\De Koninklijke familie aan boord van Hr.Ms. kmiser „De Ruyter LES55CH rnrnm LARS HANSEN IweeJe Rlatf FEUILLETON Ivpo «1n ^Bspriet in de koppen der gol- OVERWINTERING OP SPITSBERGEN (I SPITSBERGENS VOLD) Een schets uit het leren der IJszeevaarders. Uit het Noorsch vertaald door PH. ROOS Mz. Gedurende gl dien "tJJd had er een flinke bries gewaald en deze bleef ook de eerste ■dagen aanhouden. In het drljfijs is het Ijater altijd kalm, daarbij was het een hel- Ijere hemel en het vroor flink, of eigenlijk lïl°°r niet alleen. niaar er heerschte I:??1 reeds een wintervorst. De koude was |mo toegenomen, dat schip zoowel als be- Ih elf™8, zic^ reetls 111 winterultrusting lane j moet«d steken. De toestand ver- I ,°?erde 'neer en meer, naarmate het schip jm 1,411 Üs verwijderde. Er kwam meer j* cn toen ook de wind aanwakkerde, 1 simi? menige stortzee over de verschan- I n°8' Men had de sloep Ingezet; zij stond I 'aas op het dek, want bij zwaren zee- het men geen sloep in de davits han- ■ten TA ""-11 5^4=11 OIOCJ.' ill VJC uauw "O." Rn» lvind werd steeds heviger en bij Imet dook b®1 schip weldra geregeld I hjS flïo rl r-, v» >- ctnsVioAff IrrrroYV* UfdC Ue^t.die dan weer omhoog kwam, was I Water bedekt, als ze slechts even onder Irnie/jy.^ geweest. Het water bevroor on- "etWlk en zoo vaak de boegspriet dook, kwam er weer een laagje Ijs bij en weldra zat alles wat slechts even met water in aanraking kwam, onder ijs. Wie kende dit beter dan Lange Sivert en de drie mannen aan boord van „De Hoop". Zij wisten alle vier, dat zulke stortzeeën als thans, die alles in ijs veranderden, reeds heel wat menschen het leven hadden gekost. Zij herinnerden zich verscheiden schepen die, door het ijs te zwaar belast geraakt, waren vergaan. Dit is een van de vele gevaren, waartegen een ijszeevaarder heeft te kampen. Deze ongelukken kunnen zelfs nog in het voorjaar voorkomen en thans was het herfst! Toen Sivert voor den eersten keer de boegspriet bedekt met ijs uit het water omhoog zag komen, barstte hij uit: „Heere God, kijk daar eens lui! Nu weten wij waartegen wij ook nog te kampen krij gen. Behalve onze andere moeilijkheden krijgen we nu ook dit er nog bij De luiken werden met latten dichtgespij kerd en er werd gedaan wat gedaan kon worden. De wind wakkerde aan tot een storm. Men besloot het kanon 11 maar over boord te zetten om het verlichten. ,JDe Hoop" zeilde nu met halven wind en met half gevierde schoten en toch had 't schip nog een vaart, waarvoor de beste zeiler zien niet behoefde te schamen. De log was niet meer te gebruiken, want de lijn was zoo stijf als een staaf ijzer. Daarom moest Si vert de snelheid van zijn vaart maar schat ten. Zoo onder het ijs te zitten, is wel een van de meest gevaarlijke toestanden, zoowel voor bemanning als voor vaartuig. Iedere druppel zeewater die tegen het schip wordt 1) Wordt gebruikt om den harpoen af te schieten. geslingerd en boven de waterlijn terecht komt. verstart onmiddellijk tot een harde korrel en waar deze korrels vallen, hetzij binnen of buiten boord, zetten zij zich vast tegen alles, wat vocht is. Zoo waaien ze met geweldige kracht tegen het want, de blokken en de zeilen. Door steeds nieuwe stortzeeën komt dan alles maar voortdu rend dikker en zwaarder onder het ijs, zoodat zelfs een dunne slappe lijn tot een geweldige dikte kan aangroeien. Op „De Hoop" zag het er thans zoo uit. Alle maat regelen die aangewend konden worden, waren genomen, doch veel was dit niet; men moest de dingen maar nemen, zooals zij kwamen en men moest zich op het ergste voorbereiden. Het zou zoo vex kun nen komen, dat het ijs aan boord zoo zwaar werd, dat het schip dit gewicht niet meer zou kunnen dragen. De last was in hoofdzaak in het vooi schip gestuwd, want vóór zij de sloep met Johan en zijn mannen misten, waren zij gedurende voorjaar en zomer op vangst geweest. Alle vaten in het ruim waren met spek gevuld en de zeehondhuiden waren gezouten en lage saamgebonden tusschen de spekvaten gestuwd en 42 walrussen wa ren eveneens in het vóórruim op de spek vaten plat uit elkander gelegd. De laatste vier walrussen die in de ijsfjord waren ge vangen. met de 45 rendieren waren daar ook weggeborgen, met uitzondering van een dezer dieren, dat in het want, was op gehangen, om gedurende de reis tot voed sel te dienen. Thans zat het zoodanig rondom in het ijs, dat niemand het voor een rendier zou hebben gehouden. Het hing dan ook niet meer in het want. Het was door het ijs zco zwaar geworden dat, toen eens „De Hoop" door een stortzee overzij werd geworpen, het touw brak en het li chaam met een smak op het dek terecht kwam. Twee mannen sprongen toen op den ijsklomp af en klemden deze tusschen de sloep en de uitstekende kanten der lui ken. Binnen eenige minuten was het zoo vastgevroren dat het zonder geweld niet weer kon worden losgewerkt. Intusschen werd de storm steeds hevi ger en natuurlijk ook de zee werkte zwaar der en „De Hoop" kwam steeds lager en lager op het water te liggen. Zij geleek niet meer een vaartuig, doch een zeilende ijs klomp. Het ging thans Zuidwaarts, want de wind was geregeld Noordwest en daar de koers naar ie Vogeleilanden Zuid-Zuid west liep, was dit voor „De Hoop" zoo voor- deelig mogelijk, want ten eerste zeilde het schip met ruimen wind uitstekend en ten tweede en dit was wel hoofdzaak het lichtte zijn achterschip beter dan eenig ander vaartuig, hetwelk in deze wateren voer. Dikwijls was „Dc Hoop" tegelijk met andere schepen van Tromsö of Hammer- fest uitgezeild en terwijl de anderen ge regeld moesten bijdraaien omdat zij len zende 1) onder de zware golven zouden worden bedolven bleef „De Hoop" maar zeilen en liet zoowel de zware zeeën als de andere vaartuigen, tegen z'n mooien ach tersteven kijken. Ieder wist van de kee- ïen dat dit had plaatsgevonden, dat Lange Sivert dan op het achterschip had geslaan en dikwijls had Sivert reeds twee dagen in Tromsö vcor anker gelegen als de anderen 1) Vóór den wind en zee uitzsjlen. binnen kwamen. Hij had dan reeds het grootste gedeelte van zijn vracht gelost en hij wandelde dan door de Groote-straat, van het Grand-Hotel tot Claus Andersen, heen en weer, al den tijd maar pochende, dat „De Hoop" toch maar de beste zeiler was, die er bestond. Feitelijk was dit ook wel zoo. Van midscheeps tot naar voren, daar lag echter het zwakke punt en dit bleek dan ook toen het met het ijs steeds erger werd. Mikal Tarandsen stond aan het roer; wel is waar was dit Siverts plaats, doch daar Mikal een prima stuurman was en gewoon sinds acht jaren „De Hoop" te sturen, liet Sivert hem dit ook thans doen, daar het van belang was, dat hijzelf met zijn reu zenkracht zich bezig hield met het ijs stuk te slaan en dit over boord te werken. Hij hanteerde een zware bijl waarmede hij het kloofde en stuk sloeg. Met een paar goed gemikte slagen kon hij de zwaarste schot sen of brokken verbrijzelen en buiten boord gooien. Lange Sivert werkte aan de lij-, Anders en Knut aan de loefzijde. Niet tegenstaande de koude stonden de vier mannen in wolken van damp, want ook Mikal aan het roer moest zich geregeld het zweet afvegen. Het was voor hem niet gemakkelijk „De Hoop" te hanteeren, want ieder oogenblik scheen het, alsof het schip plotseling een gier 2) wilde maken om dan in een volgend oogenblik op den top van een golf aan te rennen. 2) Bij een paard zou men spreke, .c-en zijsprong maken". .(Wordt vervolgd' DE VAARTOCHT VAN H.M. DE KONINGIN, H.K.H. PRINSES JULIANA 1 EN Z.H. PRINS BERNHARD MET HR. MS. „DE RUYTER" VAN IJMUIDEN NAAR DEN HELDER. I ft Prinses en haar aanstaande Gemaal tijdens den rondgang over het schip. I KONING CAROL VAN BOEMENIE TE PRESSBURG - waar het 11de regi ment dragonders naar hem. werd genoemd. Op onze foto koning Carol, president Benesj vaji Tejecho-Slowakije en kroonprins Michael tijdens de inwijding der regimentsvaandels. HET BERGEN VAN HET WRAK VAN DE SCH. 68 die tijdens den zwaren storm binnen de pieren van IJmuiden zonk. Met een drijvenden bok slaagde men erin e©D strop onder het schip door te brengen. DE JOURNALIST L. KIERAN - die de reis om de wereld in 24 dagen vol bracht en er dus 6 dagen langer over deed dan zijn collega Ekins. DE TOCHT VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE MET DEN NIEUWEN KRUISER „DE RUYTER" VAN IJMULDEN NAAR DEN HELDER. Op onze foto: het moment waarop ,H,M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana en Z.H. Prins Bernhard en gevolg zich inschepen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5