Moerdijk brug door de Koningin geopend - Aankomst mej. Bongertman T7ste Jaargang LEIPSCH DAGBLADTweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries DE NIEUWE MOERDIJKBRUG WERD DOOR H.M. DE KONINGIN OOR HET VERKEER OPEN 'ESTELD. H,M. de Koningin en de minister van Waterstaat, hnnevpns een groep autoriteiten, op de brug. DE STEWARDESS VAN HET VERONGELUKTE K.L.M.-VLIEGTUIG „LIJSIER' mej. Bongertman, kwam op Schiphol aan.. Ondersteund door dr. Slotboom verlaat zij het vliegtuig. ült het Engelsch door H. A. c. a 14) Hij moet naar beneden gekomen zijn". Wel Hilary in de rede. „Ik ben nieuwsgie- ng. wie met hem gesproken heeft". .,0, ik telefoneerde hem", zei Adela. „Ik was op weg naar de Weldadigheidsver- eeniging, en ik telefoneerde, van uit de apotheek. Ik had vergeten aan Emmeline zeggen, dat er twee extra zouden ko men eten jij en Evelyn; je weet het, Hhary; ik wist, dat Emmeline de telefoon Piet hooren zou, maar ik dacht, dat zuster Heate misschien wei aan de telefoon zou "omen. Maar Bayard was beneden- Hij moet in de buurt van de telefoon geweest ayn". ..Ik vraag mij af, wat hij hier deed" zei Hilary, verstrooid, en hij wou juist wat meer zeggen, toen er hevig aan de bel ge- Wokken werd. ..Daar is de sheriff", zei dr. Bouiigny. ■f10", één ding is zeker, Jullie hebt alle maal een alibi". "Wat. nee, heelemaal niet", zei Evelyn. schijn er geen te hebben, en ik ben ,,e Wnige, die hem op het laatst zag. Maar m verzeker jullie, dat ik hem niet Zij "achtte te zeggen „doodschoot" vermoed- 'K, maar zij keek naar wat onder de 'Jaal lag, en slikte het in. Allen legde zijn arm beschermend om haar heen, en Hilary riep: „Wees niet zoo'n idioot, Evelyn, wij weten allen, dat jij hem niet gedood hebt", en Emmeline verscheen op den drempel, met den sheriff. Hilary en de dokter en de she riff begonnen allen opeens te praten, en Evelyn en Janice drongen Adela naar de deur. Het was het goede oogenblik, dacht ik bij mij zelf, om naar het ziekenhuis te telefoneeren, en te vragen om de kleeren, die ik nu noodig zou hebben, nu ik lan ger bleef- Ik had gedacht slechts een paar dagen te zullen blijven en had dienover eenkomstig mijn toebereidselen gemaakt. Ik keerde naar de kleine studeerkamer terug, aan het eind van de bibliotheek. De stad was trotsch op haar automatische te lefoon, en ik had eenlge moeite met de cijfers te draaien, en meer moeite, om aan de administratie van 't ziekenhuis duidelijk te maken, wat ik noodig had. Het was erg stil in het kleine vertrek, en de deur naar de bibliotheek was dicht: het was stil en rustig. Het was niet te gelooven. dat in de kamer ernaast een man lag. die vermoord was, die daar dood op het kleed lag. de oogen gesloten, de handen Wacht! Zijn oogen gesloten! Zijn oogen gesloten maar de oogeii van doode menschen gaan niet vanzelf dicht: Iemand moet ze dicht doen. .Hallo hallo!" schreeuwde een stern in mijn oor Ik gal mijn ooodschap. wat onsamen hangend en legde de telefoon neer Ver vuld van hetgeen ik ontdekt had, stond ik op, en door het opstaan gleed mijn muts van mijn hoofd, en deed ik een tweede ont dekking, welke de eerste op den achter grond schoof. Ik bukte om mijn muts op te rapen, en de pen, die er uitgevallen was. De muts was op het kleed gevallen een mooi kleed, diep rood, met iets van blauw en goud er in; ik geloof, dat het een echt-Perzisch kleed was. Vreemd, dat het vochtig was. Dat het plekje, waarop mijn muts gevallen was, toen ik het aanraakte, vochtig aanvoelde. Ik raakte met mijn vingers de glanzende oppervlakte aan en trok ze weer terug. Er zat bloed aan het kleed. Het was in het dikke haar getrokken. Maar het was het verkeerde kleed. HOOFDSTUK V. De tragische gestalte lag op een kleed in de bibliotheek. Indien hij hier doodgescho ten was, in de kleine studeerkamer, zou hij onmogelijk naar de bibliotheek geloopen kunnen zijn vóór hij neerviel. Ik wist, dat hij opeens dood geweest was. Hoe kwam het dan. dat er bloed op de Pers zat? En waarom waren zijn oogen gesloten? Er was geen enkele verklaring voor deze belde feiten in het verhaal, zooals ik het gehoord had; zij waren op geen enkele manier te verklaren, volgens den loop van de gebeur tenissen. zooals deze door de Thatchers en dr. Bouiigny telkens herhaald was gewor den. Toch zat er bloed op het kleed Het opengaan van de deur. en een onbe kende stem die van den sheriff, dacht ik die zei: ..nu. laten wij eens naar de brandkast kijken" schrok mij op. Dr. Bouiigny. Hilary en de sheriff verdrongen elkaar in de kleine kamer, bij de brandkast. De sheriff bukte zich, om haar te onder zoeken, naar het mij voorkwam op de over dreven manier van een deskundige, en ik liep kalm weg, de bibliotheek binnen. Mijn voetstappen waren, door het tapijt, niet te hooren. Allen Carick keek niet op, voordat ik opeens stil stond, en toen drong het tot hem door, dat ik er was. Hij, de eenige, die achtergebleven was in de ka mer met het doode lichaam, lag er bij neer geknield, terwijl hij. vlug feitelijk koorts achtig snel de zakken van de kamer- Japon en van de broek doorzocht. En het wonderlijke was, toen hij mijn verbaasden blik ontdekte en naar mij opkeek, hij niet ophield met zoeken. Hij keek alleen met een soort onwezenlijken en verstoorden blik naar mij, en vlug even naar de studeer kamer, en verschoof het lijk een beetje, zóó, dat hij den anderen zak kon nazoeken. Daarna kwam hij weer overeind, terwijl hij zijn voorhoofd fronsde, en snel ademhaal de, keek mij nog eens gehinderd aan, alsof hij het niet prettig vond, dat ik getuige was van hetgeen hij deed, maar, daar hij door veel benauwender angsten bezwaard werd, liet hij het zoo blijven, liep snel naar de deur, de vestibule in, en verdween. Hij moet tegen iemand zijn aangeloopen in de vestibule, want ik hoorde een paar woorden mompelen, en toen verscheen Em meline op den drempel, en liet een dikken, blozenden, opgewekt-ultzienden man de kamer in, die Frank Whiting bleek te zijn, de begrafenisondernemer. Ik bleef daar niet, natuurlijk, maar ging dadelijk naar boven. Echter draaide ik mij een oogenblik, in de deur om, om een laatsten blik op Bayard Thatcher te wer pen. De menschen zeggen, dat een ver pleegster onaandoenlijk wordt tegenover de» dood, maar dat is niet waar. Boven aan de trap, ging ik ineens Bayard Tharcher's leege kamer binnen. Mijn in- strumententasch was in de badkamer, waar enkele verbandscharen en mijn thermo meter lagen. De kamer was op orde, het bed gladgestreken, alleen was nog de om trek zichtbaar van Bayard's lichaam, dat er, vroeg in den middag, op gelegen had. Ik had een beetje een misselijk en duizelig gevoel, toen ik er naar keek, maar toch was ik zeker, dat de indruk, dien ik van de kamer kreeg, juist was. Niets was van zijn gewone plaats. Ik liep recht door naar de badkamer, om de verschillende dingen, welke mijn eigen dom waren, bij elkaar te halen. De kamer was klein, en toen ik naar mijn tasch ach ter de deur greep, had ik de deur dicht ge daan. Het mag twee of drie minuten ge duurd hebben, om de kleine voorwerken in hun respectieve zakjes te steken, en ik her inner mij, dat ik mijn haar glad streek vóór den spiegel en mijn muts steviger op mijn hoofd bevestigde. Ik dronk ook wat water, en liet het wat langer uit de kraan loopen, zoodat het koud was. Het was mis schien na vijf of zes minuten, dat ik in de slaapkamer terug kwam een slaapkamer, die er thans uitzag, alsof er een orkaan doorheen was gegaan. Ik kon mijn oogen niet gelooven. Het beddegoed was van het bed getrokken, de kussens uit hun sloopen gehaald. Zelfs de matras was weggetrokken. De kussens wa ren van de stoelen af alle laden van de cuderwetsche kast waren uitgetrokken; wat er in zat, lag. in wanorde, in het rond, zelfs de kleedjes waren omgekeerd, en de schil derijen hingen scheef aan den muur. u.1 .(Wordt vervolgd). DE PROCLAMATIE VAJS DEN NIEUWEN KONING. Volgens oud gebruik vond op drie verschillende plaatsen in Londen de plechtige uitroeping van George VI tot koning van Engeland plaats. SKI-CURSUS IN DE DOINEN NABIJ GROET (BIJ SCHOORL) vanwege de Nederiandsche Reisvereeniging. DE NIEUWE KONING. GEORGE VI, DE OPENSTELLING VAN DE NIEUWE MOERDIJKBRUG. Den solda- vergezeld van Sir Basil Brooke, op weg naar ten, die de eerewaoht vormden, wordt het wachten in den kouden mist ver- St. James Palace. aangenaamd met een warmen kop koffie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5