mrksch vlootbezoek aan Malta - Prins Bernhard te Otterloo
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
LARS HANSEN
FEUILLETON
EEN OVERWINTERING OP SPITSBERGEN
(I SPITSBERGENS VOLD)
Een schets uit het leren der
IJszeevaarders.
Uit het Noorsch vertaald door
PH. ROOS Mz.
29)
zie aan de kim Hornsund ongeveer
J™ Zuid-Zuidoosten en nu moet dwars van
f.Prins Karlsvoorland liggen. Wat dunkt
in zou<3en we het er' op wagen en den
»uwe er uit porrenJe weet, hoe hij is.
,er geen gevaar in zicht ls, wil hij met
worden gelaten."
hji i r, dit weet ik ook", zei Mikal, „doch
san zijn, dat hijzelf het land wil zien
zou eens mist kunnen opkomen en
wij hem dan niet zouden gewaarschuwd
ffwn.... dan behoef ik je verder niets
'«tellen!"
^j.Goed" zei Knut, „por hem er dan maar
„Neen", antwoordde Mikal, „zoo gaarne
•Giet ook zou doen, dit gaat niet- Als har-
JJuler, hgt dit op jouw weg". Daar was
Sï» tegen in te brengen en Knut moest
iu wel naar den bullebak begeven.
Sivert kwam aan dek en klom dadelijk
naar het kraaiennest Hij bleef daar zit
ten, totdat hij Danskegat op een afstand
van circa 8 mijlen kon zien liggen. Sivert
dacht er ernstig over na, of hij zich zoo
ver tusschen het ijs zou mogen wagen,
doch hij durfde het niet aan, zoo dicht op
de kust aan te houden. Aangezien de zee
met dikke zware schotsen was bezet, vrees
de hij, dat daar, in het Danskegat tus
schen Deenscheiland en het vaste land
het ijs, door den sterken stroom hevig zou
kruien. Dit zou voor zijn schip gevaarlijk
kunnen worden. Hij kwam weer naar be
neden. en liet „De Hoop" bijdraaien want
de stroom was veranderd, waardoor het
ijs samenpakte. Zij bleven den geheelen
nacht het ruime sop houden en 's anderen
daags had hij weer grootc lust, om het
toch nog te probeeren doch ten slotte
vend hij het verstandiger om het niet te
doen en hij hield Noordwaarts aan. Van
uit het kraaiennnest zag hij, dat van dien
kant uit, er nog een vaste ijsbank in de
richting naar Deenscheiland zat. Daar
moest hij omheen. Hij wist dat dit niet zón
der gevaar was, want, indien deze vaste
bank zich landwaarts ging bewegen, was
het niet mogelijk de baal het Danske
gat in te zeilen.
Zij waren nog niet veel verder gekomen,
toen Sivert duidelijk kon waarnemen, dat
de ijsbank zich landwaarts bewoog- Er
bleef hem nu niets anders over hoe vu
rig hij ook het tegendeel had gewenscht
dan den steven maar weer te wenden, met
het gevolg, dat het schip na drie etmalen
zich weer zoo ver van de kust had ver
wijderd, dat deze niet meer te zien was.
Waar zij "zich thans bevonden dreven
slechts losse schotsen, doch meer land
waarts was er in het ijs geen opening te
bespeuren.
Sivert had nooit van zoo nabij gevaar
geloopen een van zijn mannen te verliezen
ais thans bijna was geschied en dit alléén
door diens eigen stommiteit.
Zij zagen namelijk op een groote schots
een ijsbeer en zij gingen er met de sloep
op af, om het dier te bemachtigen. Knut
was harpoenier, Anders Severlnsen stuur
man en Reinart Norby was roeier.
Zij naderden, doch de beer bevond zich
ongeveer midden op de schots, waardoor
de afstand te groot was om te schieten.
Zij deden als gewoonlijk in zulk een geval,
twee mannen gingen op de schots, om den
beer in de richting van de sloep te drijven.
Anders kwam van rechts, Reinart van
iinks. Jong en opgewonden door de jacht
haastte hij zich meer dan Anders, zoodat
hij het eerst bij den beer was. Hij was zoo
dom, om recht op den beer aan te gaan.
Deze bekommerde zich niet om de man
nen. Hij treuzelde en liep een beetje heen
en weer. Toen Reinart naderbij kwam,
bleef het beest staan en keek eens naar
die vreemde gedaante, die daar met zijn
armen zwaaiende en schreeuwende op hem
aan kwam- Sivert zat met zijn kijker in het
kraaiennest en volgde gespannen wat daar
ging gebeuren. De lui op het dek hoorden
hem schreeuwen: „Genadige HemelI
Zoo'n idioot heeft er nog nooit op een
ijsschots gestaan God helpe mij!
Het ziet er naar uit of ook die beer stapel
gek lsZoo vloekte en schreeuwde
hij, toen hij zag, hoe Reinart den beer
wilde dwingen, op de sloep aan te gaan.
De beer echter bleef onbeweeglijk staan en
Reinart ging hem met den loop van zijn
geweer een por geven, terwijl hij schreeuw
de: „Vooruit jij varken!" Toen de beer den
stoot voelde al was het maar een stomp
je, zooals een kameraad een ander een duw
in den rug geeft begon hij te brommen
en liet zijn tanden zien dochhij
begon te loopen. Reinart volgde hem op
de hielen en bleef maar schreeuwen en
zwaaien.
Zoolang de beer in de gewenschte rich
ting liep, bleef alles goed gaan, doch toen
de beer van richting veranderde, sprong
Reinart op zij, om hem den weg te ver
sperren en hem te dwingen, den anderen
kant op te gaan.
Zoo'n geduldige ijsbeer had Sivert nooit
gezien. Knut, die in de sloep stond dacht,
dat Reinart misschien krankzinnig was
geworden De beer klauterde op een hoop
over elkander geschoven schotsen en Rei
nart probeerde, door met zijn geweer te
dreigen, hem er weer af te krijgen. Toen
de beer maar bleef liggen en blijkbaar
weigerde verder te gaan, kroop Reinart te
gen den ijshoop op en toen deze boven
was, liet de beer er zich van den anderen
kant afglijden.
Eindelijk scheen hij van zijn plaaggeest
genoeg te krijgen, want, terwijl hij thans
waarschuwend knorde, liet hij weer zijn
witte tanden zien. Reinart scheen dit niet
te begrijpen, doch voor alle zekerheid
spand hij den haan van zijn geweer en
toen de beer op zijn achterpooten om
hoog kwam om zich op hem te werpen,
schoot hij en de beer stortte dood neer.
Knut was er nu ook bij gekomen. Hij
had tegen Reinart geroepen en geschreeuwd
om toch te schieten- Deze had dit niet be
grepen en zei: „Je moet het mij niet kwa
lijk nemen, dat ik er een eind aan maakte.
Ik heb mijn best gedaan hem naar de sloep
te drijven, doch hij vertikte het om ver
der te gaan!"
Zij bleven hier acht dagen tusschen 't
ijs kruisen, totdat Sivert op zekeren dag
zag, dat de ijsbank op drift kwam. Onmid
dellijk werd nu in de richting Danskegat
koers gezet en na 12 uur waren zij zoo na
bij gekomen, dat zij met het bloote oog land
konden zien.
Plotseling begon Lange Sivert in het
kraaiennest te brullen zoodat alle man
schappen op het dek bijeen liepen: ..Hijsch
de vlag! ik zie menschen op een heuvel
in Danskegat Dat is niemand anders
dan Johan Troms hij geeft signalen!
Houdt koers recht op de sond aan!'
(Slot volgt).
ff AAK DE PAN-A MERIKAANSCHE CONFERENTIE WORDT GEHOUDEN.
Het conferentie-paleis in Buenos Aires, waar op 1 December de Pan-Ame-
rikaansche besprekingen zullen worden gehouden.
DE SCHAATSEN UIT HET VET. - De be
kende hardrijder Jan Langendijk inspecteert
zijn ijzers.
PRINS BERNHARD BIJ OEFENINGEN MET LUCHTAFWEERGESCHUT. Prin»
Bernhard woonde in de omgeving van Otterloo oefeningen bij met luchtafweergeschut.
Op onze foto: 1ste luitenant W. A. Feitsma legt den Prins de werking uit
van een der stukken.
TWINTIG PERSONEN die op grond van rang en waardigheid meenen aan de Engelsche kroningsplechtig-
heden te mogen deelnemen, doch die gepasseerd zijn, dienden hun bezwaren bij een speciale rechtbank in.
Tijdens de zitting.
EEN NIEUWE BRANDSPUIT.
Op het vliegveld le Bourget nabij Parijs werden demonstraties gehouden met een nieuw
soort brandspuit.
„VOL VERWACHTING KLOPT ONS HART. Sint Nicojaas arriveerde
in de hoofdstad van ons land. Der traditie getrouw kwam de oude Sint weer per
stoomboot uit Spanje aan.
BEZOEK VAN DE TURKSCHE VLOOT AAN EEN ENGELSCHE HAVEN. -
Voor de eerste maal sedert den wereldoorlog brachten Turksc-he oorlogsschepen
een bezoek aan Malta. De oorlogsbodems in de haven.