De Nieuwe Waterweg bestaat 70 jaar Vestigingseischen voor den middenstand 77sfc Jaargang s LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 27 October 1935 Derde BSad No. 23494 De strijd in Spanje „Een gewaagd werk, maar een werk dat wij moeien wagen", aldus Thorbecke CORRESPONDENTIE Een beperkte opzet Op 31 October a.s. zal wij hebben het reeds gemeld het 70 jaar gele den zijn, dat een begin gemaakt werd met het graven van den Nieuwen Waterweg waarmede men den grond slag heeft gelegd voor den bloei van Rotterdam. Zeventig jaar geleden heeft de Prins van Oranje de eerste spade ln den grond gestoken voor den aan leg van deze prachtige verbinding van Rotterdam met de Noordzee. Toen werd een begin gemaakt met de ge schiedenis van een voor de welvaart van Nederland zoo uiterst belangrijke verbinding van zijn eerste havenstad met de zee. Maar 70 Jaar geleden werd ook een periode van strijd afgesloten, welke de plannen tot het graven van den Nieuwen Waterweg met zich had den gebracht. Voordat het zoover was, dat een aan- rang kon worden gemaakt met dit mach tige werk had zich al heel wat afgespeeld. De heer P. van den Heuvel. Botterdam kon toen van de zee af bereikt Widen langs de natuurlijke toegangen, welke gevormd werden door de zeegaten van den Briel en Maassluis. Deze zeegaten verleenden schepen toegang met een maxi mum diepgang van 35 dM. Schepen met een grooteren diepgang moesten een groo- ten omweg maken en bereikten de Maas- 1 via de zeegaten van Goeree en Brou wershaven. Reeds voor dien tijd werd dit il spoedig een onhoudbare toestand en in 1127 werd een aanvang gemaakt met een poot werk, n.l. met het graven van het fanaal van Voome, dat in 1831 gereed kwam. Dit kanaal vormde een verbinding tusschen Hellevoetsluis en Nieuwesluis. Schepen voor Rotterdam konden nu het Goereesche gat binnenkomen en via het kanaal van Voorne langs een aanzienlijk korteren weg dan voorheen hun bestem ming bereiken. De schepen van Brouwers haven konden eveneens van dit kanaal ge- bniik maken. Zij bereikten Hellevoetsluis via Volkerak en Haringvliet. De aanleg van dit kanaal is geheel door Koning Willem 1 bekostigd. Hoewel dit kanaal reeds een aanzienlijke verbetering beteekende, bleef Rotterdam toch voor zeeschepen nog moei lijk te bereiken. De vaargeul tusschen Brou wershaven en Hellevoetsluis was kronke lend en nam hier en daar zelfs den vorm aan van een S. Bovendien en dit was 'ettelijk nog het ergste van alles was het vaarwater zeer verraderlijk. Waar nu eens de grootste diepte was, had zich dan weer een ondiepte gevormd, en het behoeft feen betoog, dat dit vaarwater hierdoor weinig geliefd was. Om van Brouwershaven naar Hellevoetsluis te komen moest in de wste plaats op hoog water gewacht wor den. Dan volgde een zeer omslachtige en kostbare reis door het kanaal met zijn vele bochten en sluizen, waardoor de reis van en naar zee 24 tot 36 uur en vaak nog veel langer duurde. Geen wonder dat in dien Jijd Antwerpen, Bremen en Hamburg Rot terdam verre den loef afstaken. Deze toestand werd op den duur onhoud baar. vooral, daar handel en scheepvaart overal tot grooten bloei kwamen. Algemeen aag men in, dat er iets gedaan moest wor den en op 5 November 1857 benoemde de toenmalige minister van Binnenlandsche Zaken Heemstra onder wien destijds ook Waterstaatsaangelegenheden ressorteerden, een Raad van Waterstaat, welke hem bloest voorlichten op welke wijze het best tot verbetering van de diverse waterwegen jn den lande kon worden overgegaan. Secretaris van deze commissie was de Jeugdige ingenieur Caland. Het was deze Jongeman, die zich met alle ernst aan de hem opgelegde taak gaf, en reeds spoedig kwam hij met een goed omlijnd plan voor den dag voor een open weg naar de zee yoor Rotterdam. Zijn denkbeelden vonden 'h den voornoemden raad algemeene in stemming en reeds op 21 Augustus 1858 bracht de raad rapport uit, dat eindigde met de woorden: „Moge het blijken, dat wij de regte middelen hebben gekozen, en daar door de Rotterdamsche handel bevrijd heb- deh van de hinderpalen, die zijne verdere ?v™kkeling belemmeren". Het rapport ln wijn geheel geen veelzeggenden in- ™d, want de technische bijzonderheden u er slechts globaal in aangegeven- dhtworpen plan werd door de minis- Sbft emstra en van Hall als wet bij de kwa Generaal aanhangig gemaakt, doch onta 'n behandeling, aangezien het de tUv1 in8ddiend was na de sluiting van dweoi en daarna van de agenda ver voorv, zou 24 Januari 1863 duren, het plan opnieuw als wetsontwerp ZII LAG IEDEREN NACHT WAKKER DOOR HEVIGE RHEUMATISCHE PIJN. behandeld werd. Ditmaal bracht het het tot het staatsblad, hetgeen grootendeeis aan Thorbecke te danken is geweest. Teekenend voor de stemming van dien tijd zijn de slotwoorden waarmede Thorbecke zijn ontwerp toelichtte: „Ik zeg dat het een gewaagd werk is, maar een werk dat wij moeten wagen. Het geldt hier te doen hetgeen men doen moet wanneer men zelfs een ongeüjken strijd waagt voor zijn vrijheid en on afhankelijkheid. Blijvende hetgeen wij zijn worden wij voorbij gegaan en zijn wij bedorven: het schijnt mij dus een onvermijdelijke plicht het middel aan te grijpen dat ons kan redden". Onder leiding van ingenieur Caland werd met het werk een aanvang gemaakt en aanvankelijk vlotte het uitstekend. Op 26 November 1868 werd de buitendam van de geul doorgestoken, waardoor het zeewater toegang kreeg. In September 1870 werd deze vaargeul voor het eerst gebruikt. Op 9 Maart voer de „Richard Young", een lijner van de Harwichlijn den nieuwen Maas mond uit. Toch had het werk lang niet ieders sym pathie. Vooral zij die belang hadden bij de oude route fulmineerden fel tegen Caland en de zijnen. Telkens trof men in dag- en weekbladen onvriendelijkheden aan het adres van dezen onwrikbaren maar voor zijn tegenstanders ook zeer onaangenamen ingenieur aan. Zelfs twijfelde men er aan of de waterweg ooit goed bevaarbaar zou worden, en vandaar het rijmpje: O, nooit volprezen heer Caland Uw waterweg die blijft een weg van zand. Inderdaad vlotte het werk later niet meer zoo goed als in het begin. In 1877 toen men 11 jaar aan den arbeid was, was de vaargeul bij laag water nog slechts 2'/i M. diep. Intusschen begonnen ook de Sta- ten-generaal ongeduldig te worden. En het kwam zelfs zoo ver, dat, ofschoon een com missie door de Regeering benoemd, op voortzetting aandrong, het werk in 1880 werd stopgezet. Nadat in 1881 de commissie nadere plan nen had uitgewerkt vond het werk weer voortgang. Maar goed beschouwd is de Waterweg nimmer gereed gekomen. Zoo lang het verkeer zich zal uitbreiden zoo lang blijft de waterweg onvoltooid, omdat er steeds nieuwe en hoogere eischen door de scheepvaart worden gesteld. 'f Wie over den Rotterdamschen waterweg iets weten wil, kan terecht bij den heer P. van den Heuvel, oud-gezagvoerder van het Vlaggenschip van de Holland-Amerikalijn, den Statendam. Kapitein van den Heuvel, die minstens 600 maal den waterweg op en af voer, was vol lof over dit vaarwater. In 1886 maakte hij er met het zeilschip „Mary" zijn eerste reis. „Twee jaar later", aldus de heer van den Heuvel „kwam ik bij de Holland-Ame- rika lijn. De toestand van den waterweg was toen zeer matig. Met schepen van hoogstens 7 Meter diepgang was hij te be varen, maar dan kon je vaak niet in één tij van Rotterdam naar zee komen. Het schip werd dan aan de stoppalen bij Rozen burg vastgemaakt. Die palen zijn er nog, maar voor dit doel worden ze natuurlijk niet meer gebruikt. Ik herinner mij, dat wij in 1892 een groote lading tabak naar Amerika moesten brengen. Daar waren de invoerrechten op tabak enorm verhoogd en het was dus zaak, de lading binnen te bren gen voor de nieuwe invoerrechten in wer king traden. Het ongeluk wilde, dat wij met ons over belast schip in den waterweg aan den grond liepen. Wat wij ook probeerden, wij konden niet vlot komen, de bunkerkolen werden gelost en alle beschikbare sleep- booten verleenden assistentie. Toen ook dat niet hielp is tenslotte de mSTrine te hulp ge komen. Eindelijk na vele dagen, kwam de Spaarndam vlot. Dank zij een uitstel van den datum waarop de invoerrechten in werking traden kwamen wij nog op tijd aan, wat groote vreugde verwekte in de tabaks- en in de assurantiewereld. In dien tijd moesten soms ladingen als tin en rijst in ruim 1 geladen worden om het schip gelijklastig op 70 dM. te krijgen. Een maal buitengaats gekomen werd deze la ding dan naar ruim 5 verwerkt, daar an ders het schip door kolenverbruik teveel op den kop kwam te liggen. U begrijpt wel. dat een en ander de noo- dige last en moeite veroorzaakte. Het bln- nenloopen was in dit opzicht veel eenvou diger, daar het hoog water te Rotterdam twee uur later valt dan aan den Hoek, en de tocht vandaar naar Rotterdam juist on geveer twee uur duurt. Geleidelijk werd de waterweg veel beter en comfortabeler voor de groote schepen, ook al volgden deze met hun diepgang den waterweg in zijn groei op den voet. Aanvankelijk heerschte er bij den ingang als gevolg van de daarbestaan- de ondiepten menigmaal een zware grond- zee maar met het verdwijnen van de on diepten is dat gevaar weggenomen. De nor maliseering d. w. z. het rechtmaken van de bochten was ook een groote verbetering, waarbij ik vooral denk aan de bocht bij Maassluis. Van verlichting was op den waterweg vroeger nauwelijks sprake Er waren een paar geleidevuren en dat was alles. Ook in dit opzicht is er veel verbeterd. De Water weg kan thans de vergelijking met ieder bultenlandsch vaarwater glansrijk door staan, vooral ook door onze voortreffelijke sleepdiensten". Op Zaterdag, 31 October a.s. zullen aan boord van alle schepen in de Rotterdam sche haven de vlaggen wapperen. En op dien dag zal met groote dankbaarheid het werk worden herdacht van den pionnier Caland, die Rotterdam heeft helpen maken tot een der voornaamste havensteden van het continent. ZIJ SLAAPT NU ALS EEN ROOS. Indien U hevig lijdt aan rheumatische pijnen, dan weet U hoe akelig siapelooze nachten zijn, nachten waarin U woelt en draait en maar niet tot rust kunt komen door de pijn. Hier is een vroeger slacht offer aan het woord, dat het geheim van een weldadige rust ontdekte. „Jarenlang leed ik erg aan rheumatische pijnen. Ik kon er 's nachts bijna niet van slapen, zelfs al was mijn rheumatiek heel gering. Urenlang lag ik lederen nacht wakker. Van alles had ik geprobeerd, totdat ik eens een week lang Kruschen Salts had ge nomen. Toen sliep ik heerlijk en ik doe het nog steeds. Ik zou het wel aan iedereen willen schrijven, zoo dankbaar ben ik" Mevr. E. G. te W. Rheumatische pijnen worden veroorzaakt door te groote ophooping in Uw lichaam van afvalstoffen, waardoor Uw organisme sterk wordt verontreinigd met schadelijke stoffen, o.a. met het gevaarlijke urine zuur, dat in zeer vele gevallen de oorzaak is van pijnlijke rheumatische verschijnse len, omdat het zich vastzet in spieren en gewrichten. In Kruschen Salts bevinden zich zes minerale zouten, die lever, nieren en ingewanden tot geregelde en krachtiger werken aansporen; de afvalstoffen worden hierdoor sneller verwijderd en zuiver bloed zal weer uw lichaam doorstroomen. De rheumatische pijnen zullen verminderen totdat zij geheel hebben opgehouden. Daardoor wordt ook uw geheele lichaams gesteldheid beter. U geniet wederom van een gezonde nachtrust en bent in staat om bergen te verzetten. Koopt vandaag nog een flacon. 1156 Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten a f. 0.40, f. 0.70 en f. 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Han dels Maatschappij Amsterdam, voorkomt. (Ingez. Med.) v. d. B. te K. De door u. bedoelde wed strijd is reeds een week geleden gespeeld en bovendien is er reeds door de betrok ken vereenigingen over gecorrespondeerd. Het lijkt ons daarom niet juist deze zaak nog weer op te rakelen. De aanval op Madrid. Langzaam gaat de verdere opmarsch naar Madrid. De strategische posities, die de drie groote wegen, welke naar Madrid leiden, beheerschen, zijn in handen der nationalisten. De rechtsche colonnes, die aan het front van St. Rafeal opereeren, zijn 3 K.M. in de richting van het Escurial opgerukt. De gijzelaars. Naar men in politieke kringen te Londen meent te weten, zal de Britsche regeering met de verklaring der Madrileensche re geering, volgens welke zij geen gijzelaars, doch slechts politieke gevangenen vast houdt, geen genoegen nemen. Men verwacht, dat op de regeering te Madrid pressie zal worden uitgoefend en dat Eden Caballero over deze kwestie een nieuwe nota zal zenden. Gisteren heeft de Spaansche ambassa deur te Londen een bezoek gebracht aan het Foreign Office en Eden heeft hem daar te verstaan gegeven, dat het antwoord van Madrid een allerongunstigen indruk te Londen heeft gemaakt. De Britsche regeering wenscht, dat Ma drid maatregelen treft, welke de ongerust heid wegnemen, die in de beschaafde we reld heerscht nopens het lot, dat de ge vangenen en gijzelaars te Madrid, wier aantal op 14.000 wordt geschat, te wachten staat, als eenmaal Franco's troepen den laatsten en beslissenden stormloop tegen Madrid beginnen. Londen heeft weliswaar tot dusver nog geen officieel antwoord ontvangen van de nationalistische autoriteiten op de Britsche nota, maar men weet reeds, dat daar het Engelsch initiatief met instemming en goeden wil is begroet. Arrestatie van vreemdelingen. Behalve drie journalisten, zijn op den weg van Madrid naar Aranjuez gisteren nog twee andere buitenlanders, die afzonderlijk reisden, gearresteerd. Het betreft hier een militair attaché van de Britsche ambassade, kapitein E. B. Lange en een directeur van een Ameri- kaansche bank. Zij werden naar Talavera overgebracht, waar zij verlof vroegen om naar Madrid terug te mogen keeren, doch dit werd hun beleefd, maar beslist geweigerd. Zij werden in vrijheid gesteld onder bewaking van een officier en zullen zich naar Salamanca moeten begeven. De houding van de socialisten en de socialistische vakbeweging. De commissie van redactie voor de ge meenschappelijke motie van de beide in- y Jecovitol levertraan wetenschappelijk de beste levertraan voor U en Uw kind. jemirn Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten a f 0.75 per flacon. 1150 (Ingez. Med.) ternationales, d.w.z. 't Internationaal Vak verbond en de socialistische arbeidsinter- nationale, heeft den tekst gepubliceerd van de beide volgende moties, die met algemee ne stemmen zijn aangenomen: „De beide besturen bevestigen hun vroe gere verklaringen, dat, overeenkomstig de vaste regelen van het internationaal recht, j de geregelde en wettige regeering van Spanje de noodzakelijke middelen moet krijgen voor haar verdediging. Overwegen de. dat de overeenkomst van niet-inmen- ging niet de resultaten heeft opgeleverd, die men er internationaal van verwacht had, tengevolge van den uitgesproken wil van de fascistische mogendheden om de opstandelingen te steunen en van de on mogelijkheid een waarlijk doeltreffend toe zicht uit te oefenen, verklaren zij, dat de gemeenschappelijke plicht van de politiek en economisch georganiseerde arbeiders klasse in alle landen is, door haar actie tegelijkertijd zoowel bij de openbare mee ning als bij haar regeering, te bereiken dat door een internationale overeenkomst, vastgesteld op voorstel van de Fransche en de Engelsche regeering de volledige vrij heid van handeldrijven worde hersteld voor het republikeinsche Spanje, welks verde diging de eerste plaats moet innemen in de zorg van het wereldproletariaat, en ver zoeken allen arbeidersorganisaties en vak- vereenigingen samen te werken om zonder verwijl tot in de hoogst bereikbare mate de voedselvoorziening van de opstandelin gen in Spanje te beletten." De conferentie heeft geweigerd kennis te nemen van een brief van de Fransche com munisten Cachin en Thorez met het ver zoek tot de vergadering te worden toege laten, o.a. uit overweging, dat zij geen in ternationale organisatie, doch alleen de Fransche communistische partij vertegen woordigen, Ook een afvaardiging van de commissie van solidariteit met het Spaan sche volk. welke bestond uit prof. Langevin en Emile Kahn, moest, omdat zij geen in ternationaal karakter droeg, worden afge wezen. Belangrijke bespreking te Barcelona. De minister van marine, Prieto is per vliegtuig uit Madrid naar Barcelona over gekomen. Na besprekingen met Azana en later met Companys. is Prieto per vliegtuig naar Ma drid teruggekeerd. Ongewenschte elementen zullen worden geweerd. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de Vesti gingswet voor den middenstand. Het verschijnsel der overbezetting is. naar het oordeel der regeering, hèt groot euvel dat den middenstand bedreigt. Het ver- eischt een handelend optreden van den wetgever en daarom is de zoogenaamde Vestigingswet ingediend, officieel geheeten: wetsontwerp, houdende regeling betreffende het vestigen van inrichtingen, waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zaï worden uitgeoefend. De opzet der wet is beperkt, maar de minister achtte dieper ingrijpen niet raad zaam. omdat de bonte verscheidenheid, die dezen sector van het economische leven kenmerkt, van den wetgever bedachtzaam heid en zelfbeperking vordert Immers loo. nen niet slechts in verschillende takken van detailhandel, ambacht en kleine nijverheid de toestanden sterk uiteen, maar zelfs ver toont eenzelfde tak in verschillende ge meenten vaak nog weer een eigen aspect. Daarenboven mag een regeling ter zake niet zoo stringent ziin. dat per sonen, die op dit gebied een plaats hopen te verwerven, op den duur aller wegen de deur gesloten vinden. Het is om deze reden, dat de noodzakelijkheid van een soepelen, zich ten nauwste aan de practiik aanpassenden opzet zich bij herhaalde overweging al ster ker opdrong. Deze opzet strookt met den principeelen toeleg van het ont werp. dat. de vrijheid van het bedrijf handhaafde, slechts wering van onge wenschte elementen en verheffing van het vak ten doel heeft. Tegen de inschakeling van het z.g. behoefte-element heeft de minister in dezen gedachtengang onoverkomenlijke bezwaren. Het buiten beschouwing laten van het behoefte-element behoeft overigens te min der bezwaar te ontmoeten, meent de mi nister. in zooverre met de in het ontwerp vervatte regeling on den duur op minder gekunstelde wiize dezelfde resultaten be reikt worden: de stroom van niet levens krachtige elementen wordt er wel degelijk door afgedamd. In het winkelbedrijf b.v. Is het „sterftecijfer" zoo hoog. dat betrek kelijk spoedig na het in werking treden der wet de op heden gevestigde ondernemers, vanzelf geëlimineerd zullen blijken Regeling voor de nijverheid. verheffing van het vak. die aan het onder havige ontwerp in de eerste plaats ten grondslag ligt. met betrekking tot de nij verheid geen behoefte bestaat. Eenige bevoegdheid der gemeentebesturen hieroo neerkomende, dat deze aanvullende vestigingseischen zouden kunnen stellen, is. waar de wetgever zich voorbehield, zelf van gemeente tot gemeente regelend op te tre den. ten eenenmale uitgesloten. Het z.g behoefte-element tot het onder werp van plaatselijke verordeningen te maken ware eveneens ontoelaatbaar. Het is duidelijk, dat zulks niet in het systeem van het ontwerp past. Het kaopersbedriif rekent de minister tot het ambacht. Feitenmateriaal, waaruit kan blijken, dat het zich voor een regeling op grondslag van dit ontwerp minder zou leenen. staat hem niet ten dienste. Integen deel heeft hij den indruk, dat juist voor deze branche veel waarde aan den eisch van vakbekwaamheid moet worden gehecht. Het als overwoekering van het kleinbe drijf door het grootbedrijf aangeduide ver schijnsel is niet het ontwerp der onder havige regeling De tegenstelling tusschen middenstandsbedriif en massabedriif. zoo- als die zich in sommige branches van den detailhandel voordoet, is aan deze materie ten eenenmale vreemd en behoort dat ook te blijven. De vrees, dat het stellen van vestigingseischen op een belemmering van het gezonde filiaalbedrijf zaj neerkomen, is dan ook niet gewettigd. Ten aanzien van handelskennis en vakbekwaamheid zullen geen andere dan minimum eischen in aanmerking komen. In dit licht bezien acht de minister geen termen aanwezig om b.v. tusschen zelfstandige winkeliers en filiaalchefs verschil te maken. Het standpunt de leden, die niet slechts eischen ter zake van credietwaardigheid, vakbekwaamheid en handelskennis zouden willen stellen, doch ook inrichting der be drijven en kwaliteit der producten in ge ding zouden willen brengen, kan de minis ter niet deelen. Het is de bedoeling, uitsluitend het geen uit het bedrijfsleven zelf opkomt, te steunen en te bekrachtigen Hierin ligt opgesloten dat het stellen van ves tigingseischen alleen dan zal geschie den. indien de betrokken branche daar voor volkomen rijp mag heeten en belanghebbenden mitsdien in staat ziin. zelf in concrete aan te geven, welke eischen huns inziens gesteld moeten worden. Diploma's. Wat handelskennis en vakbekwaamheid betreft, dat hii deze in voldoende mate be- Wat betreft de nog in voor'eereidin" rijn- -it. zal d° ecr-oon. die zich wil ve-tigen als de wettelijke regeling in zake verilg ngs- ege! r.a-r.rncliik kunnen mal—n door over. eischen voor de nijverheid moge voor het 'egginc van een diploma, uitgereikt op oogenblik worden volstaan met de opmer- grond van een met goed gevolg afgelegd king, dat deze van geheel andere criteria J examen. uitgaat, met name dat aan den toeleg tot Voor een aantal bedrijven bestaan op heden reeds dergelijke diploma's: in dit verband valt o.a. te wijzen od de werkzaam heid der Vereeniging tot veredeling van het Ambacht, alsook, wat den detailhandel be treft. op de vak-examens voor het kruide- niersbedriif, voor drogisten enz. In overleg met ziin ambtgenoot van On derwijs. K. en W heeft de minister in deze richting reeds voorbereidend werk gedaan. Daarbij wordt op zoodanige inrichting der vak-examens aangestuurd, dat deze alle waarborgen zullen bieden, die redelijker wijze kunnen worden verlangd. Aan de hand van het bovenstaande is het zonder meer duidelijk, dat het geenszins in de bedoeling ligt. de Kamers van Koop handel op groote schaal met het afnemen van examens te belasten. Worden voor eenige branches vestigings eischen gesteld, dan zullen deze hen. die op dat tijdstip reeds in het bedrijf ziin. in leder geval ongemoeid laten Van venters en marktkooplieden is. naar het den minister voorkomt, een verzoek, als bedoeld in art. 4 van het ontwerp, niet spoedig te verwachten. De typische functie van deze groep maakt het trouwens on doenlijk, haar in den onderhavigen opzet te betrekken. Intusschen heeft het venters, en markt wezen sedert eenigen tiid de bijzondere aan dacht van den minister. Tot welke resul taten de desbetreffende overwegingen od den duur zullen leiden, valt thans nog niet te zeggen. Met de organisaties der belang hebbenden is nog overleg gaande Dat de overheid met betrekking tot de in het ontwerp te regelen materie ook dan een taak zou hebben, indien ieder initiatief van de zijde der betrokken ondernemers zelf uitblijft, is een gedachte, die niet ligt in de lijn van het ontwerp, dat principieel streeft naar een regeling, die aan de over heid geen andere taak toekent dan het be vorderen. steunen en bekrachtigen van wat uit het bedrijfsleven zelf is opgekomen. Overigens acht de minister alleen reeds om redenen van financieelen aard zeker onder de tegenwoordige omstandigheden een zoo uitgebreiden opzet niet voor verwezenlij king vatbaar. Bedrijfsraden. In zooverre, zulks mogelijk zal ziin. is de minister gaarne bereid de bedrijfsraden in te schakelen. Intusschen staat het reeds nu voor hem vast. dat voor het verstrekken der vesti gingsvergunningen deze organen, welker taak trouwens meer eigenaardig op sociaal terrein ligt. niet in aanmerking komen: daartoe is het apparaat noodig. dat alleen bü de Kamers van Koophandel aanstonds beschikbaar is. Dat in zake de te stellen minimum- eischen de middenstandsraad zal worden gehoord, sluit allerminst uit. dat ook andere instanties gelegenheid zullen bekomen haar advies kenbaar te maken De minister is gaarne bereid diverse groeoeeringen van belanghebbenden te hooren. Aan de artikelen wordt nog het volgende ontleend Zou de verkoop van koffie en thee als tak van detailhandel worden aangemerkt en zouden daarvoor vestigingseischen worden, gesteld, dan zal hii. die naast andere waren ook deze beide artikelen wil verkoopen, daartoe alleen vergunning behoeven, voor zoover genoemde twee artikelen betreft. Waar on het Platteland in eenzelfde winkelzaak ve°'al n"n ver--'"10 den heid van art'kp'en ve-kriigbaar is zonder dat wellicht aanleiding bestaat tot 't stellen van vestigingseischen laat de ontworpen regeling de mogelijkheid open. deze ge meenten zoo noodig uit te zonderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9