O, zoo! ET NEGERINNETJE PRIJSRAADSELS OPLOSSINGEN iets eer. dat vind Ik o zoo aardig; •b helaas nooit een van mijne groct- s eekend dat heb ik altiid betreurd, de Stikkelorum o. Ja die Dleegzuster al fl'/i Jaar zoo lief en goed voor mij, en goede lieve moeder voor haar kind ir ze is veel jonger dan ik hoor). Choufour dat raadsel is mij al zoo jls toegezonden, dat is al heel bekend u Wassink zoo. ga je 5 weken weg Nunspeet. ik hoon dat je flink en terug zult komen Het is wel heel ler dat je met St. Nicola as en je ver- ag niet thuis bent ik begrijp best dat e split. Ik hoop dat je er prettige isjes zult maken en je zal het er na- jk goed hebben. v. d. Boogaart je mag ook zelf raad- nzenden en dan zal ik nakijken of ze p ikt zijn. Speel ,1e dikwijls met je 7de als je vrij hebt van school, en Willy van Rijn hadden jullie ge- dagen met de herfstvacantie. Ik heb een buitengewoon mooie prettige r en het is een prachtige breede straat in. zooals men het wil noemen, ïeke Sloos mag ie 's winters niet fiet- maar gelukkig zeg ie zelf dat ie nu jk in huls kan spelen met ie vrien- n itje v. Vliet o verhuizen is altijd akelig en vermoeiend maar zeker als men sterk is. Neen ik woon een heel eind iet palels af ik ben dichter bii Sche ten. Die datum is 10 Maart, dus nog niet. Aardig dat jullie al versjes en s leert voor Prinses en Prins, en Gré Varkevisser dat is heerlijk hoor loeder en Tante beiden zoo goed zijn napt en aangekomen in gewicht. En :an AU al flink koken. Ik vind aardig illle over kleine Joke schrijven want ad erg veel van kleine kinderen, hoor öo graag babbelen ga ik weer een» eindigen. Doet allen ie best en zendt bijtiids goede op een mei naam en leeftijd onder de tadsels. teliike eroeten van ej. A KOOPMANS VAN BOEKEREN. en Haag Joh. v Oldenbameveltl. 64. door nfc. E. DE LILLE HOGERWAARD. was een negerinnetje, en kleine, domme meid. dacht: Hoe raak ik toch mijn kleur, Mijn zwarte kleurtje kwijt? oiJUs ik mij eens goed waschte en Met witte zeepschuim wreef? Geloof, dat 'k mij vandaag toch heusch Een extra waschbeurt geeft! tel schrobde, schrobde zich met zeep, c aar huid deed pijn er van! die voortaan niet zwart meer was, wam dat er niet op an! e<|r h o e ze borstelde en wreef, bleef zoo zwart, zoo zwart! rvoor hielp 't warmste zeepsop niet, wreef z' ook nog zoo hard! ma heeft 't negerinnetje il ch ingesmeerd met krijt, e r toen ze even speelde, och, la len had z' ook daarvan spijt! it witte druppels dropen wel at m beide wangen neer, ii r in den spiegel zag ze toch iar zwarte vel al weer! ipoeder nam ze, witte ook! n heele, dikke laag. eerde 't zelfs - uit Moeders flesch! - Et poeder voor de maag! hoe dat negerinnetje ch ook met wit goed wreef, was een negerinnetje, it negerin steeds bleef! o, tas toen toch zoo erg bedroefd. »ar Moeder zei: Wat 's dat? wil je n i e t graag w i t zien, hoor, Mijn kleine, zwarte schat! ij oi 0 oost was 'tnegerinnetje, Jen Moedertje dat zei. zwarte snuitje stonden toen i#ee oogjes weer heel blij! ik verboden). O, o, wat kijkt die Sprietje boos! Wat is er aan het handje? De kleine muis lijkt erg van streek, Kreeg hij misschien een standje? Daai' komt z'n moeder aangestapt, Die zal het wel vertellen. Ze zucht: „Och, och ik heb met Spriet Zoo heel, heel veel te stellen! Die ondeugd wil weer niet naar school t Is steeds hetzelfde liedje: De school is naar, hij heeft geen zin, ,,'k Ga er niet heen!" zegt Sprietje. En of ik nu al mopperneen, Stout Sprietje wil niet hooren! Aan al de standjes, die 'k hem geef, Wil d'ondeugd zich niet storen! En of 'k al zeg: „Een muisje heeft De school toch o, zoo noodig!" Voor stoute Sprietje is zoo iets, Naar 't lijkt, wel overbodig! Want op de muizenschool kan hij Voor muisjes alles leeren: Hoe hij zich tegen 't kattenkwaad Het beste kan verweren! Maar als hij toch niet luist'ren wil, Moet hij het zelf maar weten! Dan heeft hy kans, dat op een dag De poes hem op zal eten. En als stout Sprietje dat nu hoort, Staat hij van schrik tebeven. Hij piept heel angstig: „Lieve Moes, Ik blijf veel liever leven! (Nadruk verboden). Toe, brengt U mij maar vlug naar school. 'k Wil liever alles leeren Dan in een poezenmaag misschien O, vrees'lijk! te logeeren!" RO FRANKFORT—WERKENDAM. PRIJSRAADSELS VOOR GROOTEREN EN KLEINEREN OM UIT TE KIEZEN De grooteren (1116 jaar) moeten 5 goede oplossingen, de kleineren (711 jaar) moeten 4 goede oplossingen inzenden. Naam en leeftijd onder de oplossingen schrijven. Naam en adres achter op de enveloppe schrUven. Tijdig inzenden Geen brieven er bij schrijven, üever allen tiid gebruiken om goede oplossingen netjes op te schrijven. I. Wat beteekent dit: d d d d oor d d d d n. Met aa heb ik geen haar, 'k ben Met ie ben ik aan 't schip, 'k heet Met oo groei ik op 't land, 'k ben Met ui ben ik een put. 'k heet ra. BegTaven steden er dorpen. Betaal mij liever in goud., anders moet ik al dat zware zilver dragen. Tyrol staat bekend om zijn nijverheid. Dat bed en die matras zün te koop. Grendel de nieuwe deur goed. VI. Mijn geheel van 10 letters. 4 lettergrepen noemt de hoofdstad van een rijk in Europa. I. 2. 3 is een lichaamsdeel van een dier. 6, 7, 7. 10 is een bewoner van een hoender hof. 3. 9. 5 is schrijfgereedschap. 1. 2 4 is een zeer nuttig viervoetig dier, 10. 9. 8, 4. 5 is een getal. V. Welke voedzame versterkende voort brengselen uit het dierenrijk worden met een B er voor geplaatst, een land in Europa waar veel bier wordt gemaakt. VI. Met i (niet als beginletter maar in de eerste lettergreep) ben ik een inhoudsmaat, met a een bijwoord van tijd. VII. Mijn eerste is een deel van het jaar mijn tweede heeft men bij zeer veel handwerken noodig. mijn geheel zweeft tegenwoordig veel door de lucht VIII Een eilandje, zet er een medeklinker voor. dan word ik door meisjes en dames gedra gen, zet er een andere medeklinker voor dan dien ik om iets dicht te doen. af te sluiten waar vloeistof in zit. De brieven moeten 's Maandagsmorgens voor 9 uur op het Bureau Leidsch Dagblad zijn en die over de post uiterlijk 's Maan dagsavonds aan mijn adres: Den Haag, Joh. v. Oldenbarneveltlaan 64. 1. N pen leder spreeuw Nederland spelden laars I n a t d 2. Een klok die stilstaat. 3 Op 4 pooten. 4 Bol, dol. hol. mol. 5. Ijlst. Voorne. Eist. 6. Muziekstuk en marsch beginnen altijd met m. 7. Aan de binnenzijde niet aan de buiten kant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 15