\Bruidstoilet der Prinses - Ingebruikneming nieuwe molens in Aarlanderveen Ifiie Jaargang LEIPSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Het huis der mysteries Uit het Engelsch door H. A. C. S. 8) JCijk eens, mr. Thatcher", begon ik. „Ik wn tot de conclusie gekomen, dat u gelijk hebben met wat u mij gisteren ver- «We. Vanmorgen vroeg. U zei, weet u wel, iemand in huis zou trachten u te ver- ®oorden." ..Niet in buis, zuster Keate", viel hij mij ode rede. „Ik zei: iemand van de familie, het niet? In leder geval bedoelde ik dat." .Iemand van de familie dan", verbeterde ..Hoewel ik het niet echt kan gelooven. .toch ja, als er werkelijk eenige waarheid steekt, dan kunnen we maatregelen J'Ben om te verhinderen, dat het weer ge- «Mt", denk ik. v kan het voor een uitgemaakte zaak j "Widen, dat ik niet op mij zelf geschoten zuster Keate", zei hij droogjes, „Nu, •Mrom bent u van opinie veranderd? Wat "Hakte u vannacht aan het schrikken?" j vertelde het hem, in het kort, weg- ,«<nde mijn ontmoeting met Daye That- *r 0f in ieder geval, met den man, ik dacht dat Dave Thatcher was °mijn angst. zoo voorgesteld was net alleen maar een r*k, alsof iemand gewoon op het balcon Seweest en aan de deurknop gedraaid I f™. en een slaapkamerdeur dicht gedaan jr- Hij luisterde ernstig genoeg, maar •'tok niet bijzonder, voor zoover ik kon fchan. „En wat voor maatregelen denkt u te nemen?" vroeg hij, toen ik klaar was. „Wel vertel het aan uw familie. Vertel het aan den dokter. Roep de politie." „Mijn familie", zei hij spottend. „Maar zij weten het al. En de dokter weet het. En er is geen politie in Cdaar is wel een sheriff. En ik geloof ook een politie-agent, die het baantje kreeg, toen zijn paarden stal niet meer ging. De sheriff bouwde zijn huis met geld, dat hij van Hilary's bank leende." „Een detective uit de stad." Hij lachte er om en gaf niet eens ant woord. „Nou", zei ik nogal geprikkeld, „als u er op staat om een schot te krijgen, dan kan ik het niet helpen. Maar waarom gaat u niet weg? Ik kan u op den trein helpen, en u zal best in staat zijn om vandaag op te staan, als u dat wilt. De wond is best en u bent niet bepaald hulpbehoevend." „Nee", zei hij kortaf. „Nee. Ik kan nu niet weggaan. Maar begrijp dit goed, zus ter Keate, het is geen prettig gevoel, te weten, dat iemand er op uit is op mij te schieten. Maar ik heb toevallig nog de overhand. En bedreigingen beteekenen niet veel. Vergeet u dus dit alles maar, wilt u? Ik moet wel half de kluts kwijt zijn ge weest, door het goedje, dat de dokter mij gaf, om zooveel te praten. Denkt u hier te blijven?" „Ik heb nog nooit een patiënt in den steek gelaten", zei ik met nadruk. „Maar als er werkelijk gevaar is, vind ik u een dwaas om te blijven" „Dit is met beslistheid gesproken", merkte hij. licht geamuseerd, op. „Maak u niet ongerust. Ik zal u niet lan ger noodig hebben dan een dag of twee." Later herinnerde ik mij, dat ik juist op tnijn horloge keek, toen ik van zijn bed wegging. Het was precies tien minuten over vier. Hij verviel weer in stilzwijgen, en ik doezelde een beetje, op tijd wakker wor dende, om hem in een kamerjas en pan toffels te helpen en den spiegel vast te houden, terwijl hij zich met één hand schoor, en zich klaar maakte, om voor het ontbijt naar beneden te gaan, „Alles goed en wel", zei hij, toen ik mij daartegen verzette, omdat ik bang was, dat de inspanning zijn temperatuur weer zou doen stijgen, „bij slot van rekening is mijn schouder gewond. Niet mijn beenen. En ik denk niet, dat ik met een salto mor- tale naar beneden ga". Janice en Adela waren al aan het ont bijt, toen we in de deur van de statige eetkamer verschenen, en Adela sprong met een klein gilletje op. „Maar, Bayard- Ik verwachtte je nog niet beneden vanmorgen. Ben je heusch wel sterk genoeg? Is hij sterk genoeg om dit te doen. zuster Keate? Florrie, zet een bord bij voor mijnheer. Kom hier zitten. Bayard". En Janice zei, op wat koeler toon: „Goeien morgen. Bayard. Je herstelt je heel vlug." Het was een vreemd ontbijt, met de twee vrouwen, die overdreven beleefd wa ren voor Bayard en over den tuin spraken op de vriendelijkste manier. „De gladiolen doen het best". „Het was een goed plan om er leeuwen bekjes bij te planten. Zal ik Higby zeggen, dat hy vanmorgen de ligusterhaag knipt?" „Ja, ja, doe dat". Geen wSord over Dave, die weer met verscheen. Nog minder over Bayard's wond; hoewel, één keer. toen ik voorover leunde, om zün broodje te smeren, ving ik een droevigen blik van Adela op, maar daar na werd haar gezicht in eens zoo hard als graniet. Maar ze zei, en ze maakte op haar eigenaardige manier, de geaccentueerde lettergrepen langer, wat een indruk van geaffecteerdheid gaf, alsof ze zich forceer de deftig te schynen: „Kan ik iets voor je doen wat je erg graag zoudt willen, Bayard? Ik zal Emmeline zeggen, wat ca- ramelvla voor je te maken. Daar houd je altijd zooveel van- Florrie, vraag eens aan Emmelien om hier te komen". Het was haar eenige concessie met het oog op zyn invaliditeit. Oogenschyilyk verliep de huishouding volgens de gewone routine. Janice in den tuin; Florrie aan het wryven van 't oude, roode mahonie, waarvan de bekleeding ver kleurd was tot zacht-rose beige; Dave, die onzichtbaar bleef; het knippen van Hig- by's tuinschaar, waarvan het geluid bin nendrong door het open raam in de bi bliotheek, waar mijn patiënt zich had te ruggetrokken; en de stem van Adela, die aan het telefoneeren was in haar pret tige boudoir waar zy bestellingen op gaf aan den kruidenier en herrie maakte over een paar flesschen levertraan, die ontbraken, in de laatste zending voor de weldadigheidsvereeniging. De lunch kwam, en ging voorby. Ik herinner my, dat ik bang was, dat Janice zich had overwerkt in de drukken de warmte van den tuin. want er was geen spikkeltje- kleur in haar gezicht en haar oogen stonden hol, met kringen er onder, en de krulletjes aan haar slapen waren vochtig. „Ik ga vanmiddag naar de boerdery voor boter en eieren", zei ze min of meer toonloos. „Zal ik karnemelk meebrengen, Adela?" „O, ja", zei Adela. ,Dat kun je wel doen. Twee liter. Wanneer ga je?" „Ongeveer half drie, denk ik. Ik ga even langs de garage om een band te laten maken, en het is een goed half uur gaans naar de boerdery. „Je zal niet op tyd terug zy'n om my naar de vergadering van de weldadigheids vereeniging te brengen?" „Nee- Maar ik kan je thuisbrengen, als je dat wilt". „Ja graag. Je komt langs om vier uur of half vijf? Je doet beter niet ln den wagen te wachten, maar binnen te komen. Er ls niét veel te doen, maar ik kan opgehouden worden en het is Verschrikkelyk warm na den regen" Toen kwam juist Dave de kamer ln. Want het was Dave, die bleeke, leven- looze jonge man, die midden in den nacht op den overloop gestaan had en naar my had gestaard. Niet dat er de geringste her innering was aan die ontmoeting, ln zyn houding, zooals hy, na het voorstellen van mij door Adela. even tegen my knikte, en in een stoel zakte. „Niets, Florrie", zei hy. Niets dan koffie Zwart, graag." „Hoofdpyn, Dave?" vroeg myn patiënt een beetje te bezorgd. „Tamelijk", zei Dave, op zyn bord loj- kend. Hij zag er ziek uit, bleek en ver moeid, met zware oogleden. Terwijl de twee mannen naar elkaar keken, kwam ik tot de ontdekking, dat hun gelykenis hoofdzakelyk zat in dezelfde gelaatskleur en in den vorm van hun beenderen Dave's gezicht v/as slapper dan dat van zyn neef, meer passief, minder hard. Zijn mond was niet smal en had niet dat roofzuchtige, hij had iets onzekers en knorrigs. (Wordt vervolgd). EEN KIJKJE OP HET ATELIER VAN HET MODEHUIS KiiHNE IN DE RESIDENTIE waar druk gewerkt wordt aan het maken van het bruids toilet van de Prinses en de toiletten der bruidsmeisjes. Het naaien van den sleep. DE CONSTITUTIONEELE CRISIS IN' ENGELAND. Tusschen den Koning en den minister-president Baldwin vonden in de laatste dagen herhaaldelijk besprekin gen plaats. Baldwin op weg voor een onderhoud met Koning Edward. 1)E EERSTE SNEEUW. De residentie kreeg gisteren baar eerste wintersche kleed in het nieuwe seizoen. Het Buitenbol in wintertooi. NA SINT NICOLA ASA VOND. De tallooze papieren moeten wórden opgeruimd- DE OFFICIEELE INGEBRUIKNEMING VAN VIER Z.G. „VERDEKKERDE" MOLENS IN DEN DROOGGEMAAKTEN POLDER AAN DE WESTZIJDE VAN AARL ANDER VEEN. De offcieele personen voor den Vijzelmolen (molenaar van der Bijl), leerde van rechts de burgemeester van Alphen aan den Rijn. „WIJ WILLEN KONING EDWARD. NIET BALDWIN". Met deze bor den werd in Londen gedemonstreerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5