Binnenland
QS 'A
f7iie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD,
Donderdag 24 December 1936 Derc
Ie Blad No. 23544
één harmonie
DE HEER KAMPSCHÖER GEE1*
TWÈEDÏ KAMERLID MEER.
Nieuw handels- en clearing-
verdrag met Duitschland.
Weinig veranderingen.
De onderhandelingen, welke sinds
ecnigen tijd afwisselend in Berlijn en
in Den Haag gevoerd werden met een
Duitsche onderhandelingscommissic,
hebben geleid tot overeenstemming over
de regeling van het handels- en beta
lingsverkeer met Duitschland voor het
jaar 1937, Op 23 December j.l. werden
in Den Haag onderteekend een nieuw
clearingverdrag en een nieuw handels
verdrag. Het nieuwe clearingverdrag
treedt in de plaats van het op 5 De
cember 1934 gesloten verdrag, hetwelk
op 31 December 1936 afloopt. Het heeft
een looptijd van een jaar en het is in
hoofdzaak gelijk aan het bestaande
verdrag.
In Januari 1937 zullen de oude handels-
I schulden, waarvoor in het thans nog loo-
I pende verdrag een aflossingsrezeling werd
I getroffen geheel zijn afgelost. Het dan vri.j-
I komende percentage van stortingen bij het
I Nederlandsch clearinginstituut op rekening
I van Duitschland zal in de eerste plaats ge
bruikt worden om de positie van de Neder
landschDuitsche clearing, die een in 1935
ontstanen nieuwen achterstand vertoont,
te versterken.
Zoodra de omstandigheden het zullen
veroorlooven zullen beide regeeringen be
sprekingen voeren, teneinde na te eaan. of
een gedeelte van de 14 "/o beschikbaar ge
steld kan worden voor de verruiming van
den uitvoer van Nederland en van de Ne
derlandsche overzeesche gewesten naar
Duitschland.
Het nieuwe handelsverdrag heeft even
eens een looptijd van een jaar en treedt in
de plaats van het op 31 December a s. af
loopend verdrag van 23 December 1935. Ook
dit verdrag ls in hoofdzaak gelllk aan het
dezer dagen afloopende handelsverdrag.
Eeniee wijzingen, welke aangebracht wer
den. houden verband met de reeds voor het
loooende verdrag aanvaarde grondslagen.
De bij het clearing-verdrag aangewezen
regeeringscommissies hebben de betalings
contingenten voor het eerste kwartaal 1937
vastgesteld. Vooralsnog bleek het gewenscht
te zijn voor de vaststelling van de betalings
contingenten dezelfde grondslagen aan te
nemen als golden voor het vierde kwartaal
1936.
BESCHERMING VAN GEVLEUGELD
WILD.
Vervolgens van schadelijke
vogels.
In de memorie van antwoord aan de
Eéïste Kamer betreffende het wetsontwerp
houdende nieuwe bepalingen tot bescher
ming van in het wild levende vogels, deelt
de minister van landbouw en visscherlj
mede, dat hij de opmerking van de leden,
die betreurden, dat niet tegelijk met deze
wetsvoordracht een ontwerp van wet tot
wijziging van de Jachtwet 1923 werd inge
diend, om aldus het gevleugelde wild eeni-
ge bescherming te geven, niet geheel juist
acht. Deze dieren toch genieten bescher
ming van de Jachtwet 1923 en bij een juist
I hanteeren van de bepalingen dezer wet zal
I voorkomen worden, dat zij worden ultge-
I roeid.
De minister stemt in met de meening
I van die leden, die met de vervolging van
I de zoogenaamde schadelijke vogels tot
I voorzichtigheid maanden. Het ligt dan ook
I ln het voornemen het aantal der op de
I „zwarte lijst" op te nemen vogelsoorten te
I beperken tot het hoog noodige. Intusschen
I zal de mogelijkheid open blijven, waar
noodlg. maatregelen tot wering van schade
I aan den landbouw te allen tijde terstond
I tèn uitvoer te leggen.
WIJZIGING OCTROOI DER
NEDERLANDSCHE BANK.
Meeningen in de Eerste Kamer.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
van de commissie van rapporteurs uit de
Eerste Kamer over het ontwerp van wet
tot verlenging en wijziging van het aan
De Nederlandsche Bank verleende octrooi.
Wij lezen er o.a. in:
Bij de overweging van dit wetsontwerp
ln de afdeelingen der Kamer spraken
eenige leden hun leedwezen er over uit,
dat de minister niet was overgegaan tot
het bevorderen van een wijziging der
Bankwet. 1919 van verdere strekking en o.
m. beantwoordende aan de desiderata, ver
meld onder A en B van de, door het lid
van de Tweede Kamer den heer Teullngs,
cs. ingediende motie.
Met name bepleitten zü het geven van
uitbreiding aan den door de Regeering te
oefenen invloed, zoowel ter zake van de
controle op het bankwezen te onzent in
het algemeen welke controle nu zoo
goed als geheel bij De Nederlandsche bank
berust als jegens de directie van onze
centrale bankinstelling.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat aan dit wetsontwerp in zoo verre een
vitium originis kleeft als het zijn oorsprong
vindt in het KB. van 31 Maart 1932. No. 6
waarbij voornamelijk ter' oorzake van
het indertijd door De Nederlandsche Bank
geleden pondenverlies het octrooi was
opgezegd. Erkennende, dat voor die opzeg
ging de tegenwoordige minister van Fi
nanciën niet verantwoordelijk is, stelden
zij niettemin prijs er op te verklaren, dat
zij het toen door de regeering op dit stuk
gevoerde beleid betreurden. Ware het des
tijds, zoo betoogden zij, de bedoeling ge
weest een principieele en diep ingrijpende
wijziging in de bankwetgeving aan te
brengen, dan hadde opzegging van het oc
trooi wellicht aanbeveling verdiend.
In de tweede plaats laakten deze leden
in verband hiermede hetgeen het ontwerp
bevat aangaande de regeling der tantièmes
In de derde plaats betreurden zij de be
reidheid. door de regeering getoond ten
opzichte van de benoeming eener staats
commissie, waaruit velen de conclusie zou
den kunnen trekken, dat er aan De Neder
landsche Bank blijkbaar iets hapert, als
gevolg waarvan deze niet die waardeering
zal vinden, waarop zij aanspraak heeft en
die zij behoeft om met vrucht werkzaam
te kunnen zijn.
De overige wijzigingen noemden de leden
hier aan het woord, van zoo ondergeschik
ten aard, dat die zekerlijk zonder opzeg
ging van het octrooi tot stand hadden
kunnen komen.
Eenige leden herinnerden aan de toe
zegging. door 's ministers ambtsvoorgan
ger gedaan, dat bij de eerstvolgende oc
trooiwijziging de vraag, in hoeverre her
ziening gewenscht is van de wijze, waarop
de diensten van directie en commissarissen
van De Nederlandsche Bank worden geho
noreerd, onder oogen zal worden gezien.
Tenslotte werd de vraag gesteld, of den
koninklijken commissaris wel voldoende
bevoegdheid is toegekend om zijn functie
met goed gevolg te kunnen uitoefenen.
VACATURE REKENKAMER.
Aanbevelingslijst voor plaatsvervangend lid.
Door de benoeming van het plaatsver
vangend lid der Algemeene Rekenkamer
Th. Sanders tot lid van het college, is een
vacature ontstaan onder de plaatsvervan
gende leden. De Rekenkamer heeft thans
de volgende aanbevelingslijsten aan de
Tweede Kamer doen toekomen:
1. M. de Bloeme te 's Gravenhage. direc
teur van den crisis-accountantsdienst.
2. W. de Vries Gzn., te Amsterdam, gep.
chef van den accountantsdienst in Ned.
Indië.
3. Dr. O. Bakker te 's Gravenhage. ac
countant bij het centraal bureau voor de
statistiek.
4. Dr. H. I Schippers te 's Gravenhage,
inspecteur der registratie en domeinen
5. H. J Claasen te 's Gravenhage, eervol
ontslagen administrateur bij de hoofdbe
stuur der posterijen, telegrafie en telefonie
(eerder referendaris bü de Alg. Reken
kamer).
6. G. L. Maaldrink te Wassenaar, lid van
den raad van toezicht, tevens secretaris, der
Westlandsche hypotheekbank.
ARTS S. PREMSELA OVERLEDEN.
Bekend Amsterdamsch geneesheer.
In den ouderdom van 67 jaar is gister
avond in züii woning aan de Prinsengracht
de bekende Amsterdamsche geneesheer S.
Premsela overleden.
Dokter Premsela die reeds meer dan
veertig jaren zijn oractijk uitoefende, ge
noot in de hoofstad een zeer groote popu
lariteit. Op Kattenburg, waar hij een zit
tingslokaal had. was lui gedurende tal van
jaren de ..volksdokter" bij uitnemendheid.
Hii was een eenvoudig en pretentieloos
man. die steeds voor elkeen klaar stond, die
ziin hulp van noode had. In alle lagen der
bevolking werd ziin arbeid dan ook in hooge
mate gewaardeerd.
Gedurende twintig jaar. behandelde hij
geheel belangeloos de verpleegden van het
gesticht der „Joodsche Invalide", welke in
stelling hem uit erkentelijkheid daarvoor
tot eere-lid benoemde. Zijn grootste beloo
ning echter vormde het feit. dat ziin zoon,
arts Meijer J Premsela. hem in zijn functie
bü genoemde instelling kon opvolgen.
De overledene heeft ook een vooraan
staande rol in het Joodsch-kerkeliike leven
der hoofdstad vervuld. Hij was lid van den
kerkeraad der Nederlandscli-Israëlietische
Hoofdsynagoge en bekleedde verscheidene
kerkelijk-ritueeele functies.
Dokter Premsela oefende nog steeds de
oractiik uit. hoewel hit het grootste gedeelte
daarvan aan zijn zoon had overgedragen.
De teraardebestelling zal Vrijdag a.s. ge
schieden op de Israëlietische begraafplaats
te Muiderberg.
REGEERINGSCONTRACT-CONSUMPTIE
MELK.
Nederlandsche Zuivelcentrale. 27 Decem
ber 1936 t.m 2 Januari 1937 consumptie-
melk regeeringscontract. taxegedeelte 6.25
cent. eventueel verhoogd met premie of ver
minderd met afdracht voor de kwaliteit;
overmelk regeerings-minimumprijs 5 ct.
Afdracht bij levering in consumptie van
andere dan taxemelk.
Dagorder van den
gouverneur der residentie.
De gouverneur der residentie, luitenant-
generaal jhr. W. Roell, heeft gisteren de
volgende dagorder uitgevaardigd
Aan de deelen der Koninklijke weer
macht, die onder mijn bevelen deel heb
ben genomen aan de plechtige eedsafleg
ging van Z. D. H. prins Bernhard van Lippe
Biesterfeld, kapitein en ritmeester, luite
nant ter zee der 1ste klasse, kapitein en
ritmeester, onderscheidenlijk titulair en a
la suite van het Koninklijk Nederlandsch
Indische leger, de Koninklijke marine en
de Koninklijke landmacht.
Het is mij eene vreugdevolle voldoe
ning, ter kennis van alle bovengenoem
de troepen te mogen brengen, dat het
Harer Majesteit de Koningin behaagd
heeft, Hoogstderzelver bijzondere tevre
denheid tegenover mij wel te willen
uitspreken zoowel over het verloop der
heden plaats gevonden hebbende plech
tigheid als over de houding en het op
treden van alle daaraan deelgenomen
hebbende troepen en weermachtssym
bolen.
De groote en onvergetelijke eer, welke
op dezen dag door de hooge aanwezig
heid van H.M. de Koningin en H.K.H.
prinses Juliana bij de plechtige eeds
aflegging van Z.D.H. prins Bernhard
aan allen ten deel is gevallen, zal zeker
niet nalaten, den hechten band, die
ons allen bindt aan het Huis van
Oranje, nog te versterken.
Leve de Koningin.
Leve de Koninklijke Bruid, prinses
Juliana.
's-Gravenhage. 23 December 1936.
De luitenant-generaal
gouverneur der residentie
RÖELL.
(Reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplaag).
De heer G. W. Kampschöer.
Wij vernemen, dat de heer G. W. Kamp
schöer aan de voorzitters der Kamerkrin
gen Leiden en Dordrecht der R.K. Staats
partij, heeft bericht, dat hij in verband
met het bezwaar van de partijleiding tegen
cumulatie met het burgemeestersambt,
voor een zetel in de Tweede Kamer bij de
komende verkiezingen niet meer in aan
merking wenscht te komen.
Verkeersmaatregelen
in Den Haag.
Van 25 Dec. tot en met 7 Januari.
De burgemeester van 's Gravenhage heeft
de .volgende politiemaatregelen vastgesteld:
Het gewoon verkeer met en het parkeeren
van motorrijtuigen, rijwielen enz zal ver
boden zijn gedurende het tijdvak van 25
December tot en met 6 JanuaTi van 19 tot
24 uur en op 7 Januari van 15 tot 24 uur,
onverminderd de bepalingen, die voor dien
dag reeds zijn vastgesteld bij besluit van
17 December, of telkens zooveel vroeger of
later als door de politie zal worden noodig
geoordeeld, in het gedeelte der gemeente,
gelegen binnen den kring, gevormd door de
volgende straten:
de Jan-Hendrikstraat, de Torenstraat,
den Noordwal. den Prinsessewal. den Hooge-
wal. het Scheveningsche veer. de Maurits-
kade. de Dr. Kuypërstraat. de Koninginne
gracht. de Prinsessegracht. de Heerengracht
den Fluweelen Burgwal, de Kalvermarkt, de
Groote Marktstraat en de Groote Markt.
Gedurende genoemden tijd is het verbo
den de wegen gelegen tusschen Javastraat
eenerzijds en het Scheveningsche veer en
de Mauritskade anderzijds, met motorrij
tuigen. rijwielen enz. te berijden in de rich
ting van het Scheveningsche veer of de
Mauritskade.
Een en ander is niet van toepassing op
hof rij tuigen enz.
HET BEDRIJFSLEVEN TE ROTTERDAM.
Actie tot stimuleering.
Sedert eenigen tijd werd door B. en W.
van Rotterdam in overleg met het midden-
standsbestuur en -college te Rotterdam
de vraag onder de oogen gezien, hoe de
burgerij zou kunnen medewerken ter ver
levendiging van het bedrijfsleven en daar
door te vermindering van de werkloosheid.
In verband hiermede werd besloten tot
oprichting van een comité onder den naam
„Comité Herlevend Rotterdam".
Ter financieering van de actie werd door
tal van organisaties f. 3000 bijeen gebracht.
Door het comité zullen een groot aantal
reclameplaten worden uitgegeven, die zich
richten tot de burgerij met de opwekking:
„Laat de machine maar draaien".
In de eerste week van Januari zal men
op het verhoogde middengedeelte van het
Calandplein beginnen met den opbouw
van een tien meter hoog bouwwerk, dat in
aansluiting op de bovengenoemde propa
ganda de aandacht van geheel Rotterdam
op de actie van „Herlevend Rotterdam"
zal vestigen.
Naar het ontwerp van ir. v. d. Broek
zal daar n.l. komen een constructieve uit
werking van het embleem van het comité,
het draaiende rad, dat des avonds verlicht
zal worden door vier straallichten.
Een zeer belangrijk onderdeel van de
werkzaamheid van het comité bestaat in
het stimuleeren van het juist in de depres
sie sterk in de verdrukking gekomen bouw
bedrijf.
Om dit doel te bereiken, zendt het secre
tariaat van het comité duizenden brieven
aan alle bezitters of beheerders van on
roerend goed.
Niet alleen tot de burgerij in het alge
meen, maar ook tot ieder burger persoon
lijk wil het comité zich gaan richten.
Daartoe zullen er honderdduizend folders
in zee gaan. De tekst is een opwekking om
Rotterdam vooruit te helpen door verrui
ming van verkoop en werk. Een gedeelte
van de folder is bestemd om aan het
comité te warden teruggestuurd met ver
melding van het werk. dat men in het
raam van deze actie, laat uitvoeren.
TOELATING VAN FIETSEN IN BELGIË
ZONDER SPECIALE FORMALITEIT.
Sinds eenige jaren worden gebruikte rij
wielen in België zonder meer toegelaten,
met weglating dus van de speciale kaart,
welke daarvoor vroeger vereischt was.
Naar uit Brussel aan den A.N.W.B. wordt
bericht, zal de duur van deze vrijstelling,
welke nog steeds als een voorloopige maat
regel moet worden beschouwd, en die op
31 Dec- a.s. eindigde, voor het jaar 1937
verlengd worden, zoodat toeristen en
grensbewoners ook in het komende jaar
zonder speciale formaliteit de Belgische
grens kunnen overschrijden.
EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer heeft gisteren een
korte vergadering gehouden, waarin niet
minder dan 38 wetsontwerpen z.h.st. zijn
aangenomen.