Detmold verwacht het jonge paar Deterding gggt heen 11 iit Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 October 1936 Vierde Blad No. 23492 Een onderhoud met Vorst Leopold IV PARLEMENTAIR OVERZICHT Hij maakte de Koninklijke tot Wereldconcern Drievoudig afscheid bij de Ned. Spoorwegen Zijn opvolger ir. I. E. F. de Kok VRAGENRUBRIEK JACHTSLOT LOPSHORN BIJ DETMOLD. (Speciale Berichtgeving). DETMOLD, 23 October. Toen wij voor enkele weken bij gelegen- Iheid van de vorstelijke verloving op Det- I mold vertoefden, vernamen wij daar dat I mj binnen korten tijd een bezoek van het I jonge paar verwachten konden. Die ver- J wachting is juist gebleken. Op den terug- I tocht naar Nederland zullen Prinses I Juliana en Prins Bernhard morgen, Zater- .g. een bezoek aan de vorstelijke familie I brengen, die daarmede een bijzonderen Iwensch in vervulling ziet gaan. Dit bezoek 1 zal niet geschieden aan het groote slot in I Detmold zelf. maar aan het jachtslot 1 lopshorn" dat op ruim 6 K.M. afstand I van de hoofdstad niet ver van het Her- I mams-Denkmal in het Teutoburgerwoud lis gelegen. In de herfst vertoeft de vorst steeds gedurende 6 a 7 weken op slot "zipshorn voor de jacht. Hier worden I ce vorstelijke verloofden tegen den I middag verwacht. Na de lunch zul- I len zij de reis, welke per auto wordt ge- I maakt, voortzetten. Idyllisch is de om- pa; van het oude jachtslot Schilder- I achtige wegen over de heuvels van het 1 Teutoburger woud leiden er heen. Eenzaam I ligt het kasteel temidden der uitgestrekte lbffischen. Rijk, zeer rijk is de wijde omtrek I van het hof aan edelwild. Herten en reeën I zijn er in grooten getale en in het dichte I struikgewas huizen de wilde zwijnen. Vele honderden jaren is Lopshorn met omgeving I reeds in het bezit der vorstelijke familie. I was een tijd dat het slot den naam had I de beste stoeterij van geheel Europa te bezitten. De paarden vertoefden dag en I nacht in de open iuoht, voornamelijk in de I weiden. Vennen geheeten. In het begin der 118e eeuw was het de bloeitijd van deze I stoeterij en de toen regeerende graaf von I Lippe gaf aan alle hooge bezoekers, die hij Ivoor de jacht op slot Lopshorn ontving, loon paard ten geschenke. I Een merkwaardige bijzonderheid is, dat |de Hessische Generaal Losscher, die den ht met Napoleon naar Moskou maakte. |op de terugreis zijn leven te danken heeft Isehad aan het paard van Lopshorn dat Ifflet hem over de Beresine zwom. Eerst in |1'18, na de omwenteling, is de beroemde Jterij opgeheven. "ot de vorstelijke bezoekers van Lops- I behoorde ook wijlen Prins Hendrik. 1® een studievriend van vorst Leopold Ijas, yan 10 tot 15 November 1908 vertoef- IPrins Hendrik op het slot. waar eiken J°ag voor een talrijk gezelschap jachten I werden georganiseerd. Prins Hendrik bleek een ze er succesvol jager. Hij schoot eenige I herten en een wild zwijn. De tijden waarin groote stoeten door de bosschen I trokken zijn voorbij. Eenzaam ligt het slot (temidden van het bosch, dat ook op dezen I :f?,enachtigen dag nog de schoonste herf st- I raten vertoont. Het oude portiershuis bij I "en ingang is verlaten, het hek staat open I tüJ r looPen het met begroeide voor- I°P, dat aan weerszijden wordt be- ipensd door koetshuizen, waarvan de IJo oude 8evels (waaraan hier en daar If-yhmn hangen van geschoten herten) de |,i.™aCht trekken. De hoofdingang ver- IJi met dennegroen en hulst. Straks zal |.,r. n,°g een eerepoort worden opgericht, a's hulde aan het jonge paar. Wij hebben geluk, vorst Leopold IV bevindt zich juist in het slot en hij is bereid ons een kort onderhoud toe te staan. De kamerdienaar leidt ons door de groote zaal in het midden waarvan ccn tafel staat waaraan de vorstin, haar dochter en een harer zoons zit ten te lezen. Opzij is de werkkamer van den Vorst. Een sober maar zeer smaak vol gemeubileerd vertrek. Vorst Leo pold IV staat, wanneer wij binnen komen, op van zijn schrijfbureau en ontvangt ons op zeer minzame wijze. e vorst maakt een zeer aangenamen mdruk: In zijn gelaat met de grijzende aard blikken een paar vriendelijke maar tevens uiterst schrandere oogen. jeen wonder dat deze vorst zoo geliefd was bij zijn vo]k dat hem jn lglg a]s aatstc der Duitsche regeerende vorsten eigenlijk met leedwezen zag "ingaan. ..U komt zeker in verband met het be zoek van uw Kroonprinses", informeert Vorst Leopold. „Het eenige wat ik u kan mededeelen is. dat het vorstelijk paar morgen tegen den middag van Slot Brügen der familie von Cramm hier aankomt. Het zal hier den middagmaaltijd gebruiken waarna de tooht wordt voortgezet. Waar heen is ook mij onbekend, maar ik ver moed dat van hieruit direct naar Holland zal worden gereisd. En dat is eigenlijk alles wat ik u kan vertellen vervolgde de vorst." Ik ben ten zeerste ingenomen met dit be zoek en ik verzeker u. dat ik het als een zeer groote eer voor mijn familie beschouw dat een lid van mijn geslacht is uitverko ren als gemaal van uw Prinses, die overal bekend is aks een zeer lieve intelligente jonge vrouw, die in uw land op de handen wordt gedragen." Wij vertellen daarop den vorst het een en ander over de ontvangst, welke zijn neef in Nederland ten deel is gevallen, waar hij zich direct door zijn onbevangen vriendelijk optreden een groote populariteit heeft verworven „Daarvan heb ik gehoord", aldus vorst Leopold, „en ik heb het eigenlijk ook verwacht, want Prins Bernhard is een jonge man waarvan ik zeer hooge verwachtingen koester. Hij is bovendien iemand, die weet wat hij wil, die niet spoedig verlegen is en als gevolg daarvan heeft hij zich zoo snel aan de ook voor hem geheel nieuwe omstandigheden kunnen aanpassen. En nu zal ik de Prinses morgen in mijn familiekring ontvangen en haar aan mijn vrouw, mijn zuster en mijn kinderen voorstellen." Wij spreken daarna over den indruk, welke indertijd de heuglijke tijding op het slot Detmold heeft gemaakt. „Niemand wist er iets van" zegt de vorst met guitig glinsterende oogen „behalve ik". IVeet u wanneer het om het zoo eens uit te drukken be gonnen is? In Garmisch Partenkir- chen bij de Winter-Olympiade. Ik was al vele maanden op de hoogte van de komende verloving". De toekomstige oom van Prinses Juliana vervolgt daarop: „als hoofd der familie spreek ik ais mijn liefsten wensch uit, dat uwe ook door ons zoo hooggeachte Kroonprinses met mijn neef gelukkig zal worden, want het echte levens geluk is het kostbaarste bezit ook voor een zoo hooggeplaatste jonge vrouw, als Prinses Juliana. En ik geloof te kunnen zeggen dat zij een goede keus heeft gedaan." Weet u wat ik zoo jammer vind? Dat het weer nu plotseling zoo slecht is gewor den en dat de bladeren zoo snel vallen. Een paar dagen geleden was het in deze omgeving nog verrukkelijk. De herfstkleu ren waren meer dan schitterend. Het is nog prachtig", brengen wij in het midden. „Inderdaad, maar ik had Prinses Juliana slot Lopshorn op zijn allermooist willen toonen". De vorst spreekt vervolgens over zijn geliefd slot en over de jacht, welke hem dit jaar in verband met de weers omstandigheden nog slechts weinig succes heeft gebracht. De vorst deelde ons ten slotte nog mede, dat hij in Januari het huwelijksfeest hoopt bij te wonen, terwijl hij ons het beste wenscht in ons beroep en ons de hand ten afscheid drukt. Vorst Leopold begeleidde ons naar de groote zaal waar hij nog even onze aandacht vestigde op de prachtige geweien. „Maar zulk wild is thans zeldzaam", zegt hij. Wij verlaten het slot juist als de jongste 12-jarige zoon, die het gymnasium te Detmold bezoekt, thuisgekomen. Het is een voor zijn leeftijd zeer krachtige knaap. Op zijn blond haar draagt hij een rood blauwe schoolpet en hij geeft den kamer dienaar te kennen dat hij blij- is dat de school uit is „Waarom?" vragen wij den jongen Prins. „Omdat ik zoo'n hekel heb aan 't latijn", antwoordt hij. Nog even wordt ons een in 1657 onder graai Hermann Adolf gebouwde 98 M. diepe put getoond waaruit het water met een rad, dat men loopend ronddraait, in de hoogte wordt gehaald. Deze put heeft een zeer merkwaardige echo. Bij het hek van het slot staan de chauf feur van den vorst, en diens jager en wij kunnen Lopshorn niet verlaten voor zij ons de auto van den vorst hebben laten_zien, waarvan de wielen met kettingen waren omspannen. „Zoo rijd ik den vorst twee maal per dag door de allerslechtste wegen voor de jacht", zegt de chauffeur trotsch. „En ik zit naast hem", merkt de jager op. „Zeven weken op Lopshorn zijn voor mij de mooiste tijd van het jaar." Gronau in Hannover. Vrijdag omstreeks 7 uur zijn Prinses Juliana en Prins Bemhard vergezeld van de moeder van den Prins op slot Brüggen in Gronau in Hannover aangekomen. Dit slot is eigendom van Baron von Cramm, die een familielid is van Prins Bernhard's moeder. Slot Brüggen is een van de aller mooiste van Duitschland. Ter begroeting waren aanwezig Baron von Cramm, eoht- genoote en hun 7 zoon's onder wie ook de wereldberoemde tennisspeler, de kampioen van Duitschland. Hier zullen de vorstelijke verloofden overnachten. Detmold. Naar wij vernemen is de stad Det mold voornemens om bij het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard een kostbaar geschenk aan het vorste lijk paar aan te bieden. Hieruit blijkt duidelijk, hoezeer men in Detmold met de vorstelijke familie meeleeft. 100 warmte door CALOR-KOLEN. CALOR, H. Morschweg 148 Tel. 2760 (2 lijnen) Leiden. 1051 (Ingez. Med.) TWEEDE KAMER. NIEUWE REGELING VAN DE PACHT. Nog steeds maar sprekers over het ont werp voor een nieuwe Pachtwet. Maar het gaat in deze discussie als in elke andere, waaraan- velen deelnemen: tenslotte verloopt zij in herhalingen, komt men telkens op hetzelfde terrein en wordt de spoeling voor een overzicht hoe langer hoe dunner. Wederom waren er afgevaardigden, die verklaarden zich hun stem voor te behou den en te laten afhangen van den verderen loop van het debat. Niet ten onrechte maakte de heer Van Poll de opmerking, dat het hier een zeer lastig en netelig onderwerp betreft en dat het heel moeilijk is. aan den eenen kant den pachter vol doende te beschermen en aan den anderen kant de essentialia van het eigendoms recht veilig te stellen. Intusschen meende hij, dat het ontwerp in die taak is ge slaagd. al waren er enkele punten waar tegen hij wel eenig bezwaar had. en al heeft de Regeering. door prijsgeving van het continuatie-recht in zijn eersten vorm, het belang der pachters niet gediend zoo als het gediend had kunnen worden. In het vervolg van zijn rede vroeg hij, of het niet mogelijk zou zijn, dat de bevoegde organi saties eenige objectieve normen vaststel den voor het begrip „redelijke pacht prijs", opdat de rechter daarin een crite rium zou vinden. De heer aan Poll verze kerde gaarne voor het ontwerp te zullen stemmen, wanneer het althans niet door amendementen zou worden verzwakt. Dat de heer Schalker, als rechtgeaard communist, heel wat op de voorgestelde regeling aan te merken had, spreekt van zelf. Maar ook de heer Westerman was er niet over te spreken, zij het dan dat zijn bezwaren juist den tegenovergestelden kant uitgingen. Hij vond dit wetsontwerp „gevaarlijk", omdat het den pachter, vol gens hem, tot een onaantastbare figuur maakt, feitelijk alle pachtovereenkomsten op losse schroeven zet en op bedenkelijke wijze 't eigendomsrecht aanrandt. Rechts zekerheid wordt, zoo betoogde mr Wes terman, door deze regeling niet gebracht, integendeel, het verliest zich in algemeen heden en wentelt tal van moeilijkheden op den rechter af. Om ai deze redenen ver klaarde mr. Westerman tegen het ontwerp te zullen stemmen. En in vrijwel denzelf- den trant sprak de plattelander mr. Ver voorn, die eveneens in het ontwerp „ver nietiging" ziet van het eigendomsrecht en er zelfs revolutionaire tendenzen in be speurt. Deze beide afgevaardigden zaten werkelijk boordevol bezwaren, en de platte lander gaf zelfs de Regeering in overwe ging, het ontwerp, „dat de verpachters uitkleedt", in te trekken. Aan welke vrien delijke invitatie natuurlijk geen gevolg zal worden gegeven Uit de Katholieke fractie voerden be halve de heer Van Poll nog de heeren Van Koeverden en Truyen het woord die beiden zich over het algemeen met het ontwerp ingenomen verklaarden, al gaven zij omtrent verschillende punten eenige wenken Laatstgenoemde bracht de Regee ring zelfs hulde voor de indiening en be werking van dit voorstel, al meende hij dat er omtrent de pachtsom wat meer zekerheid zou kunnen bestaan; nu kan de uachter elk oogenblik de vraag van ver mindering der pacht aanhangig maken. De heer Rutgers van Rozenburg heeft zich aangesloten bil het den vorigen dag reeds in den breede besproken bezwaar, dat de rechter veranderingen in een con tract kan voorschrijven, maar mr. Donker bestreed dit bezwaar. Er is op het oogen blik in verschillende opzichten al con- (Vervolg van het le Blad). Met de persoon van Sir Henry Deter ding verlaat een der meest markante figuren, welke ons land de laatste tijden gekend heeft, het actieve zaken leven. Voor de naaste omgeving van den heer Deterding was het de laatste maanden geen geheim meer, dat hij er veel voor voelde zich uit zijn drukke en zooveel zorgen gevende positie terug te trekken en zijn levensavond in rust en kalmte door te brengen. Naar men weet was Sir Henry, die voor eenige maanden te Amsterdam in het huwelijk trad. reeds eerder uit Engeland vertrokken. Hij had zich gevestigd in Duitschland in de onmiddellijke omgeving van Berlijn. Zonder eenige twijfel is Deterding de man geweest, aan wiens energie, aan wiens koopmanschap en aan wiens zakelijk be leid het te danken is, dat de Koninklijke van een nationale onderneming geworden is een concern van wereldvermaardheid en wereldbeteekenis, doch dadelijk moet daar bij gevoegd worden, dat het ook Deterding geweest is, diet de Koninklijke in al haar grootheid en in haar internationale ont wikkeling steeds gehouden heeft tot een zuiver Nederlandsche onderneming en de zaak van de Koninklijke steeds heeft be schouwd als een nationale zaak. 19 April van dit jaar is Sir Henry Deter ding 70 jaar geworden. Van veie zijden is hem toen ook op ondubbelzinnige wijze blijk gegeven, hoezeer men hem waardeer de en hoezeer men hem in eere hield. Ook in uitvoerige persartikelen is toen melding gemaakt van de grootsche carrière van Deterding en van de wijze, waarop hij tot zijn tegenwoordige hooge positie is op geklommen. Thans, enkele maanden na zijn verjaar dag, moge ter gelegenheid van zijn aftre den met een korte levensbeschrijving wor den volstaan. Henry Wilhelm August Deterding, werd in 1866 te Amsterdam geboren. Hij door liep daar ter stede de Hoogere Burger school en trad in 1882 bij de Twentsche bank in dienst. Daar bleef hij tot 1888, waarna hij bij de Nederlandsche Handel maatschappij in dienst trad. In 1889 ging hij naar Indië en werd voor de Handel maatschappij waarnemend agent in Me- dan, later gevolgd door zijn aanstelling tot sub-agent in Penang. In 1896 trad hij in dienst van de Konink lijke, waar hem een zware taak wachtte. Aanvankelijk als inspecteur, later als waar nemend directeur en ten slotte, in 1901, als directeur diende hij de belangen dier maat schappij. Als een van de voornaamste successen, welke onder zijn bestuur tot stand zijn ge bracht, moge genoemd worden het tot stand brengen van de Koninklijke Shell, de combinatie tusschen de Nederlandsche en de groep van Engelsche maatschappijen. In 1902 werd hij benoemd tot directeur- generaal en verkreeg daarmee de opperste leiding van het concern. Op grond van zijn vele verdiensten werd hij in 1928 door de technische hoogeschool te Delft benoemd tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen. Ir. J. E. F. de Kok. De heer De Kok, die Sir Henry Deterding als directeur-generaal van de Koninklijke zal opvolgen, is in 1882 te Maastricht ge boren. Hij kreeg een militaire opleiding en door» liep de Koninklijke Militaire Academie te Breda. In 1902 trad hij als tweede luite nant in dienst bij de infanterie van ons leger in Nederlandsch-Indië. In 1904 ver trok hij naar Delft, om zich te wijden aan de studie der chemie. Het diploma voor scheikundig ingenieur verkreeg hij, onder vermelding ..met lof", in 1908. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot bedrijfsingenieur bij de Koninklijke en aan deze maatschappij heeft hij in zijn verder leven al zijn krachten gewijd. Zijn groote bekwaamheid, zijn energie en zijn toewijding hebben hem snel omhoog gebracht en hem geleid tot de hooge positie van directeur-generaal van het groote Ko ninklijke concern. In 1921 werd de heer De Kok directeur van de Koninklijke en van de Bataafsche, terwijl hij in den loop der jaren verschil lende commissariaten van buitenlandsche petroleummaatschappijen bekleedde. Ir. de Kok maakte enkele inspectiereizen naar Nederlandsch-Indië, om zich op de hoogte te stellen van den gang van zaken daar te lande. De nieuwe directeur-generaal van de Koninklijke heeft steeds groote belangstel ling getoond voor de Nederlandsche lucht vaart. Hij is lid van den raad van commissaris sen der K.L.M. en zeer onlangs werd hij, als opvolger van ir. J. F. de Vogel, gekozen tot voorzitter van de Koninklijke Neder landsche Vereeniging voor Luchtvaart. Ir. de Kok is zelf ook een ervaren sportvlieger. Nog slechts enkele weken geleden heeft hij in zijn eigen machine een vliegtocht naar Egypte en Noord-Afrika gemaakt. Het ligt in de bedoeling, dat de heer De Kok in Den Haag gevestigd zal blijven. J. M. de Booy. De heer J. ,M. de Booy, thans algemeen procuratiehouder der Koninklijke, van wiens aanstaande benoeming tot directeur werd melding gemaakt, zal eveneens in Den Haag gevestigd blijven. Hij werd in 1885 geboren en kreeg een opleiding voor zeeofficier. Van 1900 tot 1909 was hij marine-officier en verliet in laatst genoemd jaar den dienst als luitenant ter zee 1ste klasse. Hij trad in dienst bij de Bataafsche Pe troleum Maatschappij en was aanvankelijk w,erkzaam in Den Haag, later in Roemenië. In 1924 ging hij naar Venezuela en werd in 1927 manager van het Koninklijk bedrijf aidaar. In 1932 verliet hij Venezuela en keerde naar Den Haag terug, om in den rang van algemeen procuratiehouder de directie in de dagelijksche leiding van het bedrijf ter zijde te staan. Mr. J. C. Panthaleon baron van Eek. Het ligt in het voornemen, dat de heer Panthaleon baron van Eek na zijn benoe ming tot directeur, zich te Londen zal ves tigen. De heer Van Eek werd in 180 geboren en trad reeds op jeugdigen leeftijd in dienst van de Koninklijke. Hij doorliep de verschillende rangen op het kantoor in Den Haag en het kantoor in Londen, en was o.m. secretaris van Sir Henry Deterding. In latere jaren ging de heer Panthaleon baron van Eek naar Amerika en werd pre sident van de Shell Oil Company in Cali- fornië. Vervolgens werd hij vice-president van de Shell Union Oil Corporation, later presi dent. Hij is thans vice-chairman van de board of directors van de Shell Union. Van links naar rechts de hoofdconducteurs A. Polder. W. J. Metselaar en H. G. van Loon. die vandaag den dienst der Ned. Spoorwegen met pensioen hebben verlaten tracts-dwang en beperking van contracts vrijheid, zoo zette hij als zijn meening uit een. Boven oude juridische rechtsbegrip pen moeten de eischen van het maat schappelijk welzijn gaan. Een opvatting, welke echter weer niet door den laatsten spreker, den heer Van Dis, werd gedeeld; ook deze meende dat aan den rechter te groote bevoegdheden worden toegekend. Bovendien had hij nog andere bezwaren, en wanneer deze niet worden weggenomen, zullen de Staatkundig-Gereformeerden tegen het ontwerp stemmen. Dinsdag zal de Minister van Justitie trachten tusschen alle klippen door te laveeren. HAGENAAR. H. T. te L. Van alle verdiensten en in komsten moet door den steuntrekker op- ave gedaan worden. F. W. te L. Als er geen testamentaire beschikking is, erven 't kind en de langst levende echtgenoot de geheeie nalaten schap. S. K te V. Als U het gevondene hebt afgegeven cm het aan den verliezer te laten teruggeven, kunt U geen aanmrking ma ken. Alleen kan gezegd worden, dat 't niet attent was, U niet van een en ander op de hoogte te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 13