Or/^ beschadigd - Verkoop van zilver van den Negus te Londen 77ste hzmw LEïDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries i DE GEBEURTENISSEN IN CHINA. Chineesche infanterie in moderne uitrusting. DE KERSTMARKT TE LONDEN. De-drukte bij de kramen in „Petticoat Lane", waar vele Londenaars zich Kerstgeschenken uitzoeken. DE TEMMER ALFRED KADEN, bij een circus te Londen, toont, dathij niet bang is voor den koning der dieren. Uit het Engelsch door H. A. C. S. 21) Wanneer ik alles overdacht, scheen het mij, dat er vooral drie dingen waren. Ten eerste was er het probleem, wie van hen, of zij allen Adela en Hilary en Evelyn en Emmeline en Janice ja zelfs ook Higby de waarheid vertelden. Indien zij de waarheid vertelden, dan had Evelyn Bayard verlaten, toen hij nog leefde. Em meline had hem dood gevonden, en alleen Janice en Emmeline waren binnenshuis geweest, gedurende die korte tusschenpoos. Behalve natuurlijk de zeêr problematische inbreker. Ten tweedeals zij niet de waarheid ver telden, was het probleem van den persoon van den moordenaar beperkt tot den on- middellijken familiekring, Adela, Hilary, Evelyn, Janice en Emmeline. En. natuurlijk, Higby. Niemand anders was in de buurt geweest. Tenzij, en dit was mijn derde overweging, tenzij Higby en Emmeline beiden, met het- I 'elfde doel, logen, en iemand achter het I huis was binnengekomen, iemand van wien I ik niets wist. I Ik wist, dat Emmeline, Higby en ik, alle I drie, het gezicht op het geheele huis gehad I hadden, en dat het niet mogelijk was. dat I een van ons den een of ander, die binnen- bvam, niet zou hebben zien komen of gaan. Veel, scheen mij, hing af van de be trouwbaarheid van hun getuigenis. Ik was mij ook voortdurend bewust van het feit, dat Bayard door een revolverschot gewond was geworden, slechts ongeveer een dag voor hij gedood was. Hij had ge weten, wat die eerste aanval beteekende, en ik verweet mij, dat ik zoo afkeerig ge weest was, en zijn bewering niet had willen gelooven. Toch had ik er bij hem op aan gedrongen, zichzelf te beveiligen en weg te gaan. En dienzelfden middag was hij ge dood. De familie wist, naar alle waarschijn lijkheid, wie dat eerste schot had afge vuurd, dat Bayard in zijn schouder gewond had. Het was niet waarschijnlijk, dat er twee menschen waren, die het plan hadden Bayard Thatcher uit den weg te ruimen. Als ik kon ontdekken, wie dien eersten aanslag gedaan had.... Maar zij zouden het niet vertellen. Geen van de Thatchers zou het vertellen. En er waren andere dingen, die voor mij van groote beteekenis schenen. Waarom hoorde ik dien rustigen middag geen geluid van het schot? Waarom waren Bayard's oogen dicht? Wie had gespro- beerd dien eersten nacht zijn kamer bin nen te komen? Waarom zat er bloed op het verkeerde kleedje? En was het mogelijk, dat er tenslotte toch een inbreker was? Zoo niet, wat was er met de juweelen gebeurd? Dan was er het probleem van Janice en de revolver in de eiermand. Janice en haar aanwezigheid in het huis, alleen met Bayard, ongeveer tien minuten lang, on middellijk vóór de ontdekking van zijn dood: Janice en de geheimzinnige brief. Had de brief eenig mogelijk verband met de situatie? Ik moest een weg vinden, om den brief aan haar terug te bezorgen. Het schijnt thans ongelooflijk, dat ik, van het allereerste begin af, den sleutel tot de puzzle in mijn handen had. En het niet wist. Hem niet herkende. Het was alles zoo eenvoudig, zoo verschrikkelijk eenvoudig, toen ik eenmaal den draad vond, en het was louter een kwestie van herkenning. Toen ik eindelijk naar Adela's kamer terugkeerde, was ik een beetje verbaasd, haar te vinden, terwijl zij kalm met Janice zat te praten. Zij was heelemaal in het wit gekleed, en zag er moe, maar koud en ern stig uit, met haar gouden lorgnet en haar witte handschoenen en haar fijne zakdoek in haar hand. Toen ik haar vroeg, of zij zich goed voelde, zei ze, zoo koel mogelijk, ja. en dat het tijd was om naar de lijk schouwing te gaan. „Ging Evelyn naar huis?" vroeg zij aan Janice. „Even, om .andere-kleeren aan te trek ken. Zij zal gauw terug zijn." „U moet u maar klaar maken, zuster Keate. Allen zal ons allemaal meenemen in zijn grooten wagen. We zullen Hilary, vermoed ik, aan de rechtbank treffen. Wij zijn allemaal nogal bezorgd, hoe wij het doorstaan zullen, 't Is geen prettig iets." Hoe goed herinner ik mij Adela's op- zettelijk-geaffecteerde stem, waarmee zij het „geen prettig iets" noemde. Het was vreemd, dat onderzoek. Vreemd, maar bij slot van rekening gebeurde er niet veel. Misschien kon er niet veel gebeuren, met dr. Bouligny, die de leiding had. Het duur de alles nauwelijks een half uur. Het werd gehouden in het oude gerechts hof. „C. was, zooals ik misschien al heb op gemerkt, de provinciale zetel De hoofd straat der stad zag er, toen wij een paar minuten voor tien, er doorheen reden, uit. alsof het een marktdag was, zij was vol met automobielen van de boeren, die naar de stad gekomen waren, om het nieuwtje te bepraten, en het onderzoek bij te wonen. Ik durf te beweren, dat zij het gevoel hadden een beetje beetgenomen te worden, zóó snel verliep alles in de propvolle gerechts zaal. Maar ik betwijfel het,'of deze oude muren ooit een half uur meemaakten, zóó boordevol met een geheim drama. Eerst veel later echter kwam ik achter de ware beteekenis van deze met zorg gestelde vra gen, en deze voorzichtige, weloverwogen antwoorden. Ik zat, natuurlijk, bij de familie. Opmer kelijk waren hun beheerschte kalmte, hun waardige houding; merkwaardig was het, cp te merken de manier, waarmee zij de knikjes en blikken en ingehouden groeten van hun buren en kennissen aannamen. Er was niets neerbuigends in de manieren der Thatchers; terzelfdertijd was er iets, dat zei: „Dit vreeselijk iets is ons overkomen, dat is waar. Wij geven het openlijk toe. Maar toch zijn wij Thatchers." Een analyst zou gezegd hebben, dat hun houding openbaarde, wat zij vast besloten hadden verborgen te houden. Maar ik ben geen analyst, en eerst later ontdekte ik het. Innerlijk was ik gehinderd over de pas- klaar-gemaakte manier, waarop dr. Bou ligny en Hilary, met elkaar, het klaar speelden, door het onderzoek heen te vlie gen. Het gebéurde zóó handig en behendig, dat het mij bijna overtuigde mij heele maal overtuigd zou hebben, als ik niet ge weten had, wat ik wist en de jury verliet niet eens de zaal, om haar beslissing te nemen, dat Bayard Thatcher den dood vond door de hand van een onbekend per soon. Sterker nadruk werd gelegd op het verlies van de Thatcher-juweelen. waarvan ieder in de zaal scheen af te weten. Alleen één keer dreigde iets dat zorg vuldig opgebouwde maaksel van veronder stellingen kapot te maken. Dat was, toen een van de juryleden, een boer met een verweerd gezicht en listige grijze oogen. aarzelend vroeg, of het waar was, dat Bayard Thatcher, juist een dag voor hij gedood was, een schot in den schouder had gekregen. „Deze vraag", zei dr. Bouligny. op een plechtige wijze, „is niet op haar plaats. Echter", voegde hij er vlug bij, toen de boer bleek opnieuw te zullen gaan spreken, „is het zoo. Het is geen geheim. Hij was een revolver aan het schoonmaken, en die ging bij ongeluk af, en wondde hem licht. Ik was zelf de behandelende medicus. Ik weet precies, hoe het gebeurde. Het heeft niets te maken met het geval van den inbreker, die gisteren op hem schoot. Higby, wij moeten nu jouw getuigenis hooren." En Higby's getuigenis legde, onder in vloed van dr. Bouligny's vragen, den na druk op het feit, dat de grasmachine er eene was, die veel lawaai maakte, dat hij zich op eenigen afstand van het huis had bevonden, laat op den middag, en dat, toen hij dien langen middag het grasveld op en neer ging. er vele oogenblikken geweest waren, dat hij met zijn rug naar de ramen van de bibliotheek had gestaan. „Maar niet lang genoeg voor iemand, om het grasveld over te steken en het scherm van een raam af te halen en in het huis te komen, zonder dat ik hem zag", mompelde Higby koppig. Zijn meening was helderder dan het uit spreken ervan, en dr. Bouligny maakte er noga', haastig een eind aan, en zond hem naar zijn plaats teru". En Adela. naast mii. tipte even met een fijnen kanten zakdoek egen haar blauwe lippen. (Wordt vervolgd). DB DIJKVAL TB KAPELLE. Overzicht van den beschaicRgden dijk. Een 50-tal arbeiders is begonnen om orde te scheppen in den chaos van basaltsteenem. DE ZILVERSCHAT VAN DEN NEGUS is te Londen verkocht. Tijdens de verkooping.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5