heerlijk
Is de revisie rechtvaardig?
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 October 1936
Derde Blad No. 23483
77ste Jaargang
BINNENLAND
HET SPOORWEGONGELUK
TE WOERDEN.
VAN
HOUT EN'S
CACAO
Machinist Suiker in het
ziekenhuis opgenomen.
van smaak L
CACAO
BETERE TOESTANDEN IN
DEN HARINGHANDEL.
Minimumgewicht voor
steurharing.
LUCHTVAART
Vast staat, dat zij de
ontevredenheid zal doen
toenemen
UIT DE RAADZAAL
DE LOCOMOTIEF KAN NIET GELICHT
WORDEN.
beide even
Onze spoorwegmedewerker meldt:
Nog steeds heeft men de locomotief van
den goederentrein, die bi] het spoorweg
ongeluk te Woerden in den sloot terecht
kwam niet kunnen lichten. Ook de groote
kranen staan machteloos en kunnen er
geen beweging in krijgen. De machine zakt
steeds dieper in den modder weg.
Men zal nu een spoortje in den sloot
aanleggen en trachten de locomotief hier
op te plaatsen, lukt dat niet. dan zal de
locomotief ter plaatse worden gesloopt.
Machinist Suiker van den verongeluk
ten personentrein is gisteren ln het zie
kenhuis in Den Haag opgenomen, daar bij
onderzoek is gebleken dat hij tijdens het
ongeluk glas in het linkeroog heeft gekre
gen waardoor dit oog zeer ernstig gekwetst
werd. In verband hiermee kon hij gisteren
door de enquette-commissie te Utrecht
niet gehoord worden.
BRUINETIKET
vol en zacht HOUT EN'S
KNOEIERIJEN KOMEN PRACTISCH NIET
MEER VOOR.
In de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het ontwerp van wet
tot wijziging van de haringwet 1927 deelt
de minister van Landbouw en Visscherij
mede, dat het Inderdaad gelukt is, door de
geoefende controle den goeden naam van
onzen haringhandel in het buitenland te
behouden en te verbeteren. Ook in de krin
gen van het bedrijf zelf is men over het
algemeen overtuigd van het nut der wette
lijke controle-maatregelen. Knoeierijen in
den vorm van te weinig vlschgewicht en
geen maathoudend fust komen practdsch
niet meer voor en hoewel de kwaliteits
controle nog slechts facultatief is, wordt
onder den invloed van de voortdurende
controle door het personeel op fust en
vischgewicht, ook veel meer zorg besteed
aan een behoorlijke hoedanigheid van het
product zelf dan voorheen.
In overeenstemming met de desbetref
fende commissie van overleg, die van
meening ls, dat er ook voor den uitvoer
van steurharing een minimum-vischvangst
moet worden vastgesteld, zal in het nieuwe
reglement voor de Nederlandsche haring
controle, hetwelk, naar in 't voornemen
ligt. tegelijk in werking zal treden met de
wijzigingswet, een zoodanige bepaling wor
den opgenomen.
GEEN CONFLICT AAN DE
MIJNEN.
DIRECTIE ORANJE-NASSAUMUNEN
KOMT TEGEMOET AAN DE
BEZWAREN DER MIJNWERKERS.
Gistermorgen heeft het dagelijksch be
stuur van den Ned. R.-K. Mijnwerkers-
bond een bespreking gehouden met de di
rectie van de Oranje Nassau-mijnen be
treffende het bekende conflict.
De directie verklaarde daarbij, dat om
bedrijfstechnische redenen was overgegaan
tot wijziging van de dienstn op Zaterdag
en Zondagnacht. Zij kon evenwel de be
zwaren der arbeiders aanvoelen en daarom
zou in het vervolg de Zaterdagnachtdienst
worden gecombineerd met den Zaterdag-
middagdienst, zoodat de Zondagnacht
dienst komt te vervallen.
Het dagelijksch bestuur van den Ned. R.
K. Mijnwerkersbond verklaarde hierop, dat
door deze wijziging volledig aan de bezwa
ren was tegemoet gekomen en het conflict
dus volledig is opgelost.
De besprekingen met de andere organisa
ties op heden zullen om deze reden dan
ook niet doorgaan.
DE SALARISSEN VAN HET OVERHEIDS
PERSONEEL.
Verlagingen, die reeds in wording zijn
moeten doorgaan.
Een deputatie uit het „Comité van zes"
gevormd uit de moderne. Christelijke en
Katholieke algemeene bonden van ambte
naren en werklieden in overheidsdienst, is
door den minister van Binnenlandsche
Zaken in buitengewone audiëntie ont
vangen.
De reputatie bestond uit de heeren W.
van der Have. L. F. Guit en W. Luberti.
Zij kreeg in ruime mate gelegenheid te
bepleiten dat in verband met de door de
rgeering getroffen monetaire maatregelen
alle nog loopende onderhandelingen ter
zake verdere salarisverlagingen voor het
personeel der lagere organen zouden wor
den opgeschort en dat de minister mede
werking zou verleenen om die verlagingen,
waarvan een gedeelte nog op een lateren
datum ln werking zal treden, eveneens te
doen uitstellen.
Ondanks de toelichting en de argumen
ten door de deputatie aangevoerd, bleek,
dat de minister niet bereid was aan deze
verzoeken te voldoen. De minister stelde
zich n.l. op het standpunt, dat de verlagin
gen, waarover onderhandelingen gaande
zlJn, de reeds vastgestelde en de nog in
gedeelten uit te voeren verlagingen uit een
oogpunt van rechtvaardigheid tegenover
de vele gemeenten, die reeds tot de door
de regeering verlangde aanpassing over
gingen, moeten doorgaan.
Wol gaf de minister toe, dat, met het
°°g op den onzekeren toestand, waarin
ons land. voor wat de prijsbeweging be
urelt verkeert, eventueel verdergaande
maatregelen voorhands dienen achter
wege te blijwen.
528
(Ingez. Mcd.)
DE KRUIDENIERS EN DE NIEUWE
MONETAIRE TOESTAND.
Een vergadering in de hoofdstad.
De vakvereeniging van winkeliers in
koloniale waren, comestibles en aanver
wante artikelen „Eendracht maakt macht"
hield gisteravond in Bellevue te Amsterdam
een openbare vergadering ter behandeling
der gewijzigde monetaire politiek.
Het woord werd gevoerd door dr. E. J.
Tobt en de heer P. v. d. Linden, lid der
Rotterdamsche Kamer van Koophandel,
die den invloed van de nieuwe monetaire
politiek op het kruldeniersbedrijf bespra
ken.
Aan het eind van de vergadering werd
een resolutie aangenomen, waarin den be
voegden autoriteiten met den meesten
aandrang wordt verzocht, daarheen te
willen leiden, dat de communique's der
mate" worden geredigeerd, dat bij den ver
bruiker niet langer de meening kan post
vatten, dat over het. algemeen prijsver-
hooging voor levensmiddelen uitgesloten ls.
DE PRIJS DER HUISBRANDKOLEN
EN DE CONTINGENTEERING.
Vragen van den heer Wijnkoop.
De heer Wijnkoop, lid van de Tweede
heeft aan den minister van Handel, Nij
verheid en Scheepvaart de volgende vragen
gesteld
Is het den minister bekend, dat de
staatsmijnen reeds ongeveer 10.000 ton
anthraciet ln hun leveringen ten achter
zijn en dat ook de andere Limburgsche mij
nen overstelpt zijn met orders?
Kan de minister meedeelen of deze ach
terstand aan onvoldoende productie te
wijten is of aan commercieele overwegin
gen. en zoo dit laatste het geval mocht
zijn, aan welke?
Welke matregelen denkt de minister te
nemen niet alleen om voor voldoende huis
brandkolen zorg te dragen, maar ook om
ervoor te zorgen, dat voor deze brandstof
geen prijsstijging plaats vindt?
Is de minister niet van meening, dat
door de belangrijke prijsstijging van En-
gelsche en Belgische huisbrandkolen ern
stige concurrentie van die zijde niet meer
is te duchten, en dat waar in verband met
die hoogere prijzen de animo om deze
kolen te importeeren is verminderd, het
noodzakelijk wordt om de belemmeringen
ir, den aanvoer van die brandstoffen thans
op te heffen?
Wil de minister maatregelen treffen, op
dat ten spoedigste ten minste de contin-
genteering van Engelsche en Belgische
huisbrandkolen wordt opgeheven, opdat bij
een eventueelen strengen winter ons land
niet voor een kolentekort zal komen te
staan?
SAMENWERKING TUSSCHEN TREIN EN
AUTOBUS.
Onze spoorwegmedewerker schrijft:
Naar wij vernemen hebben de Neder-
landsche Spoorwegen met verschillende
autobusddenst-ondernemers een contract
gesloten, waarbij zij het locale vervoer aan
hen zullen overdragen en de tusschen-
stations sluiten, zoodat de zoogenaamde
stop of boemeltreinen weldra tot 't verleden
zullen behooren.
COMITÉ VOOR DEVALUATIE.
In zijn dezer dagen gehouden vergade
ring heeft het comité voor devaluatie, on
der voorzitterschap van den heer E. D. v.
Walree, te Baarn, gevormd om. door de.
heeren: J. M. J .Berghegge, te Tilburg; mr.
H. Bogaardt, te Den Haag: Joh. Brauti-
gam, te Rotterdam; P. Dijkhuis, te Gronin
gen; mr. W. J. L. van Es, te Wassenaar;
prof. mr. E. G. J. Gimbrere, te Tilburg;
A. H. van Heek, te Enschedé; W. C. Hudig,
te Rotterdam; H. F. Kersten, te Rijswijk;
prof. dr. N. J. Polak, te Rotterdam; E. J.
van Puyenbroek, te Goirle; P. J. S. Serra-
rens, te Bilthoven; dr. A. J. Verhage, te
Heemstede; prof. dr. C. A. Verijn Stuart,
te Zeist, den toestand onder het oog gezien
zooals deze geworden is na het besluit van
de Nederlandsche regeering van 26 Septem
ber jj. om den gouden standaard tot na
der order los te laten.
Het comité besloot zich voorloopig te be
palen tot het observeeren van de verdere
ontwikkeling. Algemeen was men van oor
deel, dat het wenschelijk is den toestand
van onzekerheid zoo kort mogelijk te doen
duren. Zoo spoedig mogelijk moet er naar
gestreefd worden den gulden in een zooda
nig* verhouding te brengen tot het pond
sterling, dat het Nederlandsche prijsniveau
hetwelk voor de devaluatie zich nog ver
hield tot het wereldmarktniveau als 100 tot
70 of 142.9 tot 100, daarmede in overeen
stemming zal worden gebracht.
Geleidelijke, maar niet te langzame, li
quidatie van het geheele complex van cri
sis-steunmaatregelen is gewenscht om het
Nederiandsch" prijsniveau in guldens zoo
weinig mogelijk te doen stijgen. De deva
luatie moet voldoende groot zijn om het
dan resulteerende prijsniveau in overeen
stemming te brengen met de wereldmarkt.
DE ZWEEDSCHE OCEAAN
VLIEGER BJORKVALL
OP SCHIPHOL.
OCEAANVLUCHTEN KUNNEN
„VOLMAAKT VEILIG" ZIJN.
Gistermiddag te ongeveer halfvijf landde
op Schiphol het uit Londen komende
Zweedsche Viking-vliegtuig S.-F.Y.R., eigen
dom van het Stockholmsche dagblad
„Stockholm Tidningen" en plaats biedend
aan drie personen, aan boord waarvan zich
de Zweedsche oceaan vlieger Kurt Bjorkvall
bevond. Zooals men weet vertrok Bjork
vall verleden week met een vliegtuig uit
New-York met de bedoeling een non-stop-
vlucht naar Stockholm te maken. Op kor
ten afstand van de Iersche kust zag hij
zich echter gedwongen, boven zee te dalen
en hij dankt zijn leven slechts aan een
Fransche trawler, die zich in de buurt be
vond en die hem kon oppikken, het toestel
ging echter verloren.
In het restaurant van Schiphol zit Bjork
vall tegenover ons, een forsche jonge kerel,
blond en met een prettig open gezicht.
„Ja, het is jammer, dat ik zoo dichtbij
het doel de reis moest opgeven, met nog
voldoende benzine aan boord voor acht
vlieguren, waarmee ik gemakkelijk Stock
holm had kunnen halen".
Hij is vol lof over zijn toestel, dat he
laas verloren is gegaan.
Toen des nachts, op ongeveer 80 mijl
afstands van de Iersche kust de motor
raar ging doen, er kwamen dikke rookwol
ken en vlammen uit, had Bjorkvall dan
ook niet dadelijk kunnen zien, wat er aan
mankeerde, maar ln ieder geval leek het
hem raadzaam, te landen. Achteraf is het
hem gebleken, dat de motor vermoedelijk
warm is geloopen tengevolge van een man
kement aan de schroef, die. zooals dat bij
moderne vliegtuigen gebruikelijk is, een
verstelbaren spoed had.
Tijdens de vlucht, toen Bjorkvall gerui-
men tijd met kleinen spoed had gevlogen,
en hij weer op grooten spoed wilde over
gaan, bleek hem, dat de stuurinrichting,
waarmede de onderlinge hoek tusschen de
schroefbladen versteld wordt, niet func
tioneerde, zoodat hij gedurende de geheele
verdere vlucht op kleinen spoed moest blij
ven vliegen, waardoor de motor een te hoog
toerental ging maken en zijn snelheid bo
vendien terugliep tot circa 110 mijl per
urn-.
Gedurende den tocht had Bjorkvall reeds
eerder te kampen gehad met sneeuwstor
men en ijsafzetting, en een zeer groot ge
deelte had hij blind moeten vliegen.
Toen hij zich tenslotte boven volle zee
tot dalen gedwongen zag, bespeurde hij de
lichten van een schip, in welks nabijheid
hij met zijn machine op het water neer
kwam. Het was een ruwe zee, en de neus
van het toestel met den zwaren motor erin,
dook onmiddellijk onder water.
Gelukkig bleef de machine op haar vleu
gels drijven en zag de Zweed kans, met
een reddingsvest aan door het raampje van
de cockpit op den vleugel te klimmen,
juist, voordat de cockpit onder water dook.
Op de woelige zee maakte Bjorkvall een
spannend halfuurtje door. alvorens de
Fransche visschers hem kwamen redden en
aan boord brachten van hun trawler, waar
hij met de grootste gastvrijheid ontvangen
werd.
De visschers probeerden nog het vlieg
tuig op sleeptouw te nemen, maar de hooge
golven beukten het wrak der machine,
waar steeds grootere stukken van afvlogen,
zoodat men de Bellanca tenslotte maar
prijs gaf.
Bjorkvall had zoowel een radio-compas
als een kortegolf-ontvanger aan boord.
Met geen van beide instrumenten was hij
echter vertrouwd en naar zijn zeggen, had
den zfj zeer slecht voldaan, hij had er al
thans weinig aan gehad.
Indien men hem hiertoe in de gelegen
heid stelt, wil hij, naar hij ons verzekerde,
nogmaals 'n poging wagen om den Oceaan
over te steken.
Naar aanleiding van deze opmerking
vroegen wij hem, of hij na de opgedane
ervaring van meening was, dat 'n Oceaan-
vlucht heden ten dage nog moet worden
beschouwd als een riskant avontuur of als
een onderneming, die tot de normale mo
gelijkheden van de moderne luchtvaart
behoort,
„Kijk eens", was zijn antwoord, „pech
kan men natuurlijk altijd en overal krij
gen, maar wanneer men als bekwaam vlie
ger de beschikking heeft over een goed
toestel met betrouwbaren motor en goede
instrumenten, dan is, mits men een periode
uitkiest waarin de weersomstandigheden
gunstig zijn, bij den huidigen stand der
luchtvaart een vlucht over den Atlanti-
schen Oceaan volmaakt veilig".
DE VLOOT DER MAATSCHAPPIJ
„NEDERLAND".
Verruiming der eerste
klas-accomodatie.
Naar de „Stand." verneemt, heeft de
directie van de stoomvaartmaatschappij
„Nederland" besloten, in de komende
maanden aan boord van de mailschepen
„Maxnix van St. Aldegonde", „Ohristiaan
Huygens" en „Johan van Oldenbarnevelt"
verbouwingen te doen plaats hebben,
waardoor een veertigtal eerste klasse-hut-
ten vergroot zullen worden.
In verband met de uitvoering dezer plan
nen zijn enkele wijzigingen gebracht in
het vaarplan, waardoor de tijd, gedurende
welken bedoelde schepen tusschen twee
reizen in de Amsterdamsche haven zijn,
iets langer is geworden.
De „Marnix", die 8 December üi de Am
sterdamsche haven wordt verwacht, zal
het eerst onderhanden worden genomen.
Daarna de „Huygens" en dan de „Olden
barnevelt".
Door het stuivertje wisselen
met landstreken kan men in
het internationale politieke
leven absoluut geen tevreden
heid kweeken.
Revisie der verdragen, teruggave van de
ons ontnomen landstreken; ziedaar het
eenige middel om den vrede op den Bal
kan zeker te stellen, zegt men in Hongarije.
Revisie, dat is gerechtigheid.
Maar al te licht is men geneigd om,
zoodra het woord „onrecht" weerklinkt,
zich aan de zijde van den zoogenaamden
onderdrukte te stellen. Laat ons daarom
het revisleprobleem eens nuchter bekijken,
de voor- en nadeelen er van tegen elkaar
afwegen om zoodoende een helder inzicht
te krijgen, dat niet door ongefundeerde
gevoelskwesties vertroebeld wordt..
Wanneer een volk door een ander volk
onderdrukt wordt en uitgebuit, wanneer
de burgers rechteloos zijn en bij iedere
gelegenheid blootgesteld zijn aan beleedi-
ging en mishandeling, dan is dat onrecht.
Daarover hoeft men niet te praten, dit is
een vaststaand feit.
Doch wanneer een landstreek, een pro
vincie onder het beheer van een anderen
staat komt, is het dan hetzelfde geval?
Nemen wij Zevenburgen. Vóór den oorlog
was het Hongaarsch bezit thans be
hoort het aan Roemenië.
Is het Hongaarsche volk daardoor op
eenigerlei wijze geschaad? Het ls moeilijk
aan te wijzen hoe. De verbinding tusschen
Zevenburgen en Hongarije wordt door
niets gestoord, de burgers van het eene
gebied kunnen zonder moeite ln het
andere komen en omgekeerd.
De Hongaren behoefden door dit verlies
geen hoogere belastingen te betalen. Men
zou ze zelfs hebben kunnen verlagen, want
een groot deel der Hongaarsche belasting
opbrengst vloeide naar Zevenburgen, dat
arm was en steun noodig had. Wat de in
woners van Zevenburgen aan belasting
inbrachten, vloeide weer naar de Zeven-
burgsche kassen terug, tezamen met een
deel van het overige Hongaarsche belas
tinggeld, om in de onkosten van het ge
bied te kunnen voorzien. Op den keper be
schouwd kostte Zevenburgen dus geld en
moest men blij zijn, dat men van dezen
verliespost af was.
Maar: is het rechtvaardig dat Hon
gaarsch bezit aan Roemenië overge
daan wordt, zelfs al is dat bezit niet
productief? Men kan een tegenvraag
stellen. Was het rechtvaardig dat juist
Hongarije Zevenburgen in zijn bezit
had? Oorspronkelijk was het land
Roemcensch. De Roemenen hebben
dus hun vroeger eigendom terug ge
kregen!
Men ziet het. op deze wijze komt
men niet verder.
Doch de inwoners van Zevenburgen zelf, 'Alle rechten voorbehouden,
tegenover hen was het toch onrechtvaar- verboden).
digi Het is voor Hongaren, die met dui
zenden banden aan hun vaderland ver
knocht zijn, wier cultuur en taal niet
Roemeensch is, een zware slag, dat dit alles
hen ontnomen wordt.
Ten eerste: de inwoners van Zevenbur
gen zijn voor een groot deel geen Honga
ren. Er wonen zeer veel Roemenen, ruim
40% van de bevolking. Bovendien zijn er
nog Duitschers, Zigeuners, Turken en Jo
den. die eveneens geen Hongaren zijn.
Voor hen was het onrechtvaardig onder
Hongaarsche vlag te moeten leven.
Zelfde burgerrechten.
En de Hongaren in Zevenburgen hebben
dezelfde burgerrechten als de Roemenen,
zij betalen niet meer en niet minder be
lasting, hun bezittingen zijn hun niet ont
nomen. Daarentegen heerschten er, toen
Zevenburgen nog Hongaarsch was, nog
middeleeuwsohe toestanden. De Roemenen
waren practisch gesproken de lijfeigenen
der Hongaarsche groot-grondbezitters, zij
waren nog blootgesteld aan lijfstraffen en
bezaten geen politieke of burgerrechten.
In het nu Roemeensche Zevenburgen
wordt den Hongaren niets in den weg ge
legd. Zij hebben hun eigen Magyaarsch
theater, zij hebben eigen kranten en kun
nen in bestuursfuncties gekozen worden,
evenzoo als de Roemenen.
De kwestie van recht en onrecht is in
dit geval een zeer netelige. Gaat Zeven
burgen naar Hongarije terug, dan zullen
de Roemenen protesteeren met evenveel
recht of onrecht als thans de Hongaren.
Slechts dit staat vast: zouden Hongarije's
revisionistische eischen ooit ingewilligd
worden het is niet waarschijnlijk, dat
het ln vredestijd ooit daartoe komt dan
zouden er vier ontevredenen zijn, namelijk
Roemenië, Joegoslavië, Tsjecho-Slowakije
en Oostenrijk, tegen thans één.
Men kan geen tevredenheid kweeken
door het stuivertje-wisselen met land
streken. Men kan verdeelen en onderver-
deelen, zonder ophouden, steeds zullen er
ontevredenen blijven, die de groote trom
zullen roeren om hun wenschen vervuld
te krijgen. De bevolking wordt er niet ge
lukkiger door. Integendeel, het systematisch
opwekken van ontevredenheid, zooals dat
door de revisionistische machten geschiedt,
maakt haar ongelukkig. Had Hongarije
zich in zijn lot geschikt: de bewoners der
afgescheiden gebieden zouden thans rustig
en tevreden leven en Europa zou een drei
gende oorlogshaard minder tellen.
Een voorbeeld om te toonen dat al deze
onrust slechts kunstmatig is: de Poolsche
corridor! Jarenlang een heftig omstreden
terrein, gansch Duitschla-nd stond op zijn
achterste beenen voor de onderdrukte
volksgenooten, die van 't Rijk losgescheurd
waren. Terzijde bemerkt: de Duitschers
vormden reeds vóór 1914 slechts een kleine
minderheid in den corridor!
Toen sloot Hitier een vrienrischapsjtact
met Polen. En waar is de ontevredenheid,
waar de opwinding over het „onrecht" ge
bleven? Weg ls alles en er heerscht rust
en vrede in den veel omstreden Poolschen
corridor!
K. A.
Nadruk
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit is, met ingang van
morgen, benoemd tot burgemeester der
gemeente Marken: G. Verheul.
Bij K.B. is benoemd tot notaris bin
nen het arrondissement Amsterdam, ter
standplaats Amsterdam ivacature A. L
Haremaker j E. J Poster, candidaat-nota-
ris, aldaar. Verder is benoemd tot notaris
binnen het arrondissement Amsterdam, ter
standplaats Amsterdam (vacature C.
Gipon): A. A. Rambonet, candidaat-nota-
ris, aldaar.
ALS DE POLITIEK IN DE SPORT KOMT!
Toen na afloop der jongste raadszitting,
die de agenda weer eens niet had kunnen
afwerken, de heer v. Eek daaromtrent een
verwijt richtte tot B. en W.. aandringend
op meer vergaderingen of anders 's avonds
te vervolgen, riposteerde de voorzitter dit
verwijt geheel aan den raad. En volkomen
terecht!
B en W. waren niet gekomen met een
overladen agenda, integendeel, het was de
raad, die voor de zooveelste maal gebrek
aan spoed toonde en het zocht in het kleine.
Wanneer b.v. zal men eens leeren afzien
van repliek, tenzij daarvoor noodzakelijk
heid aanwezig is?
De agenda was bijkans zelfs geheel ge
vuld met hamerpunten. zondert men de
Sportstichting en de Blinden uit. Hetgeen
daarbuiten is opgemerkt betrof slechts
„klein-goed", dat verdere toelichting niet
van noode heeft. De kwestie van het be
noemen van den raad van beheer der
Sportstichting heeft echter tot 4 uur opge
houden en daarmede was het lot van het
voorstel tot steun aan de Blinden beslist,
vooral, toen van rechts principieel verzet
loskwam voor nabije toekomst. In de be
handeling van deze materie is men om 6
uur blijven steken en ook de interpellatie-
Schüller moest worden aangehouden.
De lange duur van behandeling der be
noeming voor de Sportstichting is echter
wel omgekeerd evenredig geweest aan het
bereikte resultaat, dat wij niet aarzelen
diep-droevig te noemen.
Wij hebben er reeds meermalen op ge
wezen, dat Leiden voor de sport officieel
weinig of niets deed, mede een der redenen,
dat in 't algemeen de sport hier slechts een
zeer bescheiden hoogte heeft weten te be
reiken. Eindelijk komt er dan een gemeen
telijke bemoeienis met het sportleven in 't
zicht, waarvan iets goeds is te verwachten
en de raad vermoordt van tevoren de gan-
sche affaire.
Toen, na goedkeuring der statuten der
Sportstichting, een raad van beheer moest
worden samengesteld wezen wij er op dat
daarbij bijzonder noodzakelijk was dezen
raad zoo samen te stellen, dat er een vol
komen contact kwam met de sport. Eilacie,
wat is daarvan terecht gekomen
De oorzaak? Wel, men heeft het sportbe-
lang weer eens volkomen in de politiek la
ten verdrinken! En dat is niet de schuld
van B. en W. doch van den raad. B. en W
hadden juist de politiek volkomen terecht
geheel geweerd bij de samenstelling van
den raad van beheer, hadden alleen gelet op
deskundigheid, afgezien dan van de benoe
ming van drie raadsleden, die het politieke
element vormden. Hun aanbeveling was
louter gebaseerd op de practijk. Geheel ge
slaagd durfden wij echter deze aanbeveling
van B. en W. al niet noemen, daar ons het
contact met de sportwereld niet nauw ge
noeg toescheen en dat is toch eerste eisch
voor een welslagen der stichting, die wij
meer dan administratief sport-bevorderend
willen zien optreden.
Trots een zekere deskundigheid, die trou
wens niet eens voor allen gold, hadden vele
voorgedragenen immers geen daadwerkelijk
contact met de sportbeoefenaars in aige-
meenen zin. Maar niettemin, wij erkennen,
dat B. en W. voor een lastige kwestie ston
den en hun best gedaan hadden.
De raad bleek echter geenszins tevreden
en plofte de sportstichting in eens in de po
litiek. Die en die politieke richting waren
niet vertegenwoordigd; men kent dat liedje
langzamerhand uit den treure. En die rich
tingen hadden toch ook wel deskundigen
Het was rechts, dat dit spelletje inzetce bij
monde van den heer Goslinga, links trachtte
nog. zich al kronkelend, aan de jx>litiek te
onttrekken vroeger gedrag maakt? het
moeilijk! maar het was toch maar half,
vooral, toen ook van die zijde een tegen-
candidaat werd gesteld in een der vacatures.
Toen de politiek de overhand ging ne
men, kwam de S.D.A.P. nog met een anderen
candidaat aan, dan ook betere vertegen
woordigen opeischen, doch zij beging de
fout. dezen candidaat te stellen daar, waar
rechts er al één gesteld had. Resultaat: alle
door rechts voorgedragenen werden geko
zen benenvens een der beide door de S.D.A.P
aanbevolenen ten koste van vier der door
B. en W. op de aanbeveling geplaatsten.
De raad van beheer der Sportstichting is
een politiek lichaam geworden! Zelfs al
aanvaardt men voor de aldus gekozenen de
aanwezigheid van deskundigheid, dan nog
staat daarnaast, dat op ieder rust het poli
tiek cachet van een of andere partij; onaf
scheidbaar!
Van contact met die sportwereld, waar
mede de Stichting in de eerste plaats te
doen zal krijgen,, zal mede daardoor min
der dan ooit terechtkomen de enkeling
in den raad van beheer, die nog contact
heeft is te tellen en bovendien, en dat is
het ergste van alles, in de sportwereld zal
volkomen ontbreken: vertrouwen. Iedereen
zal beseffen, wat dat zeggen wil!
De Sportstichting, die goed werk had kun
nen doen, is door de politiek ten verderve
gevoerd.
Te veel is uit het oog verloren, dat de
z.g. open-lucht-sport. dus voetbal, athletiek,
korfbal, hockey, zwemsport enz op den
voorgrond staan, niet de gymnastiek, al is
deze als tak van sport natuurlijk niet de
mindere op zichzelf. De laatste wordt in
hoofdzaak binnenshuis beoefend en daar
voor is de regeling vrij voldoende. De Sport
stichting zal juist vooral de andere sporten
door betere velden, accomodatie en mo-
reelen steun moeten bevorderen. In hoeverre
het meerendeel der gekozenen zich op dit
terrein thuis voelen
Ware het misschien nog niet beter ge
weest, als B. en W„ gelet op den gang van
zaken, de benoeming hadden aangehouden
en de aanbeveling voorloopig teruggeno
men? Het zou niet de eerste keer zijn, dat
de tijd raad had geschaft!
Zooals het nu is gegaan, valt helaas, van
de Sportstichting behalve op administratief
gebied niets meer voor de sportbevordering
te verwachten.
Leiden is weer eens gedupeerd in haar
verwachtingen.
bOI