De restauratie van den
Stadhuisgevel
MAANDAG 19 OCTOBER 1936
No. 23481
DUINAFSLAG TE KATWIJK ZEE
Prinses Juliana naar Reckenwald
77ite Jaargang
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Interessante excursie van de Ver. „Oud Leiden"
Ook de Pieterskerk werd bezocht
Hartelijke ontvangst te Berlijn door haar verloofde
en diens familie
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque-en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f.0.18
Franco per post f. 2:35 per 3 maanden 4* portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Het actieve bestuur van de Ver. „Oud
leiden" had Zaterdagmiddag zijn leden
oDjeroeoen voor een excursie naar net
Pieterskerkhof ter bezichtiging van de
restauratie-werkzaamheden van den ouoen
Stadhuisgevel.
Niet minder dan ongeveer 80 dames en
heeren hadden aan dien oproep eevole 2e-
eeven. die allen door den wel zeer actieven
secretaris den heer Bicker Caarten wer
den verwelkomd.
Deze deelde verder mede. dat het bezoek
san het Stadhuisbouwterrein in overleg
met den architect, ir. Blaauw tot nader
order was uitgesteld en vermoedelijk bin
nenkort zal plaats vinden, waarbij de heer
Blaauw zich bereid verklaarde de 'eden
eersoonlHk rond te leiden.
Het verheugde spr. voorts te kunnen
mededeelen. dat de gemeentecommissie der
Ned. Herv. Kerk spontaan hare toestem
ming verleende om na afloop van de ex
cursie op het Pieterskerkhof een bezoek te
brengen aan de Pieterskerk zelve, waarbij
de archivares, mei. Ie Poole welwillende
toezegging deed van haar toelichtende ver
klaringen.
Een gedeelte van het gezelschap schaarde
zich vervolgens rondom den heer J 4 L.
Bom. hoofdopzichter bij den Stadhuisbouw,
meer in het bijzonder werkzaam bli de
restaratie van den gevel ""n de Breestraat.
terwijl de resteerende groep de kerk ging
bezichtigen.
De heer Bom herinnerde er allereerst
aan. dat de restauratie van den gevel eigen
lijk een afzonderlijk deel van den bouw uit
maakt. hoewel zii uit den aard der zaak in
voortdurend overleg en in nauwe samen
werking met den architect tot stand komt.
Zij geschiedt onder leiding van ir. J. van
Heeswijk en orof. Odé uit Delft, beiden
leden van het Rijksbureau voor de Monu
mentenzorg.
Voor zoover kon worden nagegaan, aldus
SDr.. heeft een deel van den gevel over een
breedte van circa 43 meter altijd deel uit
gemaakt van een stadhuis.
Wijlen mr. dr. J. C van Overvoorde. de
Troeeere gemeente-archivaris, heeft die
veronderstelling reeds vele iaren geleden
uitaesDroken en zonder door een diepgaand
onderzoek in de gelegenheid te ziin geweest
om ziin bewering met bewijzen te staven,
als zijn meening verkondigd, dat het oud
ste deel van Gothischen oorsprong was.
waaromheen later een Renaissance-beklee-
diiu werd aangebracht.
Latere onderzoekingen hebben de bewon
derenswaardige juistheid dezer hypothese
aangetoond.
Tegen het einde der 16e eeuw werd aan
den Haarlemschen bouwmeester Lieven de
Key. stadssteenhouwer, de bouw van eon
nieuwen gevel op de plaats van den ouden
opgedragen. Hij maakte hiervoor drie ml-
werDen, welke alle drie in het gemeente
archief aanwezig zijn. Merkwaardig genoeg
bevindt zich daaronder niet het plan van
den thans verbranden gevel, hetgeen an
derzijds geen verwondering behoeft te wek
ken. daar in vroegere iaren in tegenstel
ling met tegenwoordig naar gelang de
omstandigheden veelvuldig van den oor-
spronkeliiken opzet werd afgeweken Het
eigenlijke bouwen van den gevel werd toe
vertrouwd aan Ludwie van Bentheim met
wien Lieven de Key vaker samenwerkte
evenals met Vredeman de Vr es en andme
bouwmeesters zoowel in de zuidelijke Neder
landen als over de oostergrenzen
Hoewel het bouwwerk een Hollandschen
geest ademt, ziin de Duitsche invloeden toch
goed merkbaar.
Aldus ontstond in de iaren rond 1597 de
middenparltii met de drie topgevels en de
hoofdtrap welke laatste in latere ''arer.
niet ingrijpend werd gewijzigd.
De as- en raamindeeling ziin als gevo,e
van de Gotische resten niet kenmerkend
voor den stijl der Renaissance.
Reeds in 1604 deed zich de behoefte aan
uitbreiding gevoelen, welke eerst in ooste
lijke richting werd verkregen door bij trek
king van huize ..De Helm" en vervolgens
ook in westeliike richting, waarvan stads
bouwmeester van der Helm de ontwerper
was
Van al deze bouwplannen is weinig of
niets bewaard "ebleven. zoodat. toen in
1929 het Stadhuis afbrandde en tot restau
ratie van den ouden gevel werd besloten
men vrijwel uitsluitend was aangewezen oo
oude teekenineen o.a. van Lelieman uit
1370. foto's en het intact gebleven gedee
Toen werd het woord van een onzer
meest bekende architecten bewaarheid:
„Onze taak is niet ontwerpen, maar zuiver
dienen".
Een van de grootste moeilijkheden was
om aan den te restaureeren gevel het ka
rakter te geven van een tijd, die tot het
verleden behoort.Dit probleem strekte zich
alleen uit tot het bouwmateriaal, maar
ook tot de werkwijze en manier van be
werking.
Was aanvankelijk reeds duidelijk, dat
Lieven de Key en Ludwig van Bsntheim
gebruik hadden gemaakt van z.g.n. Bre
mersteen. een nauwkeurig vergelijkend
onderzoek in de steengroeven van den
Biickeburg in Westfalen wees uit. dat met'
name Cberkirchener-zandsteen was gebe
zigd en de gevoerde handelingen leidden
er tenslotte toe, dat tegen billijken prijs de
zelfde steen werd verkregen. Dit laatste was
noodig om te voorkomen, dat na eenigen
tijd als gevolg der weersinvloeden de deels
oude. deels nieuwe gevel het aspect zou
gaan bieden van een „lappendeken".
De natuursteen wordt hier ruw aange
voerd ln groote brokstukken en daarna,
naar gelang van de ornamentale dan wei
figurale bestemming, bewerkt. Het kloven
geschiedt door middel van z.g.n. kielen in
in den steen aangebrachte coupures.
Teneinde aan de nieuwe fragmenten
Foto Kruyt.
BERLIJN, 19 October
(Speciale berichtgeving)
Slechts weinigen was 't bekend dat
Prins Bernhard reeds eenige dagen in
Berlijn vertoefde. Hij heeft een bezoek
gebracht bij de I. G. Farben A. G., ge
vestigd Unter den Linden te Berlijn,
aan welk bedrijf hij vroeger werkzaam
was. Terzelfder tijd heeft ook zijn moe
der, Prinses Armgard, verblijf in Hotel
Eden genomen.
Van welingelichte zijde was ons ter oore
gekomen dat Prinses Juliana incognito te
Berlijn werd verwacht om van hieruit met
Haar verloofde en diens familie naar hef
slot Reckenwald verder te reizen. In den
vroegen herfstochtend begaven wij ons
naar Bahnhof „Zoölogische Garten", waar
de trein even na 7 uur uit Nederland zou
binnenkomen
Klaarblijkelijk wisten slechts weini
gen van dit bezoek, want bij het bin-
nenloopen van den trein zagen wij,
behalve Prins Bernhard. diens Moe
der en prins Aschwin, die in Reichs-
wehr uniform was verschenen, slechts
twee heeren van H.M.'s gezantschap te
Berliin baron van Boetzelaer en den
heer' Star Busmann, vergezeld van
hun dames.
Het dochtertje van een der heeren had
voor' de Prinses roode rozen meegebracht.
Geheel achteraair in den trein ontdekten
wij al spoedig den specialen wagen van het
Hooge Gezelschap en van dichtbij konden
wij getuige zijn van de hartelijke weder-
zijdsche begroeting.
Prinses Juliana, die vergezeld werd door
freule Van Heemstra, droeg onder een
bontmantel een hemelsblauw reiscostuum
en een hoedje in dezelfde kleur. Vriendelijk
dankend nam Zij de bloemen in ontvangst.
Intusschen was een filmoperateur druk
bezig een opname te maken. Prins Bern
hard had dit klaarblijkelijk gemerkt, want
bij de trap bleef hij met de dames nog
even staan van welke gelegenheid door den
film-operateur natuurlijk gretig gebruik
werd gemaakt om voor het film journal nog
een fraai snapshot te nemen. Op den ver-
eischten afstand sloegen wij daarna gade.
hoe de Prinses met Haar verloofde per
auto naar hotel Eden reed om daar in een
gereserveerd vertrek het ontbijt te gebrui
ken. Hiertoe had men rijkelijk gelegenheid,
want de D-treln ParijsWarschau, waar
mede de Prinses verder zou reizen, liep
pas tegen halfnegen het station binnen.
Ook nu v/aren wij bijtds op het perron
om het afscheid in Berlijn bij te wonen.
Daar 't wat later was, heerschte er al
heel wat meer drukte. De Prinses was
merkbaar getroffen door de hartelijke ont
vangst. die men Haar in de Rijkshoofd
stad had bereid. Zij wachtte met 't instap-
oen tot op 't laatste nippertje en onder
hield zich levendig met prinses Armgard,
prins Aschwin en de dames en heeren van
het Nederlandsche gezantschap.
Prins Bernhard was niet aanwezig.
Ik liet mij vertellen, dat Hij per auto
reeds vooruit was gegaan naar Recken
wald, waar men eenige dagen ongestoord
hoopt door te brengen. Toen de trein zich
in beweging stelde verscheen prinses Ju
liana voor 't open raampje en wuifde de
weinigen, die van Haar oponthoud te Ber
lijn op de hoogte waren, vriendelijk toe.
«f
Tijdens den storm Van gisteren is te Katwijk Zee. op de plaats waar eens het
weft f iebad lleeft gestaan, in eenige uren tijds een groot gat in het duin geslagen,
w grootste belangstelling trok. Het water stond met vloed zóó hoog, dat
Tiirt zeescl™im over den Boulevard vloog. Het was een indrukwekkend gezicht! -
dat we0n wantJeling van Katwijk naar Noordwijk merkten wij gistermorgen op,
het water aan den rand der duinen op meerdere plaatsen danig had
huisgehouden!
zooveel mogelijk het karakter van de ge
spaard gebleven deelen te geven, zou het
aanbeveling verdienen bij de bewerking
gebruik te maken van de vroeger daarvoor
gebezigde werktuigen. Dit nu bleek, o.a. in
verband met de Steenhouwerswet, niet al
tijd mogelijk. Oberkirohener zandsteen be
staat bijvoorbeeld voor 90 pet. uit kiezel
steen, waarvan de bewerking voor den
steenhouwer niet ongevaarlijk is. daar zij
o.a. ontvetting der ingewanden tengevolge
kan hebben.
Zoo moest de vroeger gebruikte „gren
del" vervangen worden door de „brou-
chard" en het tandijzer, waarmede onge
veer hetzelfde resultaat wordt bereikt.
Met het beeldhouwwerk zijn drie beeld
houwers belast onder leiding van den chef
beeldhouwer, den heer P. C. van Dongen,
terwijl op het Pieterskerkhof voorts dage
lijks ruim tien steenhouwers, allen Leid-
sche arbeidskrachten, werkzaam zijn.
De heeren Bom en van Dongen wezen de
deelnemers aan deze excursie aan de hand
van de reeds gerestaureerde geveifragmen-
ten op de vele technische moeilijkheden,
welke aan dien arbeid verbonden zijn.
Eenerzijds dient er angstvallig tegen te wor
den gewaakt, dat door een der medewer
kenden naar oorspronkelijkheid of het
aanbrengen van een persoonlijk cachet
wordt gestreefd, terwijl aan den anderen
kant een al te slaafsche navolging moet
worden vermeden, waardoor wellicht het
sprekende karakter, dat natuursteen aan
een bouwwerk verleent, verloren zou kun
nen gaan
Voor zooverre ons leekenoog zulks ver
mag te beoordeelen, schenkt het compromis
alleszins, en architectonisch, èn aesthe-
tisch bevrediging.
De liefde voor het oude handwerk, waar
mede de verantwoordelijke leiders bezield
zijn en die zij op hun personeel hebben
overgedragen, vormt een solide waarborg,
dat de Leidenaars straks weer met gerecht
vaardigden trots naar den hernieuwden
Stadhuisgevel kunnen opblikken.
Daarmede zullen nog wel eenige jaren
gemoeid gaan, meende de heer Van Don
gen, want hoewel de werkzaamheden bo
ven verwachting snel vorderen, komt straks
het moeilijkste karwei, wanneer de frag
menten in samenhang moeten worden op
gesteld naast, boven, tusschen en onder de
bestaande.
Een achttiental, grootendeels door den
heer Bom vervaardigde minitieus afge
werkte teekeningen, gaf een praematuur
beeld van den toekomstigen Stadhuisgevel
aan de Breestraat. Voorts valt nog te ver
nielden, dat bij de bewerking van den na
tuursteen eenige fossielen, o.a, van een
varen en van een schaaldier voor den dag
zijn gekomen, welke op verzoek van den
voorzitter van „Oud-Leiden", prof dr. L.
Knappert, zullen worden afgestaan aan
het Rijksmuseum voor Geologie en Minera
logie te dezer stede.
Ten slotte zij nog opgemerkt, zooals wij
trouwens ook reeds na ons recent bezoek
aan den eigenlijken Stadhuisbouw mede
deelden, dat het meest westelijk gedeelte
van den gevel niet in denzelfde vorm van
voor 1929 zal worden opgetrokken, doch
dat architect Blaauw daarvoor een andere
oplossing heeft gevonden, welke zich meer
harmonisch aansluit bij het middenge
deelte.
F. H. A. DRIESSEN t
BEKEND INDUSTRIEEL EN
VOORAANSTAAND STADGENOOT.
BINNENLAND.
Storm over ons land; eenige schepen in
nood; arbeider te Huizen ernstig gewond.
(3e Blad).
Overzicht van inkomens en vermogens
in Nederland. (Binnenland, 3e Blad).
Nieuwe regeling van den invoer in België
(Binnenland, 3e Blad).
Het werktijdenbesluit voor fabrieken en
werkplaatsen op 1 November van kracht
(Binnenland, 3e Blad).
De Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond
over de moeilijkheden in den tuinbouw
(Land- en Tuinbouw, 2e Blad).
De bekende Leidsche industriëel Felix H.
A. Driessen is, 81 jaar oud, overleden.
(Stadsnieuws, le Blad).
Prinses Juliana naar Reckenwalde; Zij
werd te Berlijn door Prins Bernhard opge
wacht. (le Blad).
De verduistering van f. 40.000 te Alkmaar;
verdwenen bedrijfsleider in de duinen bij
Kadzand. (Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
Oviedo is door de Spaansche nationalis
ten ontzet. De druk op Madrid blijft toe
nemen. (3e en le Blad).
Oostenrijk's bondskanselier over herstel
der monarchie. (Buitenland, 3e Blad).
Redevoeringen van Le Brun, Blum en vele
andere Fransche ministers. (Buitenland,
3e Blad).
Heeft Duitschland Engeland tegen
vragen gesteld? (Buitenland, 3e Blad).
Wijlen de heer 'Felix Driessen.
Opnieuw is een voortreffelijk burger, die
gedurende vele jaren de stad zijner inwo
ning met zijn groote gaven heeft gediend,
van ons heengegaan: gisteravond om
streeks halfelf is in den ouderdom van 81
jaar te zijnen huize aan den Oude Singel
overleden de heer F. H. A. Driessen.
Felix Hendrik August Driessen werd 22
September 1855 hier ter stede geboren. Na
zijn schoolopleiding deed hij reeds op 17-
jarigen leeftijd zijn intrede bij de firma de
Heyder en Co., een bedrijf dat oorspronke
lijk gesticht in 1756 te Lierre in België, in
1835 naar hier was overgebracht, in 1845
door den grootvader van Felix Driessen was
aangekocht en dat daarna door zijn vader
werd geleid. Na hier een jaar practisch
werkzaam te zijn geweest, vertoefde hij
van 1873 tot 1875 te Mühlhausen, waar hij
een cursus aan de Chemische school volgde
om daarna naar Engeland over te steken,
waar hij practische ervaring opdeed als co
lorist. In 1878 keerde hij naar zijn geboor
testad terug om in de daaropvolgende ja
ren studiereizen te maken naar Rusland,
Amerika en Oost-Indië, waarheen de be
kende gedrukte batikdoeken werden uitge
voerd. In 1887 volgde hij zijn vader op als
directeur van de firma de Heyder en Co.,
welke daarna werd omgezet in de N.V.
Leidsche Katoenmaatschappij, tezamen met
zijn onlangs overleden broer Carl, die spe
ciaal het financieele gedeelte en de weverij
voor zijn rekening nam. Na den ruïneuzen
brand van 1897 werd het geheele bedrijf
geëlectrificeerd, wat in dien tijd een hooge
zeldzaamheid was. Hij bleef directeur tot 1
Januari 1933 en werd daarna benoemd tot
gedelegeerd commissaris, in welke hoeda
nigheid hij zich, zoolang zijn gezondheids
toestand het hem veroorloofde, nog dage
lijks bezig hield met de toepende zaken en
zijn chemisch-physische onderzoekingen.
De thans overledene was gedurende langer
dan een halve eeuw lid van het Industfriëeel
Genootschap te Rouaan en te Mühlhausen.
De resultaten van zijn onderzoekingen
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
werden meerendeels gepubliceerd in het
„Bulletin de Mulhouse", dat zijn belangrijk
werk op het gebied van de studie van
Turkseh rood beloonde met een gouden
eeremedaille.
Later hield hij zich voornamelijk bezig
met de afscheiding van een beitsmiddel
langs electrischen weg.
Naast zijn vele zakelijke beslommeringen
vond de werkzame geest van den heer
Driessen in zijn geboortestad een breeder
arbeidsterrein.
In het bijzonder voelde hij zich aange
trokken tot de industriëele geschiedenis on
zer stad. De resultaten van zijn diepgaande
studie zijn neergelegd in zijn werken „Het
welvaren der stad Leiden" (1911), „Leiden
in den Franschen tijd" (1912) en „De rei
zen der de la Courts" (1927). Zijn warsheid
van alles wat zweemde naar partijpolitiek
kwam tot uiting in zijn in 1902 verschenen
brochuren „Theorie en practijk". Maar ook
in het openbare leven van Leiden nam hij
een belangrijke en vooraanstaande plaats
in.
De voor de gansche familie Driessen ken
merkende eigenschap in hooge mate muzi
kaal te zijn, bezat ook hij. Hij was o.a. vele
jaren bestuurslid van de Mij. tot bevorde
ring der Toonkunst en zong in de jaren
rond 18751895 geregeld op concerten en
uitvoeringen de bariton-solo's. Voorts was
hij directeur van het zangkoor der Harte-
brugskerk, lid van de Mij. der Ned. Let
terkunde: bestuurslid van cle Ver. „Oud-
Leiden", officier van de oude schutterij en
tenslotte een van de oprichters der 3 Octo-
ber-Vereeniging, van welker eerste bestuur
hij het langstlevend lid is geweest.
Gedurende langer dan 32 jaar heeft hij
op voortreffelijke wijze het secretariaat
waargenomen en zijn benoeming tot eere
lid vormde daarvoor een in alle opzichten
welverdiende belooning.
Toen op 13 Mei van dit jaar de 3 Octo-
bervereeniging 50 jaar bestond, heeft het
muziekkorps „Werkmans Wilskracht" hem
nog een serenade gebracht. Den laatsten
tijd was zijn gezondheidstoestand lang
zaam achteruitgaande, doch toch nog be
trekkelijk onverwacht heeft de Dood een
einde gemaakt aan dit zoo bij uitstek
werkzame leven.
Een waarlijk goed ingezetene, een man
met een voortref felij ken burgerzin is aan de
Sleutelstad ontvallen.
Hij ruste in vrede....
De uitvaartdiensten zullen Woensdag
morgen om 10 uur in d^ R.K. Kerk aan den
Heerensingel worden gehouden, waarna
omstreeks halftwaalf op de R.K. begraaf
plaats aan de Zijlpoort de ter-aarde-
bestelling plaats vindt.