Eden's rede in het Lagerhuis Het Duitsche Vierjarenplan 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Januari 1937 Derde Blad No. 23564 Oorlogsgevaar voor Europa is beperkt Het Spaansche volk beslisse zelf over zijn regeeringsvorm „Geen vreemde Keerschers in Spanje" HONIG'S BOUILLONBLOKJES THANS 6 VOOR 8 CTS. Krachtsinspanning terwille der zelfvoorziening VRAGENRUBRIEK Eden. De minister van bnitenlandsche zaken Eden, heeft gisteravond in het Lager huis een grootc redevoering uitgespro ken over de buitenlandsche politiek, waarin hij met voldoening constateer de hoe zeer het volk in Groot Brittan- nië en in talrijke landen voor den vrede is. Hij betreurde echter de afwe zigheid van volledige vrijheid in uit drukking en internationale betrekkin gen tusschen alle landen. Deze afwe zigheid belet een volledigen invloed van de wereldopinie. Wij betreuren dit, zoo vervolgde Eden, tangezien wij er van overtuigd zijn, dat 'net vredesverlangen in de volkeren ter wereld, zoo verpletterend is. dat wanneer alle slagboomen tegen de vrijheid van be trekkingen en van het woord neergehaald I zouden zijn de bedreigingen van den vrede voor het grootste deel uit den weg zouden zijn geruimd. Negentienhonderdzevenen- dertig zal een jaar zijn van uitermate moeilijke internationale problemen, maar ook een jaar van internationale 'kansen. Iedere voor den vrede gewonnen maand is evenzooveel gewonnèn. Voortgaade stelde Eden de verantwoor delijkheid in het licht, die op Groot-Brit- tannië rust op internationaal gebied, waarna hij overging tot bespreking van de Spaansche kwestie. In den internationalen toestand verduis tert Spanje alle overige gebeurtenissen, zoo zeide hij: ofschoon het conflict met onverzwakte felheid voortwoedt, zijn toch de gevaren dat Europa in, een oorlog verwikkeld zou raken, zonder volkomen opgeheven te zijn, toch beslist beperkt. Eden herhaalde, dat de Britsche po litiek zich verzet tegen interventie en verklaarde, dat, wanneer wie het ook zij gelooft, dat alleen tengevolge van dezen burgeroorlog een of andere bui tenlandsche mogendheid Spanje gedu rende een generatie zal gaan beheer- schen, hij. Eden, er van overtuigd is, dat men zich vergist. Dit is het minst waarschijnlijke van alle mogelijke re sultaten van dezen burgerloorlog en wei omdat wij ons energiek zouden verzetten tegen iedere gebeurtenis van dien aard en wij zouden niet de eeni- gen zijn. Tenzij een tegenspraak ontstaat met de geheele geschiedenis van Spanje, zal de geheele massa van het trotsche Spaansche volk het minst kwaden wil gevoelen jegens die volkeren, die het minst tusschenbeide zijn gekomen. De inmenging in Spanje is slecht, niet alleen uit menschelijk oogpunt maar ook van politiek standpunt. Geen inmenging. Het is'geen Britsch belang, dat Spanje een bijzondere regeeringsvorm. hetzij een rechtsche hetzij een iinksche heeft. Toestaan, dat wij gaan deelnemen, aan een kamp van dezen aard beteekent deel gaan nemen aan een oorlog van met el kaar strijdende ideologieën, welke wij ver- oordeelen. Het is aan hst Spaansche volk en aan niemand anders een beslissing te nemen omtrent den regeeringsvorm in Spanje en daarom zullen wij voortgaan de inmenging van buiten af te ontmoedigen. Sprekende over de EngclschIta- liaansche verklaring, zeide Eden: er is geen woord, geen komma in de Ita- liaansche verklaring, die aan welke buitenlandsche mogendheid ook, het recht zou kunnen geven, hoe haar re- gecring ook gekleurd moge zijn, te in- lervenieeren in Spanje, welk deel ook. Britsche belangen. Na deze woorden keerde de minister weer terug tot de kwestie van de Britsche belangen in Spanje en het Spaansche con flict, waarover hij zeide, dat deze belan gen zijn: ten eerste het conflict niet bui ten de grenzen van Spanje zelf te laten treden en ten tweede de politieke onaf hankelijkheid en territoriale integriteit m ?panie th doen eerbiedigen. Sinds mum het Initiatief nam tot de nietinmen- "ebben alle deelen van de Britsche Tuf u»?r.e meening dit principieel gesteund. ïmJli k eerst begonnen zich te doen oirf™ en' toen bleek, dat de nlet-inmen- smg onvolledig was. De inbreuken hebben veel bitterheid gewekt en aan de niet-in- mengingspolitiek veel van haar doelmatig heid in het bekorten van den oorlog ont nomen, maar toch kan niet betwijfeld wor den, dat deze politiek voor Europa de juiste politiek geweest is en blijft. Ook aan de vrijwilligers wijdde Eden enkele woorden, zeggende, dat de Engel- schen er naar gestreefd hebben het uit zenden van vrijwilligers, van welken kant ook, tegen te gaan. Spreker gaf toe, dat het feit. dat dit onderwerp niet eerder te berde is gebracht aan zekere mogendhe den in zekere mate een rechtvaardiging geeft. De toestand in Marokko. Vervolgens besprak Eden den toestand ten aanzien van Marokko. Hij noemde 'in dit verband de mededeellng van den Fran- schen ambassadeur van 8 .Januari betref fende beweerde bedrijvigheid, die naar hij zeide. uiteraard ongerustheid had gewekt in Frankrijk op grond van zijn ligging tegenover Marokko en zijn verdragen. Men heeft toen den Britschen con sul-generaal gevraagd rapport uit te brengen en zijn antwoorden die sinds dien ontvangen zijn, zijn van een over het algemeen geruststellenden aard. Wat het vlootbezoek aangaat, zijn de rapporten nog niet geheel bestudeerd, maar zij zijn toch over het algemeen geruststellend ten aanzien van het aan land zetten van Duitsche troepen. Ook brengt zij geenerlei wijziging met zich mede van welke der Britsche vriend schappen ook Het staat echter buiten twii- fer. dat deze verklaring gediend heeft tot een kalmeering in de Middellandsche Zee. Eden merkte od. dat de Fransche Minis ter van Buitenlandsche Zaken de Engelsch- Italiaansche verklaring warm toegejuicht heeft en dat ook andere landen, waarmede Engeland buitengewoon vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt, zooals Turkije. Zuid-Slavië. Griekenland en Egypte, met de verklaring instemden. De meening van deze Middellandsche Zeemogendheden is 'n goede maatstaf voor de beoordeeling der verklaring. In de notawisseling werd de nadruk gelegd oo de handhaving van de onschendbaarheid van het Spaansche ge bied. Wat wij- niet aanvaarden. Vervolgens besprak Eden den algemeenen internationalen toestand. HU herinnerde er aan, dat het het doel der Britsche regeering is te onderhandelen over een Europeesche regeling en over ver sterking van het gezag van den Volkenbond. Wü zijn bereid aldus zeide hij mede te werken aan den algemeenen vrede, maar ieder moet daaraan meedoen, wil het werk slagen. Het is niet alleen noodig. dat de wereld de uitgaven voor bewapening ver mindert maar ook. dat zil leert op econo misch gebied samen te werken, opdat de levensstandaard in alle landen kan stijgen. Economische samenwerking en stre ven naar vrede moeten hand in hand gaan en aldus Eden wanneer wij deze taak op ons nemen, zijn er be paalde dingen die wij niet aanvaarden: wij aanvaarden niet de gedachte, dat Europa zou moeten kiezen tusschen de dictatuur van links en die van rechts. Wij aanvaarden niet. dat de democra tieën haarden voor verbreiding van het communisme zijn (instemming)wij beschouwen haar meer als een tegengif tegen het communisme. Wij wenschen Europa niet onder de standaarden van concurreerende wereldbeschouwingen te zien: er is een betere weg! Vragen aan Duitschland. Tenslotte wiidde Eden woorden aan Duitschland. Een groot volk zoo zeide hii heeft het bewustzijn van het ras en het nationalisme opgevoerd tot een credo dat wordt toegepast met denzelfden geest drift. waarmede het wordt verkondigd. De wereld vraagt zich thans af waartoe deze leerstellingen Duitschland en ons allen moeten brengen. Europa verlangt dringend een antwoord op deze vraag, want het kan niet naar een steeds onzekerder toekomst blijven afdrijven Het staat aan de Duitsche machthebbers Invloed uit te oefenen op de keuze, die niet alleen over het lot van Duitschland maar over dat van geheel Europa zal beslissen. Indien Duitschland samenwerking met de rest van Europa kiest, zal er niemand in Engeland ziin. die het niet van ganscher harte zal helpen bii het uit den weg ruimen van misverstanden en het effenen van den wee naar vrede en welvaart. De wil tot samenwerking. Wij kunnen aldus besloot Eden de wereld niet genezen met verdragen, noch met verheven woorden over den vrede: het is noodig, dat de wil tot samenwerking bestaat, dat die wil zich uit op zeer duidelijke wiize dat de leer van de nationale afgeslotenheid wordt verlaten, dat men iederen Europeeschen staat aanvaardt als bevoegde partij bij de Europeesche regeling, dat het peil der bewapening verlaagd wordt tot het geen werkelijk noodig is voor de ver dediging. dat een internationaal orga nisme wordt aanvaard voor de regeling van conflicten. Wij zelf koesteren geen grooter verlangen dan met allen zonder onderscheid samen te werken! De debatten. In den loop der debatten in het Lager huis werd nog het woord gevoerd door den Labourleider Attlee. die de regeering er van beschuldigde. Franco te hebben begunstigd. Naar hit zeide. is het thans tiid om te er kennen dat de niet-inmensing een dwaas heid is en er een einde aan te maken en de Spaansche regeering in de gelegenheid te stellen, gebruik te maken van haar on betwistbaar Techt om zich voor haar ver dediging wapens te verschaffen. De leider der oppositie-liberalen. Sinclair, keurde, wat de groote lijnen betreft, de ver klaringen van Eden goed doch hii was van oordeel, dat de regeering een bewijs van groote zwakte had geleverd door in een Engelsch-Italiaansch accoord te treden aonder dat de Italiaansche regeering zich verbonden had oo het punt der niet-in- menging Om half twaalf werden de debatten ge sloten. zonder dat het tot een stemming was gekomen. De eerste Duitsche commentaren. De Duitsche pers vermeldt slechts korte uittreksels uit de redevoering van Eden. De ..Völkische Beobachter" legt den na druk oo de woorden van Eden tot Duitsch land en verklaart: ..De conclusie dezer rede voering is een der overtollige beroepen oo Duitschland. zooals men reeds zoo vaak heeft vernomen". De ..Lokal Anzeiger" schrijft: „Eden spreekt over het recht van vriie beschik king en over de onschendbaarheid van Spanje, maar hii vergeet dat dit principe niet door Moskou wërd in acht genomen". Fransche commentaren. In de Fransche pers wordt de rede met warmte begroet. De ..Petit Parlsien" schrijft dat alle landen, die wenschen, dat een tijdperk van vrede en voorspoed voor Span je aanbreekt, niet anders kunnen dan deze rede toejuichen. Pertinax schrijft in de „Echo de Paris" dat uit de rede duidelijk blijkt, dat de Britsche regeering niet terug wil keeren tot het pact van vier. Zelfs wordt de Ita liaansche opvatting, welke door Mussolini zelf is bevestigd, dat de status quo in Spanje geschonden zou zijn als een com munistisch bewind in Catalonië gevestigd zou worden en dat Italië dan gerechtigd zou zijn in te grijpen, tegengesproken. De „Populaire" looft Eden. dat hij nauw keurig uiteen heeft gezet, dat Spanje het recht heeft zélf over zijn politiek regiem te beslissen. Engelsche commentaren. De „Daily Telegraph" schrijft dat Hitier meermalen den wensch te kennen heeft gegeven mede te werken aan den vrede. Gisteravond nu werd een onmiskenbare uilnoodiging gezonden. De „Daily Herald" schrijft, dat tot Duitschland tegelijk een aanbod en een waarschuwing werd gericht. Indien er nog ecnig verstand te Berlijn is, dan zal men géén van beiden over het hoofd zien! De „Daily Mail" is van oordeel, dat Eden zijn aansporingen tot Moskou had moeten richten. O, als ik eerder Urodonal gekend had, zou ik minder geleden, hebben. Ziedaar wot we vernemen van talrijke huisvrouwen, die dikwijls haar zware taak moeten vervullen ter wijl zij lijden door rheu- matiek, jicht, spit, zenuw pijnen, ischias, spatade ren, hemorroïden, enz. Urodonal lost het urine zuur op, verjaagtde afval stoffen uit het organisme. Een regelmatig toegepaste Urodonal-kuur, die uit erst een voudig is (iederen dag een soeplepelvol in een glas water) voorkomt en bestrijdt vele ongemakken. Goedgekeurd door Professor POUCHET, Lid can de Académie de Médecine te Parijs. Hrl is cm product CHATF.l.AlN. Het merk dal waarborg biedt. EN 25% ZWAARDER DAN DE MEESTE ANDERE 5380 (Ingez. Meel.) (Ingez. Mcd.) Van D., te K. a. Z. Wendt U tot de afd. Militaire Zaken der Gemeente-secre tarie, Breestraat 119, alhier. A. S. te L. Zulks is ons niet bekend. Vendutie Uwe afrekening is inderdaad in orde. De 10 °/o provisie komen het Notarishuis ten goede; de 5 commissie loon hadt U zich kunnen besparen door zelf te koopen. Het bezorgloon is afhanke lijk van den afstand, waarover de goede ren moeten worden vervoerd, zoomede van den omvang der daaraan verbonden werkzaamheden, verpakking, e.d. U hadt de goederen echter zonder ver dere verplichtingen aan het Notarishuis ook voor uw rekening kunnen laten af halen. M. v. R. te L. Vraagt middel om beige tasch te reinigen. Antwoord: de tasch wrijven met oud bakken witbrood. L te L Volgens ons door den ge meente-archivaris welwillend verstrekte in lichtingen heeft een straat of plein van dien naam hier ter stede nimmer bestaart, (Van een specialen G.P.D. versiaggeier) Bijna een half jaar is nu verstreken, se dert het Vierjarenplan in Duitschland werd aangekondigd. Bijna een half jaar is men dus in het Derde Rijk bezig met een eco nomisch experiment, over het voor en te gen waarvan men uren lang kan debat- teeien. maar dat op zichzelf toch, afgezien van zijn merites, weinig minder dan he roïsch is. Duitschland getroost zich, ter wille van een misschien nuttelooze econo mische onafhankelijkheid van het buiten land. een krachtsinspanning, die zware lasten legt op de gansche bevolking, een krachtsinspanning, welke ten doel heeft iets te bereiken, wat tevoren nog door geen staat werd bereikt Wij hebben onlangs, in verband met dit Vierjarenplan, melding gemaakt van de petroleuinboringcn langs onze Oostgrens. Wij hebben thans gepro beerd om het antwoord te vinden op de vraag, op welke wijze de doorvoe ring van het Vierjarenplan in het ge wone dagelijksche leven in Duitschland aan den dag treedt. Ecnige bezoeken aan Duitschland verschaften dit ant woord en al was het natuurlijk onmo gelijk, een volledig beeld te krijgen van de gevolgen van dit grootsche econo mische experiment, toch is ons wel ge bleken, dat het Vierjarenplan zeer diep ingrijpt in den normalen gang van zaken. Reeds hebben wij bijzonderheden gepu bliceerd over de wijze, waarop Duitschland in zijn behoefte aan grondstoffen poogt te voorzien. Er wordt daarover niet zoo heel veel bekend, maar toch kunnen wij in aan sluiting op het reeds gepubliceerde nog eenigc markante bijzonderheden mede- deelen. Tot de bedrijfstakken, die het meest on der gebrek aan grondstoffen hebben te lijden, behoort wel de textielindustrie. In dit verband is het van belang, dat de kunst wol Lanital, met de productie waarvan Italië gedurende de sanctieperiode begon, in Duitschland een steeds hoogere vlucht neemt. Daarnaast bereikt men goede re sultaten met de verwerking van het liaar van konijnen etc. in wollen stoffen en het behoeft dus niet te verwonderen, dat er een grootscheepsche propaganda gemaakt wordt voor het fokken van dit onder „klein vee" gerangschikte dier. Ook de katoenin dustrie sukkelt met gebrek aan grondstof fen. Alle katoen moet immers yorden ge ïmporteerd. Men heeft echter in het Derde Rijk zeer goede resultaten weten te berei ken met Ersatzproducten, alsmede met 't verwerking van oude stoffen en vodden, zoodat men er in slaagt, ook de katoenin dustrie gaande te houden. Zelfs bestaat er grootc vraag naar Duitsche textielpro ducten. Rubber uit steenkool. Soms komt men door een toeval achter feiten, die anders onbekend zouden zijn gebleven. Zoo kregen wij op een van onze jongste uitstapjes naar West Duitschland een lekken autoband. Er rijden in 't Derde Rijk duizenden en duizenden automobielen en een toerist vraagt zich nu eenmaal nief af, waar de banden voor deze voertuigen vandaan komen. De reparateur, die onzen lekken band te plakken kreeg, bekeek onze banden echter met opvallende bewondering en vroeg oogenblikkelijk, of zulke banden in Holland nog te krijgen waren! Het ant woord luidde natuurlijk bevestigend en wij kregen daarna op onze beurt de mededee- iing, dat men in Duitschland buitengewoon geluk moet hebben, als men nog een stel balionbanden op den kop wil tikken en dat dit zelfs vaak onmogelijk is, ook ai is men bereid er dik voor te betalen. Het Vierjarenpan! zuchtte de re parateur Als we maar koloniaal bezit hadden! voegde hij er wijsgeerig aan toe. om te besluiten met de vraag, of we geen kans zagen hem een stel nieuwe banden te leveren, met zoete winst natuurlijk. Hij had nog wel oude banden om de Neder- landsche grens weer te bereiken Spoedig zal echter aan de rubberschaarste in Duitschland een einde worden gemaakt. De Duitsche chemici hebben ook hier een Ersatz-product gevonden, de zoogenaamde Buna- rubber, die vervaardigd wordt van steenkolen en kalken die beter moet zijn dan natuuirubber' Voordeelen van deze synthetische rubber zijn, dat zij niet onderhevig is aan de inwerking van olie, dat zij veel beter tegen hitte bestand is. dan gewone rubber en dat zij veel minder snel slijt. Een nadeel is alleen dat de Buna- rubber een beet.ic brokkeliger is. Weliswaar ligt momenteel de prijs van Buna-rubber nog hooger dan die van na tuurrubber, maar dat komt, omdat men zich eerst thans op massa-productie gaat toeleggen. Spoedig hoopt men het zoover te hebben gebracht, dat Duitschland, dat aan kalk en steenkool geen gebrek heeft, zijn behoefte aan rubDer geheel zonder impori kan dekken Nu is rubber niet zulk een brooanoodig artikel als bijvoorbeeld brood. En nu mag het waar zijn, dat de Duitsche landbouw, die in 1922 nog maar 65 pCt. van de be hoefte aan landbouwproducten dekte, te genwoordig voor 85 pet. in die behoefte vooiziet, ciit neemt toch niet weg, dat er nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid graan uit het buitenland geïmporteerd moet worden. Vandaar, dat de Reichsnanr- stand van het Vierjarenplan speciale maatregelen heeft genomen om steeds in de graanbehoefte te voorzien en de import zooveel mogelijk te verkleinen. Zoo is op de boeren een dringend beroep gedaan om meer graan te gaan produceeren. dan tot nu toe het geval was. Tegelijkertijd is den boeren medegedeeld, dat het voortaan ver boden is om tarwe en rogge te gebruiken als veevoeder, zooais gebruikelijk was. Ook aan pluimveehouders is verboden om deze twee graansoorten als voedsel voor hun dieren te gebruiken. Om door deze maat regelen geen afbreuk te doen aan de pluim veeteelt, waarvoor zooals gezegd een ge weldige propaganda wordt gemaakt, wordt tegelijkertijd medegedeeld, dat pluimvee houders voor zoover de voorraad strekt mais voor hun kippen en wat dies meer zij kunnen krijgen. In even sterke mate als aan brood, be staat natuurlijk in het Derde Rijk de be hoefte aan boter en verschillende vetten. Boter, bak- en braadolie, reuzel, vet, plau- tenvet, margarine en slaolie werden tot nu toe in groote hoeveelheden uit het buiten land ingevoerd en dat kostte deviezen! Vandaar, dat men in den letterlijken zin des woords tot distributie is overgegaan, daarmede onwillekeurig herinneringen wakker roepend aan de oorlogsjaren, toen er ook een tekort aan allerlei dingen be stond. Wie vandaag aan den dag een Duit- schen kruidenierswinkel of een zaak in zui velproducten binnenstapt, krijgt er geen beter of vet. Alle winkeliers moeten namelijk klanten lijsten opmaken, waarop vermeld staat, wie klant is en hoeveel personen het gezin van dien klant omvat. Aan de hand van die klantenlijsten wordt sedert 1 Januari aan iederen winkelier een bepaalde hoeveelheid spek, vet, reuzel, boter, margarine, plan- tenvet en olie toebedeeld. En alleen als de winkelier u op de klantenlijst heeft staan, zal hij u een van deze ingrediënten ver- koopen. Deze distributieregeling heeft reeds tot eigenaardige moeilijkheden geleid. Vele Duitschers kochten wel hun plantenvet, hun spek of hun reuzel bij een winkelier, doch kochten hun boter op de markt of in andere zaken. Vele winkeliers weigerden nu zulke personen op hun klantenlijsten te zetten voor de andere arikelen en ver klaarden dit alleen te zullen doen, wanneer ook de boter in hun zaak werd gekocht. Dit had tot resultaat, dat verschillende menschen geen boter konden krijgen en dit verschijnsel nam zulk een omvang aan, dat de autoriteiten, die met de doorvoering van het Vierjarenplan belast zijn bizon- dere maatregelen hebben moeten nemen. Daarbij werd vastgesteld, dat men behalve voor het betrekken van spek, reuzel en vet, zich op twee klantenlijsten kan laten in schrijven, bijvoorbeeld bij de eene winke lier voor boter en bij de andere voor plan tenvet en olie. Ook de hotels en restaurants krijgen hun boter en vetten via de met de doorvoering van het Vierjarenplan belaste instanties toegewezen. Het ligt echter voor de hand. dat deze manier van distributie tamelijk omslachtig en lastig is. In ieder geval is van het koo pen van boter en vetten in onbeperkte hoe veelheden geen sprake meer in Duitsch land Roofbouw op Duitsche bosschen. In mindere mate dan aan boter en brood wordt de behoefte aan hout gevoeld. Ook hier geldt echter al weer, dat hout geïm porteerd moet worden en dat dit als een zeer ernstig bezwaar wordt gevoeld. Om den hout-import in belangrijke mate te verminderen, is onlangs door Goering be paald, dat er in de Duitsche bosschen, die overheidsbezit waren. 50 pCt. meer gekapt moet worden, dan tot dusver gebruikelijk was. Thans kan daaraan worden toege voegd. dat deze maatregel ook geldt voor bosschen in particulier bezit. Tot nu toe kapte men zooveel als zonder schade voor de Duitsche bosschen mogelijk was. Nu wordt dat meer en het lijdt geen twijfel, of dit moet schadelijk werken op den Duit- schen boschstand. Ook aan metalen bestaat een tekort. Aluminium pannen zijn vrijwel niet meer te krijgen. Koper wordt niet meer gebruikt voor huishoudelijke artikelen; bij het bou wen van huizen wordt het gebruik van lood en zink, zooveel mogelijk beperkt, me talen deurknoppen worden vervangen door andere, waarin geen metaal is gebruikt. Metaallegeeringen. waarin tin is verwerkt, 2ijn niet meer te krijgen. De Duitsche chemici hebben legeeringen ontdekt, die evengoed zijn en waarin geen tin zit. Men heeft een nieuw soort staal weten te ver vaardigen, waardoor vernikkelen of ver- chroomen overbodig wordt, want chroom en nikkel moeten ingevoerd worden. Ook hier is dus de uitwerking van het Vier jarenplan duidelijk zichtbaar. Er zijn echter ook buiten deze voorzie ning in grondstoffen in het Duitsche open bare leven een naar merkwaardige feiten te constateeren Wij noemer slecht' de in zameling van aardappelschillen de jacht op conservenblikjes en het fokken van varkens van stadswege. Daarover in een volgend artikel eenige bizonderheden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 9