Boomplanting in den Leidschen H LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Dinsdag 5 Januari 1937 K Novemberdagen van 1918. toen zekere ver gissing rectificatie noodzakelijk maakte. Een dieper gaande beschouwing over het wanneer, hoe en waarom die volksbeweging inzette zou voeren naar landelijk politieke terreinen, waarvan ik verre wil blijven. Na een golf van internationalisme, die zich manifesteerde in de wereld is het nationa lisme troef geworden en men zou er mis schien met een zekeren grond van waar schijnlijkheid de door ons beleefde bewe ging onder het Nederlandsche Volk ook daaraan kunnen toeschrijven, maar ook dan weer deed men de historie geweld aan. De liefde van het Nederlandsche Volk voor Oranje berust goddank op stabieleren grondslag, hangt niet samen met de stem mingen van zoovele volkeren, die op en neei deinen ais de zee met ebbe of vloed. Die Oranjeliefde is den Nederlander tot een erfgoed geworden, een erfgoed van het ge- heele volk dat de lage landen bewoont. Het is meer dan een stemming, meer dan een leuze en is bovenal op dit negatieve mag ook wel gewezen worden is geen politiek. Het is eer te vergelijken met de natuur lijke, instinctieve neiging die van het "kin derhart Steeds naar de moeder dringt. In onze geschiedenis zien wij duidelijk en bij herhaling een tegengestelde strooming. een anti-orangistische stemming zich van een deel van het volk meester maken, maar even zeker zien wij die weer wijken voor een steeds onweerstaanbaar uitbar stend geroep om Oranje, een geroep dat dan echter voortkwam uit de breede lagen van het volk en daardoor zijn instinctief karakter toonde, terwijl de tegenoverge stelde beweging veel meer verband hield met de politiek, uitging van regenten en hun aanhang, die het om de regeermacht te doen was. Het is de zelfopoffering van Vader Wil- lem, die den grondslag vormde voor dit volksgevoelen en dat daarna steun vond in wat zijn directe opvolgers, dank zij ook de benarde omstandigheden, waarin een bui- tenlandsche politiek, die met ons volksbe staan tiiets te maken had, ons deed verkee- ren. tot stand brachten De voorspoed in den gouden eeuw maakte de regenten weer overmoedig, voedde hun heerschzucht en deed hen den invloed van Oranje op den achtergrond schuiven. De nood van 1672 bracht den eersten, inkeer, maar dan I ook de redding. Het zou zich herhalen en wij weten allen genoeg van onze geschie denis. om het door mij bedoelde met meer voorbeelden te kunnen staven. Ik weet wel. dat ik hier heen praat over allerlei, zelfs historisch vaststaande feiten, maar ik vraag mag men de gebeurtenissen van toenmaals dan niét ook bekijken uit het oogpunt van de gevolgen die zij gehad hebben en wanneer ik dan zie want dit staat ontwijfelbaar vast dat de geschie denis van het Nederlandsche Volk is de geschiedenis van een gezegend volk. dat groQtsche dingen deed en doet en_dat alom in de. wereld vertrouwen wekt door zijn vastberadenheid, zijn stabiliteit en dat gelden mag in deze dagen als een rots te midden van door hartstochten en politieke vergissingen heen en weer geslingerde Europeesche volkerenverzameling. wanneer ik dat zie, dan mag de nazaat de bewuste en wellicht soms onbewuste wijsheid van het voorgeslacht toch wel idealiseeren, nu wij daarvan zoo schoone vruchten plukken. In welk gezin beleven de ouders het niet, dat er in de eerste jaren hunner samen leving verkoeling en weer toenadering plaats vonden; maar waar het goed is daar bereidt toch iedere verwijdering en daarop volgende bezinning een vastere overtuiging van het samenhooren voor, totdat eipdelijk het inzicht van samen te hooren zoo helder wordt, dat een scheiding tot de ondenkbaarheden gaat behooren. Daar zijn. wij nu. in .1813 aangeland meen ik te mogen zeggen. Historische feiten van zoo overweldigende beteekenis hebben het nu toch wel voor 'Nederland duidelijk ge maakt dat Oranje en Nederland niet te scheiden zijn. Ik zeg dit met volle over tuiging de waarheid te belijden; ik zeg dit wetende, dat er door sommige aan getwij feld wordt. Maar wanneer lk dien twijfel nader beschouw is het mij en ik hoop ook U overduidelijk, dat die weer alleen met politiek samenhangt, alles te maken heeft met uit het buitenland stammende en daar misschien op verklaarbare wijze ont stane politieke en sociale inzichten. Nederland behoeft, om te weten hoe het geregeerd zal worden, het oog niet te slaan op het buitenland en daar zijn wijsheid vandaan halen, zoo min als Engeland en wij kunnen het „fara da se" met minstens evenveel recht als Italië tot ons devies maken. Vormen van constitutie voor andere vol ken misschien geboden, mogen aan sommi gen van ons schoon toeschijnen, voor Nederland zijn die niet van noode. zoolang wij onder Oranje de mogelijkheid hebben om naar eigen inzicht onze eigen moeilijk heden te bestudeeren, te behandelen en uiteindelijk op te lossen. Wel kan men een bijzondere reden aan voeren voor de in de laatste jaren zoo op vallende behoefte om uiting te geven aan onze Oranjeliefde, aan de toenemende be hoefte aan Oranjefeesten, het zoo veelvul- diger uithangen van vlaggen, etc. Die reden of aanleiding liever vind lk voor mij in het medeleven van ons volk met het hulsgezin van de Oranjes. Vooral de droeve gebeurtenissen van de laatste jaren, de her haalde teleurstellingen van vroegere jaren en de eenzaamheid waarin Hare Majes teit de Koningin en Hare Koninklijke Hoog heid in 1934 achterbleven, toen ook de Prins aan het gezin ontviel. Die reden vind lk ook daarin, dat men te gemakkelijk in vervoering geraakte voor de Idealen die een voorshands nog onbereik baar internationlisme meent ons te kunnen voortooveren zonder dat daar een reëele basis voor te vinden is en in de teleurstel lingen, die het aan de Europeesche wereld bracht. Omgang met andere volken isnoo- dlg, nuttig en onmisbaar, maar wie het waandenkbeeld koestert, dat men in een paradijs belandt door, met prijsgeving van nationalen aard en denkwijze, zich daaraan over te geven, is als de man die van een bergtop springt in een daaronder liggende verlokkend witte wolk, meenende ln een zacht sneeuwbed te belanden, maar zich op de scherpe rotspunten te pletter valt. Ons volk is eerst dan een kracht in de wereld en oefent eerst dan een invloed ten algemeene nutte uit, wanneer het in zich zelf sterk en een eenheid is. Deze eenheid vinden wij alleen in onzen band met Oranje en daarom is het goed, telkens als daartoe een gereede aanleiding zich voordoet, Oranje te maken tot eene belijdenis, opdat wij en onze kinderen daarin steeds weer kracht voor onze op goede gronden berus tende overtuiging, ons geloof, vinden. Op initiatief van de afdeeling Leiden der Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, werd gistermiddag in den Leidschen Hout door den burgemeester een Juliana-eik geplant. Onze foto brengt dat moment in beeld. V, Welaan dan mannen en vrouwen van Leiden, bindt U op het hart. dat Oranje onze beveiliging, onzp n^si onze toekomst is. Hameren wij het. onze kinderen in zóó, dat het hun in- merg en been gaat zitten, dat zij onze volkseenheid, onze. kracht gaan zien in Oranje. Prent het hun jong ln. Oranjeliefde en Oranjezin zijn heusch geen gevoelens, die men op gezag behoeft te aanvaarden! Het is aanwijsbaar en be wijsbaar dat ze voor ons volk zijn het waarachtige heil. En nu dit huwelijk op dit oogenblik. de meest gewenschte en de meest vurig afge smeekte blijde gebeurtenis in dit groote Nederlandsche gezin! Hoe verklaarbaar die onvermengde vreugde, ontspanning na een gevoel van onrust gedurende jaren en de met die jaren voorschuivende angstbeklem ming over de toekomst van ons Vorstenhuis en ons Volk. Schoon en hoopval lacht de toekomst van ons Oranjehuis ons weer tegen. Blij zUn onze gedachten en ioóals we dat met de kerstgedachten doen, zoo ook sieren wij die gedachte aan het Oranjehuwelijk met groen en licht en met de nationale kleu ren. Het jonge paar natuurlijk, maar ook wij willen in deze dagen óns omgeven door alles wat het blijde gemoed en het opge- ruimdeTiart past Wij kunnen hier in Leiden wel dansen al dansen wij niet met de bruid! Leiden kan wel feestvieren al is het bruidspaar niet in ons midden. Verminderen doet dit onze feestelijke stemming niet. al dringt ons het hart Prins en Prinses persoonlijk toe te juichen. Wij willen dus vanavond samen zijn en onze Oranjeliefde den vrijen teugel laten. Ik heb het voorrecht gehad dezer dagen het bruidspaar te mogen begroeten en ge- lukwenschen en een onultwlschbaren in druk behouden van' die stralende bruid, die zoo juist de gevoelens van Haar landgenoo- ten begrijpt en er zoo dankbaar is voor al die betuigingen van het volk. Juichen wij Haar en door Haar uitvërkoren gemaal met gansch ons hart en hoofd toe. Lang leve het nationale bruidspaar. Het Chr. Muziekgezelschap „Symphonia" onder leiding van den heer J. Plu zette daar op het Wilhelmus ln, dat door allen staande werd meegezongen. Daarna volgde tot de pauze een bont pro gramma. waarin achtereenvolgens optraden het Leidsch a Capella-koor onder leiding van den heer W. Mlzée, de afdeeling Lelden van „De Princevlag", de leden van „De Graal" en het Leidsche vendel der Oranje- garde. Het koor van den heer Mizée zong zuiver en met gevoel een viertal liederen uit Vale rius' Gedenckclanck: de leden der Prince vlag voerden op onberispelijke wijze een keurig vlaggencarré uit, terwijl twee kleu ters aan mevr. van de Sande Bakhuyzen een bloemstuk overhandigden; de Graalmeisjes oogstten veel en verdiend succes met hun uiterst correct uitgevoerde volksdansen en het zingen van een lied. terwijl leden der Oranjegarde, in martiaal uniform gestoken, op voortreffelijke wijze de geestige „Parade der tinnen soldaatjes"' uitbeeldden. Alle nummers kregen den bijval, dien ze verdienden. Tusschen de bedrijven door zong de heer C. Spaanderman eenige liedjes, waarmede hij eveneens veel applaus verwierf. Na de pauze was het woord aan de Tim- delerclub, onder-afdeeling van de Leidsche Chr. Oranjevereeniging, die een klucht ln 3 bedrijven „De Oranjefeesten te Ruigen- beek" opvoerde. Er werd over het algemeen heel aardig gespeeld en een hartelijk applaus na elk be drijf vormde daarvoor de welverdiende be looning. Na een dankwoord van mr. C. W. van Santen tot de medewerkenden, werd de ge slaagde avond besloten met het zingen van het zesde couplet van het oude Wilhelmus. De Oranje-Revue. In den Schouwburg ging de Oranje-Revue samengesteld door de K. V. „Litteris Sacrum". Bij den aanvang sprak de heer W. v. d. Laan een kort woord van welkom; in het bijzonder tot de vertegenwoordigers der ge meente aanwezig was wethouder Tepe en echtgenoote en later ook 'de burgemeester en echtgenoote! den garnizoenscomman dant en bestuursleden van diverse vereenl- groote zorg besteed. Het Leidsche straten- beeld is zuiver gestyleerd en de costuums harmonieeren kostelijk van kleur en ont werp. gingen. Tot zijn spijt moest hij mededeelen, dat mevr. Maartje Offers door een klein ongeval verhinderd was en haar rol werd overgenomen door mevr. Driessen. Een inleiding werd gegeven door mr. C. P. de Vries. Deze wees er op, hoe het een goede ge dachte was geweest, dat ook Leiden uiting kon geven aan wat er thans leeft in leder goed Nederlander, hier en elders, vervuld als ieder is van medeleven met het Vorsten huis zonder oi^héid vanTagen of E klas- g£'^bSSSk"'an^oS'toH sen. voelend, hoe het een eg is Nederlan- Jan en dan op ZQg.n phenomenale wijze van dei te zijn, daar hier de volle burgervrijheid Qpzet en uitvoering. HIJ kon niet allen per soonlijk den algemeen verdienden dank be tuigen, al noemde hij enkele namen als mevr. Hageman, mevr. Driessen, mej. Na afloop verscheen de voorzitter der con tact-commissie. de heer mr. G. H. E. Nord Thomson, ten tooneele om woorden van dank te spreken. Hij herinnerde er aan, hoe deze revue was tot stand gekomen in het wordt gehandhaafd..al staat elders de we reld op den kop. zulks in overeenstemming met hetgeen de „Vader des Vaderlands" heeft1 ingesteld. Wij voelen instinctmatig, neen ïngesiem. wu roeien insrincvmaug, Gaykema het a-capella-koor, de muziek, hoezeer wij dat vrijheidsbegrip zouden der- hjj huldlde a,£n door het aanbieden ven, zoo er geen Oranje meer aan het hoofd van krans6 aan den heer B. Hageman stond ran ons jaraj. Daarom gaat onzen als voorzitter van utteris en regisseur der dank naar H. M de Koningin, .die onze revue 0ok mevr Driessen ontving bloemen. Dvivrcoc 1-ionfi nroton ro ini/ion naor AnïP Verder huldigde %pr. de sub-commfssle Prinses heeft weten te'lelden, naar onze Prinses en prins Bernhard voor wien wij geen beteren hadden kunnen vinden. In deze donkere tijden heeft God's hand zich zegenend uitgestrekt over land en volk! Staande word het Wilhelmus uit volle borst gezongen. onder leiding van mr. de Vries, die bergen werk had verzet om ten slotte te eindigen met een „leve bat bruidspaar", dat geest driftig werd overgenomen. De heer Hageman dankte kort voor het vertrouwen, in Litteris gesteld. De revue zelve is een zeer handige com binatie van Leidsche toestanden met waar deering voor ons Vorstenhuis, zooals Leiden immers altijd trouw aan Oranje, den stich ter onzer Universiteit, verknocht en verbon den is geweest. Men ziet de aankomst van een Amerikaansche millionairs-familie al hier en verbaasden ons over het aantal wit kielen aan het station en over de aanwezig heid van zoo'n geroutineerde gids als Gijsie bleek te zijn (door mej. Toos Lau alleraar digst gecreëerd). Tooneeltjes als bij de Gijselaarsbank. in eén van onze befaamde hofjes hoe keurig van sfeer en spel was deze scène! de slot-acte van het eerste deel. geheel gewijd aan onze Alma Mater, waarbij het Io Vivat dapper werd meege zongen, in de Lakenhal met herinneringen aan het Oranje-Huis, de draaibrug, ze wa ren pittig „Leidsch", echt in kleur en goed aangevoeld. Daartusschen door loopen, los van elkaar een revue is een Tevue! tal van andere tafereëlen, waarin te genieten valt van een snelteekenaar, een a-capella- koor, Ja van wat niet al. Bijzonder geslaagd is de scène van Holland Waterland. Het publiek wordt aan „het werk" gezet in een apart zingen van dames en heeren ln een tweetal vaderlandsche liederen, waarbij de dames het glansrijk wonnen. Of het uit be leefdheid of mannelijke onmacht was.... En zoo komt men tenslotte tot de finalede hulde van de elf provinciën van ons lage landje bij de zee aan het bruidspaar, ver tegenwoordigd door de Nederlandsche Maagd. Snel en bijkans zonder onderbreken vol gen de scènes elkaar op en wisselen elkan der af. Is het voor de pauze nu en dan wat zwaar, daarna gaat het als gesmeerd. Daar is wel het beste bereikt, zoodat er een geluk kige climax is verkregen. Moge de revue dus geslaagd heeten, ook de opvoering voldoet aan elschen, die den „gewonen dilettant" verre te boven gaan. Het is ons ondóènlijk om alle namen te ver melden, doch een uitzondering mogen we toch wel maken voor enkelen. Het echtpaar Adama, mej. vap Oostmeissen en de heer Fros presenteeren een keurig stelletje Ame rikanen, mevr! Hageman is kostelijk als „hofdame" en als Stedemaagd., mej. Gayke ma verdient lof als tweede hofjes-schoone en als meisje van 't land, de heer Nleuwen- huizen Segaar als brugwachter, verkeers agent en speciaal als vlsscher is prachtig! En dan is er het Leidsche a-capella-koor onder leiding van den heer W. Mizée, de girls en balletten van „Brunhilde", de mu ziek van „Musica" onder wakkere leiding van den heer Noordapus mevr. Driessen verving mevr. Offers op keurige wijze en had daarnevens nog hare verdienste als Nederlandsche Maagd. Doch lof boven allen komt toe aan den regisseur, den heer Hageman, die met zoo vaste hand dit revue-schip tieeft weten te sturen naar veilige zee en met alle vlaggen en wimpels op ter overwinning. Wellicht zal de vaart volgende avonden nog iets kunnen, worden versneld als gevolg van een volkomen „ingespeeld" zijn; het zou nog extra-winst beteekenen. Aan decors en aankleeding is daarnevens Den eersten avond was de Schouwburg uitstekend bezet en we twijfelen niet, of ook hedenavond zullen de Sleutelstadbewo ners zich de gelegenheid ten nutte maken, alsnog te profiteeren van deze „Leidsche revue". Herhaaldelijk weerklonk een luid applaus dat de algemeene instemming en waardeering tot uiting deed komen. Opening der feesttent „Vogelwijk". Nadat den geheelen dag door middel van een geluidsinstallatie een stroom van mu ziek zich over de „Vogelwijk" had uitgestort, werd gisteravond de feestverlichting ont stoken aan de beide monumentale zuilen aan den ingang der Lijsterstraat geplaatst. We hadden slechts rustig weer noodig ge had om de fijne feestverlichting, ontwor pen door den heer H. G. de Langen, tot haar volle recht te laten komen. Vlak te genover het einde der Lijsterstraat op het terrein voor de Annakllniek staat de fraaie feesttent, die door middel van dennengroen en gekleurd crêpepapier keurig ls versierd en waarin natuurlijk ook een luidspreker voor de geluidsinstallatie is aangebracht. Deze tent is gisteravond onder vrij groo- ten toeloop der buurtbewoners, waarbij ook anderen van harte welkom waren, op uiterst geanimeerde wijze geopend. De voorzitter van de feestcommissie lui tenant Chr. F. van den Berg opende met een woord van hartelijk welkom, om ver volgens nog even de voorgeschiedenis van het tot stand komen van dit wij kfeest uit een te zetten. In de eerste plaats door de flinke medewerking der wijkbewoners, in de tweede plaats door medewerking der ge meente door middel van de Contactcommis sie is men geslaagd, de oorspronkelijke plan nen ten minste ten deele uit te voeren. Tegenvallers zijn natuurlijk ook gekomen, doch geheel buiten schuld van de feestcom missie Vervolgens wijdde spreker eenige woorden aan de beteekenis van dit feest, waarbij wij elkaar als Oranjelievende va derlanders leeren vinden. Met een „Lang leve de Prinses! Lang leve de PrinsI Lang leve het Bruidspaar! waarmee allen In stemden werd de rede besloten. Toen zette de muziek het Wilhelmus ln, door allen uit volle borst medegezongen. Het spreekt vanzelf, dat er eerst onder ling wat kennis moest worden gemaakt, om dat dit het eerste buurtfeest in de Vogel wijk is. Doen toen kwam van lieverlede de I ongedwongen en onschuldige jool er in en I eerst .te 11 uur scheidde men hoogst vol daan. We grijpen deze gelegenheid aan om een I kleine rectificatie aan te brengen betreffen de het verslag in ons blad van 4 Januari. Op den trouwdag wordt inderdaad om 7 u. I reveille geblazen, doch het kinderfeest zal eerst plaats hebben op Zaterdag 9 Januari. De deuren van de feesttent zullen dan 's avonds om 8 uur voor alle belangstellen den ook buiten de wijk wijd geopend zijn. I Het belooft een echt feestelijke avond te worden. 4556 (Inge* Med.) Drukte in de stad. In de avonduren werd het in de binnen stad en speciaal in dat gedeelte, waar aan de versiering en verlichting veel werk was besteeed, steeds druker. Langzaam bewoog zich een dichte menigte langs de verlichtin gen, alles nog eens druk besprekend en aan dachtig beschouwend. Zooals wel van zelf spreekt hadden de beide muziekverenigingen „Werkmans Wilskracht'' en „T. en D.", die elk door een uitgebreid gedeelte der stad troken, niet over gebrek aan belangstelling te klagen. Hun vrooüjke tonen lokten de thuiszitters naar buiten en het duurde niet lang of een lange bonte rij hossende en Joelende feest gangers trok achter de muziek aan de stad door. Op de rustige wateren van Oude Vest en Oude Singel was iets nieuws te zien, dat niet nagelaten heeft de aandacht van velen te trekken. Daar voer n.l. een der booten van de Gebr. Harland, en wel die, waarop, in de week van 5 December, toen St. Nicolaas er zUn tenten had opgeslagen, menig vertegen woordiger der Leidsche Jeugd zijn Jonge hartje harder heeft voelen kloppen, dan hem of haar aangenaam was. Deze boot had zijn Spaansche bestemming weer afgelegd en gleed thans feestelijk ge- pavoiseerd en alleraardigst verlicht langs de boorden van Oude Vest en Oude Singel. De leden van twee muziekcorpsen, die varen blijkbaar verkozen boven loopen, lieten hun instrumenten geen oogenblik rust. Deze „varende muziektent", was op ini tiatief van de buurtvereenlging Oude Vest— Oude Singel „te water gelaten". Een ander „punt des vermaaks" vormde de Nieuwe Beestenmarkt, waar enkele ker misgasten voor één dag hun domicilie had den gekozen. Al was het maar een kermisje met een heele kleine k, toch zullen velen er zich kostelijk hebben vermaakt. Het mallemolentje en de „Hooge Vaart" erg hoog ging het niét en de vaart was noch groot noch lang hebben enkele goede uren meegemaakt. Natuurlijk ontbra ken op deze kermis ook de tenten met „ge rookt. zuur en zoet" niet. Op een van deze stalletjes lazen wij zoowaar „Van der Krogt „sederd" 1898"; men kan ln dezen handel dus blijkbaar, niettegenstaande cri sis en andere economische narigheden, nog oud worden! Maar al was de drukte op vele punten in de stad groot, nergens werd zij overtroffen door die op het Parkeerterrein aan de Steenstraat, waar mén van 8 tot 11 uur onafgebroken heeft kunnen Hossen en deinen. We schrijven „heeft kpnnen" hossen en deinen, daarmede willen Wij geenszins zeg gen dat het ook niet gebeurd is, dat zou een grove onwaarheid zijn! In de 3 uur, die voor dit geliefkoosde programma-onderdeel waren uitgetrokken, heeft men op zijn minst yoor 4 uur gehost en de „deining" welke er op de Steenstraat liep, was niet mis, wat het karakter van het weer, dat nu niet direct ideaal was, wel met zich mee bracht. Drie korte uren hebben de hossers en dciners getracht hun Indianendansen uit te voeren in de maat waarin het muziekgezel schap „Orpheus" speelde. Dat dit enkele malen gelukte, is waarlijk niet de schuld van een der belde partijen! Doch aan alles komt een eind en zoo was het ook hier. We prijzen ons echter gelukkig dat "we hen, die slechts met moeite afscheid van de Steenstraat konden nemen, kunnen mededeelen dit bericht vernamen wij uit zeer betrouwbare bron dat het binnen de tien maanden 3 October is! Elf uur en nu.naar het Schuttersveld. Het vuurwerk. HIJ woonde pas enkele weken ln Lelden en toen hij het programma van de Contact commissie ln handen kreeg, zei hij tegen me: „Zoo is hier vuurwerk op 4 Januari." Ik ben niet kwaad geworden, maar heb netjes geantwoord: „Natuurlijk is er vuur werk, een Leidsch feestprogramma zonder vuurwerk is geen programma." En dit is zoo, geen Leldenaar zou opge wekt feest kunnen vieren als hij niet wist dat hij op het einde van den dag getracteerd zou worden op „de klap op den vuurpijl." En zoo is het ook gisteravond weer een vuur-luchtfeest geworden van overvloedige watervallen, heftig diaaiende en vuurspu wende zonnen en sterren, fluitende en gie rende, nu eens elegant uit elkaar spattende, dan weer wild knallende en bliksemende vuurpijlen, met tot slot en als waardig be sluit van dezen Leidschen Oranjedag een groot stuk waarop in hel gekleurde letters de wensch van alle Leidenaars te lezen was: „Leve de Prinses en de Prins". De Middenstandsoptocht. Het bestuur van de Federatie van Er kende Leidsche Gaslnstallateurs verzoekt ons te willen mededeelen, dat de Midden standsoptocht niet werd geopend door een propaganda-wagen van de Stedelijke Licht fabrieken, doch dat de eerste wagen was verzorgd door de erkende electrlcltelts-in- stallateurs en de tweede door de erkende gas- en waterfltters. Daarachter volgde de vakwagen der gas-installateurs, gemon teerd met gas- en sanitaire apparaten. De S. L. F. heeft aan de opstelling dezer wa gens niet medegewerkt. Filmvoorstellingen. Hedenmorgen werden voor de leerlingen van alle lagere scholen hier ter stede in de Stadsgehoorzaal en het Luxor-Theater voorstellingen van Oranjefilms gegeven. Voor den aanvang der voorstelling, waar heen de kinderen zich ln optocht hadden begeven, wees één der schoolhoofden op het bijzonder karakter van dit feest, ter wijl de jeugd bovendien werd onthaald. Onnoodig te zeggen, dat 't voor de school jeugd een „fijne" morgen was. Men zie voor het overige Stadsnieuws pag. 4 van he< Tweede Blad. 2—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1937 | | pagina 2