VERSTERKING VAN ONZE WEERMACHT
Eden over Spanje
ester
iBUITENL, WEEKOVERZICHT
Wtrne
Trainer Colijn: „Om in goede conditie te komen, zul je nog een uurtje langer moeten trainen'
De problemen niet onoplosbaar
FIAT
CENTS
Srgareri
FAILLISSEMENTEN
77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 December 1936 Derde Blad No. 23540
VREDE OP AARDE
We naderen de Kerstdagen met de be
kende gezegden, die de menschheid eeuwen
lang hebben bezig gehouden zonder de
werkelijkheid te kunnen benaderen; het
vrede op aarde is altijd een vrome wensch
gebleven!
Vrede op aarde.ook nu zal deze leus
spoedig weerklinken over de gansche aard
bol, waar de leer van Christus wordt
beleden. Vurige gebeden zullen ten hemel
opstijgen, maar de menschen zelf zullen
wederom niet rijp blijken voor de vervul
ling trots het: in menschen een wel
behagen
Zie naar Spanje, het arme verscheurde
land! Grootendeels is de militaire actie
lam gelegd, daar belde partijen elkaar
momenteel in evenwicht houden. Doch aan
een stop-zetten van het ruwe krijgsbedrijf
wordt niet gedacht: beide partijen plaatsen
zich op het standpunt, dat er voor beide
geen plaats is op dit ondermaansche, dat
dus een van beide moet worden vernietigd
en uitgeroeid. In dit opzicht schijnt
de Fransch-Engelsche bemiddelingspoging
hopeloos mislukt. Het gelukkig effect is
echter, dat de directe onthouding van
andere mogendheden er door wordt be
vestigd. Het is tenminste iets! Dat ook de
indirecte bemoeienis zou zijn geëindigd, is
een tweede, doch daarmede heeft men
zich blijkbaar algemeen verzoend, zoodat
daaruit weinig gevaar dreigt
Bovendien schijnt het einde van dit jaar
nog de zoo gewenschte opheldering te zul
len brengen tusschen Engeland en Italië.
We wezen er reeds vaker op, dat trots
den ideologischen band tusschen Italië
en Duitschland eerstgenoemde niet gaarne
zijn betrekkingen met de beide groote
democratische mogendheden van het
Westen wilde opgeven, waarmede het zulke
groote belangen gemeen heeft. Het is o. i.
ook de reden, dat Italië den Volkenbond
nimmer finaal heeft verlaten, al trok het
zich van daadwerkelijke medewerking den
laatsten tijd terug!
De gevoerde besprekingen met Engeland
over wederzijdsche belangen in de Middel-
landsche Zee zijn vrijwel tot een gelukkig
einde gebracht, na de berichten daarover
zoowel uit Londen als uit Rome valt daar
aan moeilijk meer te twijfelen. Een
„gentleman's agreement" is bijkans be
reikt, waarbij beide partijen elkaar's
belangen in deze zee erkennen en garan
deeren. Daarmede zijn de tegenstellingen
tusschen Engeland en Italië verdwenen en
is de oude vriendschap hersteld! Frankrijk
staat daarbuiten, doch er is geen enkele
reden, waarom ook dit land met Italië niet
tot volledige overeenstemming zou komen,
wanneer zij met elkaar gaan praten. De
door Laval destijds getroffen regeling
bestaat immers op papier nog altijd
Nu nog een formule, waarbij de verove
ring van Abessynië. die thans een feit is
geworden, nu de laatste resten van zelf
standigheid van het Abessijnsch gebied
zijn opgeruimd, wordt erkend en Italië
is weer een trouw lid van den Volkenbond.
Des te meer beteekenis krijgt door een
en ander echter de jongste rede van den
Biitschen minister van buitenlandsche
zaken, Eden. Reeds meermalen heeft deze
den laatsten tijd getuigd van het hernemen
door Groot-Brittannië van zijn leidende
rol in Europa, maar nog nimmer klonk zijn
toon zoo beslist als in zijn laatste verkla
ring. Engeland, opgeschrikt uit zijn slaap,
is grimmig aan het werk gegaan en voelt
zich thans weer fit! Zelfbewust gaat het
nu weer zijn gang en ernstig klinkt zijn
waarschuwende stem in het koor der
Europeesche mogendheden. Het moet uit
zijn met de eenzijdige opzegging van ver
dragen! De bestaande mogen in menig
opzicht verbetering verdienen, dit moet
voortaan geschieden door bespreking! En
op finantieele en economische hulp kan
geen land meer rekenen, zoolang geen paal
en perk wordt gesteld aan het besteden
van die hulp voor verdere bewapening, die
de landskrachten te boven gaat! Men kan
het zich voor gezegd rekenen Onnoodig
te zeggen, dat deze waarschuwing in de
eerste plaats Duitschland geldt, waar het
vier-jaren-plan toch niet de oplossing
blijkt te kunnen brengen, gelet op de al
krachtiger eisch naar koloniën. Sprak
Schacht zelfs niet van een explosie, wan
neer Duitschland geen expansie kreeg? Het
moet in Duitschland dan toch wel zeer
slecht zün gesteld met de levensmiddelen
voorziening
Maar wie ziet de mogelijkheid?
Zeer gevaarlijke aspecten vertoonen zich
aan de horizon in dit opzicht!
Ook in het Verre Oosten vertroebelen
donkere wolken weer eens de situatie, al is
er nog geen directe reden om het ergste
te vreezen. Hoevele malen dreigde daar
niet het oorlogsgevaar, zonder dat het er
toe kwam!
China was onder de krachtige leiding
van Tsjang kai Sjek druk doende om de
nationale eenheid te heroveren en zich te
ontwikkelen tot een macht, die in staat
iou zijn het hoofd te bieden aan de van
twee zijden dreigende gevaren. Aan den
oenen kant staat Japan, dat van China
tracht te plukken wat het kan, voor dit
and een macht is geworden, dat zich met
|kans op succes te weer kan stellen en aan
Óen anderen kant dreigt het bolsjewistisch
levaar. Tsjang kai Sjek trachtte al lavee-
:end tusschen beide gevaren door te varen
jn het lukte hem niet onaardig. Wel moest
"ij af en toe een concessie doen, maar dit
tas onafwendbaar, want gereed is het
ëemelsche rijk nog lang niet; gelukkig
karen beide gevaren tegen elkaar uit te
l'pelen, dat was tenminste nog een troost
Onverwacht is de Chineesche dictator
l'chter gevangen genomen door den nog
ugdigen Tsjang Hsoe Liang, eens dictator
'an Mandsjoerije, voor hij daar door Japan
?erd verdreven. Blijkbaar wil Tsjang Hsoe
"ig een actie tegen Japan doordrijven
bondgenootschap met de sovjets, doch
W is voor China te hopen, dat de inmid-
begonnen onderhandelingen, waarbij
t zilver wel zijn rol zal moeten vervul-
een uitweg open laten, w'ant anders
het voor China wel eens mis loopen.
■t trots alle tegenstellingen tusschen
fan en de sovjets is het nog de vraag, of
laatste wel bereid zijn om een oorlog te
Sen. zonder volstrekte noodzaak! Wan-
*r zullen de Chineesche leiders eens
:ren het landsbelang te stellen boven
es?
l°ok dit schijnt te behooren tot de vrome
Ptschen!
LGe'ijk het „Vrede op aarde", dat vol
de week zal weerklinken allerwege! Of
■ooit waarheid zal worden
„Nederland doet niet mee aan een bewapeningswedloop,
doch onze weermacht moet voldoende ontzag inboezemen
om van lichtvaardig optreden tegen ons terug te houden
(Minister Colijn bij het Defensie-debat in de Tweede Kamer).
In den loop van de gisteren in het La
gerhuis gehouden debatten over Enge-
lands buitenlandsche politiek, heeft de
minister van buitenlandsche zaken, mr.
Anthony Eden, wederom een uitvoerige
verklaring afgelegd over de gebeurtenissen
in Spanje.
Wij zijn van oordeel, zeide de mi
nister o.a., dat het den plicht van alle
naties is, buiten den strijd in Spanje
te blijven, en het Spaansche volk te
veroorloven, zijn reeds voldoende tra
gische moeilijkheden op eigen wijze te
regelen.
Wanneer sommigen meenen, dat wij de
non-interventie steunen uit sympathie
voor de eene of de andere zijde, vergissen
zij zich.
Ik wil openhartig zijn. De niet-inmen-
ging heeft niet aan onze verwachtingen
beantwoord, doch is dit 'n voldoende reden
om de niet-inmenging op te zeggen? Ik
geloof, dat een opzegging de oorlogsge
varen dichter bij zou brengen voor Europa.
Een vergunning voor de Spaansche regee
ring wapentuig in Groot-Brittannië te
koopen, zou geen enkele uitwerking hebben
op den loop van den strijd. Het alternatief
zou zijn een actieve interventiemaatregel
van den kant van Groot-Brittannië en
niemand bepleit dat.
Ik geloof, aldus Eden, dat de niet-in
menging, ondanks de flagrante schendin
gen, over het geheel de gevaren voor een
Europeeschen oorlog heeft verminderd. Ik
zou niet zeggen, dat Blum ongelijk had,
toen hij als zijn meening te kennen gaf,
dat in Augustus J.l. Europa op het punt
stond, in oorlog te geraken en dat de non
interventie Europa gered heeft.
Men kan naar voren brengen, dat on
danks de non-interventie wapenen gele
verd zijn door Rusland, Duitschland en
Italië. Wij weten dat, maar ik zou willen
zeggen, dat het niet-inmengings-accoord
de beteekenis van deze schendingen ver
minderd heeft.
De Kamer zou kunnen denken, dat de
Fransche regeering de oorlogsgevaren van
het najaar heeft overdreven, maar ik zou
willen, dat de Kamer er aan dacht, dat
het beter is, de oorlogsgevaren te overdrij
ven dan ze onopgemerkt te laten voorbij
gaan.
De steun van de niet-inmengingspolitiek
is niet te wijten aan zwakheid. Wij ge-
looven. dat een getrouwe uitvoering van
een zoodanige politiek de meest wijze me-
thodè is voor ons zelf en voor Europa en
cok een plicht, dien wij jegens Spanje op
dit oogenblik op ons hebben lusten.
Niettemin is de toestand diep onbe
vredigend. Wij zoeken eenige middelen,
om het niet-inmengings-accoord te
verbeteren, en uiteraard zou de beste
methode, om dit tot stand te brengen
de een of andere contróle-methode
zijn.
„Wanneer de voornaamste naties van
Europa het non-interventie-accoord wer
kelijk doeltreffend wilden maken, zou het
een uiterst eenvoudig systeem zijn, om te
controleeren, maar wanneer zij dat niet
wilden, zou geen enkel controle-systeem
voldoende zijn.
Voortgaande legde Eden er den na
druk op, dat de Fransch-Engelsche
regeeringen niet venvachten, bij haar
eerste poging reeds als resultaat te
krijgen, dat de bemiddeling, hetzij in
Spanje, hetzij in Europa, gunstig wordt
'botvangen. Zij zijn echter voornemens
deze zaak voort te zetten en misschien
zullen haar pogingen tenslotte toch
beloond worden.
Wat den humanitairen kant van de aan
gelegenheid betreft, zeide Eden, de zeker
heid te hebben, dat de Kamer zal toegeven,
Een frissche
melange ge
dekt met fijn
rijp Sumatra
Zandblad. 'n
Luxe sigaar
in lagere
prijsklasse.
(Ingez. Med.)
dat de resultaten der Britsche pogingen
daarvoor een rechtvaardiging vormen.
Ten aanzien van de evacuatiefaciliteiten
zijn belangrijke vorderingen gemaakt en
in een enkel deel van Spanje worden we
kelijks sinds eenigen tijd 200 personen
geëvacueerd.
Het zou mij verbazen, aldus Eden, wan
neer in totaal het aantal uitgewisselde ge
vangenen geen getal van vijf cijfers
vormde.
Na vervolgens lof te hebben toegezwaaid
aan de humanitaire werkzaamheden van
de Britsche consulaire en diplomatieke
ambtenaren, zeide Eden, dat een der meest
vruchtbare resultaten verkregen is in het
noordwesten van Spanje, waar tengevolge
van een reeks overeenkomsten aanzienlijk
minder bitterheid heerscht tusschen Bur
gos en de Baskische regeering dan tusschen
Burgos en de Spaansche regeering.
Op grond van het in dezen verrichte
werk zijn verscheidene honderden burgers
reeds uitgewisseld en Eden hoopt, dat bin
nenkort nog weer 4000 personen op Brit
sche schepen zullen kunnen worden uitge
wisseld.
Er is alle hoop, dat met geduld en vol
harding de plaatselijke autoriteiten in de
andere deelen van Spanje zullen kunnen
worden overtuigd, gebruik te maken van
het Engelsche aanbod, deze uitwisseling
van gevangenen ten uitvoer te leggen,
overal waar dat mogelijk is. zonder reke
ning te houden met de politieke sympa
thieën van de betrokkenen.
Wij hechten, aldus Eden, een zeer groot
belang aan dit werk, niet alleen omdat
daardoor levens gered worden, maar op
grond van het effect, dat het misschien zal
hebben, door de bitterheid van den strijd
te verminderen en door de bemiddelings
mogelijkheden te vergemakkelijken.
Wij hopen, dat het mogelijk zal zijn, de
humanitaire werkzaamheden op groote
schaal te organiseeren en met dat doel
hebben wij een bijeenkomst gevraagd van
de internationale hulpunie, terwijl Cran-
borne te Genève een beroep heeft gedaan
op de coördinatie van het desbetreffende
internationale streven en voorgesteld
heeft, den secretaris-generaal van den
Volkenbond machtiging te verleenen, tech
nische hulp aan Spanje te geven.
De Britsche regeering is eveneens bereid,
de werkzaamheden van iedere particuliere
organisatie te vergemakkelijken. Niets be
let paraticulieren organisaties, gasmaskers
aan Madrid te leveren.
Eden herhaalde, dat Britsche schepen in
geen enkel opzicht lastig gevallen zijn.
Ten aanzien van de kwestie der Engel
sche vrijwilligers verklaarde de minister,
dat er geen sprake van is. dat de Britsche
regeering tracht een wetsontwerp in dezen
in te dienen.
Tenslotte ging Eden over op den al-
gemeenen toestand, zeggende, dat hij
niet gaarne zou zien, dat het Huis op
Kerstreces ging in een sombere stem
ming over den internationalen toe
stand, want ofschoon de toestand
moeilijk is en de problemen nog scherp
zijn, zijn zij geenszins onoplosbaar.
Spr. is van meening, dat de Britsche
positie in Europa zeker beter is dan
een jaar geleden en dat is niet zonder
belang voor het behoud van den vrede.
Een andere factor, die niet uit het oog
verloren moet worden, aldus Eden, is de
groote hartelijkheid van de Fransch-En
gelsche betrekkingen, welke te belangrijker
is. daar zij niet exclusief is en omdat wij
duidelijk te verstaan hebben gegeven, dat
ons doel is en blijft een Europeesche rege
ling tot stand te brengen.
Ik troost mij een weinig, zoo zeide Eden,
met het feit, dat het semi-officieele Duit-
sche nieuwsagentschap twee dagen geleden
gezegd heeft, dat men niet zou kunnen
ontkennen, dat de redevoeringen van Blum
en mijzelve een eerlijke poging vormden,
een uitweg te vinden uit de huidige moei
lijkheden en het begin van een oprecht
wederopbouwwerk. In zal de laatste zijn,
de moeilijkheden kleiner voor te stellen,
/maar ik heb hoop, omdat geen enkel werk
onmogelijk is voor staatslieden, die het
vertrouwen hebben om op te treden en
den moed om te volharden.
Het Huis is daarop op Kerstreces gegaan.
Uitïes''H. van den Berg. te
Wassenaar. Havenstraat 8. R.c. mr A J.
Paulus. Cur mr J. J. Schokking te Was
senaar.
Opgeheven de faillissementen van: H. W.
van der Walle. vroeger te Leiden, thans t#
Den Haag.