Het Koloniale Vraagstuk
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Dinsdag 10 November Hij
door Prof. Dr. B. Schrieke
LAND- EN TUINBOUW
m.
Handel en Grondstoffen.
In ons vorig artikel merkten wij op. dat
de gronden, waarop gewoonlijk de nood
zaak van het bezitten van koloniën wordt
bepleit, zijn: le. overbevolking. 2e. den
handel, 3e. de beschikking over grond
stoffen. Over het bevolkingsvraagstuk
spraken wij reeds. Thans resten dus de
laatste twee punten. Hoewel de behoefte
aan afzetgebieden voor de katoen- en Ijzer-
industrie den eersten stoot tot de 19de
eeuwsche jacht op koloniën heeft gegeven.
blijkt, nu wij op een ervaring van circa
vijftig jaren kunnen terugzien, dat de
koloniale handel toch niet die resultaten
heeft opgeleverd, die men er In den aan
vang van heeft verwacht. Niet,, dat ver
schillende industrieën, handel- en scheep
vaart-maatschappijen en banken en der-
zelver aandeelhouders daarvan geen baat
zouden hebben ondervonden of dat arbei- -
ders en employe's niet van de daardoor
geschapen vermeerderde werkgelegenheid
zouden hebben geprofiteerd! Daartegen
over staan evenwel voor den nationalen
belastingbetaler de uitgaven door den
Staat besteed aan de verovering van de
koloniën, aan de handhaving van rust en
orde aldaar, aan de bedwinging van op
standen, aan de inrichting van de defensie
tegen aanvallen van buiten, aan de in
richting van maritieme steunpunten en aan
uitbreiding van de vloot enz., ter beveili-
Cvan den handel en van de verbin-
.slijnen. Daartegenover staat ook een
gedeelte van de kosten van den wereld
oorlog. omdat een van de diepere oorzaken
van dien oorlog ln de koloniale quaestie
gelegen was. Vraagt men zich dus af: ..do
colonies pay?" (brengen koloniën winst?),
dan dienen de baten tegen de kosten te
worden afgewogen. Tusschen 1894 en 1932
bedroeg het totaal van den handel van
Italië met al zijn koloniën (invoer en uit
voer samen) 5561 millioen lire. d. i. min
der dan één honderdste van den Italiaan-
schen buitenland3Chen handel gedurende
dezelfde bijna veertigjarige periode. Doch
alleen reeds van 19131932 (d.w.z. in nog
geen 20 jaar tijd) legde Italië, ongerekend
de kosten aan de verovering van Tripolis
en den wereldoorlog verbonden, 6856 mil
lioen lire aan zijn koloniën ten koste.
Duitschland's handel met al zijn koloniën
beliep in de jaren 1894 tot 1913 een bedrag
van 972 millioen mark (d. 1. minder dan
4/1000 van zijn geheelen bultenlandschen
handel over diezelfde periode), maar ln
dienzelfden tijd legde het. ongerekend zijn
uitgaven voor Kiautsjau. 1002 millioen
mark op zijn koloniën toe. Van 1894 tot
1934 beliep Japan's handel met al zijn ko
loniën 15.551 millioen yen, d.i. 15,4-V» van
den totalen Japanschen bultenlandschen
handel ln die veertig jaren. Zijn netto
uitgaven voor de verovering van de kolo
niën bedroegen 2860 millioen. Laat men
buiten beschouwing wat de Russlsch-
Japansche oorlog, de wereldoorlog en de
agressie van Mantsjoekwo en Noord-
China aan Japan hebben gekost, maar
voegt men bij 2860 millioen 15.4 t'o van
Japan's normale militaire uitgaven in die
zelfde periode, dan komt men reeds op een
bedrag van 5329 millioen yen aan ten be
hoeve van Japans' koloniaal bezit ge
maakte kosten, d.i. 33.7 °/o van het hooger
genoemd totaal van den Japanschen kolo
nialen handel, een percentage, dat stellig
niet door den winst op dien handel wordt
gedekt. Uit deze cijfers blijkt wel, dat de
handel met de koloniën niet van zooveel
belang is als zekere propaganda voor het
verkrijgen van overzeesche bezittingen ons
wel zou doen vermoeden. Daarbij komt nog.
dat het bezitten van koloniën geenszins
een monopolie van den handel met deze
gebieden garandeert. Ik heb hier niet op
het oog gebieden als Nederlandsch-Indlë
of de meeste mandaten, die een Open
Deurpolitiek voeren Door hun tarieven
politiek trachten Japan, de Ver. Staten
en Frankrijk vreemde concurrentie zooveel
mogelijk buiten te sluiten, geven zij al
thans aan de eigen landgenooten een on-
miskenbaren voorsprong. De preferentleele
rechten, die binnen het Brltsche imperium
gelden, hebben dezelfde strekking. Derge
lijke bevoordeeling heeft natuurlijk gevol
gen voor den nationalen handel, vooral in
een tijd als deze. dat die handel voor het
overgroote deel zoti kunnen blijven bestaan,
wanneer de betrokken gebieden niet meer
aan het gezag van dien bepaalden staat
waren onderworpen Slechts een klein
deel van dien handel is het direct gevolg
van het oppergezag van de mogendheid,
die de koloniën bezit. Ondernemingsgeest,
geographische ligging, scheepvaartverbin
dingen en kostprijzen zijn factoren van
grootere beteekenls, zelfs waar voorkeurta
rieven hunnen invloed voelbaar maken
Ook met de grondstoffen-kwestie staat
het wat anders dan het hameren op dit
thema door de mogendheden, die thans
koloniale eischen stellen, zou doen ver-
waohten. Koloniën hebben allerminst een
monopolie van grondstoffen! Dit blijkt
aanstonds zoodra wij ons ervan rekenschap
geven, wat de primaire grondstoffen zijn:
steenkool, ijzer, koper, lood, zink, alumi
nium, tin. nikkel, petroleum, zwavel, rub
ber. katoen, wol. zijde, plantaardige oliën
en vetten, hout. jute. hennep, vlas. nitra
ten, potasch, phosphaten, graphiet, asbest,
kwik, mangaan, chroom, wolfram, anti
monium, enz. Gaat men deze lijst na, dan
zal men een aantal artikelen aantreffen,
zooals koper. tin. rubber, petroleum enz.,
die óók in „koloniën" worden gevonden,
maar zelfs wanneer wij mede met het oog
op den omvang der reserves, een onder
scheid maken tusschen actueele en poten-
tieele productie gebieden, moeten wij nog
constateeren, dat deze producten, nage
noeg alle. in hoofdzaak worden gewonnen
ln „onafhankelijke staten", niet in de ko
loniën. Verder blijkt, dat geen enkel land
self-supporting Is. De Ver. Staten, de
U S.S.R. en het Britsche Rijk benaderen
dit „ideaal" het meeste, maar de Vereen.
Staten hebben een tekort aan nitraten,
bauxiet (aluminium), wol, wolfram, pot
asch, kwik. rubber, nikkel., chroom, man
gaan, antimonium, tin enz., de U.S.S.R.
aan koper, lood, bauxiet, zink, potasch,
I rubber, nikkel, wolfram, tin, enz.; het
Brltsche Rijk aan katoen, potasch. kwik,
petroleum, koper, nitraten enz. Daartegen
over staan de „proletarische" staten:
Duitschland, Japan en Italië, die weliswaar
ieder afzonderlijk over een aantal uiterst
belangrijke grondstoffen beschikken
Duitschland bijv. over steenkool en pot
asch, Italië over zink, zwavel, kwik, zijde,
hennep en plantaardige oliën maar die
zich (evenals zoovele andere I) niet in
den grooten rijkdom mogen verheugen,
die de drie groote rijken genieten. Ten
slotte beslaat het Brltsche Rijk 23,9 van
de oppervlakte der aarde, de U.S.S R. 16
en de Ver. Staten 7.3 */o. tegenover Italië
en zijn koloniën (zonder Abessynië) 2.2,/«,
Duitschland In 1914 2,4»/. en Japan 1.5
Zelfs al zou Duitschland al zijn voormalige
koloniën terugkrijgen, dan zou dit ln zijn
grondstoffenquaestie hoegenaamd geen
verschil maken.
Bovendien er hebben op dit gebied voort
durend verschuivingen plaats. Steenkool
heeft nog steeds primaire beteekenls, maar
heeft toch wel wat van die beteekenis in
geboet door het toenemend gebruik van
petroleum (benzine, olie) en van water
kracht. Sinds de bereiding van chemische
verfstoffen, is de indigo-cultuur niet meer
te loonen. Chili had door zijn salpeter een
monopolie totdat Duitschland gedurende
den wereldoorlog kunstmatige nitraten
leerde maken. Wegens de depressie krom
pen de Ver. Staten hunne katoenproductie
ln, met het gevolg dat die in Britsch-
Indlë, Egypte en Soedan, en vooral ln
Zuld-Amerika (Brazilië) werd uitgebreid
Voordat rubberplantages in Malaga en
Ned.-Indië werden gesticht, beheerschte de
Zuid-Amerlkaansche wilde rubber de
markt. De tropische en subtropische riet-
suikercultuur ondervindt geduchte con
currentie van den beetwortel; katoen en
zijde hebben ln cellulose een mededinger
gekregen, benzine ln alkohol, kamfer ln
synthetische kamfer, enz., terwijl petro
leum enz uit steenkool wordt bereid. De
groote vlucht, die de chemische Industrie
heeft genomen, blijft een latente bedrei
ging vormen voor de positie van verschil
lende natuurlijke grondstoffen en opent
schier onbeperkte mogelijkheden voor het
creëeren van substituten. Ook hieruit blijkt
wat wij reeds in ons eerste artikel be
toogden, dat het „Koloniale Vraagstuk"
geen op zichzelf staand vraagstuk is.
Het is een merkwaardig feit, dat juist in
een tijd, waarin de grondstoffenprijzen ln
het algemeen zoo laag zijn, dat producen
ten op middelen hebben moeten zinnen om
de productie loonend te doen zijn. de
grondstoffenquestie op den voorgrond is
gekomen. Dit ligt niet in de eerste plaats
aan de restrictieschema's, die op de pro
ductie van verschillende grondstoffen (tin,
koper, rubber, potasch, kwik) worden toe
gepast: men kan niet zeggen, dat de prij
zen daardoor op een onredelijke wijze zijn
opgevoerd, en de producenten zijn blij,
wanneer ze aan wie dan ook, ongeacht
nationaliteit, kunnen afzetten. Ook vormen
preferentieele tarieven en uitvoerrechten
geen onoverkomelijke hinderpaal in deze.
Deze en dergelijke moeilijkheden tracht
men met succes te ondervangen, door
(dikwijls internationalei kartelvorming en
het oprichten van filiaalondernemingen
aohter tolbarnères. (Ook in dit opzicht
heeft het Koloniale Vraagstuk niets speci
fieks: het protectionisme beperkt zich niet
tot de koloniën). Veeleer moet men den
grond der klachten zoeken in de belem
meringen, die het internationale handels
verkeer in het algemeen ondervindt van
het sedert den wereldoorlog toegenomen
en sinds de depressie tot in zijn uiterste
consequenties toegepaste economisch natio
nalisme, dat in de meeste landen tot een
streven naar autarkie heeft geleid. Be
schermende rechten zijn overal ingevoerd
en verhoogd. Het handelsverkeer wordt be
teugeld door contigenteeringen en clea
rings. Het systeem van „ik koop zooveel van
U als gij van mij koopt" is in de plaats
getreden van een natuurlijke meerzijdige
uitwisseling van goederen. Voor een land
als Duitschland. dat over weinig grond
stoffen beschikt, beteekent dit ln een tijd,
waarin ieder zijn nationale industrieën
tracht te beschermen, een drukkende brei
del voor zijn industrieele expansie. Gedeel
telijk heeft het dit aan zichzelf te wijten.
In Duitschland prevaleert politiek boven
economie. Het streven om weder een voor
aanstaande plaats onder de groote mo
gendheden ln te nemen (zijn „eer" te
herwinnen) leidde noodwendig tot een
politiek vam herbewapening, die door de
invoering van den dienstplicht en de
activeering van de oorlogsindustrieën de
gelegenheid tot een oplossing van het
werkloosheidsvraagstuk bood. maar, aan
den anderen kant, door oen nadruk te
leggen op den invoer van de voor die be
wapening benoodigde grondstoffen, in ver
band met de door het nieuwe clearingstel-
sel opgelegde beperkingen, aan Duitsch
land de beschikking over andere grond
stoffen onthield. Deze situatie was uiter
aard bevorderlijk voor de verbreiding van
een omsingelingspsychologie, die aan de
bereidheid tot het aanvaarden van de be
wapeningspolitiek met haar consequenties
weder ten goede kwam en het gevoel van
..verdrukking" (wegens het gemis aan
koloniën, die de noodzakelijke grondstof
fen zouden moeten leveren i vergrootte.
Hieruit volgde logisch het streven naar
autarkie, die door de militair-denkenden
werd gewenscht omdat zij in de toekomst
de mogelijkheid van economische 9anctles
en een blokkade voorzagen en zich uit den
oorlogstijd herinnerden, dat Duitschland
geenszins self-suportlng was.
Uit deze situatie die door de val van het
goudblok nog is overschat, omdat men om
politieke redenen de fictie van den goud
standaard nog moet ophouden, al is de bln-
nenlandsche prijsstijging een onmiskenbare
aanwijzing voor reeds ingetreden depreci
atie, vloeit het Neurenbergsche vierjaren-
Iplan als van zelf voort. Herinneren wij ons
voorts, dat vóór den oorlog de natuurlijke
lijn van de Duitsche expansie naar het
Oosten liep (kolcniallsatie van Polen. Ber
lin-Baghdad i en zien wij, dat thans onver
moeid gewerkt wordt aan den opbouw van
I een Midden-Europeesch blok, dat ook Hon-
Tegen de saneering in het
bloembollenbedrijf.
Vereeniging van anti-saneerders
in principe opgericht.
Gistermiddag is in café-restaurant
Brinkman te Haarlem een vergadering ge
houden van.«tegenstanders der saneering
in het bloembollenbedrijf. welke was be
legd door het antl-saneerlngs-comlté- De
vergadering Stöftd onder leiding van den
heer W. Murk uit Hlllegom. Sprekers wa
ren de heeren dr. M. D. Dijt uit Haarlem,
J. de Brabander uit Hillegom, K. J. Grul-
lemans uit Llssë en P. C. de Zeeuw uit
Haarlemmermeer, die uitvoerig verschil
lende grieven tegen de saneeringsmaatre-
gelen naar voren brachten. ZIJ betoogden
1 o.a dat door de saneering de bloembollen-
teelt in het buitenland is uitgebreid, waar
door afzetgebieden verloren zijn gegaan, dat
rie offers door de kweekers gebracht,
slechts aan enkelen ten goede zijn geko
men en dat door de saneering de met bol
len beteelde oppervlakte tot de helft is
teruggebracht. Een der sprekers merkte op
dat men zelf de cultuur naar Duitschland,
Engeland en Denemarken heeft overge
bracht. door bollen naar concurrenten te
zenden In dit verband stelde hij de vraag,
hoeveel bloembollen, als haringen verpakt,
met Katwijksche loggers naar het buiten
land waren gebracht.
Na een uitvoerige gedachtenwisse-
ling werd in principe besloten een ver
eeniging van anti-saneerders op te
richten. De definitieve oprichting werd
afhankelijk gesteld van het aantal
kweekers, dat zich bereid verklaart als
lid te zullen toetreden.
1960
(Ingez. Mmj
R.K. BOERENVAKBOND VAN DEN L.T.B.
Vergadering te Haarlem.
Gisteren vergaderde de R.K. Boeren-
vakbond van den L.T.B. ln het St. Bavo-
gebouw te Haarlem. De voorzitter, de heer
A Verkley gaf ln een inleiding een be
schouwing over de toestanden ln de agra
rische bedrijven, waarbij hij ern6tlge be-
Hevige hoofdpijnen.
Voor altijd verdwenen.
Een merkwaardig geval van beterschap
door gebruik van Krusdhen Salts werd ons
beschreven door mevr. H. E. te S.
„Eiken morgen opnieuw stond ik op met
ondragelijke hoofdpijnen. Ik was altijd moe
en het leven schzetriWauwslijks' de moeite
waard. Maar ik Kad: tooveel over Kruschen
Salts gelezen, dat ik besloot het ook eens
te prebzsren. Toen Ik het ongeveer een
maand lang genomen had, merkte mijn
vriendin plotseling,' op: „Je ziet er veel
heter uit, voel je jarnèt zoo goed?" Tben ik
ja zei, en dat heb door Kruschen Salts
kwam, schoot zij in den iach en zei: „Och,
waarschijnlijk zob Je je zonder dat goedje
wèl zoo goed voelen." Maar lk hield vol en
na ongeveer drie maanden zei ze: „Werke
lijk, ik heb nog nooit iemand zóó zien ver
anderen. Je bent een heel andere vrouw
en als dat door Kruschen Salts komt, ga ik
het ook probeeren."
Kruschen Salts bestaat uit 6 zouten, die
de werking van ingewanden en nieren be
vorderen en zoodoende voor meer afdoende
verwijdering van afvalstoffen zorg dragen.
Hierdoor wordt de oorzaak weggenomen
van klachten als hoofdpijn, gevoel van
vermoeidheid c.d. Probeer eens een tijd
lang de dagelllksche dosis Kruschen Salts
en U zult zich in alle opzichten prettiger
voelen: geen hoofdpijnen meer. maar
nieuwe levenslust en een onverstoorbare
opgewektheid. 1953
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en erkende drogisten
a f. 0.40. f. 0.70 en f. 1.60 per flacon, omzet
belasting inbegrepen. Let op, dat op het
etiket op de flesoh, zoowel als op de bui
tenverpakking de naam Rowntree Handels
Maatschappij, Amsterdam, voorkomt.
(Ingez. Med.)
garije bauxiet omsluit, dat de Duitsche in
vloed ln den Balkan groeit en dat voel
horens naar Turkije worden uitgestoken,
dan krijgt Hitler's zinspeling op Duitsche
expansie-mogelijkheden ten koste van Rus
land, zijn verzet aan de deelneming van de
U.S.S.R. aan de onderhandelingen over een
nieuw „Locarno", en zijn pogingen tot vor
ming van 'n antl-communlstisch eenheids
front nieuwen zin. WIJ denken dan aan
„Meln Kampf" waarin Hitler betoogt, dat
Duitschland ten koste van alles vrede met
Engeland moet houden (ook al zou het
daaraan den maritlemen wedijver, zijn ko
loniale eischen en zijn wereldhandel moeten
opofferen!) dat aller kracht geconcen
treerd moet zijn op de vorming van een
groot, alle „Dujtschers" omvattend Rijk, en
dat dit Rijk 'zich moet uitbreiden, niet
alleen door herovering van de ln 1918 ver
loren gebieden, maar door verovering van
de aangrenzende Baltische en Slavische
provinciën. Dit is een geheel andere doel
stelling dan het terugeischen van het ko
loniaal bezit. Van Italië, dat thans door
de annexatie van Abessynië bevredigd heet,
zal men moeten afwachten of het finan
cieel in staat zal zijn deze nieuwe kolonie
open te leggen.
Ook Japan heeft de oplossing van zijn
bevolkingsvraagstuk in industrialisatie ge
zocht, maar vindt zijn afzetmogelijkheden
door beschermende rechten en contlngen-
teeringen beperkt. Daarom heeft het zich,
mede uit defensie-overwegingen en ter
verlichting van binnenlandsche sociale
moeilijkheden op China geworpen, doch
wordt, in dat streven èn door de U.S.S.R
en door de groeiende eenheid van China
gecontrarieerd. Wat zal, bij Japan's inner
lijke financieele zwakte, de uitweg zijn?
zwaren maakte tegen het besluit van de
regeering Inzake de prijsopdrijving.
Na gewezen te hebben op de voorschrif
ten, die de overheid nu reeds jaren lang
bepaald heeft voor het landbouwbedrijf,
noemde spr. het als een merkwaardig feit
dat de boeren langzamerhand gewoon wa
ren geworden aan het keurslijf en de voor
stellen, voor de vergaderingen ingediend,
uitsluitend betrekking hadden op een bete
ren pasvorm.
Dit jaar is de depreciatie van den gulden
tot stand gekomen en onmiddellijk werd
van verschillende zijden betoogd, dat de
landbouwsteun nu spoedig tot het verle
den zou gaan behooren De organisaties
hebben echter terstond ln een adres aan
de regeering de onmogelijkheid hiervan
aangetoond. Het directe gevolg van de de
preciatie was een stijging der grondstoffen,
die het landbouwbedrijf in velerlei vorm
van noode heeft. Een wet ontstond, waarbij
de prijsopdrijving der afgeleverde land
bouwproducten, zooals eieren, melk. zuivel,
vleesch e.a. verboden werd.
In dit verband oefende spr. ernstige cri-
tlek uit op de regeering, die bij te nemen
maatregelen geen overleg pleegde met de
bestaande organisaties op het gebied van
land- en tuinbouw en den regeertngscom-
mdssanssen geheel zelfstandig haar advie
zen heeft verstrekt.
Na de devaluatie gingen de Importeurs
van veevoedermlddelen met hun prijzen
de hoogte in, doch aan den boer. die deze
duurdere veevoedermiddelen voor zijn be
drijf noodig had. werd elke prijsopdrijving
ontzegd. Zij, die tijdens de periode van
aanpassing waren aangepast tot op of be
neden de grens van het bestaansminimum,
werd ontzegd zich naar boven aan te pas
sen. Binnen drie dagen was een wet tegen
prijsopdrijving gereed, op een wet echter,
die den druk der vaste lasten moet ophef
fen. wordt nog steeds gewacht.
Sinds den nacht van 26 op 27 September
U de landbouw dieper ln de put geraakt
dan ooit te voren en toch schijnen som
migen te meenen. dat de boeren en tuin
ders nu wel zonder beschermende maat
regelen verder kunnen tobben. Vreeselijke
verhalen gaan over het profijt dat som
mige akkerbouwers zouden genoten hebben,
doch men vergeet den noodtoestand, waar-
In de veehouders en kleine boeren geraakt
zijn.
Spr. gaf een overzicht van de verlaging
der premies en toeslagen, doch de heffin
gen op de veevoedermiddelen zijn onver
minderd gehandhaafd. Een lichte twijfel
kan niet onderdrukt worden dat de regee
ring het ..motief van de depreciatie heeft
aangegrepen om het tekort van het land
bouwcrisisfonds dat volgens geruchten ca.
18 millioen zal bedragen, weg te werken.
Het streven moet er op het oogenblik op
gericht zijn, niet om die maatregelen on
gedaan te maken, welke aan de akker
bouwproducten een redelijken prijs waar
borgen. doch om met allen aandrang te
verlangen dat die prijsregelende maatre
gelen genomen worden, waardoor voor het
eerst sinds vele jaren de bedrijven niet
verliesgevend zijn. Een redelijke geen
groote vergoeding voor den barden
arbeid der boeren is noodzakelijk.
Bij de hierna volgende behandeling van
de veevoederprijzen. die sinds einde Sep
tember hoog gestegen zijn, ontstond een
uitvoerige discussie over het al dan niet
afschaffen der graanrechten, die den
akkerbouw bevoordeelen en de veevoeder-
prijzen hcog opvoeren. Verschillenden wa
ren van meening dat een betere regeling
gewenscht is. Evenals het hoofdbestuur
was de vergadering van gevoelen dat de
voordeelen, die de akkerbouw op het
oogenblik heeft, niet moeten worden weg
genomen, doch van den anderen kant moe
ten de veehouders een redelijk bestaan
hebben. Elke prijsopdrijving is van over
heidswege verboden, doch de regeering
heeft dan de taak te zorgen dat de be-
drljfsonkosten genivelleerd worden.
In verband met de voorstellen, die waren
ingediend betreffende de varkensteelt-
regeling en de varkenscentrales, werd van
de zijde van het hoofdbestuur de vraag
gesteld of de vergadering het wenschelijk
achtte dat elke overheidsbemoeienis zou
verdwijnen. Meerderen waren van meening
dat. dit niet in het belang van de varkens-
fokkers zou Zijn en dat bh een geheel
vrije teeltregeling weldra de varkens in zoo
grooten getale zouden worden aangevoerd
dat de markt in korten tijd wederom ge
heel ontwricht zou zijn. Tenslotte kon de
vergadering zich met het prae-advies van
het hoofdbestuur vereenigen.
ACTIE TEGEN DE PACHTWET.
Een vergadering te 's-Gravenhage.
Een comité van actie tegen de pachtwet
heeft gisteren ln Pulchrl Studio te 's-Gra-
venhage een vergadering gehouden ter be
spreking van deze wet.
De eerste spreker was mr. Vervoorn. Is
de wet. zoo vroeg spr., wel ln het belang
van den pachter? De pachter wordt door
de nieuwe wet als een onder curateele ge
stelde beschouwd. De pachtkamer moet
alle pachtovereenkomsten goedkeuren. De
misbruiken bij pachtovereenkomst bestaan
echter in de praktijk zoo goed als niet.
De minister heeft te veel geluisterd naar
voorstanders van land-nationalisatie. Het
ontwerp wil het opbieden van pachters
tegen elkaar tegengaan Dit zal volgens
spr. een groote stagnatie ln de bebouwing
van het land tengevolge hebben, daar on
derzoek door de pachtkamer nogal wat tijd
kan vergen. Het onderzoek van de pacht
kamer waarborgt nog geenszins juistheid
van de beslissing. Spr. acht de wet een
onnoodige en te verstrekkende beperking
van den eigendom, waarbij geld en tijd zou
den worden verspild.
Men moet de betrekking oachter-ver-
pachter niet te scherp zien. Elke pachter
heeft als Ideaal zelf nog eens den grond
in eigendom te krijgen, en zoo zijn vele
verpachters vroeger zelf pachter geweest.
De pachters beschermen is Juist, zegt spr
maar niet ten koste van den verpach
De verpachter is niet altijd een rij
grootgrondbezitter. Vooral den laats*
tijd zijn hier groote verliezen geleden.
De pacht voor onbepaalden tijd met eon
tinuatle, acht mr. Vervoorn een nadeel,
het bestaande recht weet men tenmh
waar men aan toe is.
Ook den opzeggingstermijn achtte sjt
niet in het belang van den pachter. Pa
ters zijn meest eenvoudige menschen,
van al hun rechten, die ze nu gekt
hebben, vaak niet het juiste gebruik
len weten te maken, hoewel voorllch
op dit gebied veel kan verbeteren.
Met de vergoeding voor reparaties
mr. Vervoorn zich evenmin vereenigen, S
waarschuwt tegen te ingrijpende aan'
ting van den grondeigendom. Ver
lende vereenigingen op landbouwgebi-
hebben zich al tegen het ontwerp va
klaard. Spr. vreesde voorts, dat de
een nadeeligen invloed zal hebben op
landbouw-crediet.
BIJ de discussie hebben nog verscheld-
sprekers crltlek op het wetsontwerp ul
oefend. De voorzitter wees er echter
dat het hier niet om crltlek ging, wu
allen, die hier aanwezig waren, werd'
geacht tegenstanders van het wetsontr
te zijn. Er moet echter worden besprek'
wat nog zal moeten gebeuren om te vas
komen, dat dit wetsontwerp wordt aang-
nomen.
Na ampele besprekingen ls besloten
uitgebreider comité te vormen om d:
het geheele land een actie tegen het wc
ontwerp te voeren, en is een request
de Tweede Kamer gezonden. Met
meesten aandrang wordt daarin ve
dit ontwerp niet aan te nemen.
DE LANDBOUWCRISISMAATREGELB
En de depreciatie van den gulden.
Kort na de muntcorrectle hadden
Centrale Landbouworganisaties zich
den ministerraad gewend met een
betreffende de landbouwcrlsismaatregi
in verband met den gewljzlgden moi
ren terrtand. Zij hebben thans o.m.
volgend? ten antwoord ontvangen:
Uit de na het verlaten van den g
standaard genomen besluiten blijkt, dal
niet ir de bedoeling van de regeering
de '-(udbouwcrlslsmaatregelen te llq
ren. Wel zal zeer ernstig worden nag
of "nieidi'ng bestaat tot eenlge re
sad' die clan natuurlijk vereenvou
zn! haaien. Zoo liet de jarijsontwlkk
too d;n bijslag op de gerst te doen
vallen.
Bij d:ze wijzigingen zal voorop s
dat de positie van den landbouw d:
niet ongunstiger wordt. Velen hebben
baar van de depreciatie van den
voor land- en tuinbouw zeer gunstige
volgen verwacht, doch daar in vele g(
len de priizen der eindproducten het
tact met de wereldmarktprijzen reeds
loren hadden, kon de verandering
automatisch een gunstige werking ultoe
nen. Ook voor de landbouwproducten g<
het streven van de regeering om de pi'
verhoogende werking van de depteds
zooveel mogelijk te beperken.
Hierbij zal onderscheid dienen gem"
te worden tusschen de priizen van de P
maire artkelen, meest van plantaardig
oorsprong en de andere, bij welker W
brenging buitenlandsche grondstof*
worden gebruikt; bij deze dierlijke prod?
ten zal het nieuwe prijsniveau zich W
ben aan te sluiten bij de gestegen F
ductiekosten. Hiermede ls rekening ge"
den bil de vaststelling van den bijslag
de melk en de restitutie bij export.
Dit principe is echter niet steeds en
makkelijk toe te passen en speciaal
de varkensprijzen is het zeer moeW
Daarom dient met het oog op het bercin
van een ongetwijfeld noodzakelijk hoog
prijspeil de teeltbeperking nog scherper
worden toegepast, terwijl met maatregf'
om een zekere, zij het lage onderste pre
basis te bereiken, zal worden voorleert»
Ook al kan van deze maatregelen geen
middellijk succes worden verwacht.
Ten aanzien van den export ear
noodzakelijk zijn de meeste
te handhaven. Van een ruimere «W
mogelijkheid ls nog zeer weinig ge°J™*
Zelfs werd hier en daar een veraw»
neiging om den export te reguleeren en
belemmeren opgemerkt. Eerst als op
zij 't laag, maar toch eenigszins K»P»
prijspeil vrijheid van export zou
worden bereikt zou een zieer grootever
voudlglng, zoo niet geheele afschamns
crisismaatregelen mogelijk zijn.
Automobilisten, geeft dit"
signalen, wanneer het werkebi
noodig is en niet uit deut
tiidver drijf.
^MJN/T IN IIITHI^
NIEUWE UITGAVEN.
Bil den uitgever Jacob Dllkstra Sj
ningen ls verschenen de eerste au*
van „Geneeskundige Hulp" lJ,
neeskundlg en aygiënlsch handoo"'
-nenzeste'.d door dr. ,T Mebius.
Van Niigh en van Ditmar N-V.
?rdam ontvingen wii de brochure £j,
j koopkracht, waardemeter, de eou-k»
daard. de menschelüke standaard
lr. W. M. Meyer. 2-41