONDAGGroentesoep. Gebraden eend.
Appelcompóte. Aardappelen. Roomstruif.
MAANDAG: Karbonaden. Schorseneeren,
Aardappelen. Chocoladevla.
DINSDAG: Runderrollade. Koolraap.
Aardappelen Vanillevia met appelmoes
WOENSDAG' Haché. Roode kool. Aard
appelen Flensjes.
DONDERDAGKerrysoep Biefstuk. Aard
appelen. Spruitjes. Griesmeelschoteltje.
VRIJDAG: Stokvisch. Rijst. Gebakken
uien Mosterdsaus. Vruchtensla.
ZATERDAG: Stamppot van snijboonen.
Rookworst. Maïzenapudding met bessensap-
saus.
RECEPTEN.
APPELCOMPÓTE.
Bencoöigd: 4 roudreinetten. 2 dl. kersen-
wiin. 2 dl water, citroenschil en sap. 40 gr.
suiker, een weinig sago.
De appelen netjes schillen, boren en in
de helft snijden. Het water met suiker en
citroenschil aan de kook brengen in een
platte pan De appelen erin leggen en als
ze zacht ziin eruit scheppen en ln een
compöteschaa) leggen (liefst een ondiepe).
De wiln toevoegen aan het kookwater. Dit
vocht tamelijk dun binden met de sago op
smaak afmaken met citroensap, zeven en
op de appelen schenken. De appelen gar-
neeren door od elk boorgaatje een geconfilt
kersje te leggen.
ROOMSTRUIF.
Benoodigd: 2 eieren. 45 gr. bloem 50 gr.
suiker. 1 dl. melk. 40 gr. boter, zout,
vanille of citroepsap.
De dooiers uitroeren met de suiker, zout,
bloem, melk; 20 gr. eesmolten boter toevoe
gen en hiervan een glad beslag maken
Het smaakje erbii doen en het stijfge
klopte eiwit er luchtig meer vermengen. 10
gr. boter in een niet te groote koekepan
laten smelten de boter tegen den rand
van de pan laten loopen. De helft van het
beslag erin scheppen en de koek od een
zacht vuur (asbestplaatje) in plm. 10 minu
ten gaar en lichtbruin bakken aan één
kant, Uit de pan laten glijden en van de
rest boter en beslag een tweede koek bak
ken Deze met den ongebakken kant op de
ongebakken kant van de eerste leggen, de
koek met poedersuiker bestrooien en in
punten gesneden opdienen
VEGETARISCHE MENU'S
(ter vervanging der gewone).
1. Witte boonen. Zure saus. Aardappelen.
Wentelteefjes. Vruchten.
VOOR HET MENU
AARDAPPELEN direct besteld
8769
OUDE yiMGEL 120
tcc 7")
DOEZCLITOQQT 22
TCL-tezs
L0DEN
(Illgez. Mee!.)
2. Veldsla met biet. Gekookte aardappe
len. Botersaus Eeieren. Warme broodpud
ding met vanillesaus.
3 Knolselderiisoep. Wortelen.. Aardappe
len Botersaus. Gort met rozünen.
4. Risotto. Sla. Sneeuwpuddlng met abri
kozensaus.
RECEPTEN.
RISOTTO.
Benoodigd: 250 gr. riist. 9 d.L. water. 5
bouillonblokjes 60 er boter 1 groote ui. 4
lepels tomatenpurée 50 gr. geraspte kaas.
De ui fijngebakken en in de boter licht
geel fruiten De riist toevoegen en even
meebakken Dan het water met de daarin
opgeloste bouillonblokjes er bij gieten en de
rijst gaar koken (>/t uur). De tomaten
purée erdoor roeren. De rijst opdoen ln een
dekschaal en eerasDte kaas erbii geven, óf
de kaas door de rijst roeren en van de
tomatenpurée. met wat bouillon verdund,
tomatensaus maken en deze erbii dienen.
KNOLSE1BBRIJSOEP.
Benoodigd: 1 groote selderijknol met wat
groen eraan. Vit L. water. 4 bouillonblokjes,
40 gr. boter.
De selderij in plakken snijden, deze schil
len en in blokjes snijden, wasschen en gaar
koken ln het water uur). Door een zeef
wrijven en van dit vocht waarin men de
bouillonblokjes oplost, met boter en bloem
een gebonden soep maken. Vijf minuten
laten doorkoken en afmaken met het fijn
gehakte selderij groen. Gebakken broodjes
erbij geven.
WARME BROODPUDDING.
Benoodigd: 250 gram brood zonder korst,
4 d.L melk. 80 gr. boter. 50 gr. suiker. 3
eieren. 35 gr. amandelen of rozijnen, de
schil van '/i citroen.
De melk met de citroenschil aan de kook
brengen en laten trekken. Het brood erin
fijnroeren citroenschil eruit nemen. De pap
vermengen met de suiker de eierdooiers, de
gepelde en gemalen amandelen of rozünen.
de bote- en het stijfgeklopte eiwit De
massa overdoen In een blikken oudd'ng-
vorm die met boter ingesmeerd is en met
paneermeel bestrooid (niet meer dan voor
3/4 vol) en l'/i unr au bain marie laten
I koken, ,'/i L. warme vanillesaus erbii geven.
BISCUITTAART,
Benoodigd: 5 eieren. 180 gr. suiker. 150 gr.
bloem. 2 theelepels bakpoeder (glad), 3
lepels water. 1 theelepel zout. (glad)
De eierdooiers met de suiker en het water
20 minuten kloppen, zoodat ze schuimig
zijn. De bloem met de bakpoeder zeven, de
eiwitten stijf kloppen. Een springvorm (22
c.M. middellijn) met boter insmeren en met-
bloem bestrooien. De helft van het eiwit
en de bloem bti de geroerde eierdooiers doen
en luchtig met elkaar vermeneen.
Dan de rest van het eiwit er zoo luchtig
mogelijk doorroeren, vlug overdoen in den
vorm en de taart ln een warmen oven gaar
en heel lichtbruin bakken, (plm. 3/4 uurl.
De oven moet goed warm zijn als de taart
erin gaat. wordt dan wat getemperd en zóo
gezet dat men voornameliik onderwarmte
heeft. Mocht de taart te gauw kleuren, dan
een boterd papier erop leggen.
Als de taart wat afgekoeld is. uit den
vorm nemen, koud laten worden en met
poedersuiker bestrooien Ook kan men de
taart doorsnitden Jam ertusschen strijken
en glaceeren. Voor het glazuur neemt men
plm. 75 gr. poedersuiker en roert dit met
zooveel koud water tot men een dikke,
glimmende massa heeft die als een lint
van de lepel afloopt. Een Daar druppels
citroensap eraan toevoegen
Het glazuur met een me> over den elad*
sten kant, van de taart uitstrijken en "ar-
neeren met wat eeconfüte vruchtjes en
reepjes sucade zilveren pilletjes enz.
2—3