Scheepsramp een volmaakt mysterie JTsie Jaargang DINSDAG 20 OCTOBER 1936 No. 23488 itoomschip „Van der Wijck in Indië vergaan Binnen enkele minuten was alles afgeloopen HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: M Europeanen en 38 Inlanders vermfet URENLANG DREEF MEN IN ZEE ROND. Dikke olielaag hield de haaien op een afstand. OH nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. Onze Spoor-, Tram- Auto-gids en JAVA-ZEE LEIDSCH DAGBLAD 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags -en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven ,10 ets. porto te betalen,- - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindspiein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque-' en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.3J per week f. 0.18 Franco per post f. 2:35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.» Het stoomschip „Van der Wijck". Aan de kust van Java, tusschen Soerabaja en Semarang, op 15 mijl ten Noorden van Tandjong Pakis, is naar Aneta meldt het stoomschroeischip „Van der Wijck" van de Kon. Paketvaart Maatschappij gekapseisd, eenige uren na het ver trek uit Soerabaja. Het schip kreeg zware slagzij en zonk binnen enkele minuten, nadat nog het noodsein „S.O.S. zware helling" was uitgezonden. Aan boord bevonden zich 226 man, van wie nog 14 Europeanen (waaronder 3 kinderen) en 58 inlanders "vermist worden. De oorzaak van de ramp is nog onbekend. Wel weet men dat het weer goed was en de wind matig. Een stabiel schip De ,,Van der Wyck", een in 1921 voor de [KP.M. gebouwd stoomschroefschip, me- I Jende 2633 bruto en 1512 netto register- I ton. was 12 Sept. jn het dok te Tandjong Priok opgenomen voor een algeheele schoonmaak en voor inspectie. 12 Oct. kon I het schip weer uit het dok gaan en nam het den dienst- van de „Ophir" over. Op 13 Oct. vertrok de „van der Wyck" naar Makassar, nadat het schip door den ha venmeester op reddingmateriaal was ge ïnspecteerd en nadat een nieuw passa- I Sierscertificaat was uitgereikt. De „Van der Wyck" stond bekend als een stabiel, goed schip waarmede nooit eenig ongeluk was gebeurd. Ge zagvoerder was de heer B. C. Akker man, die tot de vier oudste gezagvoer ders bij de K.P.M. behoort. De kapi tein had 31 Juli te Soerabaja zijn zil veren dienstjubileum gevierd, waar hij door den agent namens de directie was gelukwenscht. Wie er aan boord waren. Aan boord van de „Van der Wyck" be vonden zich 25 volwassen Europeesche passagiers met 5 kinderen, alsmede 100 ïnlandsche dek-passagier. De bemanning bestond uit den gezagvoerder, elf officie ren, den marconist, den hofmeester, vijf klerken en 80 man Inlandsch personeel. S. O. s. De commandant van de marine te Soerabaya ontving hedennacht te 2.00 uur een radiosein van de „Van der Wijck" dat dit schip zwaar overhelde. (Na dit S.O.S. is trouwens geen enkel sein meer ontvangen). De marine nam onmiddellijk maatre gelen. Men berekende dat het schip dat te f100 uur uit Soerabaja naar Semarang J2® vertrokken ter hoogte van Tandjong ^djoeng Banka moest zijn. Hedenmorgen Dieek, gelijk reeds gezegd, het schip te zijn Ierg:aan op vijftien mijl ten Noorden van u"s Pakis- Dorniervliegtuigen die uit «oerabaja derwaarts gezonden werden, £wamen terug met het bericht vele dren- p ge,? waargenomen te hebben De kpfRa1"' eveneens een schip van de Pa tvaart. was spoedig in de omgeving van waar 22 Meter water stond. Te f vertrok de mijnenlegger Rigel uit Soe- raoaja naar de plaats van het onheil, even- Rs»«aiJe andere mijnenvegers alsmede de nckert- en zeven Born ie rs benevens twee T-vliegtuigen. Het reddingswerk. Zoo was het reddingswerk vrij spoedig in vollen gang. 43 personen werden opge pikt door marine-vliegbooten en veilig te Soerabaja aan land gebracht. 8 Europea nen en 31 Inlanders werden gered door visschersbooten. anderen kwamen in sloe pen naar land. Onder meer was een sloep gezien met 22 personen. Velen dreven op zee rond, terwijl zij zich boven water hielden door zich vast te houden aan stoelen, tafels, enz. De vermisten Nadat alle krachten waren ingespannen om de schipbreukelingen te redden kon tenslotte een overzicht worden verkregen, hetgeen leidde tot de vaststelling van het feit dat nog werden vermist van de passa giers: het echtpaar C. P. Carli, de heer S. Raaff, de heer Exley, mevr. Wisse en baby, de heer J. van Egmond en het echtpaar Matatita met twee kinderen. Van de be manning werden nog vermist: de marco nist M. J. Uytermerk, de ladingklerk J. J. M. Hengst, de leerling-ladingklerk J. La- tuperissa. Voorts werden van de beman ning en dekpassagiers 58 inlanders vermist wier namen nog niet bekend zijn. Het totaal aantal vermisten bedraagt dus 72. Soerabaja, 20 Oct. (Per telefoon). (Speciale berichtgeving). Alle oorden zijn opgeschrokken door de vreeselijke scheepsramp. Wij kunnen nauwelijks gelooven dat zulk een groote ramp met een groot passagiersschip tegenwoordig nog kan geschieden. Eenige uren heeft men geschommeld tus schen hoop en vrees, totdat tegen 8 uur het noodlottige bericht kwam: „De „Van der Wijck" ligt op den bodem der zee." Het is verbijsterend, dat zoo'n zeewaar dig schip op de kust van onze rustige Indi sche wateren kon vergaan. De „Van der Wijck" was 's avonds tegen 9 uur met 226 koppen aan boord vertrokken. Het schip passeerde op normale wijze het lichtschip. Slechts om tien uur 3 minuten werd via de radio te Soerabaya het sein: „S.O.S., zware helling" opgevangen. Daarna werd niets meer vernomen van het schip. Wat er precies op zee gebeurd is, is op dit oogenblik nog een mysterie. Schip plotseling gekapseisd. Uit alle mededeclingen der aange brachte geredden blijkt, dat het schip is omgeslagen en dat dit bijzonder on verwachts in zijn werk is gegaan. Het schip begon te zwaaien, te hellen, sloeg om en binnen enkele minuten was alles afgeloopen. Dank zij het alarm dat de kapitein binnen enkele minuten door middel van de stoomfluit heeft kunnen geven, heb ben velen zich naar het dek kunnen spoeden. De kapitein heeft de fluit vastgehouden totdat hij overboord werd gespoeld. Voor namelijk de passagiers, die hun hutten aan stuurboordszijde hadden, hebben zich blijkbaar niet kunnen redden In verband met twijfelachtige berichten omtrent het lot van de passagiere mevrouw Lisse (Aneta spreekt van mevr. Wisse, Red. L. D. vernemen wij dat aanvankelijk nog op haar redding werd gehoopt, doch haar lijk is thans bij Soerabaya aangespoeld. Marconist bleef op zijn post. De marconist Uytermark bleef tot op het laatste oogenblik op zijn post en behoort ook tot de vermisten. BINNENLAND. STOOMSCHIP „VAN DER WIJCK" VAN DE KON. PAKETVAART-MAATSCHAPPU OP WEG VAN SOERABAJA NAAR SEMA RANG VERGAAN; 14 EUROPEANEN EN 58 INLANDERS WORDEN VERMIST. (Ie Blad). Het wisseldisconto van 3 tot 2'/: pCt. ver laagd. (Financiën, 3e Blad). Besprekingen met België over den invoer van onze landbouwproducten. (Land- en Tuinbouw, 4e Blad). Felle brand te Steenwijk; opslagplaats van glas- en verfwaren in de asch gelegd. (Gemengd, 4e Blad). Grieksch stoomschip bij IJmuiden in nood: de bemanning, bestaande uit 34 kop pen, is gered. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. De Italiaansche minister van buitenland- schc zaken, Ciano, naar Berlijn. (Buiten land, 3e Blad). De Spaanschc president Azana te Bar celona. (4e Blad). Ernstige spoorwegongevallen in Frankrijk en Tsjecho-Slowakije. (Tel., le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Kapitein B. C. Akkerman. Urenlang dreef men rond. De passagiers kwamen in het water te recht en hebben daar uren lang op tafels, stoelen en andere drijvende voorwerpen die van het dek waren gespoeld, rond ge dreven. Een dikke olielaag op het water hield gelukkig de haaien op een afstand. Reddingswerk in het donker. Verschillenden der opvarenden zijn gered door visschersprauwen. die hen aan land brachten. Anderen, onder wie de kapitein, hebben 7 uur en langer rondgedreven. De uitgerukte vliegtuigen konden n.l. in het donker de drenkelingen niet ontdekken. Toen het licht werd zagen zij eerst dat de drenkelingen niet verdwenen waren, doch dat vele opvarenden in sloepen of op stuk ken wrakhout in het water dreven. De groote Dornier vliegtuigen hebben 68 drenkelingen opgepikt en naar Soerabaya gebracht. 86 opvarenden zijn door visschers dan wel in sloepen te Brondjong, een plaatsje op de Noordkust van Java, bij Toeban, geland en vandaar per auto naar Soerabaya vervoerd. Relaas van eenige geredden. Hoe de ramp in zijn werk ging, blijkt uit het relaas van een der geredde werktuig kundigen, die in zijn hut lag te slapen en Hedenavond ontvangen al onze abonné's, zoowel in de stad als in de omgeving, onze Dienstregeling voor Spoorwegen, Tramwegen en Autobussen, voor den winterdienst 1936—'37. DE DIRECTIE. De geredden. Van de passagiers werden gered: de heer M. Franken, het echtpaar R. H. Kamer, de heer A. Cranen. mevrouw S. Raaff, de heer H Mangelaar Meertens, de heer E. C. Hud- INDISCHE OLEAAN Ons overzichtskaartje w;;st aan waar de „Van der Wijck", op weg van Soerabaja naar Semarang, is vergaan. De placrts van de ramp is met een kruisje aangegeven. son, de heer Rochester, het echtpaar D. Polsky. de heer A. M. Schoevers, de heer G. G. Gerdingh, mevrouw Hartman met twee kinderen en mevrouw Brandes. Van de bemanning werden gered: de ge zagvoerder B. C. Akkerman, de stuurlie den H. J. M Hermsen, C. Harder, H. C. Verseput en J. F. Stada, de werktuigkun digen G. A. Weyhenke. Chr. van Oversteeg H. G. Geysen, J. H. Bax. A. L. Goossens. A. F. G. Smeets en P Lolkema. Voorts zijn van de bemanning en dekpassagiers gered 121 inlanders, waarvan de namen nog niet bekend zijn. In den loop van den dag keerden heden de mijnenvegers te Soerabaja terug. De ..Banckert". het gouvernementsvaartuig „Rigel" en het K.P.M.-schip „Reaai" wer den met zonsondergang terug verwacht. Meegedeeld werd dat de zee op de plaats van de ramp, met een zeer ruime slraai, zoowel te water als vanuit de lucht, -verd afgezocht. Praetisoh kan worden aangeno men dat na dit zoeken geen veroere dren kelingen kunnen worden aangetroffen. De mogelijkheid is echter niet uitge sloten dal nog hier of daar aan de kust door vissehersprauwtjes enkele overleven den zijn aangebracht. De kantoren van alle scheepvaartmaat schappijen heschen na het bekend worden van de ramp de vlaegen halfstok. die plotseling wakker werd doordat het schip zwaar slagzij maakte. Hij liep zoo snel mogelijk naar boven en zag daar juist, dat de gezagvoerder met de stoomfluit het alarmsignaal gaf. Toen was 't ook reeds afgeloopen. Het schip kapseisde en ieder die kon, sprong over boord. Ook de gezagvoerder zag men in 't water springen. Een passagier, de heer Kamer, vertelde, dat hij zich met zijn eehtgenoote in zijn hut beyond toen 't schip plotseling zwaar be gon over te hellen. Zij werden ongerust en begaven zich naar boven. Daar zag de heer Kamer, dat er iets ernstigs ging gebeuren. Hij rende naar zijn hut terug en wist nog juist de zwemvesten te bemachtigen, waar van hij er één aan zijn vrouw gaf. Toen sloeg 't schip om en iedereen raakte te water. Wie van de geredden men ook spreekt, passagiers of leden van de bemanning. allen wijzen telkens weer opnieuw op het buitengewoon snelle verloop van deze ramp. De kapitein aan het woord. Kapitein Akkerman verklaarde: ,3e oorzaak van de ramp is een volmaakt mysterie. Binnen enkele minuten was alles afgeloopen." De eerste stuurman legde eenzelfde ver klaring af. De "gezagvoerder, de heer B. C. Akker man, die tezamen met 3 stuurlieden met een taxi uit Brondong te Soerabaja arri veerde. was slechts gekleed in een pyjama broek en een borstrok, terwijl hij evenals de andere geredden geheel doorweekt was van olie, die na het zinken van het schip aan de oppervlakte kwam drijven. „In totaal", zoo vertelde kapitein Akkerman, „heb ik 7 uur in het water ge legen. Rond mij dreef van alles, dat van 't schip was weggespoeld, zooals tafels, stoelen, zwemvesten e.d. Na eenigen tijd bemerkte ik mevrouw Hartman met een baby. Ik heb deze daarna zoo goed en zoo kwaad als 't ging aan mij vastgebonden, zoodat zij niet konden afdrijven. Tot twee maal toe passeerde ons een visschersprauw die reeds boordevol geladen was. Doch ten slotte werden wij door een derde prauw- opgenomen en aan land gebracht. Twee en twintig der opvarenden hebben zich in een sloep weten te redden en zijn onder aan voering van den eersten officier daarmee te Brondong geland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 1