77ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Door 't wanhopige heen
FEUILLETON
DE WINNAARS VAN DEN PARIJSCHEN ZBSDAAGSCHE. ENGELSCHE MARINE-MANOEUVRES. Het draadloos bestuurde vliegtuig Queen Bee" wordt
Het Duitfich-Hollandsche koppel Schön-Pellenaars werd winnaar. na e€n landing op zee teruggesleept naar het
moederschip „Neptune".
DE ITALIAAN NUVOLARI die met
zijn „Alfa Romeo" een der belangrijkste
autoraces in Amerika won.
SIR GODFREY COLLINS f lid van
het Engelsche kabinet en staatssecretaris
van Schotland.
DE NIEUWE AANWINST VOOR DE K. L. M.-
VLOOT. Gistermiddag arriveerde op Schiphol
de nieuwe Douglasmachine „Ibis", welke deel zal
uitmaken van de K.L.M.-luchtvloot.
KURT BJöRKVALL, DE ZWEEDSCHE OCEAAN-
VLIEGER, OP SCHIPHOL. Op het vliegveld^
was ter begroeting aanwezig de bekende
Zweedsche piloot Lindlholl (rechts).
RESTAURATIE IN DE WERKPLAATSEN VAN HET PIETERSKERKHOF ALHIER, VAN DE VERSCHILLENDE
ONDERDEELEN VAN DEN GEVEL VAN HET STADHUIS. Foto links, een der topgeveltjes wordt onder handen
genomen. Rechtseen poortje, dat in den nieuwen gevel zal komen, wordt in klei geboetseerd.
Vrij naar het Amerlkaansoh van
MARY HASTINGS BRADLEY
door Mr. H. J. P. H.
33)
Langen tijd zat Nathan er Over na te
denken en liet zijn kop koffie onaange
roerd voor zich staan. Eindelijk werd hij
gestoord.
„Zeke? Ben jij het?Neen, geen kaar
sen. Hier, neem dezen sleutel en haal een
flesoh ouden portje weet wel van de
onderste plank, links."
„Jawel, meneer, enmoet ik die hier
brengen?"
„Ja, dat zei ik toch?"
„Ja, meneer!"
Zeke grijnsde onder het heengaan.
Meneer Nathan was blijkbaar niet al te in
genomen met de komst van den jongen
meneer!
Nathan J>leef zitten wachten. Hij had
Anne verder nog niet te spreken gekregen.
Hij had haar wel in de keuken met de
dienstboden hooren praten, maar ze was
denkelijk langs de achtertrap teruggekeerd,
om hem te vermijden. Hij had haar ten
minste heel even in den tuin voorbij zien
loopen. Nog al uit de hoogte, hem zoo op
ZIJ5e Ikten liggen.
Plotseling ging hij naar boven. Hij had
ae medicijnen, door zijn oom tijdens diens
ziekte gebruikt, zorgvuldig opgeborgen, ten
minste wat er aan morfine en veronal over
was. Hij hield ze zorgvuldig achter slot en
geloofde, dat zelfs Zeke er niet van af wist,
dat hij die medicijnen nog had.
Hij was al weer beneden toen Zeke met
een oude flesch vol stof en spinneweb
kwam aandragen. Onwillekeurig huiverde
Nathan bij de gedachte aan den avond,
dat zijn hand in den kelder die flesch had
gevat en opgeheven.
Feitelijk was dat toch nog goed voor hem
uitgekomen. Hij moest zich nu door zijn
zenuwen geen parten laten spelen!
„Schenk maar drie glazen in, Zeke. Eén
er van flink vol. Ik zal ze wel boven
brengen."
Zorgvuldig vulde Zeke drie glazen en
één schonk hij voller dan de twee andere.
De oude kurk was zoo goed als vergaan;
Nathan deed er een nieuwe op en teekende
zorgvuldig in het stof op de flesch de hoog
te aan, waarop de flesch nog gevuld was.
Hij glimlachte veelbeteekenend tegen Zeke
en de oude neger grijnsde vriendelijk te
rug. zoolang, tot hij de kamer uit was.
Maar zijn gelaat veranderde totaal van
uitdrukking, toen Nathan eenmaal op de
trap was. Nathan liep langzaam naar
boven. Eenmaal bleef hij staan en luisterde.
Hij kon hun beider stemmen onderschei
den; Anne was dus al langs de achtertrap
naar boven gegaan. Hij klopte aan. Anne
deed open. In een diepen leunstoel zat
Andy in kamerjapon bij het venster een
sigaret te rooken. De tafel was al weer af
gedekt.
„Hoe voel je je? Al wat beter?" vroeg
Nathan met gemaakte hartelijkheid.
„Och. zdozoo," antwoordde de ander
onverschillig.
„Ik heb een beetje oude port voor jullie
meegebracht! Dat zal je denkelijk wel goed
doen. En we drinken dan meteen op jullie
thuiskomst."
„Mooi zoo!" zei Farquahr, hem wantrou
wend aanziende.
Anne stak een kaars op.
„Ik heb er geen trek in. Ik wilde juist
even naar zolder gaan," zei ze.
„Dan zal ik je glas hier toch maar laten
staan, Misschien, dat je er aanstonds wel
traek in hebt," zei Nathan en zette haar
glas op een kastje, waarna hij het blad
met de glazen naast Farquahr neerzette.
Het minst gevulde glas nam hij met een
ietwat haastige beweging en Farquahr nam
het andere en hief het op. „Op je gezond
heid!" zei hij, maar met zijn oogen hield
hij Nathan scherp in de gaten. En voordat
Nathan zijn glas nog aan zijn lippen zetten
kon, vervolgde hij: „Bij ons in het Oosten
is het gewoonte, bij een ontmoeting tus-
schen erfgenamen, de glazen om te wisse
len. Een heel primitieve gewoonte
Maar ik vind het wel aardigZullên we
het ook doen?"
De uitdrukking op Nathan's gezicht be
merkend, begon hij nu openlijk te lachen
en hield hem zijn glas voor. Nathan deed
een stap terug en werd lijkbleek.
„Datdat is,een beleediging!"
„Kom, neef, drink het maar gerust leeg!
Ik neem het jouwe!"
Andy was plotseling opgestaan en drong
zijn glas aan den ander op. En opeens
greep Nathan het van hem afen gooide
hem den inhoud in het gelaat.
„Ploert! Wat bedoel je daarmee?"
schreeuwde hij met overslaande stem.
Andy hegon luid te lachen en de port
droop hem van zijn gezicht langs zijn
kleeren.
„Heb ik je er tusschen? Dat was het geld
wel waard! Weet je nog, hoe ik je als jon
gen kon treiteren, totdat jij door het dolle
heen werd?Je bent nog niet veel ver
anderd!"
Nathan zette zijn eigen glas met bevende
hand neer. Als versuft keek hij om naar
een handdoek.
„Dat was een lage streek van jeEn
je hebt me er werkelijk tusschen. Ik vraag
je wel excuus!" zei hij, zijn gejaagdheid
onder een schijn van waardigheid verber
gend, maar hij vermeed den ander aan te
zien.
„Maak je er maar niet druk over," zei
Andy. „Ik zal het wel even opvegen."
Andy liep naar de badkamer. „Als notaris
Randall komt, zou je aan mee naar boven
willen komen? Miss Randall komt ook, om
Anne een bezoek te brengen. Ik heb een
paar zaken te besprekenIk heb niet
veel op met mijn ziekte, en ik wou graag
een paar dingen, die nog niet geregeld zijn,
in orde maken, voor geval ik er eens tus
schen uit knijp. Een paar dingen, die ik
eigenlijk liever niet aan jou over laat, al
ben je mijn neef."
Zijn luohthartige manier van praten
stelde Nathan bijna gerust. Toch beefde hij
nog, toen hij in de hal kwam. Daar bleef
hij staan Boven hoorde hij de lichte voet
stappen van Anne. Hij rende de trappen
op en kwam door een op een kier staanden
deur den zolder op. Het was er donker,
maar in een hoek zag hij het schijnsel van
Anne's kaars. Ze stond voor een oud schil
derij, dat ze omgekeerd had. Ze had het
laken, waarin het gewikkeld was, er af ge
haald en belichtte nu met haar kaars de
beeltenis Nathan wist van het bestaan van
dat schilderij niets af, maar toen hij het
zag, trof hem de sprekende gelijkenis met
Anne. Het kon wel niet anders zijn dan een
jeugdportret van haar moeder. Het meisje
keerde zich om en Nathan zag, hoe ze een
oogenblik haar ontstemming over zijn in
dringerigheid verried, om zich terstond
weer te beheerschen en hem effen en strak
aan te kijken. Meteen keerde ze zich van.
het schilderij af.
„Zoo, Annedus je bent weer thuis,"
begon hij onzeker en schor, nog geheel in
de war door zijn laatste treffen met Far
quahr en door een zekere verlegenheid
tegenover haar. Hij wist op dat oogenblik
zelf niet, of hij haar haat of liefde toe
droeg.
„Je," zei ze. „Weer terug."
„Anne, ik zou zoo graag eens vertrouwe
lijk met je praten, maar je moét me be
loven, dat je er niet met jeje man
over zult spreken, voordat ik je alles ver
teld heb. Wil je dat?"
Hij was zichzelf niet meer fneester. Far
quahr kon immers toch niets bewijzen.
Niemand zou hooger waarde hechten aan
het getuigenis van een negerin dan aan het
zijneEn opeens bedacht hij zich, dat
hij Farquahr vannacht op zijn kamer uit
den weg kon ruimen, zooals hij dat met
Alex gedaan had. Hij kon immers altijd
zeggen, dat hij uit zelfverdediging gehan
deld had en dat Fadquahr hem had aan
gevallen, toen hij om uitleg begon te
vragen.
Anne bleef even staan nadenken. In het
kaarslicht leek haar gezichtje hem een
bloem, die zich voor hem sloot.
„Gaat het over Andy?" vroeg ze.
„Andy... zoo, noem je hem tegenwoor
dig zóó? Ja, het gaat over Andy."
„Vanavond niet, Nathan. Morgen hebben
we tijd genoeg om te praten." Ze wilde
heengaan.
(Wordt vervolgd).