Boomplanting
in den
Leidschen
H
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Dinsdag 5 Januari 1937
K
Novemberdagen van 1918. toen zekere ver
gissing rectificatie noodzakelijk maakte.
Een dieper gaande beschouwing over het
wanneer, hoe en waarom die volksbeweging
inzette zou voeren naar landelijk politieke
terreinen, waarvan ik verre wil blijven. Na
een golf van internationalisme, die zich
manifesteerde in de wereld is het nationa
lisme troef geworden en men zou er mis
schien met een zekeren grond van waar
schijnlijkheid de door ons beleefde bewe
ging onder het Nederlandsche Volk ook
daaraan kunnen toeschrijven, maar ook
dan weer deed men de historie geweld aan.
De liefde van het Nederlandsche Volk voor
Oranje berust goddank op stabieleren
grondslag, hangt niet samen met de stem
mingen van zoovele volkeren, die op en neei
deinen ais de zee met ebbe of vloed. Die
Oranjeliefde is den Nederlander tot een
erfgoed geworden, een erfgoed van het ge-
heele volk dat de lage landen bewoont. Het
is meer dan een stemming, meer dan een
leuze en is bovenal op dit negatieve mag
ook wel gewezen worden is geen politiek.
Het is eer te vergelijken met de natuur
lijke, instinctieve neiging die van het "kin
derhart Steeds naar de moeder dringt. In
onze geschiedenis zien wij duidelijk en bij
herhaling een tegengestelde strooming.
een anti-orangistische stemming zich van
een deel van het volk meester maken,
maar even zeker zien wij die weer wijken
voor een steeds onweerstaanbaar uitbar
stend geroep om Oranje, een geroep dat
dan echter voortkwam uit de breede lagen
van het volk en daardoor zijn instinctief
karakter toonde, terwijl de tegenoverge
stelde beweging veel meer verband hield
met de politiek, uitging van regenten en
hun aanhang, die het om de regeermacht
te doen was.
Het is de zelfopoffering van Vader Wil-
lem, die den grondslag vormde voor dit
volksgevoelen en dat daarna steun vond in
wat zijn directe opvolgers, dank zij ook de
benarde omstandigheden, waarin een bui-
tenlandsche politiek, die met ons volksbe
staan tiiets te maken had, ons deed verkee-
ren. tot stand brachten De voorspoed in
den gouden eeuw maakte de regenten
weer overmoedig, voedde hun heerschzucht
en deed hen den invloed van Oranje op
den achtergrond schuiven. De nood van
1672 bracht den eersten, inkeer, maar dan I
ook de redding. Het zou zich herhalen en
wij weten allen genoeg van onze geschie
denis. om het door mij bedoelde met meer
voorbeelden te kunnen staven. Ik weet wel.
dat ik hier heen praat over allerlei, zelfs
historisch vaststaande feiten, maar ik
vraag mag men de gebeurtenissen van
toenmaals dan niét ook bekijken uit het
oogpunt van de gevolgen die zij gehad
hebben en wanneer ik dan zie want dit
staat ontwijfelbaar vast dat de geschie
denis van het Nederlandsche Volk is de
geschiedenis van een gezegend volk. dat
groQtsche dingen deed en doet en_dat alom
in de. wereld vertrouwen wekt door zijn
vastberadenheid, zijn stabiliteit en dat
gelden mag in deze dagen als een rots te
midden van door hartstochten en politieke
vergissingen heen en weer geslingerde
Europeesche volkerenverzameling. wanneer
ik dat zie, dan mag de nazaat de bewuste
en wellicht soms onbewuste wijsheid van
het voorgeslacht toch wel idealiseeren, nu
wij daarvan zoo schoone vruchten plukken.
In welk gezin beleven de ouders het niet,
dat er in de eerste jaren hunner samen
leving verkoeling en weer toenadering
plaats vonden; maar waar het goed is
daar bereidt toch iedere verwijdering en
daarop volgende bezinning een vastere
overtuiging van het samenhooren voor,
totdat eipdelijk het inzicht van samen te
hooren zoo helder wordt, dat een scheiding
tot de ondenkbaarheden gaat behooren.
Daar zijn. wij nu. in .1813 aangeland meen
ik te mogen zeggen. Historische feiten van
zoo overweldigende beteekenis hebben het
nu toch wel voor 'Nederland duidelijk ge
maakt dat Oranje en Nederland niet te
scheiden zijn. Ik zeg dit met volle over
tuiging de waarheid te belijden; ik zeg dit
wetende, dat er door sommige aan getwij
feld wordt. Maar wanneer lk dien twijfel
nader beschouw is het mij en ik hoop ook U
overduidelijk, dat die weer alleen met
politiek samenhangt, alles te maken heeft
met uit het buitenland stammende en
daar misschien op verklaarbare wijze ont
stane politieke en sociale inzichten.
Nederland behoeft, om te weten hoe het
geregeerd zal worden, het oog niet te slaan
op het buitenland en daar zijn wijsheid
vandaan halen, zoo min als Engeland en
wij kunnen het „fara da se" met minstens
evenveel recht als Italië tot ons devies
maken.
Vormen van constitutie voor andere vol
ken misschien geboden, mogen aan sommi
gen van ons schoon toeschijnen, voor
Nederland zijn die niet van noode. zoolang
wij onder Oranje de mogelijkheid hebben
om naar eigen inzicht onze eigen moeilijk
heden te bestudeeren, te behandelen en
uiteindelijk op te lossen.
Wel kan men een bijzondere reden aan
voeren voor de in de laatste jaren zoo op
vallende behoefte om uiting te geven aan
onze Oranjeliefde, aan de toenemende be
hoefte aan Oranjefeesten, het zoo veelvul-
diger uithangen van vlaggen, etc. Die
reden of aanleiding liever vind lk voor mij
in het medeleven van ons volk met het
hulsgezin van de Oranjes. Vooral de droeve
gebeurtenissen van de laatste jaren, de her
haalde teleurstellingen van vroegere jaren
en de eenzaamheid waarin Hare Majes
teit de Koningin en Hare Koninklijke Hoog
heid in 1934 achterbleven, toen ook de
Prins aan het gezin ontviel.
Die reden vind lk ook daarin, dat men te
gemakkelijk in vervoering geraakte voor de
Idealen die een voorshands nog onbereik
baar internationlisme meent ons te kunnen
voortooveren zonder dat daar een reëele
basis voor te vinden is en in de teleurstel
lingen, die het aan de Europeesche wereld
bracht. Omgang met andere volken isnoo-
dlg, nuttig en onmisbaar, maar wie het
waandenkbeeld koestert, dat men in een
paradijs belandt door, met prijsgeving van
nationalen aard en denkwijze, zich daaraan
over te geven, is als de man die van een
bergtop springt in een daaronder liggende
verlokkend witte wolk, meenende ln een
zacht sneeuwbed te belanden, maar zich
op de scherpe rotspunten te pletter valt.
Ons volk is eerst dan een kracht in de
wereld en oefent eerst dan een invloed ten
algemeene nutte uit, wanneer het in zich
zelf sterk en een eenheid is. Deze eenheid
vinden wij alleen in onzen band met Oranje
en daarom is het goed, telkens als daartoe
een gereede aanleiding zich voordoet,
Oranje te maken tot eene belijdenis, opdat
wij en onze kinderen daarin steeds weer
kracht voor onze op goede gronden berus
tende overtuiging, ons geloof, vinden.
Op initiatief van de afdeeling Leiden der
Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde, werd gistermiddag in den
Leidschen Hout door den burgemeester een
Juliana-eik geplant. Onze foto brengt dat
moment in beeld.
V,
Welaan dan mannen en vrouwen van
Leiden, bindt U op het hart. dat Oranje
onze beveiliging, onzp n^si onze toekomst
is. Hameren wij het. onze kinderen in zóó,
dat het hun in- merg en been gaat zitten,
dat zij onze volkseenheid, onze. kracht gaan
zien in Oranje. Prent het hun jong ln.
Oranjeliefde en Oranjezin zijn heusch
geen gevoelens, die men op gezag behoeft
te aanvaarden! Het is aanwijsbaar en be
wijsbaar dat ze voor ons volk zijn het
waarachtige heil.
En nu dit huwelijk op dit oogenblik. de
meest gewenschte en de meest vurig afge
smeekte blijde gebeurtenis in dit groote
Nederlandsche gezin! Hoe verklaarbaar die
onvermengde vreugde, ontspanning na een
gevoel van onrust gedurende jaren en de
met die jaren voorschuivende angstbeklem
ming over de toekomst van ons Vorstenhuis
en ons Volk.
Schoon en hoopval lacht de toekomst van
ons Oranjehuis ons weer tegen. Blij zUn
onze gedachten en ioóals we dat met de
kerstgedachten doen, zoo ook sieren wij die
gedachte aan het Oranjehuwelijk met
groen en licht en met de nationale kleu
ren. Het jonge paar natuurlijk, maar ook
wij willen in deze dagen óns omgeven door
alles wat het blijde gemoed en het opge-
ruimdeTiart past
Wij kunnen hier in Leiden wel dansen
al dansen wij niet met de bruid! Leiden kan
wel feestvieren al is het bruidspaar niet in
ons midden. Verminderen doet dit onze
feestelijke stemming niet. al dringt ons het
hart Prins en Prinses persoonlijk toe te
juichen.
Wij willen dus vanavond samen zijn en
onze Oranjeliefde den vrijen teugel laten.
Ik heb het voorrecht gehad dezer dagen
het bruidspaar te mogen begroeten en ge-
lukwenschen en een onultwlschbaren in
druk behouden van' die stralende bruid, die
zoo juist de gevoelens van Haar landgenoo-
ten begrijpt en er zoo dankbaar is voor al
die betuigingen van het volk. Juichen wij
Haar en door Haar uitvërkoren gemaal met
gansch ons hart en hoofd toe. Lang leve
het nationale bruidspaar.
Het Chr. Muziekgezelschap „Symphonia"
onder leiding van den heer J. Plu zette daar
op het Wilhelmus ln, dat door allen staande
werd meegezongen.
Daarna volgde tot de pauze een bont pro
gramma. waarin achtereenvolgens optraden
het Leidsch a Capella-koor onder leiding
van den heer W. Mlzée, de afdeeling Lelden
van „De Princevlag", de leden van „De
Graal" en het Leidsche vendel der Oranje-
garde.
Het koor van den heer Mizée zong zuiver
en met gevoel een viertal liederen uit Vale
rius' Gedenckclanck: de leden der Prince
vlag voerden op onberispelijke wijze een
keurig vlaggencarré uit, terwijl twee kleu
ters aan mevr. van de Sande Bakhuyzen een
bloemstuk overhandigden; de Graalmeisjes
oogstten veel en verdiend succes met hun
uiterst correct uitgevoerde volksdansen en
het zingen van een lied. terwijl leden der
Oranjegarde, in martiaal uniform gestoken,
op voortreffelijke wijze de geestige „Parade
der tinnen soldaatjes"' uitbeeldden.
Alle nummers kregen den bijval, dien ze
verdienden.
Tusschen de bedrijven door zong de heer
C. Spaanderman eenige liedjes, waarmede
hij eveneens veel applaus verwierf.
Na de pauze was het woord aan de Tim-
delerclub, onder-afdeeling van de Leidsche
Chr. Oranjevereeniging, die een klucht ln
3 bedrijven „De Oranjefeesten te Ruigen-
beek" opvoerde.
Er werd over het algemeen heel aardig
gespeeld en een hartelijk applaus na elk be
drijf vormde daarvoor de welverdiende be
looning.
Na een dankwoord van mr. C. W. van
Santen tot de medewerkenden, werd de ge
slaagde avond besloten met het zingen van
het zesde couplet van het oude Wilhelmus.
De Oranje-Revue.
In den Schouwburg ging de Oranje-Revue
samengesteld door de K. V. „Litteris
Sacrum".
Bij den aanvang sprak de heer W. v. d.
Laan een kort woord van welkom; in het
bijzonder tot de vertegenwoordigers der ge
meente aanwezig was wethouder Tepe en
echtgenoote en later ook 'de burgemeester
en echtgenoote! den garnizoenscomman
dant en bestuursleden van diverse vereenl-
groote zorg besteed. Het Leidsche straten-
beeld is zuiver gestyleerd en de costuums
harmonieeren kostelijk van kleur en ont
werp.
gingen. Tot zijn spijt moest hij mededeelen,
dat mevr. Maartje Offers door een klein
ongeval verhinderd was en haar rol werd
overgenomen door mevr. Driessen.
Een inleiding werd gegeven door mr. C.
P. de Vries.
Deze wees er op, hoe het een goede ge
dachte was geweest, dat ook Leiden uiting
kon geven aan wat er thans leeft in leder
goed Nederlander, hier en elders, vervuld
als ieder is van medeleven met het Vorsten
huis zonder oi^héid vanTagen of E klas- g£'^bSSSk"'an^oS'toH
sen. voelend, hoe het een eg is Nederlan- Jan en dan op ZQg.n phenomenale wijze van
dei te zijn, daar hier de volle burgervrijheid Qpzet en uitvoering. HIJ kon niet allen per
soonlijk den algemeen verdienden dank be
tuigen, al noemde hij enkele namen als
mevr. Hageman, mevr. Driessen, mej.
Na afloop verscheen de voorzitter der con
tact-commissie. de heer mr. G. H. E. Nord
Thomson, ten tooneele om woorden van
dank te spreken. Hij herinnerde er aan, hoe
deze revue was tot stand gekomen in het
wordt gehandhaafd..al staat elders de we
reld op den kop. zulks in overeenstemming
met hetgeen de „Vader des Vaderlands"
heeft1 ingesteld. Wij voelen instinctmatig,
neen ïngesiem. wu roeien insrincvmaug, Gaykema het a-capella-koor, de muziek,
hoezeer wij dat vrijheidsbegrip zouden der- hjj huldlde a,£n door het aanbieden
ven, zoo er geen Oranje meer aan het hoofd van krans6 aan den heer B. Hageman
stond ran ons jaraj. Daarom gaat onzen als voorzitter van utteris en regisseur der
dank naar H. M de Koningin, .die onze revue 0ok mevr Driessen ontving bloemen.
Dvivrcoc 1-ionfi nroton ro ini/ion naor AnïP
Verder huldigde %pr. de sub-commfssle
Prinses heeft weten te'lelden, naar onze
Prinses en prins Bernhard voor wien wij
geen beteren hadden kunnen vinden. In
deze donkere tijden heeft God's hand zich
zegenend uitgestrekt over land en volk!
Staande word het Wilhelmus uit volle
borst gezongen.
onder leiding van mr. de Vries, die bergen
werk had verzet om ten slotte te eindigen
met een „leve bat bruidspaar", dat geest
driftig werd overgenomen.
De heer Hageman dankte kort voor het
vertrouwen, in Litteris gesteld.
De revue zelve is een zeer handige com
binatie van Leidsche toestanden met waar
deering voor ons Vorstenhuis, zooals Leiden
immers altijd trouw aan Oranje, den stich
ter onzer Universiteit, verknocht en verbon
den is geweest. Men ziet de aankomst van
een Amerikaansche millionairs-familie al
hier en verbaasden ons over het aantal wit
kielen aan het station en over de aanwezig
heid van zoo'n geroutineerde gids als Gijsie
bleek te zijn (door mej. Toos Lau alleraar
digst gecreëerd). Tooneeltjes als bij de
Gijselaarsbank. in eén van onze befaamde
hofjes hoe keurig van sfeer en spel was
deze scène! de slot-acte van het eerste
deel. geheel gewijd aan onze Alma Mater,
waarbij het Io Vivat dapper werd meege
zongen, in de Lakenhal met herinneringen
aan het Oranje-Huis, de draaibrug, ze wa
ren pittig „Leidsch", echt in kleur en goed
aangevoeld. Daartusschen door loopen, los
van elkaar een revue is een Tevue! tal
van andere tafereëlen, waarin te genieten
valt van een snelteekenaar, een a-capella-
koor, Ja van wat niet al. Bijzonder geslaagd
is de scène van Holland Waterland. Het
publiek wordt aan „het werk" gezet in een
apart zingen van dames en heeren ln een
tweetal vaderlandsche liederen, waarbij de
dames het glansrijk wonnen. Of het uit be
leefdheid of mannelijke onmacht was....
En zoo komt men tenslotte tot de finalede
hulde van de elf provinciën van ons lage
landje bij de zee aan het bruidspaar, ver
tegenwoordigd door de Nederlandsche
Maagd.
Snel en bijkans zonder onderbreken vol
gen de scènes elkaar op en wisselen elkan
der af. Is het voor de pauze nu en dan wat
zwaar, daarna gaat het als gesmeerd. Daar
is wel het beste bereikt, zoodat er een geluk
kige climax is verkregen.
Moge de revue dus geslaagd heeten, ook
de opvoering voldoet aan elschen, die den
„gewonen dilettant" verre te boven gaan.
Het is ons ondóènlijk om alle namen te ver
melden, doch een uitzondering mogen we
toch wel maken voor enkelen. Het echtpaar
Adama, mej. vap Oostmeissen en de heer
Fros presenteeren een keurig stelletje Ame
rikanen, mevr! Hageman is kostelijk als
„hofdame" en als Stedemaagd., mej. Gayke
ma verdient lof als tweede hofjes-schoone
en als meisje van 't land, de heer Nleuwen-
huizen Segaar als brugwachter, verkeers
agent en speciaal als vlsscher is prachtig!
En dan is er het Leidsche a-capella-koor
onder leiding van den heer W. Mizée, de
girls en balletten van „Brunhilde", de mu
ziek van „Musica" onder wakkere leiding
van den heer Noordapus mevr. Driessen
verving mevr. Offers op keurige wijze en
had daarnevens nog hare verdienste als
Nederlandsche Maagd.
Doch lof boven allen komt toe aan den
regisseur, den heer Hageman, die met zoo
vaste hand dit revue-schip tieeft weten te
sturen naar veilige zee en met alle vlaggen
en wimpels op ter overwinning.
Wellicht zal de vaart volgende avonden
nog iets kunnen, worden versneld als gevolg
van een volkomen „ingespeeld" zijn; het
zou nog extra-winst beteekenen.
Aan decors en aankleeding is daarnevens
Den eersten avond was de Schouwburg
uitstekend bezet en we twijfelen niet, of
ook hedenavond zullen de Sleutelstadbewo
ners zich de gelegenheid ten nutte maken,
alsnog te profiteeren van deze „Leidsche
revue". Herhaaldelijk weerklonk een luid
applaus dat de algemeene instemming en
waardeering tot uiting deed komen.
Opening der feesttent „Vogelwijk".
Nadat den geheelen dag door middel van
een geluidsinstallatie een stroom van mu
ziek zich over de „Vogelwijk" had uitgestort,
werd gisteravond de feestverlichting ont
stoken aan de beide monumentale zuilen
aan den ingang der Lijsterstraat geplaatst.
We hadden slechts rustig weer noodig ge
had om de fijne feestverlichting, ontwor
pen door den heer H. G. de Langen, tot
haar volle recht te laten komen. Vlak te
genover het einde der Lijsterstraat op het
terrein voor de Annakllniek staat de fraaie
feesttent, die door middel van dennengroen
en gekleurd crêpepapier keurig ls versierd
en waarin natuurlijk ook een luidspreker
voor de geluidsinstallatie is aangebracht.
Deze tent is gisteravond onder vrij groo-
ten toeloop der buurtbewoners, waarbij ook
anderen van harte welkom waren, op
uiterst geanimeerde wijze geopend.
De voorzitter van de feestcommissie lui
tenant Chr. F. van den Berg opende met
een woord van hartelijk welkom, om ver
volgens nog even de voorgeschiedenis van
het tot stand komen van dit wij kfeest uit
een te zetten. In de eerste plaats door de
flinke medewerking der wijkbewoners, in de
tweede plaats door medewerking der ge
meente door middel van de Contactcommis
sie is men geslaagd, de oorspronkelijke plan
nen ten minste ten deele uit te voeren.
Tegenvallers zijn natuurlijk ook gekomen,
doch geheel buiten schuld van de feestcom
missie Vervolgens wijdde spreker eenige
woorden aan de beteekenis van dit feest,
waarbij wij elkaar als Oranjelievende va
derlanders leeren vinden. Met een „Lang
leve de Prinses! Lang leve de PrinsI Lang
leve het Bruidspaar! waarmee allen In
stemden werd de rede besloten. Toen zette
de muziek het Wilhelmus ln, door allen uit
volle borst medegezongen.
Het spreekt vanzelf, dat er eerst onder
ling wat kennis moest worden gemaakt, om
dat dit het eerste buurtfeest in de Vogel
wijk is. Doen toen kwam van lieverlede de
I ongedwongen en onschuldige jool er in en
I eerst .te 11 uur scheidde men hoogst vol
daan.
We grijpen deze gelegenheid aan om een
I kleine rectificatie aan te brengen betreffen
de het verslag in ons blad van 4 Januari.
Op den trouwdag wordt inderdaad om 7 u.
I reveille geblazen, doch het kinderfeest zal
eerst plaats hebben op Zaterdag 9 Januari.
De deuren van de feesttent zullen dan
's avonds om 8 uur voor alle belangstellen
den ook buiten de wijk wijd geopend zijn.
I Het belooft een echt feestelijke avond te
worden.
4556
(Inge* Med.)
Drukte in de stad.
In de avonduren werd het in de binnen
stad en speciaal in dat gedeelte, waar aan
de versiering en verlichting veel werk was
besteeed, steeds druker. Langzaam bewoog
zich een dichte menigte langs de verlichtin
gen, alles nog eens druk besprekend en aan
dachtig beschouwend.
Zooals wel van zelf spreekt hadden de
beide muziekverenigingen „Werkmans
Wilskracht'' en „T. en D.", die elk door een
uitgebreid gedeelte der stad troken, niet
over gebrek aan belangstelling te klagen.
Hun vrooüjke tonen lokten de thuiszitters
naar buiten en het duurde niet lang of een
lange bonte rij hossende en Joelende feest
gangers trok achter de muziek aan de stad
door.
Op de rustige wateren van Oude Vest en
Oude Singel was iets nieuws te zien, dat niet
nagelaten heeft de aandacht van velen te
trekken.
Daar voer n.l. een der booten van de
Gebr. Harland, en wel die, waarop, in de
week van 5 December, toen St. Nicolaas er
zUn tenten had opgeslagen, menig vertegen
woordiger der Leidsche Jeugd zijn Jonge
hartje harder heeft voelen kloppen, dan
hem of haar aangenaam was.
Deze boot had zijn Spaansche bestemming
weer afgelegd en gleed thans feestelijk ge-
pavoiseerd en alleraardigst verlicht langs de
boorden van Oude Vest en Oude Singel. De
leden van twee muziekcorpsen, die varen
blijkbaar verkozen boven loopen, lieten hun
instrumenten geen oogenblik rust.
Deze „varende muziektent", was op ini
tiatief van de buurtvereenlging Oude Vest—
Oude Singel „te water gelaten".
Een ander „punt des vermaaks" vormde
de Nieuwe Beestenmarkt, waar enkele ker
misgasten voor één dag hun domicilie had
den gekozen. Al was het maar een kermisje
met een heele kleine k, toch zullen velen
er zich kostelijk hebben vermaakt.
Het mallemolentje en de „Hooge Vaart"
erg hoog ging het niét en de vaart was
noch groot noch lang hebben enkele
goede uren meegemaakt. Natuurlijk ontbra
ken op deze kermis ook de tenten met „ge
rookt. zuur en zoet" niet. Op een van deze
stalletjes lazen wij zoowaar „Van der
Krogt „sederd" 1898"; men kan ln dezen
handel dus blijkbaar, niettegenstaande cri
sis en andere economische narigheden, nog
oud worden!
Maar al was de drukte op vele punten in
de stad groot, nergens werd zij overtroffen
door die op het Parkeerterrein aan de
Steenstraat, waar mén van 8 tot 11 uur
onafgebroken heeft kunnen
Hossen en deinen.
We schrijven „heeft kpnnen" hossen en
deinen, daarmede willen Wij geenszins zeg
gen dat het ook niet gebeurd is, dat zou een
grove onwaarheid zijn! In de 3 uur, die
voor dit geliefkoosde programma-onderdeel
waren uitgetrokken, heeft men op zijn
minst yoor 4 uur gehost en de „deining"
welke er op de Steenstraat liep, was niet
mis, wat het karakter van het weer, dat nu
niet direct ideaal was, wel met zich mee
bracht.
Drie korte uren hebben de hossers en
dciners getracht hun Indianendansen uit te
voeren in de maat waarin het muziekgezel
schap „Orpheus" speelde. Dat dit enkele
malen gelukte, is waarlijk niet de schuld
van een der belde partijen!
Doch aan alles komt een eind en zoo was
het ook hier. We prijzen ons echter gelukkig
dat "we hen, die slechts met moeite afscheid
van de Steenstraat konden nemen, kunnen
mededeelen dit bericht vernamen wij uit
zeer betrouwbare bron dat het binnen
de tien maanden 3 October is!
Elf uur en nu.naar het Schuttersveld.
Het vuurwerk.
HIJ woonde pas enkele weken ln Lelden
en toen hij het programma van de Contact
commissie ln handen kreeg, zei hij tegen
me: „Zoo is hier vuurwerk op 4 Januari."
Ik ben niet kwaad geworden, maar heb
netjes geantwoord: „Natuurlijk is er vuur
werk, een Leidsch feestprogramma zonder
vuurwerk is geen programma."
En dit is zoo, geen Leldenaar zou opge
wekt feest kunnen vieren als hij niet wist
dat hij op het einde van den dag getracteerd
zou worden op „de klap op den vuurpijl."
En zoo is het ook gisteravond weer een
vuur-luchtfeest geworden van overvloedige
watervallen, heftig diaaiende en vuurspu
wende zonnen en sterren, fluitende en gie
rende, nu eens elegant uit elkaar spattende,
dan weer wild knallende en bliksemende
vuurpijlen, met tot slot en als waardig be
sluit van dezen Leidschen Oranjedag een
groot stuk waarop in hel gekleurde letters
de wensch van alle Leidenaars te lezen was:
„Leve de Prinses en de Prins".
De Middenstandsoptocht.
Het bestuur van de Federatie van Er
kende Leidsche Gaslnstallateurs verzoekt
ons te willen mededeelen, dat de Midden
standsoptocht niet werd geopend door een
propaganda-wagen van de Stedelijke Licht
fabrieken, doch dat de eerste wagen was
verzorgd door de erkende electrlcltelts-in-
stallateurs en de tweede door de erkende
gas- en waterfltters. Daarachter volgde de
vakwagen der gas-installateurs, gemon
teerd met gas- en sanitaire apparaten. De
S. L. F. heeft aan de opstelling dezer wa
gens niet medegewerkt.
Filmvoorstellingen.
Hedenmorgen werden voor de leerlingen
van alle lagere scholen hier ter stede in
de Stadsgehoorzaal en het Luxor-Theater
voorstellingen van Oranjefilms gegeven.
Voor den aanvang der voorstelling, waar
heen de kinderen zich ln optocht hadden
begeven, wees één der schoolhoofden op
het bijzonder karakter van dit feest, ter
wijl de jeugd bovendien werd onthaald.
Onnoodig te zeggen, dat 't voor de school
jeugd een „fijne" morgen was.
Men zie voor het overige Stadsnieuws
pag. 4 van he< Tweede Blad.
2—1