Het a.s. huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bemhard 77ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad PRO CI VM VTI1 FEUILLETON Het huis der mysteries HET VORSTKLl|k BRUIDSPAAR HEIL ST Al -U* i SN, Cn PRINS BEBNHARD NAM AFSCHEID VAN DE NEDERLANDSCHE HANDEI/- MAATSCHAPPIJ TE AMSTERDAM. - De Prins speldt den heer Beaux, bode bij de Ned. Handel-Mij. de hem door H.M. de Koningin verleende eere-medaille in zilver, verbonden aan de Huisorde van Oranje, op de borst. am g v HET ROODE KRUIS TREFT VOORBEREIDINGEN VOOR 7 JANUARI. - Uit het magazijn van het Roode Kruis t'e Amsterdam zijn een aantal brancards naar den Haag overgebracht. - - - I I I. - -| - I I II I-I" I - -I- ■- I -L - - - - - - - - Uit het Engelsch door H. A. C. S. 19) „Ja." Vlugge voetstappen door de hall kondig den Hilary's komst aan. Hij was, zooals ge woonlijk, onberispelijk; zijn dunne haar was met zorg gekamd, zóó, dat er van ge maakt was, wat er van te maken was; zijn das was keurig gestrikt, zijn lichte pak zag er uit, of het pas van den kleer maker kwam, zijn gezicht was frisch ge schoren, en gepoederd. Maar de nacht was niet gunstig voor hem geweest; zijn oogen waren opgezet en rood, door tekort aan slaap, en er hingen zware zakken onder; zijn geheele gezicht zag er uit, of het af gezakt was en zijn rose klem- verloren had, en zijn handen waren verre van rustig, toen hij een stoel wegtrok en zijn servet opnam en de kop koffie aanpakte, die Eve lyn hem toereikte. „Goedenmorgen, Janice. Zuster Keate. Er is post voor jou, op het tafeltje in de hall. Evelyn. Dank je, geen room." „Waar is Allen?" vroeg Evelyyn. „Hij komt. Reed met mij mee. Hij is uit gestapt, om met Strove te praten." „Strove? Zóó vroeg!" Hilary knikte, min of meer grimmig. „Hij was op het grasveld was aan het kijken onder de ramen van de biblio theek. Ik weet niet, wat hij verwacht te zullen vinden. Misschien afdrukken van voetstappen. Daar is Allen. Ik wil nog wel een kop koffie. Evelyn." Bij Allen was er minder dan bij een van ons iets te zien van de emoties der laatste vierentwintig uren. Maar zelfs hij zag er strak en moe uit, alsof hij niet geslapen had. Hij zat naast Evelyn en bedwong zich, niet naar Janice te kijken, nadat hij ons rustig goedenmorgen gezegd had. „Wat had Strove te vertellen?" vroeg Hilary. Allen haalde zijn schouders op. „Niets. Maar wat denk je, dat hij bij zich had? Een vergrootglas." Hilary lachte even. „Hij zal daar niet veel mee opschieten. Het is werkelijk goed, dat jij en Dave gis teren samen den geheelen middag aan het visschen waart. Allen. Kun je iemand be denken, die jullie gezien heeft? Dat zou afdoende zijn. Dan en ik zullen het niet zoo erg gemakkelijk hebben met die lijk schouw." Allen trok ietwat met. zijn mond. Maar hij strooide suiker op zijn grapefruit met een rustige hand mooie handen had hij, lenig en stevig, met lange gevoelige vingers en zei opeens: „Ik kan niemand bedenken. Bij slot van rekening, Hilary, zal niemand voor den dag durven komen en openlijk iets zeggen." „Ze zullen achteraf meer dan genoeg zeg gen We moeten verbazend voorzichtig zijn met die lijkschouw." „U begrijpt het wel, zuster Keate". zei Evelyn haastig, „wij zijn een beetje be zorgd over de onaangename verhalen, die door dit geval zullen los komen." Indien haar bedoeling was, Hilary te waarschuwen, dat er een buitenstaander bij was, had zij succes. Hij keek verstoord naar mij, en zei verder niets. De conver satie kwijnde, totdat dr. Bouligny, een paar minuten later, kwam. Dr. Bouligny zag er ook verwilderd uit, en was zenuwachtig, toen hij de koffie van Evelyn aannam. „Mijn huishoudster kan geen koffie zet ten", mopperde hij. „Ik wou, dat Emmeline het haar leerde. Slaapt Adela nog?" Het bleek, dat de lijkschouw 's morgens zou plaats vinden, en dr. Bouligny vond, dat het verstandig zou zijn de begrafenis op morgen te bepalen. „Het is het beste, dat het zoo spoedig mogelijk voorbij en vergeten is", zei hij kortaf, en Hilary stemde ermee in. „Wil jij de telegrammen vanmorgen ver zenden, Evelyn?" „Wat zullen wij met de jongens doen, Hilary?" zei Evelyn langzaam. Er was een angstige toon in haar stem. Ik had het vaste gevoel, dat zij wenschte, dat de jon gens niet overkomen zouden voor de be grafenis. „Ik.ik weet het niet", antwoordde Hilary. „Ikwat denk jij ervan, Evelyn?" „Wel.ik vind niet, dat het noodig is, dat zij komen. Zij kenden Bayard, natuur lijk. Maai- zij zijn nog zulke kinderen. Er is heusch geen reden voor, dat zij komen. En het zal htm kamp in de war sturen. Over een paar dagen is er die zwemwed strijd." Het was niets voor Evelyn, uit vluchten te zoeken. Allen keek haar even vluchtig aan en zei; „Ik zou er niet over denken hen te laten komen. Telegrafeer hun, wat er gebeurd is, want waarschijnlijk zullen zij iets in de krant lezen. In ieder geval zullen zij het vroeg of laat weten en het is niet goed. dat zij later vragen, waarom het hun niet meegedeeld is. Maar zeg hun, dat zij niet komen. Zij zullen het bovendien ook niet willen. En wanneer zij dan weer thuis ko men...." Hij hield zijn woorden in, toen hij naar mij keek. Maar Evelyn, die altijd nuchter was, maakte den zin af. „Wanneer zij dan thuis komen is de ge heele geschiedenis voorbij. Ik geloof, dat Allen gelijk heeft, Hilary. Vind jij ook niet?" „Ja", stemde Hilary, opgelucht, toe. „Dat is volkomen juist. Ik laat het aan jou over, Evelyn. Nou dan, Dan, als jij je koffie op hebtik heb voor honderd dingen te zorgen, vanmorgen. Wat denk je ervan met mij naar het postkantoor te gaan? Ik kan dan in jouw wagen gaan. Ze zullen den mijnen waarschijnlijk noodig hebben. Zei je niet, dat de lijkschouwing om tien uur is? Het is nu negen uur. Allen, wil jij de meisjes brengen? En Dave natuurlijk. En wat denk je van Emmeline en de zuster, Dan? Zou het goed zijn, dat zij er ook bij komen? „Ja zeker", zei dr Bouligny. „U hebt er toch niets tegen, zuster Keate?" „O, heelemaal niet", zei ik dadelijk. Een beetje te dadelijk, misschien, want ik zag, hoe Allen, over zijn bord heen, glimlachte. „Ik zal jullie waarschijnlijk een paai' din gen vragen moeten", voegde dr. Bouligny erbij. „Nu de doodsoorzaak zoo zoo dui delijk is. zullen wij het onderzoek zoo kort mogelijk maken. Zeg een Adela, Evelyn, geen zorg te hebben en niet zenuwachtig te zijn." „Maak je geen zorgen over Adela". zei Hilary. „Zij zal kalmer zijn dan een van ons. Je kunt op Adela altijd rekenen „Om tien uur", herhaalde Janice, terwijl zij aan het nadenken was. „Dan is er niet veel tijd meer. Ik zal de boodschappen voor den kruidenier moeten opgeven. Jij en Hilary en Allen zullen hier vandaag blijven eten, nietwaar Evelyn? Wij zullen bij elkaar moeten blijven, voor het gevalZij maakte den zin niet af, en stond op. Hilary draaide zich bij de deur om. „Ik zal jullie niet meer vóór het onder zoek zien", zei hij. „Maar ik zal jullie daar, aan de rechtbank, zien. Ik zal nu met Dan mee gaan omom den gang van het onderzoek vast te stellen. Antwoord pre cies op hetgeen jullie gevraagd wordt. Zeg niets" hij waarschuwde, terwijl hij naar Janice keek „zeg niets uit je zelf. Wees voorzichtig met wat je zegt." ,Als je mij daarmee bedoelt, Hilary", zei Janice zij sprak ernstig, en heelemaal niet scherp zooals haar woorden konden doen vermoeden „Je kunt mij vertrou wen. Ik zal jullie niet afvallen. In geen ge val in het publiek." „Kom, kom, Janice", zei Hilary opgewon den. „Dat bedoelde ik niet. heelemaal niet. Ik bedoelde alleen om niets te zeggen, dat misschienik bedoel, niet de een of andere onverstandigeniet „Je maakt alles nog erger, Hilary", zei Allen koeltjes. „Ga maar rustig weg. Wij zullen allemaal ons best doen. Ga mee naar den tuin, Janice. Dat zal je goed doen. Jij ook, Evelyn", voegde hij er bij, en hij was zoo beleefd ook haar te vragen. Maar Janice wilde niet. Zij moest, zooals ze zei, voor de kruideniersboodschappen zorgen. „Wie weet, wat er in de ijskast is, voor de lunch", zei ze. „Emmeline heeft zoo haar eigen opvattingen, en ik moet er zeker van zijn, dat jullie wat te eten krijgt." „Ik stel mij voor, dat niemand van ons bepaald hongerig zal zijn", zei Allen, terwijl hij opstond. .(Wordt vervolgd). VOOR DE KOMENDE FEESTDAGEN. Het detachement Rijksvoldwaoht, dat in .velband met de te verwachten enorme drukte het politiecorps in de residentie komt versterken. De Rijksveldwaeht op weg naar haar kwartier. LEERLINGEN VAN DE ROTTERDAMSCHE HUISHOUDSCHOOL vullen den picnic-koffer, dien zij Woensdag ten Paleize Noordeinde voor het Prinselijke paar zullen aanbieden. DE HERTOG VAN WINDSOR. Draad loos overgebrachte foto van ex-koning Ed ward op het slot Enzesfeld. Wij vervullen de blijde taak U te mogen melden, dat heden, 19 December 19^, in ondertrouw' zijn opgenomen: Zijne Doorluchtige •Holheid Prins Bernhard Leopold Frederik i verhard Julius Coert Karei Godfried l'ieter van Lippt Bicsterfeld Hart Koninklijke Hoogheid Primes Juliana j Louise Emma VLiric WiHielniina der Neder landen, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg, en/., enz. DE CASSETTE MET CIRCA 40.000 HANDTEBKEININGEN, GESCHREVEN OP 667 BLADEN, die aan het Vorstelijke paar namens de Haagsche burgerij is aangeboden. DE PROCLAMATIE, DIE HEDEN IN DEN HAAG NA DEN ONDERTROUW IS VOORGELEZEN, waarin het heuglijke feit wordt bekend gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5