Gedenkteefen Koningin Emma te Soest - Wedstrijd Nederlandsch elftal
Tftfc Jaargang LEIPSCH DAGBLADTweede Blad
De verraderlijke kleinigheid
FEUILLETON
naar het EngeLsoh van L. F. Hartman
door mr. H. J. H.
5)
,Maar die afdrukken dan op dat doosje?"
«oeg Bridges.
.iaat dat maar aan mij over," stelde
Lane hem gerust.
Met. hun drieën keerden zij yaar het
ntuseum terug en Lane zotte het doosje
zorgvuldig in de lade van de brandkast op
«Dn gewone plaats.
rjyen later kwam Graham, gevolgd door
Legrand, binnen. Op het gelaat van den
'Tanschman teekenden zich verwondering
en schrik af.
••M'n waarde heer Bridges, wat is dat een
onaangenaam nieuws! Mynheer Gr&hani'
'do me mede. dat u bérbofd bent!
■;Df smaragden van die koningsmuts zyn
de Bestolen, en dat moet binnen
Lane twee uur geschied zyn," zei
tci? wilde K u immers net laten zien,
wen we voor het diner werden weggeroe
pen? zei Bridges.
an'w herinner ik me heel goed!"
Legrand,
ka'it d?es 200 slordig geweest om de
Fn !?penr.te laten staan," bromde Lane.
nil Zljn ze verdwenen!"
met »L ^-schrikkelijk!" riep Legrand uit
het hoS gebaar van ontzetting. „En ik vind
leiding^„"Prettig, dat ik eigenhjk de aan-
onen 1„ oe geweest ben, dat u die steenen
ten wf „r'S01 hebt laten l'ggen. Wat moe-
u miint?" ^n? Wat een geluk voor u. dat
hebt! Hy ^?ne nu iuist bii de hand
■•Val my er niet over lastig. Legrand!"
onderbrak Lane hem lachend. „Eeriyk ge
zegd. weet ik er geen weg mee en ik heb
zelf aangeraden, om Je hulp in te roepen!"
Legrand maakte een buiging.
„Dat is wel een groote eer voor me," zei
hij. „Ik had nooit durven hopen dat ik
door u ooit om raad gevraagd zou worden.
Ik zou al heel tevreden zyn geweest by de
gedachte, dat ik Crawford Lane in een
ondergeschikte positie zou mogen helpen."
„Ik verzeker u, dat de eer geheel aan
myn kant is," zei Lane beleefd.
„Mag ik u misschien uitleggen, hoe de
zaak, voorzoover ik op het oogenblik weet,
in elkaar zit?"
Terwyi Lane in het kort het verloop uit
legde, en de brandkast aan Legrand toon
de, bleef Stacy Graham er vlak by staan
te kijken en luisterde. Bridges zette zich
op de sofa neer en kon niet nalaten nu en
dan een nieuwsgierigen blik op Legrand te
vestigen. Baddington stond rustig by de
deur te wachten. Legrand luisterde met
belangstelling naar het verhaal van Lane
en onderbrak hem slechts nu en dan met
korte bemerkingen of vragen. Opeens trok
Lane, zonder een woord te zeggen, de be
wuste lade der brandkast open, toonde t
ledige doosje en zei verder geen woord.
Legrand boog zich voorover en keek met
scherp speurende oogen naar de kast, de
lade en de doosjes.
„Aha!. Dus alles is gebleven, zooals
het was? Niets verlegd of aangeraakt? Ja,
toch! Die watten op den bodem van het
doosje zyn door iemand aangeraakt
men schynt er een stukje afgescheurd te
hebben.
„Juist!" zei Lane. „En., acht u dat van
belang?"
Legrand dacht een oogenblik na met
neergeslagen wenkbrauwen en trok ze
plotseling op.
„Denkeiyk om de steenen -mee te be
dekken. Wie weet? De dief, die ze ergens
in moest stoppen, was natuuriyk gejaagd,
hy had weinig tydEn omdat hy niets
anders bij de hand had, trok hy een stukje
van die watten af", redeneerde Legrand
voor zich heen.
„Maar met zoo'n klein stukje kon hy
die steenen toch moeilyk bedekken", merk
te Lane bedaard op.
Legrand schudde ongeduldig het hoofd.
„Dat stukje watten zou genoeg zyn, als
het doosje.lang en smal was. Dan was
het voldoende om te beletten, dat de stee
nen rammelden. U laat uw verbeelding,
dunkt me, niet sterk genoeg werken".
Lane kneep de lippen opeen en keek
tersluiks naar Bridges.
„Dat is mis!" mompelde Bridges by zich
zelf. .Daarnet scheen hij een en al gewil
ligheid om Lane te helpen en nu begint
hy hem al te kritiseeren!"
„Misschien hebt u gelyk!" gaf Lane toe.
„Maar de voornaamste ontdekking, die we
gedaan hebben, vindt u hier!"
Hy nam het doosje op en toonde de
vingerafdrukken.
„Baddington heeft ze zoo juist voor ons
onderzocht."
Legrand keerde zich om en maakte een
lichte buiging voor Baddington.
.Drommels!" zei hy, het doosje voor
zichtig tusschen zyn vingertoppen vattend
"n het onderzoekend met het vergrootglas
van Lane. .Drommels, daar hebben we het!
Dat geeft ons een zeker en veilig te volgen
spoor."
„Dat denk ik ook!" zei Lane veelbeteeke-
nend. Hy bedoelde het als een steek onder
water. Legrand sloot de oogen en hield het
doosje nog steeds voorzichtig vast.
„Ik hoef niet uiteen te zetten, hoe on
aangenaam het geval voor Bridges is", zei
Lanè. „Vooral als de dief niet een van zyn
bedienden, maar een van zijn gasten zou
blijken te zyn".
„Ja. de bedienden Wie weet!" zei
Legrand.
„Bridges vindt het natuuriyk erg, dat
die steenen weg zyn", vervolgde Lane.
„Maar hy ziet er toch ook heel erg tegen
op iemand openiyk te beschuldigen. Hy
wil zichzelf en den dief die onaangenaam
heid liever sparenals dat kan ten
minste".
„Natuuriyk! Natuuriyk!' gaf Legrand
toe. „Het is een ellendige verwikkeling.
Maar wat moeten we nu doen?"
„We hebben het ontegensprekelijk be-
wys van de vingerafdrukken", zei Lane op
zyn gewone stellige manier.
Bridges, die gevoelde, dat de strik hoe
langer hoe nauwer werd aangehaald,
sprong nu overeind.
„Als ik de steenen maar stilletjes terug
kreeg, dan zou ik het zaakje verder graag
laten rusten. Zyn jullie niet zoo handig,
om hem dat ongemerkt te laten weten?
Ik zou het volkomen willen vergeten en
vergeven".
„Dat is heel edelmoedig van u, mUn-
heer", zei Legrand met warmte. „Als we
dat maar konden doen! Want heusch, Iftt
is een raadselik moet even rustig
denkendenken!"
Hy begon het vertrek gejaagd op en
neer te loopen. Zoo gingen een paar minu
ten voorby en nog steeds liep Legrand te
denken.
„We zouden misschien", onderbrak Lane
eindeiyk de stilte, „onder een of ander
voorwendsel de vingerafdrukken van alle
gasten en bedienden kunnen vragen. By
wyze van spelletje ziet u, om den avond
door te komen."
„Daaraan heb ik ook al gedacht," zei
Legrand afwerend, „maar dat kan zoo
gauw achterdocht wekken. Onze lange af
wezigheid zal al wel opgemerkt zyn en be
sproken. In den salon heerscht toch al een
stemmingeen meening, dat er iets aan
de hand is. Ik voelde het al, voordat myn
heer Graham me kwam roepen."
Crawford Lane wierp zyn sigaar met een
besliste beweging in den haard, zoodat
Bridges hem angstig aankeek, als vreesde
hy een onberaden stap. Maar hy ging naar
de tafel toe en haalde zyn notitieboekje te
voorschijn, waarin hy ging zitten bladeren.
„Hebt u op iemand een bepaalde verden
king?" vroeg Legrand, van Lane naar
Bridges kyken. „Ik zou het liever niet op
perenmaar u kent uw gasten beter
dan ikis er misschien niet een of
ander, die
„Enal deden we dat?" onderbrak
Bridges hem op geprikkelden toon.
„Nemen we nu maar eens Stacy Graham.
Als we hem verzochten zyn zakken bin
nenste buiten te keeren
„O, met alle genoegen," lachte Stacy.
„Fouilleer me maar!"
Legrand schonk er geen aandacht aan
en bleef tegenover Lane staan.
„Zitten we dan werkelyk op een dood
punt? Maarwaarom moet alles van
avond al gebeuren? We hebben morgen en
overmorgen immers nog? We kunnen alle
gasten toch heimelijk laten bewaken, tot
dat we eenige zekerheid krijgen?"
„We hebben zekerheid genoeg!" gooide
Lane er brutaalweg uit. .Daddington heeft
afdrukken gevonden op de wynglazen, die
volkomen overeenstemmen met die op dat
doosje in de safe!"
,Danetoealsjeblieftbegon
Bridges.
„Zoo?" onderbrak Legrand hem met
groote verwondering. „Waarom hebt u me
dat dan niet eerder gezegd?"
„De afdrukken zaten op uw wynglas,"
zei Lane en hy legde zijn notitieboekje
neer en keek Legrand strak aan.
„En... mynheer?" vroeg de Franschman
scherp en keek Lane, die koel en strak
bleef zitten, venijnig aan. „Eindelijk begin
nen we elkaar dan te begrijpen! U beschul
digt mij dus de smaragden van die mithra
gestolen te hebben?"
„U bent een beetje te vlug, mijnheer
Legrand. De glazen kunnen verwisseld
zyn.
„Ja, er moet een dergelyke vergissing
hebben plaats gehad. begon Bridges
weer.
(Wordt vervolgd).
IN TEGENWOORDIGHEID VAN II. >1. DE KONINGIN WERI) TE SOEST EEN
MONÜMENT ONTHULD VOOR WIJLEN DE KONINGIN-MOEDER. - H.M. de
Koningin legt bloemen aan den voet van het monument.
O. M. DE KONINGIN
■tijdens de tdéffttfilak.
HET VOORLOOPIGE NEDERLANDSCHB ELFTAL SPEELDE TE ROTTERDAM.
MRS. AMY MOLLISON de koene Engelsche pilote, op weg
naar huis, na haai vliegtuigongeval bij Chelsfield. Men ziet,
dat Amy Mollison aan den neus kwetsuren opliep.
BEZOEK VAN DEENSCHEN KROONPRINS AAN ENGE
LAND. De Deerische troonopvolger Prins Frederik en zijn
echtgenoote bij aankomst aan het Liverpool station te Londen.
Links: Prins Arthur van Connaught.
HET EINDE VAN DEN ROUW IN VERBAND MET HET
OVERLIJDEN VAN KONING GEORGE V VAN ENGE
LAND. De officieren van de Grenadier Guards voor het
eerst zonder rouwband.